‘De dialogen in “Black-out” lijken te zijn weggeknipt uit een theatertekst van de lokale toneelkring’

Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Het is een van die mysterieuze, onopgeloste zaken. Op 5 augustus 2014 werd de veiligheidsklep van een olietank in de turbinekamer van de kerncentrale Doel 4 opengedraaid. In enkele minuten liep 65.000 liter smeerolie weg. De reactor viel stil en zou pas vier maanden later weer opgestart worden. Van de daders ontbreekt tot op heden ieder spoor. Terwijl men eerst dacht aan een terreurdaad, gaat men nu uit van een inside job. Iedereen die die dag in de kerncentrale was, is nog steeds potentieel verdacht.

In Black-out wordt die sabotagedaad nog eens overgedaan. Verder berust elke gelijkenis met bestaande gebeurtenissen en personages louter op toeval. Zo situeren de scenarioschrijvers hun kerncentrale in het fictieve Westerdonk dat onmogelijk te verwarren is met Doel. Bovendien hebben ze een behoorlijk dikke plot rond de sabotagedaad gebreid. Sommigen zullen het ongetwijfeld wegzetten als buitenissig en overdreven, maar je kunt het ook interpreteren als een bijzondere daad van moed om het voor jezelf zo ingewikkeld en moeilijk te maken. Of misschien willen ze gewoon bewijzen dat fictie altijd de realiteit overtreft, ongeacht bepaalde sabotagedaden in kerncentrales waarvan de daders spoorloos blijven.

Iets te vaak lijkt het alsof de dialogen zijn weggeknipt uit een theatertekst van de lokale toneelkring.

Hoe het ook zij, door de weggestroomde smeerolie valt in Black-out niet alleen de kerncentrale uit, maar het hele elektriciteitsnet. In België? Dat zou te gemakkelijk zijn. In een groot deel van Europa. Vergezocht? Wacht, ik ben er nog niet. Net voor de lichten doven in Europa, krijgt de Belgische eerste minister, Annemie Hillebrand, gespeeld door Sara De Roo, op haar telefoon een filmpje binnen van haar geknevelde dochter. Ze houdt een bordje vast met daarop: ‘Als het licht aangaat, sterft uw dochter.’

In plaats van de stroompanne zo snel mogelijk op te lossen, moet ze alles zo lang mogelijk rekken om tijd te winnen. Omdat de zaak nog niet ingewikkeld genoeg is en omdat ook een thriller over de elektriciteit die uitvalt nood heeft aan persoonlijke verhalen, blijkt uit de weggeslikte tranen van de premier en de veelzeggende blikken van haar echtgenoot (Lucas Van den Eynde) dat de relatie tussen dochter en ouders niet opperbest is. In haar kamer hangen bovendien posters tegen kernenergie. Het kan een hint zijn. Of niet. Dat moet nog duidelijk worden. Zoals wel meer in deze reeks.

Natuurlijk is er niets mis met een ambitieus scenario dat de grenzen van de realiteit flink oprekt. Zeker niet als het geheel best mooi in beeld is gebracht, met een soms poëtische cameravoering, dromerige muziek en scherpe montage. Ergerlijk wordt het wel als de dialogen net iets te vaak weggeknipt lijken uit een tijdens de lockdown geschreven theatertekst van de lokale toneelkring. Op de vraag wat er met alle koeien en kippen in de stallen moet gebeuren nu de stroom is uitgevallen, antwoordt de eerste minister domweg ‘dat men die maar moet buiten zetten’. Ik vermoed dat het bedoeld was als humor, maar het is niet het enige politieke overleg dat nogal stompzinnig overkomt. Het helpt niet dat de personages louter doorslagjes van archetypes zijn. De eigengereide politieagent. De geslepen politica. De gedreven ingenieur. Check, check en check. Ze spelen allemaal mee.

Toch is het ondanks de soms lachwekkende plotwendingen en harkerige dialogen niet ondenkbaar dat Black-out de gemoederen danig zal verhitten. Als het over kernenergie gaat, kookt de pan tegenwoordig snel over. Al helemaal als er gascentrales in beeld komen of als de bevoegde minister/staatssecretaris de kernuitstap bepleit. De liefhebbers van het genre kunnen hun hart alvast ophalen met Black-out.

*** Zondag 22/11, 20.40, Eén

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content