We vroegen aan Jan Eelen hoe het einde van ‘Callboys’ zo krankzinnig is geworden

Callboys © -
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Het was niet de complete shock die de finale van seizoen één was, maar het slot van Callboys 2.0 was wel… Nou ja… Veel dingen. Nu u tijd hebt gehad om het een en ander te verwerken: de uitleg van Jan Eelen.

Waarschuwing: dit interview gaat over het slot van Callboys 2.0 en bevat dus spoilers.

Dus een roze dildo uit de ruimte is op de kop van de hond van Mike Sleeckx gevallen, waarna die met een harpoengeweer naar de Callboys trekt om hen te chanteren. Daar aangekomen blijkt evenwel dat de Callboys al gegijzeld worden: een psychotische ex-marketeer met een schaar eist dat ze hun mening geven over volwassenenluiers. Na wat geharrewar gooit de ex-marketeer een schaar in het hart van Mike Sleeckx, die in zijn doodsstrijd een harpoen door het plafond schiet en daarbij ongemerkt de waterhuishouding van de jacuzzi op de verdieping erboven doorboort. Eindresultaat: J valt naakt, samen met de jacuzzi, door het plafond, landt op de harpoen en is op slag dood.

Of dat is toch hoe J het aan zijn dode tweelingbroer Jay vertelt.

In een hutje.

In het hiernamaals.

Dat verdacht veel op een soort digitaal bewerkt Tirol lijkt.

Is dat de correcte samenvatting van Callboys 2.0?

Jan Eelen: Dat is waar we geland zijn, ja. Ja, kijk. (lacht)

En hoe zijn we daar geland?

Eelen: Actie en reactie, hè. Het ene brengt het andere met zich mee.

Want het lijkt bij momenten alsof je ermee aan het rammelen bent.

Eelen: Ah, nee. Dat is niet de bedoeling. Het is echt wat ik zeg: het ene brengt het andere met zich mee. Ik denk dat het allemaal te maken heeft met de manier waarop ik schrijf. Er was op voorhand geen groot plan. Het scenario is tijdens het schrijven organisch gegroeid.

Eigenlijk is het begonnen met het idee om die dildo de ruimte in te sturen, een voorstel van Stef Aerts en Rik Verheye. Blijkbaar wordt dat echt gedaan. Het internet staat vol filmpjes uit Amerika van vaders die het speelgoed van hun kind met een weerballon de stratosfeer in sturen. Dan is hun G.I. Joe in de ruimte geweest, dat idee. Op zich is het niet zo raar dat Jay Vleugels dat met zijn dildo wilde doen, maar het heeft de dingen wel doen escaleren. Aanvankelijk zou er zelfs een dode vallen: de dildo zou bij de landing op de kop van een Amerikaan vallen en Amerikaanse onderzoekers gingen dat komen onderzoeken. Dat is geschrapt omdat ik er niet uit raakte tijdens het schrijven. Dus dacht ik: dan maar een hond. En als je dan toch een dildo op een hond laat vallen, kan het al evengoed die van Mike Sleeckx zijn, dan kan Bruno Vanden Broecke ook nog eens meedoen.

En dat is waar ik in de problemen ben gekomen. Ik had geen idee wat Mike Sleeckx daar bij de Callboys deed, wat hij wilde en wat er zou gebeuren. Het heeft heel lang geduurd voor ik dat gevonden heb. Uiteindelijk bedacht ik dat Mike die hele theatershow opvoert om uiteindelijk maar 20.000 euro te vragen. Dat had ik nog nooit ergens gezien: de gegijzelde die zegt dat de gijzelaar meer geld moet vragen. Damiaan De Schrijver, die de marketeer speelt, erbij halen was ook een deel van de oplossing. Plots kreeg je een gijzeling in een gijzeling: daar kon ik als scenarist wel iets mee. Maar hoe meer het scenario vorderde, hoe meer het ontaardde. Je merkt in de serie ook dat ik ermee geworsteld heb. Er zitten een paar heel opvallende metazinnen in. ‘Ik begin dit een raar verhaal te vinden’, zegt Jay op een bepaald moment tegen J. Dat was wat ik zelf op dat moment ook dacht.

En hoe eindig je dan met J Vleugels die door een jacuzzi op een harpoen valt?

