Een openhartig gesprek met Penélope Cruz: ‘Mijn waardigheid is voor geen film te koop’
Knack Focus brengt u de beste verhalen van het afgelopen jaar. Een daarvan is dit exclusieve interview met Penélope Cruz. ‘Ik heb nooit toegegeven aan dingen die ik niet wilde en kan koppig zijn wanneer het moet.’
De voorbije jaren eiste haar moederschap de hoofdrol op, maar met de biopic Escobar en de thriller Everybody Knows – opener van het 71e festival van Cannes – valt Penélope Cruz de komende weken niet van het witte doek te branden.
Lees hier de rest van de beste Knack Focus-verhalen uit 2018.
In minder verdachte tijden, toen van #metoo nog geen sprake was en de wereld hem als een van Amerika’s grootste filmmakers aanbad, zei Woody Allen: ‘Penélope Cruz is zo intimiderend mooi dat ik haar niet eens durf aan te kijken.’ Zelfs al heeft Allen inmiddels flink wat van zijn pluimen verloren: geef de veteraan, die haar in 2008 regisseerde in Vicky Cristina Barcelona, die Cruz als allereerste Spaanse actrice een Oscar opleverde, op dat punt maar eens ongelijk.
Sinds ze op haar achttiende debuteerde in het stomende Jamon, jamon (1992) is Cruz ontegensprekelijk een van de verrukkelijkste verschijningen die je op het witte doek kunt spotten, het zinnebeeld van zuiderse vrouwelijkheid en sensualiteit. Vraag het desnoods ook maar aan haar minder verdachte mentor Pedro Almodóvar, die haar met fetisjistisch genoegen in beeld borstelde in Volver (2006) of Los abrazos rotos (2009). Of aan Javier Bardem, de latinohunk die haar in Jamon, jamon al besnuffelde, zich sinds 2010 haar echtgenoot mag noemen en haar inmiddels twee kinderen schonk: Luna (4) en Leo (7).
- 1974 wordt op 28 april geboren in Alcobendas, 15 kilometer ten noorden van Madrid.
- 1990 ziet Átame! van Pedro Almodóvar in de bioscoop. Besluit actrice te worden en gaat op zoek naar een agente.
- 1992 maakt haar filmdebuut in Jamon, jamon van Bigas Luna, aan de zijde van Javier Bardem.
- 2006 wordt in Cannes bekroond als beste actrice voor haar hoofdrol in Almodóvars Volver.
- 2008 is de eerste Spaanse actrice die een Oscar wint, voor haar bijrol in Woody Allens Vicki Cristina Barcelona.
- 2010 huwt met Javier Bardem. Het koppel heeft twee kinderen, Leo (7) en Luna (4).
‘Misschien is dat wel waar ik nog het meest trots op ben in mijn hele carrière: dat ik als jong meisje nee heb durven te zeggen tegen machtige mannen die me probeerden te misleiden.’
Met voorsprong is la Cruz al jaren Spanjes beroemdste dochter, en met hubby Javier, die net als haar vlotjes pendelt tussen Europa en Hollywood, moet ze – zeker nu Brad en Angie de echtscheidingspapieren hebben getekend – zowat ’s werelds beroemdste filmkoppel vormen. Thierry Frémaux, directeur van het filmfestival van Cannes, loog dan ook niet toen hij zei: ‘Sterren hoeven niet per se uit Hollywood te komen. Daar zijn Penélope Cruz en Javier Bardem het beste voorbeeld van.’
Die uitspraak deed Frémaux uiteraard niet zonder enig eigenbelang. Het glamourkoppel mag straks immers de 71e editie op gang schieten van wat tot nader order het belangrijkste filmfestijn ter wereld is. Beiden zijn te zien in openingsfilm Everybody Knows, een psychothriller van Asghar Farhadi, de Iraanse regisseur die eerder de Oscar-winnende films A Separation (2011) en The Salesman (2015) draaide, en met Bardem en Cruz als romantische intriganten zich voor het eerst aan een Spaanstalige film waagt.
Bovendien hebben de twee supersterren de komende maand nog een tweede gezamenlijke film in de aanbieding: de biopic Loving Pablo (die hier uitkomt onder de titel Escobar). Daarin incarneert Bardem de beruchte, Colombiaanse drugbaron Pablo Escobar en Cruz de journaliste Virginia Vallejo, die in de jaren tachtig een tijdje diens minnares was, tot ze begon in te zien dat haar amant niet alleen een steenrijke knuffelmacho maar ook een bloeddorstig monster was.
Kortom, redenen genoeg om de ‘Madonna van Madrid’ eens diep in de ogen te kijken. Héél diep.
Denk je dat het, Loving Pablo indachtig, mogelijk is om te flirten met machtige mannen zonder je als vrouw daaraan te verbranden?
Penélope Cruz: Ik denk van niet. Ik wil niet in de plaats van Virginia – of van andere vrouwen – praten maar dat is wat ze ook zelf zegt in haar boek. Macht is sexy. Geld is aantrekkelijk. Daar moeten we niet flauw over doen, maar je kunt je ogen niet sluiten voor de gevolgen, voor de onethische aspecten. Dat heeft zij lange tijd wel gedaan. Ze wist waar Escobars geld vandaan kwam, ze wist dat hij veel leed veroorzaakte. Ze was een intelligente, goed opgeleide vrouw die over alles kon meepraten, maar die ook dolenthousiast kon zijn over het feit dat Pablo haar op een sportauto had getrakteerd. Toen ik haar bezig hoorde, dacht ik: ‘Hoe is het mogelijk?! Hoe blind kan liefde, status en geld je maken? Díé vrouw wil ik spelen.’ (lacht)
Heb je zelf ooit het gevoel gehad dat je moest oppassen voor machtige mannen die iets van je wilden?
Cruz: Toch wel, ja. Ik heb in het begin vreemde toestanden gezien, zeker toen ik in Amerika begon te werken. Nu spreek ik goed Engels en versta ik alles, maar ik heb het meegemaakt. Zo van: ‘O, ze is toch maar negentien.’ Maar ik heb nooit toegegeven aan dingen die ik niet wilde en kan koppig zijn wanneer het moet. Dan spreek ik plots wel goed Engels. (lacht)
Concreet?
Cruz: Op mijn twintigste lieten een paar studio-executives me overvliegen vanuit Spanje – ze wilden me een grote filmrol aanbieden – maar eenmaal in LA haalden ze plots een ander contract boven, waarin ook naaktscènes stonden, iets wat ze voordien hadden verzwegen. Mijn reactie: ‘Dit staat niet in het script en is helemaal niet nodig voor de rol. Fuck you. Ik teken niet.’ Op het vliegtuig terug dacht ik niet: ‘Wat als ze dit doorvertellen aan andere studio’s? Misschien is mijn carrière wel voorbij.’
Ik voelde me trots en sterk. Dat moment heeft me als jonge actrice enorm veel kracht gegeven. Het leek wel alsof ik in The Truman Show zat, alsof op dat vliegtuig plots een verborgen wand zou opengaan waarop iemand tegen me zou zeggen: ‘Proficiat Penélope, die test heb je grandioos doorstaan. Welkom in Amerika.’ (lacht)
Misschien is dat wel waar ik nog het meest trots op ben in mijn hele carrière: dat ik als jong meisje nee heb durven te zeggen tegen machtige mannen die me probeerden te misleiden. Ik heb dit verhaal nooit eerder in een interview verteld, maar het voelt goed om er eindelijk eens over te kunnen praten.
Nee zeggen is niet evident voor een jonge, onervaren actrice. Waar heb je toen die kracht vandaan gehaald?
Cruz: Ik denk dat ik die meegekregen heb van mijn ouders. We leidden thuis geen luxeleventje, en mijn ouders hebben altijd hard moet werken, maar ze hebben zichzelf nooit gecompromitteerd en zichzelf en anderen altijd gerespecteerd.
Het heeft je Hollywoodcarrière trouwens niet genekt.
Ik heb een tijdje in New York gewoond en ik hou van die stad, maar niks gaat boven Madrid.
