Chantal Akerman overleden: Waarom zij de grootste film-Belg is
Chantal Akerman, de belangrijkste experimentele cineaste van ons land, is op 65-jarige leeftijd overleden. In de jaren 70 maakte ze invloedrijke films als ‘Jeanne Dielman, 23 quai du Commerce, 1080 Bruxelles’ en ‘Je, tu, il, elle’.
Chantal Akerman is meer dan waarschijnlijk de Belgische regisseur met de meeste vermeldingen in internationale filmstudies en in de jaren zeventig was ze een van de sleutelfiguren van de Europese avant-garde en feministische cinema. Toegegeven, dat is veertig jaar geleden. Blijkbaar heeft ze te vroeg gepiekt.
De in Brussel geboren en getogen Akerman was amper 25 toen ze in 1975 een sleutelwerk van de moderne cinema maakte: Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles. In die film van drie uur en twintig minuten toont ze via lange, onbewogen frontale opnames wat we toen nog nooit hadden gezien – of toch niet in de cinema.
In een appartement in Brussel schilt een huisvrouw (Delphine Seyrig) aardappelen. Klopt eigeel op met een vork. Wacht op een stoel tot zoonlief (een jonge Jan Decorte) thuiskomt zodat er gegeten kan worden. Waarna ze afruimt. De vaat doet. De schoenen van haar zoon poetst. Elke dag opnieuw hetzelfde mechanische ballet van de alledaagsheid. De vrouw is behalve moeder, kok, dienstmeid en poetsvrouw ook prostituee. Tot dezelfde extreme routine als het opmaken van de bedden behoort het ontvangen van mannen. Een onverwacht orgasme ontregelt alles, zeker omdat ze een schaar in de man plant.
Jeanne Dielman slaat in als een bom. Van de ene op de andere dag wordt Akerman tot de belangrijke auteurs gerekend. Geen genderstudie over feminisme en cinema of ze komt ter sprake. Er komt nog steeds post toe op het adres uit de titel, ook al klopt het niet: de handelskaai ligt in 1000 Brussel.
Ook regisseurs laten zich graag door haar film inspireren, en niet de minsten. ‘Als kind observeerde ik mijn moeder in de keuken uren aan een stuk’, liet Gus Van Sant optekenen. ‘En plots is daar een cineaste die aan de hand van zo’n ervaring communiceert, de banaliteit rechtstreeks weergeeft en je ademloos achterlaat.’ In 2003 draaide hij met Elephant trouwens ook een magistrale registratie van het dagelijkse leven voor een catastrofe en kreeg hij er de Gouden Palm voor.
Akerman heeft geen film meer gemaakt die dezelfde impact had als Jeanne Dielman, maar dat betekent niet dat ze is uitverteld. Op een snijpunt tussen de Amerikaanse experimentele cinema en de Europese auteurstraditie heeft ze een oeuvre uitgebouwd dat misschien nooit een massa volk op de been heeft gebracht, maar wel respect afdwingt. Het is divers, wars van pathos en formeel streng, maar veel minder hermetisch en droog dan doorgaans wordt aangenomen.
Enkele voorbeelden? Les Rendez-Vous d’Anna (1978) neemt de pols van West-Europa en is tegelijk een narcistische meditatie over een cineaste die met haar film rondreist. In Toute une nuit (1982) kunnen Aurore Clément, Frank Aendenboom, Jan Decleir en Chris Lomme tijdens een warme zomernacht in Brussel de slaap niet vatten en duiken ze hitsig de nacht in. Golden Eighties (1986) is een ‘winkelcentrummusical’, A Couch in New York (1996) een filosofische komedie – en een mislukte poging om met William Hurt en Juliette Binoche een groot publiek te bereiken. In 2000 wierp ze zich met scenarist Eric De Kuyper nog op het verfilmen van La Prisonniere van Marcel Proust, al concentreert ze zich sinds midden jaren negentig op door film geïnspireerde installatiekunst.
We zouden de blauwe plekken niet willen verzorgen van alle mensen die door een film van Chantal Akerman de muren op liepen. De cineaste is meer dan eens spraakmakend geweest, en daar mag – akerdju! – ook hier over gesproken worden.
Niels Ruëll (uit Knack Focus van 29 februari 2012)
Bij de release van een docu over haar werk én van haar nieuwe langspeelfilm No Home Movie blikt Cinematek nog tot 30/11 terug op het oeuvre van Chantal Akerman in het Brusselse Flagey.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier