De kwalijke kant van ‘Barbie’: hoe ‘intellectuele eigendom’ de cinemawereld overwoekert

© MELLON
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Barbiepoppen. Super Mario Bros. Air Jordan. Een pretparkattractie. Blackberry. Een zak chips. Hollywoods obsessie met ‘intellectuele eigendom’ heeft nonsensicale proporties aangenomen.

Vooreerst, om misverstanden te vermijden: uiteraard zijn wij enthousiast over Barbie. Iederéén is enthousiast over Barbie. Ryan Gosling speelt Ken. De regie is in handen van Greta Gerwig, de indielieveling achter Lady Bird en Little Women. Voor de decors waren er zo veel potten roze verf nodig dat er even een wereldwijd tekort dreigde. Ryan Gosling speelt Ken. Kan iemand die over die informatie beschikt níét enthousiast zijn over Barbie?

Barbie komt er niet omdat Margot Robbie als kind ervan droomde Barbie te spelen. Barbie komt er omdat ‘Níét de cash grab die je zou denken’ een pitch is geworden.

En toch zit er onmiskenbaar een kwalijke kant aan de plastic fun. Haal de rest van de zomerblockbusters erbij en je kunt er niet naast kijken: Hollywood heeft de originele film begraven. Horrorkomedie Haunted Mansion, gepland voor eind juli, is gebaseerd op een populaire attractie uit Disneys pretparken. Een week later is het aan Teenage Mutant Ninja Turtles: Mutant Mayhem, gebaseerd op een comic, dat voor de gemuteerde schildpadden hoopt te zijn wat de Spider-Verse-films voor Spider-Man betekenden. Daarna verschijnt Neill Blomkamps Gran Turismo, gebaseerd op een racegame, en Blue Beetle, naar een DC-comic. De rest van de zomer is opgevuld met de nieuwe Transformers, de nieuwe liveaction-Disney, de nieuwe Indiana Jones en de nieuwe Mission: Impossible.

U wilt deze zomer een grote film zien die niet op een speelgoedpop, een game, een attractie, een superheld, een eightiestekenfilm of een eightiesfilmfranchise gebaseerd is? Oppenheimer, de nieuwe van Christopher Nolan. Dat is het. Eén film.

Hollywoods obsessie met IP heeft de filmwereld compleet overwoekerd.

Die vaststelling is niet nieuw. Hollywoods voorliefde voor sequels, superhelden en adaptaties is al wel vaker bekritiseerd. Als je de jaarlijkse, wereldwijde top tien van het voorbije decennium onder de loep neemt, vind je in totaal exact acht films in de box office die op een oorspronkelijk idee gebaseerd zijn. Dat is acht films op de honderd – waarvan zes animatiefilms.

Ook de boosdoener is bekend: de toegenomen obsessie met IP, kort voor ‘intellectuel property’ of ‘intellectuele eigendom’. Zeg maar: alles waar je een film op kunt baseren. Boeken, comics, speelgoed, oude films, waargebeurderige verhalen over beren die per ongeluk cocaïne pakken. Makkelijk in de markt te zetten. Heeft op voorhand al een fanbase. Werkt altijd.

De voorbije vijftien jaar woekerde het IP-virus door de filmwereld – met grote gevolgen. IP killde de midbudgetfilm, deed de filmster tanen, liquideerde de romcom en maakte van het shared universe het nec plus ultra van de cinema. ‘The IP Era’ wordt het genoemd, een tijdperk waarin het niet alleen moeilijk werd om een commerciële film gefinancierd te krijgen die niet op een pre-existing IP gebaseerd is, maar waarin filmstudio’s ook verder en verder gaan om nieuwe intellectuele eigendom te ontginnen.

Het nieuwe: anno 2023 hebben we het punt bereikt waarop het nonsensicaal begint te worden.

Wie afgelopen april op een willekeurige avond naar Kinepolis of UGC ging, kon kiezen tussen een film over een schoen (Air), over een bordspel (Dungeons & Dragons: Honor Among Thieves) en over een eightiescomputerspel (The Super Mario Bros. Movie). Die laatste, goed voor 1,3 miljard dollar aan de box office, is dé kaskraker van het jaar tot dusver. Daarnaast werden er in twee maanden tijd een film over de ontstaansgeschiedenis van Tetris, een over de rise and fall van de Blackberry en een over de origin story van Flamin’ Hot Cheetos uitgebracht. Wie in die films speelde of wie ze regisseerde doet er niet toe, de sterren zijn Tetris, Blackberry en Flamin’ Hot Cheetos.

Dat laatste is een zak chips.

De IP-manie is zo alomtegenwoordig dat je er sinds dit jaar ook subgenres in kunt ontwaren. Er is de Horrorversie van een Geschift Semi-Waargebeurd Verhaal (Cocaine Bear, The Pope’s Exorcist). Er is de Verrassende Origin Story van de Slechterik (Minions: The Rise of Gru, Joker, Wonka dit najaar). Dé hype van 2023 is de Nostalgische Millennial-IP, die op zijn beurt in twee categorieën uiteenvalt: Nostalgische Producten (Air, Blackberry, Flamin’ Hot) en Nostalgische Games (The Super Mario Bros. Movie, Sonic the Hedgehog, Pokémon: Detective Pikachu). Millennials zijn nostalgisch naar álles.

Ook de ogenschijnlijk subversieve indie van Barbie, dat net de draak lijkt te steken met de IP-manie, is een genre. The Lego Movie, The Emoji Movie, Spider-Man: Into the Spider-Verse, de nieuwe Teenage Mutant Ninja Turtles: allemaal willen ze laten zien dat hypercommerciële IP’s ook een film met een hart, volwassen humor en fun kunnen opleveren. Niet dat we het feest willen vergallen, maar Barbie komt er niet omdat Margot Robbie als kind ervan droomde om ooit Barbie te kunnen spelen of omdat Greta Gerwig al jaren rondliep met een pitch over een plastic pop met zelfbewustzijn. Barbie komt er omdat ‘Níét de cash grab die je zou denken’ een pitch is geworden.

Bij momenten leverde dat ook goede films op, maar je ziet de bloedarmoede toenemen. Steeds zie je dezelfde grappen terugkeren, Steeds zie je dezelfde verhaallijnen opduiken. Personages worden in een IP-universum gezogen (Space Jam: A New Legacy, The Super Mario Bros. Movie). Personages ontwaken in een IP-universum en proberen te ontsnappen (Barbie, Free Guy). Personages maken exact dezelfde gebeurtenissen mee als de generatie voor hen (Ghostbusters: Afterlife, Jurassic World, Scream 5).

Zelfs de metacommentaar is cliché geworden. In The Matrix Resurrections, de vierde Matrix-film, speelt Keanu Reeves een gameontwikkelaar die het niet ziet zitten om een vierde spel van The Matrix te maken. Scream 5 was één sneer naar hoeveel sequels je van een slasherfilm kunt maken. In Space Jam: A New Legacy neemt LeBron James het op tegen ‘Al G. Rhythm’, het algoritme van Warner Bros., dat droomt van een digitale wereld, volgestouwd met IP’s.

‘Als mensen van Kentucky Fried Chicken houden, waarom zou ik dan een restaurant oprichten dat – weet ik veel – Albuquerque Boiled Turkey heet?’ zegt de slechterik in Free Guy. ‘IP en sequels: dat is wat de mensen willen.’

Dat klinkt als een kritiek.

In werkelijkheid is het een bekentenis.

Dit is meer dan risicomanagement. Het is een model op maat van de nieuwe investeerders.

Naar de verantwoordelijken voor die tunnelvisie is het niet ver zoeken: ze stonden de voorbije tien jaar bovenaan in de box office. Marvel liet zien dat het zelfs met Ant-Man, niemands favoriete superheld in 2015, een half miljard kon ophalen, en dus wilde iedereen zijn eigen shared universe, van DC Comics over The Conjuring tot Hasbro. Disney toonde met zijn live-actionremakes en Star Wars-spin-offs dat het publiek IP’s veel minder snel beu werd dan gedacht. The Lego Movie, de eerste film die de juiste toon vond voor een filmisch speelgoeduniversum, was ook een belangrijke. Elk succes werd eindeloos gekopieerd en uitgemolken. Legde Stranger Things een goudmijn aan millennialnostalgie bloot, dan begonnen Ghostbusters, Dungeons & Dragons en Tetris te delven. Vond je de Eggo’s van Eleven leuk? Hier is de ontstaansgeschiedenis van Flamin’ Hot Cheetos! En weet je wat er ook was in de jaren tachtig? Air Jordans!

Maar de verklaring voor die IP-obsessie gaat dieper. Dit gaat niet meer over risicomanagement, plat opportunisme of gebrek aan ideeën. Dit is een model, op maat van de nieuwe baronnen in Tinseltown: private-equityfondsen. De voorbije drie jaar werden grote delen van de Amerikaanse filmindustrie opgekocht door private equity firms als Blackstone, Shamrock en Apollo, participatiemaatschappijen die bedrijven overnemen, er zeggenschap bedingen en ze na een aantal jaren met winst verkopen. (Zo nam Apollo vorig jaar voor 760 miljoen dollar Legendary Entertainment over, de studio achter Dune, The Dark Knight en Jurassic World.) Ze werden gelokt door de boomende streamingwereld en de 115 miljard dollar die Disney, Netflix en hun concurrenten jaarlijks in films en tv-series plannen te steken. Hun gok is dat die vraag naar content de komende jaren alleen maar zal toenemen.

Intellectuele eigendom speelt daar een cruciale rol in: het is de veiligste, stabielste en makkelijkste garantie op winst. Zolang je het blijft monetariseren. En dus gooit Sony er nog maar eens een Ghostbusters tegenaan, twee jaar na de vorige, en heeft een executive bij Lionsgate beslist dat acht jaar zonder The Hunger Games verspild geld was. ‘We gaan focussen op franchises’, zei de nieuwe CEO van Warner Bros. Discovery vorige maand aan zijn investeerders. ‘We hebben al dertien jaar geen Superman gemaakt. We hebben al vijftien jaar geen nieuwe Harry Potter gehad.’

Meer en meer krijg je de indruk dat niet de kijkers, maar de investeerders voor ogen worden gehouden bij de beslissingen over welke films groen licht krijgen. Ook al omdat er steeds minder moeite gedaan wordt om dat te verbergen. In Space Jam: A New Legacy, een heel slechte film, moeten LeBron James en Bugs Bunny een Looney Tunes-basketbalteam samenstellen. Daarvoor moeten ze hun ploeggenoten opsporen in het Serververse van Warner Bros. Daffy Duck pikken ze op in Supermans wereld, Lola Bunny in die van Wonder Woman. Yosemite Sam heeft zich teruggetrokken in het zwart-wit van Casablanca. Daarna volgen Road Runner en Speedy Gonzales, die zich respectievelijk in Mad Max en The Matrix ophouden. Tasmanian Devil wordt afgezet door Rick en Morty. Een scène die maar om één reden in de film geschreven werd: om de IP-bibliotheek van Warner Bros. in de etalage te zetten.

Dat is ook het gevaar van de IP-obsessie. Private-equity-investeringen zijn gericht op winst op relatief korte termijn en zoeken die vooral in overnames, productontwikkeling en internationale groei. Die filosofie zie je terugkeren in de bioscoop. Er wordt niets nieuws opgebouwd. Er wordt alleen maar historiek te gelde gemaakt. De tanende culturele impact de jongste drie jaar van alles wat Marvel en Star Wars is, doet vermoeden dat IP niet het eeuwige leven beschoren is. De vraag is of Hollywood straks, als de volgende Jurassic Park-reboot op gezucht onthaald wordt en de verrassend hartverwarmende origin story van de Tamagotchi niet meer aanslaat, niet gewoon leeggeroofd achterblijft.

Maar zover zijn we niet. Nog lang niet. Barbie, bijvoorbeeld, is voor Mattel een opstapje naar een eigen Mattel Cinematic Universe. De volgende films zitten al in de pijplijn: het productiehuis van JJ Abrams werkt aan een live-actionadaptatie van Hot Wheels, terwijl rapper Lil Yachty Uno gaat verfilmen.

Het wordt ráár in de bioscopen in 2025.

Barbie

Vanaf 19.07 in de bioscoop.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content