‘Kinderen van het verzet’: tijd heelt veel wonden, maar sommige littekens blijven schrijnen

© © VRT 2019
Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

De eerste aflevering van de docureeks Kinderen van het verzet laat ook onze tv-recensente niet onberoerd.

Die ene dag staat hen allemaal nog glashelder voor de geest. Elk detail herinneren ze zich. Dat viel op in de getuigenissen in de eerste aflevering van Kinderen van het verzet. De datum, de kleren die hun moeder al dan niet aanhad, de geur van versgebakken vlaai, de stem van de verrader – in sommige gevallen de beste vriend van hun vader. Het is meer dan zeventig jaar geleden maar er gaat amper een dag voorbij dat ze er niet aan denken. De dag dat hun vader, moeder, oom uit hun huis werden gesleurd, naar de gevangenis werden gebracht en vervolgens in Breendonk werden ontmenselijkt. Sommigen werden er afgemaakt, anderen niet.

Even kwam het in deze eerste aflevering ter sprake: de pijn van het verraad. Niet dat van de Duitse bezetter, wel dat van mensen die men meende te kennen.

‘Aan die nacht denk ik moeilijk terug zonder tranen’, vertelt Yvette in haar met schilderijen geornamenteerde huiskamer. ‘Ik hoorde zijn vriend zeggen tegen de Duitsers: dat is ‘m’, zegt Laurent aan de tafel in de woonkamer. Schijnbaar onbewogen en bijna mathematisch beschrijft hij wat er daarna met zijn vader gebeurde. Met 24 werden ze gefusilleerd. In groepen van acht. Ze stonden met zeven tegen de daarvoor bestemde palen. Eén man zat. Die hadden ze daarvoor al in de knieën geschoten. Nu kregen ze allemaal een kogel door het hart. Omdat ze zich verzet hadden tegen de bezetter.

160.000 Belgen gingen tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het verzet. Hun ideologische drijfveren overspanden het hele spectrum van extreemlinks tot rechts en koningsgezind. Drie procent van de bevolking besloot actief niet mee te heulen met het nazisme. Met romantiek had dat doorgaans weinig te maken. Over wat hun vaders, moeders, familieleden deden, hadden de kinderen het raden. Beter was het zo weinig mogelijk te weten. Henri was een jongen van acht toen hij ’s avonds bleef luistervinken aan de deur van de woonkamer en de woorden opving waarvan hij wist dat ze op dat moment het grootste geheim van zijn leven vormden. Zijn vader zat bij het verzet. ‘Ik was trots’, vertelt hij. ‘Maar ook bang. Het was een verschrikkelijk geheim.’

Drie procent van de bevolking besloot actief niet mee te heulen met het nazisme. Met romantiek had dat doorgaans weinig te maken.

‘Uiteindelijk wordt alles een leugen’, omschrijft Laurette het verborgen leven dat bij haar thuis werd geleid. Ze is geboren na de oorlog, maar de verhalen werden doorverteld. Hoe haar ouders twee Joodse jongens in huis namen, hoe ze Salomon en Hirsch Sylvain en Henri doopten en hoe er vanaf dan verzinsels rond hun bestaan werden gesponnen om de waarheid te verhullen.

Even kwam het in deze eerste aflevering ter sprake: de pijn van het verraad. Niet dat van de Duitse bezetter, wel dat van mensen die men meende te kennen. ‘Achter de gordijnen keken we hoe anderen de invaller toejuichten’, vertelt Henri. ‘Het waren gevaarlijke mannen. Zij paradeerden hier het uitdagendst voorbij’, verwoordt Laurent het. Anders dan bij de andere getuigen in deze eerste aflevering bonkte de SS tweemaal in het holst van de nacht op de deur van zijn ouderlijk huis. De tweede keer om zijn moeder op te halen. ‘Ze vertrok met een dunne jas over haar nachtjapon en pantoffels aan haar voeten.’

‘Het was oorlog’, zal hij een paar keer schouderophalend herhalen. Tijd kan vele wonden helen, maar sommige littekens blijven schrijnen.

Kinderen van het verzet

Dinsdag 22/10, Canvas, 21.20

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content