Eelen: Dat gaat vanzelf. Mike Sleeckx had een wapen nodig. Een paintballgeweer had hij al eens gebruikt, een revolver zou te banaal geweest zijn, dus werd het een harpoen. Die jacuzzi was al eens door mijn hoofd gegaan toen ik het decor aan het samenstellen was. Ergens in mijn map plakte een briefje ‘Dood door jacuzzi die door het plafond zakt’. Dan is het een kwestie van tijd voor je die harpoen met die jacuzzi verbindt.

Zo schrijf ik dus en dat is heel ambetant. Je vertrekt ergens, komt vervolgens in de problemen en moet die dan oplossen. Alleen: hoe waanzinniger die problemen zijn, hoe waanzinniger de oplossingen worden. Om dan finaal vast te stellen dat je in het hiernamaals bent beland met een identieke tweeling waarvan de ene in een lift en de andere in een jacuzzi gestorven is. Blijkbaar is dat dan waar je landt.

***

Ken jij het onderscheid tussen een pantser en een plotter?

Eelen: Nee.

Ruwweg zijn er twee soorten scenaristen. Plotters hebben tijdens het schrijven een groot, gedetailleerd plan van waar het verhaal naartoe gaat in hun hoofd. Clan is bijvoorbeeld zo geschreven. Pantsers – afgeleid van de uitdrukking ‘to fly by the the seat of your pants‘, wat zoveel betekent als ‘voortgaan op je instinct’ – prefereren dan weer om het verhaal al schrijvend te ontdekken achter hun computer en vertrekken meer vanuit de personages. George R.R. Martin is daar het bekendste voorbeeld van.

Eelen: Dan ben ik een pantser. Duidelijk. Het probleem is dat dat prima is om een boek te schrijven, maar een helse manier om een tv-reeks te maken.

Callboys
Callboys© –

Ik begin een reeks met een soort zak waar dingen in zitten. Losse ideeën. Een van de ideeën bij Callboys 2.0 was dat de vier jongens uit elkaar moesten. Er was te veel gebeurd. Jay Vleugels was op wrede wijze gestorven. Devon was gedrogeerd en verkracht door twee Japanners zonder dat daar verder iets mee gebeurde – achteraf bekeken was ik daar nogal makkelijk aan voorbijgegaan. Die boys trokken alleen maar ongeluk aan als ze samen waren. Ze moesten uiteen.

Ik wilde ook dat ze rijk werden. Dat leek me het ergste wat hen kon overkomen. Dat hele bitcoinverhaal is daaruit voortgekomen. Mensen die rijk zijn geworden van bitcoins zijn ofwel next-level computernerds ofwel domme discotheekgangers met nul besef van de risico’s. Dat fascineerde me: hoe de grootste idioten ineens miljonair kunnen worden net omdat ze zo’n grote idioten zijn. Normale mensen steken geen 150.000 euro in iets wat ze niet snappen, hè.

En dan zijn er de acteurs. Stef was het minst tevreden met zijn personage in het eerste seizoen, en ik snapte waarom. Op een bepaald moment waren de drie andere acteurs genomineerd voor een Televisiester, maar Stef niet: dat vond ik niet eerlijk. Dus had ik hem beloofd dat er dit seizoen meer vlees zou zitten aan zijn rol. Dat heeft er ook voor gezorgd dat Yves Degryse, die zijn broer speelt in Callboys, een grotere rol kreeg. Tom Dewispelaere was bezig aan de opnames van Over water, dus Kjetl Benson kon ik niet laten terugkeren. Bruno Vanden Broecke kon wel, maar niet altijd. En ik wilde nog eens iets met Damiaan De Schrijver doen: dat is altijd een goede gast om op de set te hebben.

Al die dingen gaan dan in de zak. Samen met de Vlooybergtoren, die niet beschikbaar was door een brand. Samen met die jacuzzi die in het decor staat. Samen met dat pand langs een steenweg. En dat probeer ik aan elkaar te verbinden tot er een scenario uit komt.

Is dat geen geschifte manier van werken?

Eelen: Vind je dat zo raar?

Ja.

Eelen:(lacht) Zo heb ik altijd gewerkt. Bij Het eiland ging het ook zo: Michel Drets zou oorspronkelijk door Lucas Van den Eynde gespeeld worden, maar die haakte twee weken voor de opnames af met een knobbel op zijn stembanden. Dirk Van Dijck heeft dan in allerijl overgenomen, maar ik had Lucas wel beloofd dat hij in seizoen twee zou zitten. Hij is dan Bucky Laplace geworden. Wat betekende dat ik Sien Eggers moest bellen om te zeggen dat ze niet mocht meedoen – uiteindelijk heb ik haar beloofd dat ze in de finale terug mocht komen. Ja, kijk. Misschien is dat niet meer van deze tijd, maar dat is hoe ik schrijf.

Pas op: die aanpak heeft voordelen. Die gijzeling in een gijzeling….

Misschien wel de grappigste scène uit de reeks.

Eelen: Ik was daar zelf ook heel blij mee. Maar dus: zo’n scène bedenk je niet. Die ontstaat alleen maar door opeengestapelde absurditeit die plots wonderlijk ineenklikt.

Dat is het ding: die manier van werken maakt de dingen spannender en verrassender, ook voor de kijker. Maar met Callboys 2.0 ben ik voor het eerst op de limieten daarvan gestoten. Er zaten te veel rare dingen in de zak om aan elkaar te verbinden. Ik zag het niet. En dan moet je scènes uitstellen, waarna acteurs niet meer kunnen en je alles nog eens moet herschrijven. Dat stapelt zich op tot je helemaal blokkeert. Ik heb op het punt gestaan om de stekker eruit te trekken. Het was te veel.

In de voorlaatste aflevering zag ik de naam Jonas Geirnaert op de aftiteling passeren.

Eelen: Klopt.

Maar zijn gezicht is nergens te bespeuren.

Eelen: Klopt.

Zat hij dan achter dat hondenmasker?

Eelen: Ja. Dat is dus een perfect voorbeeld van het soort oplossingen dat ik heb moeten zoeken. Bruno wilde heel graag nog eens Mike Sleeckx spelen, maar overdag moest hij repeteren en ’s avonds zat hij in een voorstelling. Hij kon zich maar enkele draaidagen vrijmaken. Je gaat dan op zoek naar manieren om het op te lossen. Dat is dan Jonas met een hondenmasker geworden. Hij speelde Mike, Bruno’s stem hebben we achteraf toegevoegd. Allez, eigenlijk zit Jonas maar de helft van de tijd achter dat masker. Hij kon niet alle dagen, dus ik heb het zelf ook moeten doen.

Het begint me te dagen waarom Callboys 2.0 is geworden wat het is geworden.

Eelen: Dan ben ik blij. (lacht)

Ik kan me wel niet van de gedachte ontdoen dat plot jou ook gewoon niet zo hard interesseert. Vorig seizoen negeerde je straal dat de Callboys nog 1500 onverkochte dildo’s hadden staan. Deze keer negeer je dat ze 15 miljoen euro boete boven het hoofd hangt voor het verstoren van het luchtverkeer. Een afgerond verhaal is Callboys 2.0 niet.

‘Dit was echt mijn laatste reeks, ja. Maar dat is onnozel, want ik heb precies hetzelfde gezegd na De Ronde.’

Jan Eelen

Eelen: Dat interesseerde me niet. Ik heb het wel nagevraagd bij mijn boekhouder – ik heb nog nooit zo veel met mijn boekhouder gepraat als tijdens Callboys. Het zou erop neerkomen dat ze, omdat ze een bvba hebben, hoofdelijk niet aansprakelijk zijn. Ik ben ook naar een advocaat gestapt. Die had een hele juridische uitleg over hoe je voor een stommiteit niet gestraft kunt worden – de dildo had niet het doel om het vliegverkeer te verstoren, of zoiets. Dus heb ik het maar eruit gesmeten. Je wilt geen fictiereeks eindigen met een uitleg over aansprakelijkheid en de juridische structuur van een bvba. Dat zijn zorgen voor morgen, zoals Anthony zegt.

Veel scenaristen schrijven met voor hen op de muur een reeks post-its waarop netjes alle plot points staan. Bij mij hangen daar de koppen van de acteurs. Als ik het niet meer weet, kijk ik naar wie er meespeelt. Ik denk dat dat iets zegt over Callboys: het is heel erg character driven, zoals dat dan heet. Het gaat me vooral om de personages en de acteurs. Ik heb er ook het meeste plezier in om nieuwe koppen te introduceren: Stefaan Degand in De Ronde, Bruno Vanden Broecke in Het eiland, Yves Degryse in Callboys 2.0… Ik steek liever daar mijn tijd in dan in dialogen over handelsrecht.

Op dat vlak waart de geest van de Coen Brothers door Callboys, twee regisseurs die hun interesse in plot ook verloren zijn, als ik op hun laatste films mag afgaan.

Eelen: Die scène waarin Devon en J zich als politieagenten verkleden, had van de Coens kunnen zijn. Dat is een truc die ze heel vaak gebruiken. De personages bedenken een plan, het plan vangt aan en binnen de vijf seconden loopt het mis. In Fargo – de film – bedenkt het hoofdpersonage een plan om zijn vrouw te laten ontvoeren, maar hij komt een uur te laat op de afspraak met de ontvoerders. Dan weet je al: het is naar de kloten. Die sfeer hangt ook over Callboys. Ik heb een zwak voor vakkundig opgebouwde nonsens. Een scenario dat perfect logisch opgebouwd is, maar in zijn geheel geen steek houdt.

Wat het ook is: het interesseert me niet meer om een plot netjes uit te zetten. Element A introduceren in aflevering 1 om er in aflevering 3 op terug te komen. Het einde dat alles aan elkaar bindt. Je weet zo al waar het naartoe gaat. Je weet hoe het werkt. Je hebt het al te veel gezien. Ook voor mezelf: ik heb dat al zo vaak gedaan. En dan ga je de dingen door elkaar klutsen om jezelf te verrassen.

Misschien hebben de Coens dat ook. Uiteindelijk is dat je grootste angst als fictieschrijver: dat je de flauwe, voorspelbare versie van jezelf wordt. Ik zag onlangs Once upon a Time… in Hollywood, de laatste van Tarantino. Op een bepaald moment gaat Brad Pitt in het huis van die hippies op zoek naar een oude man en loopt hij over een krakende plankenvloer. Dan denk ik: ‘Dat heb je al eens in Inglourious Basterds gedaan en daar werkte het beter want er lagen kinderen onder de trap.’ Jezelf herhalen mag, maar het is pijnlijk als het dan minder goed, minder vernuftig of minder goed gedialogeerd is.

Je volgende reeks wordt iets helemaal anders?

Eelen: Ik weet eigenlijk niet of er nog een volgende reeks komt. Het is wat ik daarnet zei: ik ben bij deze reeks echt op mijn limieten gebotst. Ik zal mijn hele leven blijven regisseren, maar na Callboys 2.0 weet ik niet of ik nog een scenario wil bedenken.

Was dit dan echt je laatste reeks?

Eelen: Ja. Maar dat is onnozel, want ik heb precies hetzelfde gezegd na De Ronde. Het zal dus wel weer niet zo zijn, uiteindelijk. Maar ik ga toch een andere manier moeten zoeken om het te maken. Als ik dit nog eens moet meemaken, vrees ik dat ik op het vliegtuig naar Brazilië stap.

***

Ging Callboys eigenlijk ergens over?

Eelen: Ja en nee. Het gaat over die fase in de wachtkamer voor het echte leven begint. Uiteindelijk zijn dit vier gasten die in een veilige cocon zitten te wachten. Het gaat over onuitgesproken verwijten tussen broers en hoe relaties scheef kunnen groeien. Het gaat over knoeien en klungelen. Het gaat over vanalles. Maar dat was op voorhand nooit het plan. Dat zijn dingen die ik ook pas achteraf gemerkt heb.

Je lijkt me niet de man van de diepe analyse van je eigen reeksen, niet?

Eelen: Nee. Ik maak geen reeksen over iets. Het zijn gewoon heel veel dingen die samenkomen.

Weet je, onze papa is gestorven vlak voor de eerste reeks op antenne ging. Toen ik de tweede reeks aan het monteren was, realiseerde ik me dat zijn dood op een rare manier doorheen het script sluimerde. Misschien is dat zelfs het detail dat de hele reeks aan elkaar plakt. Niet dat Callboys 2.0 een manier was om die dood te verwerken, maar ik moet wel zeggen dat ik dat einde in het hiernamaals een prettige gedachte vind. Alleen: uiteindelijk is dat ook maar één ding in een heel groot verhaal. Net zoals nonkel Dimitrios die geen traanklieren heeft één ding is in een heel groot verhaal. Grote filosofische conclusies aan een reeks verbinden, dat is uiteindelijk ook maar wat je erin wilt zien.

‘Die scène waarin Devon en J zich als politieagenten verkleden, had van de Coen Brothers kunnen zijn. Ik heb een zwak voor vakkundig opgebouwde nonsens.’

Jan Eelen

Er is wel iets vreemds aan het universum van Callboys. Er zijn drones, bitcoins en smartphones, maar niemand gebruikt sociale media, iedereen woont langs een steenweg en alle personages gedragen zich alsof de jaren negentig nog bestaan.

Eelen: De Callboys zitten een generatie achter, ja.

Speelt Callboys zich niet af in een veilig, nostalgisch Vlaanderen dat niet meer bestaat?

Eelen: Dat ligt aan mij, denk ik. Ik weet niet hoe Tinder en al die toestanden werken en ik heb ook geen interesse om het uit te zoeken. Dus laat ik het eruit.

Het klopt wel wat je zegt over dat Vlaanderen. Je merkt dat nog nadrukkelijker bij In de gloria. Die reeks bestond bij gratie van de ongeschiktheid van de gemiddelde Vlaming om voor een tv-camera te komen. Vandaag zou ik dat niet meer kunnen maken: de context is weg. Vandaag weet elke kandidaat van Temptation Island hoe ze in quotes moeten praten en laten ze pauzes zodat de monteur kan knippen. Er is ook een stuk naïeve onschuld verdwenen: niemand lijkt nog bang om op tv een klootzak te zijn.

Toen Ricky Gervais vijftien jaar na The Office de opvolger Life on the Road maakte, was dat ook zijn conclusie. Destijds werd hoofdpersonage David Brent met enige ergernis geduld door zijn collega’s. Vandaag krijgt hij een simpele ‘Fuck off, twat. I don’t have time for this’.

Eelen: En hij heeft gelijk: de wereld is verhard. Maar ik denk wel dat hij daar een betere film uit had kunnen puren dan Life on the Road. Dat was een grote teleurstelling. Dat einde was… Komaan. Dan had ik het veel meer voor zijn serie After Life: dat was wel briljant.

Heb je geen zin om een reeks over nu te maken?

Eelen: Ik weet niet of dat moet. Callboys speelt zich af in een Vlaanderen van vroeger, maar het zegt wel iets over nu. Hoe die vier gasten spelen dat ze gigolo’s zijn. Hoe ze spelen dat ze een meeting hebben. Die fakeheid. Dat uiterlijke vertoon. Dat is precies wat je bij Trump ziet: die man speelt ook dat hij een president is. Dat is echt een ziekte van vandaag. En tegelijk heb ik het gevoel dat we overspoeld worden door zo veel onzin dat het allemaal één waas wordt. Het zijn verwarde, nonsensicale tijden en Callboys is daar de perfecte afspiegeling van.

En als ik eerlijk ben: ergens vind ik het ook gewoon fijn om in dat universum te zitten. Ik ben helemaal niet de man van ‘vroeger was het beter’. Dat is onzin. Maar volgens mij – en dit is een uitspraak waar ik zo meteen al spijt van ga krijgen – zijn wij de eerste generatie die met recht en reden kan zeggen dat het vroeger beter was.

Is dat niet letterlijk wat alle vorige generaties gezegd hebben?

Eelen: Ja. Maar rock-‘n-roll proberen tegen te houden, dat was belachelijk. Maar als ik nu zie hoe de idioten en de klootzakken het steeds meer voor het zeggen hebben en de brave man en vrouw opzijgezet worden, hoe we een stuk naïeve onschuld hebben verloren, hoe we overspoeld worden door onzin, hoe sociale media de schaal van alles hebben doen exploderen, dan denk ik stiekem toch: misschien was het vroeger beter.

(denkt na) En voilà, ik heb al spijt van die uitspraak. Weet je, schrap dat laatste maar. We houden het op: het zijn verwarde, nonsensicale tijden en Callboys is daar de perfecte afspiegeling van.

Callboys

Seizoen 1 én 2 nog te zien op vier.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content