Anatomie van het 76ste Festival van Cannes

© Getty Images

Zowel qua glamour als qua cinema scheerde het Festival van Cannes hoge toppen en op het einde won de Franse Justine Triet. Bijna iedereen blij. De 76ste editie in vijf hoofdlijnen.

De Gouden Palm is voor Justine Triet

Twee jaar na Julia Ducournau met Titane wint opnieuw een Française de Gouden Palm. Jane Fonda sprak over een historische editie en overhandigde de felbegeerde prijs aan Justine Triet. Haar Anatomie d’une chute is half een beklemmend rechtbankdrama, half een portret van een vrouw en honderd procent een dissectie van een koppel.

Hoog in de Franse bergen vindt een blind geworden jongen zijn vader dood terug in de sneeuw voor hun chalet. Zelfmoord? Een ongeluk? Er zijn genoeg aanwijzingen om de moeder, een succesrijke Duitse schrijfster, van moord te beschuldigen. En plein public wordt haar leeggelopen huwelijk tot in het detail besproken maar ze verpinkt niet. Sandra Hüller die Cannes ooit deed schaterlachen met Toni Erdmann doet nu verstommen. Het mysterie houdt je permanent in spanning en het uitgekiend scenario is precies uitgewerkt. Vandaar dat Triet een van de grote favorieten was om de Gouden Palm te winnen. Vandaar dat ze won.

Justine Triet
Justine Triet won dit jaar de Gouden Palm op het Festival van Cannes. © Getty Images

Het aantal regisseuses met een Gouden Palm is nu met vijftig procent gestegen. Van twee, Jane Campion ging Ducournau vooraf, naar een schamele drie. De voorbije drie jaar wonnen wel meer vrouwen dan mannen het Festival van Cannes. Iedereen dus content? Bijna iedereen.

De Gouden Palm ging niet naar The Zone of Interest

In een competitie met amper tegenvallers, vooral veel goeie films en een handvol toppers, torende een film boven alle anderen uit: The Zone of Interest van Jonathan Glazer. De Brit regisseert slechts om de tien jaar een speelfilm maar kan zich dat veroorloven omdat ze langer dan tien jaar bijblijven. Denk maar aan het markante Under the skin met Scarlett Johansson.

Deze keer vertrok hij van een roman van de onlangs overleden Martin Amis en beeldt hij meesterlijk het dagelijks leven uit van het gezin van Rudolf Höss, commandant van concentratiekamp Auschwitz-Birkenau. Aan dat leven is helemaal niets bijzonder en die banaliteit is amper te verdragen. De vier kinderen spelen in een tuin van een villa die aan het concentratiekamp grenst. Op de achtergrond zie je zwarte rookpluimen van ovens die op volle toeren draaien. Ook ijselijke kreten getuigen regelmatig van de niet te bevatten horror. Moeder Hedwig, een fenomenale Sandra Hüller, heeft het er zo naar haar zin dat ze ruzie maakt wanneer Höss een overplaatsing aankondigt.

De afgemeten esthetiek en cinematografische ingrepen zoals de geselende klankband van Mica Levi determineren een ijzingwekkend Holocaust-drama dat je intellectueel en emotioneel niet uit je hoofd en lichaam krijgt. The Zone of Interest won de Grand Prix maar verloor de Gouden Palm.

Een inflatie aan sterren en asteroïden

Na een drogere periode – merci pandemie, merci Venetië dat zich opwierp als springplank voor de Oscars – regende het terug filmsterren op de Croisette. Todd Haynes had Natalie Portman, Julianne Moore en Riverdale-alumni Charles Melton bij zich om het satirische, zelfzucht belichtende May December te promoten. Wes Anderson ging daar los over en had Scarlett Johansson, Jason Schwartzman, Tom Hanks, Bryan Cranston, Adrien Brody, Steve Carell en Jeffrey Wright mee om de aandacht op Asteroid City te vestigen. Net als The French Dispatch heeft die film al wat je van een Wes Anderson verwacht (zoals kleur, symmetrie, humor, excentriekelingen) in het kwadraat. Deze keer bewaart Anderson het overzicht wel beter.

