‘TROTS ZIJN OP MIJN WERK KAN IK NIET’

Vroeger werd ze weleens de getunede versie van Patti Smith genoemd, maar tegenwoordig worden aanstormende zangeressen volop met háár vergeleken. PJ Harvey blijft er stoïcijns onder en gaat op haar achtste plaat voor de evenzoveelste keer een nieuwe richting uit. ‘Voor een politieke plaat als deze moet je verdomd sterk in je schoenen staan.’

Vier jaar geleden gingen we bij PJ Harvey op de thee in haar woonplaats Dorset. Aanleiding was White Chalk, haar zesde plaat en een impliciete ode aan de witte krijtrotsen waarmee de Zuid-Engelse kust is afgebiesd. In een pub in de schaduw van St. Catherine’s Chapel vertelde Harvey toen hoe gelukkig ze was om na lange omzwervingen via New York en L.A. uiteindelijk weer in haar geliefkoosde Dorset te wonen.

‘Toch wel vreemd’, merkte ze toen op. ‘Rond mijn achttiende kon ik hier niet snel genoeg weg zijn en nu voel ik mij nergens zo veilig en geborgen als hier. Als puber vond ik de mentaliteit hier benepen en het isolement verstikkend. Ik werd er claustrofobisch van. Maar als ik nu nog maar een paar dagen van huis ben, krijg ik al heimwee. Ik laat dit verdomde boerengat graag even achter mij, maar ik kom nog liever terug. Mijn hart springt altijd op als ik in Dorset arriveer. Raar, hé?’

Raar is het vooral om vier jaar later naar Let England Shake te luisteren, een plaat waarop la Harvey niet alleen de slagvelden van The British Empire bezoekt, maar ook haar ongenoegen over het Engeland van vandaag de vrije loop laat. Gevraagd naar een toelichting bij die haat-liefdeverhouding met haar vaderland, wijst mevrouw Harvey ons fijntjes en niet voor het laatst tijdens ons gesprek op het onderscheid tussen PJ Harvey en Polly Jean. En tussen Dorset en Engeland.

PJ Harvey: Als ik je kan geruststellen: ik woon nog altijd graag in Dorset. Fantastische plek, I love it with all my heart. Maar Dorset is Engeland niet. Wacht, laat ik de rollen eens omdraaien. