De scenarist van Taxi Driver heeft eindelijk weer een film uit, en dat is goed nieuws
De jongste jaren leek Paul Schrader tot het vagevuur van de filmindustrie gedoemd, maar in First Reformed – met Ethan Hawke als predikant in crisis – brandt het heilige vuur opnieuw als vanouds. De New Hollywood-veteraan over zijn film die overzees de hemel in werd geprezen maar bij ons enkel op dvd uitkomt. ‘Als dit mijn testament zou blijken, dan heb ik vrede met mezelf. En de Heer hopelijk met mij.’
Schuld, seks, religie, zonde en loutering. Dat zijn de thema’s waarrond Paul Schrader zijn vaak grillige, maar altijd fascinerende oeuvre heeft opgebouwd: dit is de man die de scenario’s van Martin Scorsese’s Taxi Driver (1976) en Raging Bull (1980) pende, en als regisseur heel diverse films als American Gigolo (1980), Cat People (1982), Mishima (1985), Affliction (1997), Auto Focus (2002) en – ahum – The Canyons (2013) op het doek borstelde.
Ook in zijn jongste film First Reformed, die in de States meerdere eindejaarslijstjes haalde maar in België geeneens een bioscooprelease kreeg, berijdt de 72-jarige New Hollywood-veteraan andermaal zijn stokpaardjes. Onder de habijt van een dominee die met een knoert van een existentiële crisis worstelt, herkent u de kranige karakterkop van Ethan Hawke, Amanda Seyfried incarneert het sexy object zijner zondige begeerte. Wat met de nodige preken, disputen, vrijages en dronken driftbuien resulteert in een spirituele parabel voor het post-Irak-tijdperk.
Als we zelf lijden, net als Jezus voor ons, zullen we gered worden. In feite is dat heel egocentrisch.
‘Een thrashy rip-off, alsof Schrader door de catalogus van Ingmar Bergman, Andrej Tarkovski, Robert Bresson en Carl Theodor Dreyer zapt’, hoonden sommigen. ‘Indringende, transcendente cinema voor de millennialgeneratie’, jubelden anderen. Zoals zo vaak balanceert Schrader, die opgroeide in een streng calvinistisch gezin, tussen de narratieve, aardse conventies van Hollywood en het betere existentiële arthousewerk.
‘Toen ik voor het eerst Bressons Pickpocket (1959) zag, en er als criticus over schreef’, zo zegt Schrader in zijn uitermate lezenswaardige boek Transcendental Style in Cinema: Ozu, Bresson, Dreyer, ‘voelde ik een brug tussen de spiritualiteit waarmee ik was opgevoed en de profane cinema waar ik zo van hield. En het was een stilistische brug, geen inhoudelijke.’ Het zou uiteindelijk nog 45 jaar duren vooraleer Schrader zelf die brug overstak, en een film maakte waarin hij schaamteloos maar liefdevol zijn grote voorbeelden citeert.
‘Vroeger was ik daar niet klaar voor’, lacht Schrader. ‘Ik was te veel en te graag zondaar. Ik was geobsedeerd door seks, geweld, actie… Dingen die niet meteen tot de transcendente canon behoren. Ik was al lang blij dat ik over zulke films kon schrijven, maar het kwam niet in me op om er zelf een te maken. Ik dacht dat ik daar veel te temperamentvol voor was. Bovendien leende het Amerikaanse filmklimaat zich er niet toe. Gelukkig kosten films, dankzij de digitale technologie, tegenwoordig een pak minder, dus dacht ik: als je de film wilt maken waarvan je ooit gezworen hebt hem nooit te zullen maken, dan is het nu het moment.’
Toch kreeg het idee voor First Reformed pas vorm toen Ethan Hawke zich engageerde om de hoofdrol te spelen én toen Schrader Pawel Pawlikowski’s Oscarwinnaar zag, het post-Holocaustdrama Ida. ‘Aanvankelijk wilde ik mijn film ook in zwart-wit en in het 4/3-beeldformaat draaien, net als Ida, maar van dat eerste wilden de producenten niet weten. Gelukkig kon ik dat stille-filmformaat wel behouden. Dat heeft een vorm van puurheid en terughoudendheid die bij het spirituele thema past. Niet dat die dingen voor de meeste mensen veel uitmaken, maar ze vóélen dat er een afstand is die ze moeten overbruggen. Het is cinema die de zintuigen en de hersenen aan het werk zet, wat je van de gemiddelde blockbuster niet kunt zeggen.’
Het mag dan de eerste transcendente film in zijn lange carrière zijn, First Reformed blijft een typisch Schrader-opus. Het hoofdpersonage, dat zijn zoon verloor in de Irak-oorlog, gaat gebukt onder twijfel, schuld en verdriet en lijkt, net als Travis Bickle in Taxi Driver, John LeTour in Light Sleeper (1992) of Julian Kaye in American Gigolo een incarnatie van God’s lonely man. ‘Lijden zit in het DNA van het christendom. Jezus heeft zich opgeofferd voor onze zonden, en als we zelf ook lijden zullen we gered worden van de verdoemenis. In feite is dat een heel egocentrische, pathologische manier van denken. Ik ben thuis met de Bijbel opgevoed en ik weet ik niet of Jezus het eens zou zijn met de praktijken van veel van zijn volgelingen.’
Wat lijden betreft, is Schrader een ervaringsdeskundige, toch wat zijn ervaringen in de filmbizz betreft. Twee keer werd een film hem uit handen genomen door malcontente producenten, met reshoots en hermontages tot gevolg. Het overkwam hem met Exorcist: The Beginning (2004), zijn prequel op de horrorklassieker, die de filmstudio te weinig spannend bevond en die nagenoeg volledig opnieuw gedraaid werd met Renny Harlin als regisseur. Een nieuw dieptepunt bereikte Schrader in 2014 met de Nicolas Cage-thriller Dying of the Light, die zonder hem gehermonteerd werd.
Paul Schrader
Geboren op 22 juli 1946 in Grand Rapids, Michigan. Zijn ouders waren strenge calvinisten die hem tot zijn achttiende verboden om naar films te kijken.
Begon zijn carrière als criticus en protegé van filmorakel Pauline Kael. Publiceerde in 1972 het standaardwerk Transcendental Style in Cinema: Ozu, Bresson, Dreyer.
Breekt in 1976 door als scenarist van Martin Scorsese’s Taxi Driver. Levert daarna ook de scenario’s voor Raging Bull (1980), The Last Temptation of Christ (1988) en Bringing Out the Dead (1999).
Maakt in 1978 zijn regiedebuut met Blue Collar. 22 langspelers zullen volgen.
‘Achteraf bekeken waren dat kantelmomenten, die me hebben gered’, zucht Schrader. ‘Na Exorcist wilde ik me voltijds aan schrijven en lesgeven wijden, maar door afstand te nemen vond ik mijn inspiratie terug. Wat me overkwam met Dying of the Light kwam harder aan – ik ging er zelfs bijna aan onderdoor door drankzucht en depressie. Toen heb ik tegen Nic gezegd: fuck this. We moeten deze schandvlek van ons afwassen. Dit zal niet ons laatste oordeel zijn. Ik zorg dat ik final cut heb, en ik verzamel een jonge crew. Op die manier heb ik Dog Eat Dog gemaakt (een komische neonoir met Cage en Willem Dafoe, nvdr.) en daarna First Reformed.’
‘Weet je wat het probleem is?’ bijt Schrader van zich af. ‘Niet ik. Of Nic. Of het feit of je al dan niet final cut hebt. Het probleem is dat de filmindustrie de jongste vijftien jaar gerund wordt door suits die geen films bekijken, niet van films houden en altijd maar weer dezelfde formules willen herkauwen. Vroeger had je geeneens final cut nodig om je visie door te drukken, of om wat persoonlijkheid in een film te steken, omdat de bazen dat apprecieerden en er zelfs om vroegen. Ik hoop dat First Reformed niet mijn laatste film is, maar als het toch mijn testament zou blijken, dan heb ik vrede met mezelf, en de Heer hopelijk met mij.’ Amen.
First Reformed
Nu uit op dvd.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier