U vraagt, The National speelt: deze nummers willen bekende fans horen op Pukkelpop

The National in 2019 © iStock

The National laat zijn setlist voor Pukkelpop samenstellen door haar fans. Enkele daarvan maakten alvast hun keuze voor Knack Focus. Ook onze muziekredactie deelt haar favorieten: ‘It takes an ocean not to break: dat brul ik graag nog eens mee.’

Dat The National deze zomer twee keer op Pukkelpop speelt, is al even bekend. Nu weten we ook wat de band rond Matt Berninger exact met die dubbele passage in Kiewit gaat aanvangen. De eerste set, op vrijdag 16 augustus, zal volledig rond de nieuwe plaat I Am Easy To Find draaien, die dit voorjaar uitkwam. De tweede, op zondag 18 augustus, wordt door de band in handen van de fans gelegd, die vanaf nu kunnen stemmen op hun drie favoriete National-songs.

Maar hoe kies je uit acht albums, twee ep’s en nog een pak losse singles, waarvan de meeste van goede tot uitstekende kwaliteit? Weinig mensen die beter stemadvies kunnen geven dan Eppo Janssen, niet alleen programmator van Pukkelpop, maar ook medebezieler van radioprogramma Duyster, wellicht de eerste show op de Belgische radio waar plaats was voor The National. Janssen gaat voor Mistaken For Strangers, een nummer uit Boxer (2007). ‘Het nummer draagt alle signature-elementen van de band in zich: de dissonante, Sonic Youth-achtige intro, de opzwepende drumpartij, de melodieuze gitaren en uiteraard de diepe stem en beeldende taal van frontman Matt Berninger. Telkens “Showered and blue-blazered, fill yourself with quarters” volgt, kan ik alleen maar denken hoe geniaal die woorden zijn en hoe mooi ze in de muziek zijn gelegd. “Another un-innocent, elegant fall into the un-magnificent lives of adults“: dat boek wil je toch lezen? Die film wil je toch zien? Als Bob Dylan zijn Nobelprijs echt niet wil, mag hij ‘m van mij aan The National schenken.’

Janssens spitszuster Ayco Duyster, vandaag voor de microfoon van Radio 1 te vinden, kiest voor Terrible Love, de openingstrack van High Violet (2010) en de laatste jaren regelmatig afsluiter van The National-concerten. ‘Een nummer over overweldigende angst en liefde en hoe die twee in al hun complexiteit met elkaar verbonden zijn. Zeker live is het super door de trage opbouw en de geweldige finale. It takes an ocean not to break: dat brul ik graag nog eens mee op Pukkelpop.’

‘Als ik heartbroken ben’

Ook het tweede nummer op High Violet, Sorrow, is een aanrader, en wel die van informateur Johan Vande Lanotte. Vooral de openingszinnen vindt de SP.A-politicus fantastisch: ‘”Sorrow found me when I was young. Sorrow waited, sorrow won“. Beter kun je verdriet niet uitdrukken denk ik. Zo heb ik mij op bepaalde momenten van mijn jonge leven ook gevoeld door de dood van mijn broer.’

Flo Windey , Studio Brussel-medewerker en influencer, geeft een verborgen parel mee uit de ep Cherry Tree (2004). ‘All Dolled Up In Strapsgaat erover dat de persoon die jij graag ziet iemand anders graag ziet’, legt ze uit. ‘Daar zit een tekstregel in die ik zo schoon vindt: “The sun fell behind you and never stood up.” Dat kun je je perfect inbeelden, het raakt mij elke keer. Ik luister het héél veel als ik heartbroken ben.”‘

Bazart-roerganger Mathieu Terryn plukt er Graceless(Trouble Will Find Me, 2013) uit, ook al is High Violet zijn favoriete album van de band: ‘Omdat het een The National-nummer pur sang is, met een waanzinnig goeie tekst. Er zijn er weinig slechte, natuurlijk. Maar wat het voor mij helemaal afmaakt, is de videoclip: mannen in maatpak die het zwijn uithangen aan een zwembad. Die clip had ik met Bazart ook wel willen draaien.’

Indieband Geppetto and The Whales, die voor hun laatste album samenwerkte met enkele muzikanten van The National, stuurde bassist Jan Fransen uit. Die kwam terug met Fake Empire, ‘het enige nummer dat ik kan spelen op piano.’ ‘Ik zag The National voor de eerste keer live op Pukkelpop 2008, als zestienjarige snotneus. Elk nummer van Boxer kon ik luidkeels meezingen.’

We vroegen het ook aan Jan De Mars, al vijftien jaar promoverantwoordelijke voor The National in België en een dichte vriend van de band. Secret Meeting is zijn favoriet, en dan vooral door het licht anarchistische einde: ‘Je hoort ze daar vanalles door elkaar roepen. Geen idee wat ze daar zingen, maar ik vind het fascinerend. Bij The National is het net fijn dat niet alles vastligt.’

De keuze van onze redactie: ‘De band voor de twijfelaars en de outcasts’

Ook de redactie van Knack Focus heeft enkele Nationalisten in de rangen. Van chef muziek en chef online Michael Ilegems mogen Matt Berninger en co Slow Show nog eens bovenhalen. ‘Wat Karma Police voor OK Computer van Radiohead is, is Slow Show voor Boxer van The National: de sleutelsong in het middenrif van de plaat die kant A met kant B verbindt. Niet toevallig is Slow Show The National ten voeten uit: episch als het mag (die accordeon!), intiem als het moet (die piano-outro!). En nooit mompelde Matt Berninger mooier dan hier, over die vrouw van wie hij al droomt 29 jaar voor hij haar ontmoet heeft.’

Karel Degraeve, adjunct-hoofdredacteur van Knack en Knack Focus, plukt uit de naamloze debuutplaat van The National (2001) Cold Girl Fever. ‘Ik had meteen een zwak voor The National, om de simpele reden dat ze mij aan The Triffids deden denken, tot op vandaag een van de bands die regelmatig op endless repeat staan bij mij thuis. Cold Girl Fever is daar het bewijs par excellence van, met zijn donkere sfeer, zijn krachtige lyrics (“Put your spine in your back and your arms in your coat /Don’t hold on to me when there’s nothing to hold”) en die meisjesstem op de achtergrond. Toen ik Matt Berninger in 2005 bij de release van hun tweede album Alligator interviewde in de Botanique keek hij raar op, toen ik de vergelijking maakte: hij had nog nooit van The Triffids gehoord. Het interesseerde hem ook geen moer: hij was de vele vergelijkingen met andere bands als Wilco, The Shins en Joy Division toen wellicht al beu. Hij wou, denk ik, met The National zo snel mogelijk zélf een referentie zijn. Mission accomplished.’

‘Mag ik ten slotte nog een diepe buiging maken voor Karen (“Karen, put me in a chair, fuck me and make me a drink“) en Baby, We’ll Be Fine (“I pull off your jeans, and you spill Jack and Coke in my collar“), allebei terug te vinden op Alligator?’ sluit Degraeve af. ‘Door het succes van Boxer (2007) is die plaat wat in de vergetelheid geraakt. Onterecht.’

Recensent Kurt Blondeel zou graag Guilty Party horen, een nummer uit Sleep Well Beast (2017). ‘De dynamische drumpartij doet denken aan iets van Radioheads Kid A en woelt op een halfkoud bed van elektronische en orkestrale toetsen. Een sombere echtscheidingssong waarvan ook gelukkig getrouwden stil kunnen worden.’

Web- en muziekredacteur Jasper Van Loy tenslotte gaat voor Murder Me Rachael uit Cherry Tree. ‘Het jagende drumpatroon en het loensende gitaarriffje vertellen alles wat u moet weten: hier heeft iemand iets verkeerd gedaan. The National is altijd de band van de twijfelaars, tobbers en outcasts geweest, die begrip, ja zelfs een catharsis, vinden in het demonische geschreeuw van Matt Berninger. Zie ook: Abel en Mr November.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content