Martin Scorsese verenigde eindelijk zijn twee grootste fetisjacteurs, Robert De Niro en Leonardo DiCaprio. Hun Killers of the Flower Moon is een gedetailleerd, pikzwart epos over hoe de Osage Nation honderd jaar geleden werd misbruikt en vermoord na de vondst van olie in het reservaat. Cate Blanchett trekt zich als non het lot van een Aboriginal-kind aan in The New Boy. Pedro Almodóvar hief voor een kortfilm-western Ethan Hawke en internet-daddy Pedro Pascal in het zadel.

De familie Depp kijkt met gemengde gevoelens op Cannes terug. Zowel Johnny Depp als dochter Lily-Rose Depp lezen maar beter niet te veel recensies van hun werk: de Versailles-film Jeanne Du Barry en The Idol, de gecontesteerde HBO-serie van Sam Levinson en Abel Tesfayen (The Weeknd). Anderzijds is de comeback van Johnny Depp een feit en is Lily-Rose Depp het beste aan The Idol.

En daarmee is amper de helft opgesomd van de beau monde en de filmroyalty die de rode loper op mocht. Je zou van inflatie kunnen spreken, ware het niet dat het festival wint bij veel glamour en glitter. Het idee is dat dappere, sterke films meeprofiteren van de wereldwijd gegeneerde aandacht. Youth, Wang Bings 3,5 uur lange documentaire over de Chinese jeugd die zich kapot werkt in sweatshops, verdient die zeker.

Afscheid van Indiana Jones en Ken Loach

Harrison Ford rekent al vijftig jaar op zijn grijns wanneer hij, zelden met volle goesting, films moet promoten in het openbaar. Traantjes kwamen daar bij de held uit Star Wars, Blade Runner en The Mosquito Coast nooit aan te pas. In Cannes had hij om begrijpelijke reden toch prijs. Hij zwaaide er op zijn tachtigste, na 42 jaar dienst, af als Indiana Jones. Om Indiana Jones and the Dial of Destiny, stukken beter dan het onfortuinlijke Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull, van de nodige zwier en jeugdigheid te voorzien, rekende regisseur James Mangold gedeeltelijk op de-aging technologie en volledig op de geestdrift en humor van Fleabag-bedenker Phoebe-Waller Bridge.

Ook Ken Loach zei adieu et merci met een laatste sociaal-realistische film, The Old Oak. In interviews ontweek Rooie Ken alle emotionele vragen om zo snel mogelijk het kapitalisme te kapitelen en solidariteit te loven. ‘In mijn film speelt een Syrische vluchtelinge mee die haar gezin en haar benen verloor. Haar verhaal is zo gruwelijk dat ik het niet kon gebruiken. Geloof me: een filmprijs is het verst van mijn gedachten.’

Veel vaste waarden, enkele nieuwe stemmen

Het Festival van Cannes krijgt soms het verwijt steeds dezelfde grote namen op te voeren. Die kritiek verstomt grotendeels wanneer die gevestigde waarden ook voor de dag komen met sterk werk. Dat was dit jaar het geval. De Turkse oud-winnaar Nuri Bilge Ceylan en Italiaanse veteraan Marco Bellocchio mogen fier zijn op het Tsjechoviaanse About Dry Grasses en het bloedmooie kostuumdrama Rapito. De Fin Aki Kaurismäki haalde het palmares met het romantische, warme en uiteraard in kurkdroge humor gewentelde Fallen Leaves. En als zelfs de Duitser Wim Wenders eindelijk nog eens positief verbaast – Perfect Day portretteert een Japanner die Tokio’s magnifieke openbare toiletten kuist – dan weet je dat het een grand cru was.

Een van de eerder schaarse nieuwe namen die opstonden is Molly Manning Walker. De Britse debutante won in nevencompetitie Un Certain Regard de hoofdprijs met How to Have Sex. Ze ziet haar intens portret van Britse tieners die zich op een Grieks eiland lazarus feesten, als een oproep tot verandering en een goed gesprek over seksualiteit en instemming.

Ook de Belgische muzikant Baloji manifesteerde zich met verve op het internationale toneel. Augure is een zelfverzekerde, visueel vibrerende, magisch-realistische debuutfilm die geen moeilijke vragen uit de weg gaat over een meervoudige identiteit, Congolese tradities en bijgeloof. De toekomst lacht hem toe.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content