Cruz: Klopt. Ik heb na dat incident eerst weer een film in Spanje gedaan en daarna klopten Stephen Frears en Billy Bob Thornton aan om in Amerika respectievelijk The Hi-Lo Country (1998) en All the Pretty Horses (2000) te draaien. Ik heb mijn waardigheid, en die is voor geen film of contract te koop. De les ik die ik toen geleerd heb, was: als jonge, onervaren vrouw die terechtkomt in een milieu dat je nog niet goed kent, moet je goed uitkijken en sterk in je schoenen staan. Met mannen zouden ze zulke dingen nooit durven te flikken.
Virginia Vallejo maakte niet zo’n dappere keuze. Heb je haar ontmoet?
Cruz: Nee, omdat ik neutraal wilde blijven. Ze was een beroemde journaliste en een succesvolle carrièrevrouw, maar haar relatie met Escobar heeft haar leven verwoest. Ze woont inmiddels in Miami, waar ze een discreet leven leidt nu ze nergens meer aan de bak komt.
Het is niet de eerste keer dat je een bestaande persoon vertolkt. Recent speelde je Donatella Versace in de serie The Assassination of Gianni Versace. Zijn dat lastiger rollen dan fictieve?
Cruz: Niet lastiger, wel meer beladen. Omdat je iemand wilt incarneren en niet imiteren, en omdat je dus een verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van die persoon, haar familie en omgeving, of de geschiedenis. Je moet respect voor ze hebben, ongedacht hun daden of visie. Je wil er geen heldinnen van maken, maar ook geen slachtoffers. Je wil ze neerzetten als mensen van vlees en bloed. Maar dat wil je altijd, ook als je personage fictief is. Het is ook nooit zwart of wit. Een huisvrouw kan soms ook een heldin zijn. Kijk maar naar de films van Pedro.
***
De Pedro waar Cruz het over heeft, is uiteraard Pedro Almodóvar, die samen met Bardem de belangrijkste man uit haar leven mag worden genoemd. Het was immers de melomaestro die haar deed besluiten om actrice te worden, toen ze op haar vijftiende in haar eentje zijn kinky kidnapkomedie Átame (1990) in een Madrileense bioscoop zag. Ze was zo ondersteboven van die film dat ze per direct besloot een agente onder de arm te nemen, zelfs te liegen over haar leeftijd – Cruz zei dat ze zeventien was – om toch maar met Spanjes bekendste filmmaker sinds Luis Buñuel te kunnen werken.
Zoveel jaren later – Cruz is er inmiddels 44 – werkt ze nog steeds met dezelfde agente, Katerina Bayona, en is ze voor Almodóvar wat Liv Ullmann voor Ingmar Bergman was en Marlene Dietrich voor Josef von Sternberg: zijn begeesterende muze. De twee hebben al vier films samen gemaakt – Carne tremula (1997), Todo sobre mi madre (1999), Volver en Los abrazos rotos, en met Dolor y Gloria, over een ouder wordende regisseur en zijn muze, is er voor volgend jaar een vijfde op komst.
‘Ik was als kind al geobsedeerd door Pedro’, bekent Cruz, met dat heerlijk sappige Spaanse accent van haar. ‘Ik herinner me nog toen hij me de eerste keer belde. Ik wilde eerst niet opnemen omdat ik dacht dat het een grap was. Ik kon het niet geloven. Hij feliciteerde me en vroeg of ik eens langs wilde komen. Hoewel Jamon, jamon toen al een succes was, was dát het eerste moment waarop ik dacht: mijn droom wordt werkelijkheid.’
Toch moest je nog wat geduld oefenen.
Cruz: (knikt) Ik deed eerst auditie voor Kika (1993), maar Pedro vond me toen te jong. En ook voor Carne tremula zocht hij een iets oudere actrice. Gelukkig heeft hij toen speciaal voor mij die flashbackscène in het begin van die film geschreven, waarin ik beval op een bus. Ik praat liever over de toekomst dan over het verleden, omdat ik het gevoel heb dat ik nu betere en complexere rollen aangeboden krijg dan vroeger, ook buiten Europa trouwens, maar over Pedro praat ik altijd even graag.
Je praat ook graag over Javier Bardem, veronderstel ik, die ondertussen je man is. Hoe was het om, 25 jaar na jullie stomende vrijscènes in Jamon, jamon, opnieuw met hem te werken?
Cruz: Aanvankelijk dacht ik: is dit wel een goed idee? Zouden we werk en privé niet beter gescheiden houden? Ook omdat Loving Pablo zo’n zwaar en donker onderwerp heeft. Maar het bleek wonderwel te werken. We hielpen elkaar op de set en ernaast. Regisseur Fernando Leon de Aranoa is bovendien een van onze beste vrienden, zodat het bijna als een familieproject aanvoelde.
En van het ene familieproject kwam blijkbaar het andere: straks zijn jullie ook te zien in Everybody Knows van Asghar Farhadi.
‘De les ik die ik geleerd heb, was: als jonge, onervaren vrouw die terechtkomt in een milieu dat je nog niet goed kent, moet je goed uitkijken en sterk in je schoenen staan.’
Cruz: Puur toeval. Het is niet zo dat we nu voortdurend samen in films zullen spelen. Javier heeft zijn carrière, ik de mijne. Na Jamon, jamon wist ik wel: we zijn land- en leeftijdsgenoten, dus de kans is groot dat we ooit nog eens zullen samenwerken. Maar dat we zoveel jaar later een koppel zouden vormen, daar heb ik indertijd niet aan gedacht. Javier misschien wel, maar ik niet. (lacht) Het is Woody Allen die ons na al die jaren weer verenigd heeft, voor Vicky Cristina Barcelona.
Sinds de geboorte van jullie kinderen doe jij het wel rustiger aan.
Cruz: Ik wil liefst niet te lang weg zijn thuis. Ik heb mijn eigen productiefirma en er zijn de collecties die ik samen met zus ontwerp. Zo kan ik mijn carrière rustig uitstippelen en voldoende tijd maken voor mijn gezin. De meeste films die ik de voorbije jaren heb gedaan, namen maar een paar weken in beslag. De opnames van Everybody Knows duurden vier maanden, maar we konden dicht bij huis werken. De kans om met een fantastische filmmaker als Asghar te werken laat je ook niet liggen.
Velen in jullie positie zouden allang naar Hollywood zijn verhuisd. Waarom ben je zo honkvast?
Cruz: Omdat ik dol ben op Spanje. Du-uh. (lacht) Het land. Het eten. De cultuur. En mijn vrienden en familie natuurlijk. Ik wil dat mijn kinderen een thuis hebben en niet van de ene filmset naar de andere worden gesleurd. Ik heb een tijdje in New York gewoond en ik hou van die stad, maar niks gaat boven Madrid. In mijn hart ben ik nog altijd een arbeidersmeisje uit Alcobendas, een stadje in de buurt van Madrid, en dat wil ik graag blijven. Beide voeten op de grond. Sinds ik zelf kinderen heb, besef ik dat meer dan ooit.
Je vader had een ijzerwinkel in Alcobendas en je moeder een schoonheidssalon. Stonden ze meteen achter je artistieke ambities?
Cruz: Niemand uit mijn familie deed iets artistieks, dus het was zeker geen evidente keuze. Gelukkig hebben mijn ouders me altijd gesteund, ook al waren ze in het begin bang dat ik met mijn kop tegen de muur zou lopen. Het enige wat ik wilde, was een leuke job – acteren of dansen – en daar genoeg geld mee verdienen om mijn boontjes te doppen. Van Hollywood of Oscars heb ik nooit gedroomd. Dat was iets voor filmsterren. Dat lag eindeloos ver weg. Ik was dertien toen mijn vader een videorecorder kocht en dat ding heeft mijn leven veranderd. Er was geen bioscoop bij ons in de buurt, maar plots kon ik toch al die geweldige films van Fellini, Wilder, Buñuel en Visconti ontdekken. Ik was voor het leven gebeten. Ik wilde actrice worden.
***
Van Alcobendas naar Hollywood: de weg die Cruz heeft afgelegd, is lang en onderweg is haar veel moois overkomen. Er waren de memorabele films van Almodóvar en Allen, er was mysterythriller Abre los ojos (1997), er was de musical Nine met Daniel Day-Lewis, waarvoor ze in 2010 haar derde Oscarnominatie kreeg. Maar eerlijk is eerlijk: er waren ook heel wat flutfilms die haar talent en schoonheid beslist geen eer aandeden.
‘Pas toen Almodóvar me opbelde om me te feliciteren met Jamon, jamon, dacht ik voor het eerst: mijn droom wordt werkelijkheid.’
Vooral haar Hollywood-curriculum oogt magertjes, en zelfs wanneer ze er met goede filmmakers en grote acteurs kon werken, leverde dat zelden grootse cinema op. All the Pretty Horses van Billy Bob Thornton was een slome Cormac McCarthy-adaptatie. Cameron Crowes Vanilla Sky (2001), een remake van Abre los Ojos, was een slap afkooksel van Alejandro Amenábars origineel. En het boeiendste aan Captain Corelli’s Mandolin (2001), Blow (2001), Sahara (2005) en Pirates of the Carribean: On Stranger Tides (2011) waren de pruiken waarmee Nicolas Cage, Johnny Depp en Matthew McConaughey haar probeerden te charmeren.
Toch heeft Cruz geen spijt van haar carrièrekeuzes. ‘Waarom zou ik? Ik had telkens een eerbare reden om die films te maken. Of dat nu het script, de regisseur of iets anders was. Ik heb er ook telkens wat van opgestoken. Voor mij telt de ervaring. Of die me verrijkt als mens en actrice. Een paar jaar geleden heb ik in Ma ma (2015) gespeeld, een film van Julio Medem die ik zelf geproduceerd heb. Niet veel mensen hebben die gezien maar ik blijf er supertrots op en vind het een van de belangrijkste films uit mijn carrière, omdat hij me tot op het bot ontroerd heeft en iets relevants over liefde en lijden te zeggen had. De waarde van een film kun je niet afmeten aan de box office. Gelukkig maar.’
Je blijft arthousefilms en commerciëler werk afwisselen. Uit noodzaak?
Cruz: Je kunt nu eenmaal niet om de wetmatigheden van de markt heen. Met de populaire films koop je de kleinere, meer artistieke projecten. Waarom is Loving Pablo in het Engels gedraaid en niet in het Spaans? Simpel: de film vereist nogal wat kostuums, locaties en figuranten, en dus een zeker budget. Dat krijg je niet bijeen als het niet in het Engels is. Dat kan frustrerend zijn, maar de kunst is om daar slim mee om te gaan, zonder de artistieke integriteit uit het oog te verliezen. Kijk naar de film van Asghar, die zelf uit Iran komt. Dat is een Europese coproductie in het Spaans, maar zo kan hij tenminste worden gemaakt. Zolang je uitdagende en kwaliteitsvolle dingen kunt doen, zie ik daar geen probleem in.
Veel is er over die film, Everybody Knows, nog niet geweten. Kun je toch al een tipje van de sluier lichten?
Cruz: Ik mag niet van Asghar. Ik kan alleen maar zeggen dat het misschien wel de moeilijkste rol uit mijn carrière is. Mijn personage komt terecht in een situatie die ik mijn ergste vijand niet toewens.
Slotvraag: wat wens je jezelf nog in je carrière toe? Of heb je het gevoel dat je alles wel gezien en gehoord hebt?
Cruz: Ben je gek?! Telkens wanneer ik Meryl Streep tegenkom, sta ik nog altijd te bibberen als een bakvis. Ik wil haar meteen knuffelen en kussen. Men moet me van haar wegtrekken. Ik herinner me nog de première van Jamon, jamon in Venetië. Plots zag ik daar Jack Lemmon. Jack Lemmon! ‘Die heeft nog met Billy Wilder en Marilyn Monroe gewerkt’, schreeuwde ik tegen Javier. Ik kon mijn ogen niet geloven. Jack Lemmon bestond dus echt. Wel, zo passioneel en kinderlijk enthousiast ben ik nog steeds wanneer ik iemand tegenkom die ik bewonder. Pas als dat weg is, stop ik ermee. (lacht)
Everybody Knows
Vanaf 16/5 in de bioscoop.
Escobar
Vanaf 6/6 in de bioscoop.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier