De lefgozers achter de Vlaamse zombiefilm ‘Yummy’: ‘We brengen hem speciaal uit in de kerstvakantie’

Hendrik Verthé en Kobe Van Steenberghe op de première van Yummy: 'Mocht ik een economisch model kunnen uitwerken om Yummy's te maken zonder steun van de overheid, graag.' © A Team

Een zombiefilm van Vlaamse makelij? Het leek jarenlang onmogelijk tot de producers van ‘Patser’ zich ermee gingen bemoeien. Maak kennis met Hendrik Verthé en Kobe Van Steenberghe, stilaan specialisten in de onmogelijke Vlaamse film.

Halverwege ons gesprek met producers Hendrik Verthé en Kobe Van Steenberghe gaat de deur plots open. ‘Ward heeft gebeld. Hij vraagt of jullie een paar fragmenten kunnen doorsturen’, zegt de medewerkster van de distributeur, in wiens kantoor het interview doorgaat.

‘Is dat Ward als in Ward Verrijcken, van de VRT?’ vragen we.

‘Jep’, antwoordt Verthé.

Dat klinkt normaal, maar dat is het niet. De film waarover het gaat, is namelijk Yummy, zo niet de eerste, dan wel de meest ambitieuze zombiefilm die ooit in Vlaanderen is gemaakt. Zombiefilms krijgen normaal geen aandacht in Het Journaal. Tenzij Bart Hollanders, Maaike Neuville en Clara Cleymans de hoofdrollen vertolken, natuurlijk. Lang verhaal kort: de kijkers van Eén hebben Randy Paret van Callboys een zombie-apocalyps zien ontketenen. Geen idéé of ze daar klaar voor waren.

Het is niet de eerste straffe stoot van Verthé en Van Steenberghe, die samenwerken als A Team Productions. Eerder dit jaar brachten ze ook al Torpedo van Sven Huybrechts uit, een duikbootfilm met een budget van 3,6 miljoen euro, wat in duikbootfilmtermen zo goed als niets is. Ze produceerden ook de drie langspeelfilms van Adil El Arbi en Bilall Fallah, van Image (2014) tot Patser (2018). Een zombiefilm, een duikbootfilm en twee makers met niet-Belgische roots als vaandeldragers van de Vlaamse film: weinigen die dat aan het begin van dit decennium zouden hebben voorspeld.

‘We kiezen onze projecten niet op onhaalbaarheid’, lacht Van Steenberghe. ‘We lezen gewoon scenario’s en als het ons raakt, denken we verder. Neem nu de openingsscène van Torpedo, die vier lijken die aan de galg bengelen op het dorpsplein. Plots blijken die lijken te leven en schieten ze alle soldaten op dat plein neer. Ik heb toen op tafel geklopt: “Mannekes, dit gaat plezant worden!” Pas dan besef je: dit wordt geen gemakkelijk project. Maar onmogelijk was het niet: Windkracht 10 was ook al groots en op het water.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

HENDRIK VERTHE: Zo’n tien jaar geleden geraakte het uit met mijn vriendin en moest ik dus op zoek naar een nieuwe woonplaats. Ik wist van Kobe dat hij nog een kamer vrij had op zijn appartement en vroeg hem of ik een paar maanden kon blijven. Dat zijn uiteindelijk vier jaar geworden. Op dat appartement zijn we ook met A Team begonnen.

KOBE VAN STEENBERGHE: Eerst produceerden we wildcards, kortfilms van jonge talenten die een budget en carte blanche hadden gekregen van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Voor ons was dat heel dankbaar. Adil en Bilall hebben zo ook eens een wildcard gewonnen met hun kortfilm Broeders. Maar zij wilden meteen een langspeelfilm maken en wij waren er ook aan toe. Met het geld van die kortfilm hebben we dan ineens een volledige film gemaakt. Dat is Image geworden.

VERTHE: Adil en Bilall brandden toen al van de ambitie. Op de set van Image stonden ze in het putje van de winter te roepen tegen onze director of photography Robrecht Heyvaert: ‘We moeten dat hier goed doen, Robbie, want straks zijn we hier weg en gaan we naar Hollywood!’ Toen nog grappig, maar vandaag kun je daar alleen maar veel respect voor opbrengen. Het lijkt van buitenaf allemaal gemakkelijk, maar die twee hebben zich doodgewerkt. Niks komt vanzelf en dat geldt ook voor ons: mensen vinden het logisch dat Torpedo is gesubsidieerd omdat Patser zo goed heeft gewerkt, maar we hebben de toelage voor Torpedo al aangevraagd nog voor Image uitkwam.

Voor Yummy, vertelden jullie eerder al in de pers, hebben jullie figuranten zonder ledematen gecast om de kosten voor make-up en special effects te drukken. Wat waren jullie truken van de foor om Torpedo te maken?

Bart Hollanders in 'Yummy': 'De fans van het genre heb je altijd mee. De vraag is of we ook de tieners kunnen overtuigen.'
Bart Hollanders in ‘Yummy’: ‘De fans van het genre heb je altijd mee. De vraag is of we ook de tieners kunnen overtuigen.’© Bram Goots

VAN STEENBERGHE: Als Hollywood een duikbootfilm maakt, worden er twee binnensets gebouwd: een voor de droge scènes en een voor de scenes met watereffecten, die gedraaid worden in een gespecialiseerde en dus dure waterstudio. Wij maakten daar één set van met een metalen, waterdichte constructie. De sokkel waarop die staat en die ervoor zorgt dat de duikboot kan bewegen, hebben we ook zelf gemaakt met luchtveringen van vrachtwagens. En bijna alles wat je in het interieur ziet, komt uit échte boten. Het zijn spullen die we voor een spotprijs van een scheepswerf hebben geplukt.

Torpedo en Yummy hebben steun ontvangen van het VAF. Dat krijgt van de nieuwe regering meer subsidies. Niettemin kan je je afvragen of de overheid commerciële films moet steunen in tijden van besparingen.

VAN STEENBERGHE: Het VAF steunt heel breed en geeft zowel Yummy als de arthouse van Gust Van den Berghe een kans. Dat vind ik geniaal.

VERTHE: Mocht ik een economisch model kunnen uitwerken om Yummy’s te maken zonder steun van de overheid, graag. Dat was oorspronkelijk ook het idee, maar dan bots je overal tegen muren. Je kan wel aan je medewerkers vriendelijk vragen om hun prijzen wat te verlagen, maar dat heeft zijn grenzen.

VAN STEENBERGHE: Je hebt een kant die roept: ‘Waarom geven we subsidies aan films waar geen volk naar komt kijken?’ En je hebt een kant die antwoordt: ‘Waarom geven we subsidies aan films die heel veel volk trekken en dus centen binnenhalen?’ Maar ze moeten allebei worden gemaakt, in een kleine afzetmarkt bovendien. Zelfs in Nederland, waar ze toch dezelfde taal spreken als wij, vind je geen publiek om naar een Vlaamse film te gaan kijken.

VERTHE: Wat de sector frustreert, is niet dat het VAF te veel of te weinig arthouse subsidieert, maar wel dat het überhaupt te weinig films kan steunen. Elk jaar kan het VAF zo’n zeven langspelers steunen, maar komen er wel ruim 350 buitenlandse films in onze zalen. De druk is zó hoog voor Vlaamse films.

VAN STEENBERGHE: Maar de kwaliteit ligt wel hoger dan pakweg tien jaar geleden. Kijk naar een film als De Patrick van Tim Mielants: dat kan zo naar het buitenland.

De Patrick, met Kevin Janssens in de hoofdrol, vond na een aarzelende start nog 28.000 kijkers in Vlaanderen. Mag de sector daar dan tevreden mee zijn?

VAN STEENBERGHE: Je mag films niet alleen maar beoordelen op basis van cijfers.

VERTHE: Mensen gaan vooral nog naar de bioscoop voor eventfilms: The Lion King, Star Wars, FC De Kampioenen, Niet schieten… Pakweg een tiental films zorgen voor 75% van de bezoekcijfers op een jaar. Die grote films zorgen ervoor dat de bioscopen nog goed draaien. Aan ons om de Vlaamse film nog beter in de markt te zetten.

VAN STEENBERGHE: Ik weet dat ik als een oude zak ga klinken, maar putain, hoeveel Marvel-films kunnen we nog zien? En dan zijn er nog The Lion King en al die andere Disney-films die een live-actionversie krijgen. Plezant, dat wel, maar hoeveel kan je er zo nog maken?

Gelukkig was er nog Joker met Joaquin Phoenix. Ik heb die gezien in het eerste weekend dat hij uit was. Dat gaat niet werken, dacht ik toen. Zo donker en depressief. Tot mijn moeder tegen mij over die film begon.

VERTHE: Het is echt maf wat voor een breed publiek die film bereikt, van jong tot heel oud. Joker bewijst voor mij dat de mensen niet alleen naar De buurtpolitie gaan kijken. Die film geeft mij hoop.

Met Yummy verkennen jullie ook een nieuw terrein op het vlak van bezoekcijfers. Hoeveel bezoekers moet hij lokken voor jullie tevreden zijn?

VAN STEENBERGHE: De fans van het genre heb je altijd mee. De vraag is of we ook de tieners kunnen overtuigen. Daarom brengen we hem bewust vlak voor de kerstvakantie uit, tussen de melige familiefilms, opdat jongeren zouden denken: dit is zo gestoord dat we het gewoon moeten zien.

Tot slot: jullie plannen een film over VRT-coryfee Paula Semer, lazen we pas in de krant.

VERTHE: Wij draaien eerst Baghdad Messi, de nieuwe film van Sahim Omar Kalifa (die in 2017 de Grand Prix op Film Fest Gent won met Zagros, nvdr.) en maken nog een tv-reeks voor VTM. Het wordt iets met wat bovennatuurlijke elementen, denk aan een reeks als Tabula rasa. Die film over Paula Semer is met andere woorden nog niet voor meteen. We hebben dat eens laten vallen in een interview over Yummy en iedereen is daar direct opgesprongen. Onze mailbox wordt overspoeld door jonge actrices die Paula willen spelen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content