De poëzie van de banaliteit

Het volledige oeuvre van de vergeten Franse komiek Pierre Etaix is in een glorieuze restauratie te bewonderen.

L’intégrale Pierre Etaix

Le soupirant (1962) ***

Yoyo (1965) ***

Tant qu’on a la santé (1966) **

Le grand amour (1969) ***

Pays de cocagne (1971) *

Extra’s: ****

(Arté Editions/Studio 37/TwinPics)

Franse import zonde onderschriften.

Films. Ben je een fan van Jacques Tati, dan moet je absoluut ook eens de films van zijn ex-assistent Pierre Etaix proberen. Zonder echt het niveau van zijn leermeester te halen, is het oeuvre van Etaix – bestaande uit vijf lange films en drie kortfilms – zeker het (her)ontdekken waard. Door een ingewikkeld juridisch kluwen werden de films van deze complete auteur/schrijver/acteur/regisseur decennia lang uit roulatie genomen. De minutieuze restauratie van zijn werk, dat nu eindelijk opnieuw in filmhuizen, op festivals en op dvd kan schitteren, is dan ook een cinefiel evenement van de eerste orde.

Vanaf zijn eerste lange speelfilm Le soupirant (1962), waarin hij een amateurastroloog speelt die zijn bourgeoisoudjes tot last is en dan maar onhandig naar een echtgenote op zoek gaat, introduceerde Etaix een nieuw geluid in de komische Franse cinema. Net als Tati brak Etaix met de nationale traditie van de bons mots uit de door dialoog gedreven Franse blijspelen. De toon van zijn films mag dan nog op en top Frans zijn, de nadruk ligt vooral op visuele gags, pantomime en burleske verwikkelingen – wat allemaal verwijst naar de gloriejaren van de slapstick uit de zwijgende Amerikaanse film.

Etaix’ tweede lange speelfilm, Yoyo (1965), is een dubbele hommage aan zijn twee grote passies: de silents en de figuur van de clown. Het eerst hoofdstuk is trouwens opgeval als een inventieve pastiche van de stomme film. Leuk om te weten: toen Etaix’ carrière vanaf de jaren zeventig begon te slabakken, zochten hij en zijn vrouw Annie Fratellini soelaas in circusacts.

Behalve in de documentaire Pays de cogagne (1971) over le Français moyen geobserveerd tijdens zijn vakantie, speelt Etaix in al zijn films een dromer die dankzij zijn fantasiewereld uit zijn kleinburgerlijke bestaan weet te ontsnappen. Zo is hij in zijn eerste kleurenfilm Le grand amour (1969) een keurige fabrieksdirecteur die best tevreden is met zijn monotone bestaan, tot een nieuwe secretaresse zijn fantasie op hol doet slaan.

Ook het buitenbeentje Tant qu’on a la santé (1966), een sketchfilm die Etaix omschrijft als ‘un divertissement en quatre tableaux’, moet het niet hebben van spectaculaire gags of luide lachsalvo’s. De verfijnde humor schuilt in de kleine observaties, in de vrije manier van vertellen, in de delicatesse van de mise-en-scène. Dit alles wordt overgoten door een persoonlijke melancholie die aan de scherts een zekere tristesse geeft.

Extra’s. Dit moet een van de fraaist vormgegeven boxen uit de geschiedenis van de dvd-uitgave zijn: niet alleen de inhoud is verrukkelijk – met naast de films ook een mooi boekje vol aquarellen, schetsen en notities van Etaix. Ook de aangepaste grafische stijl van de verpakking maakt er een onweerstaanbaar hebbeding van.

Patrick Duynslaegher

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content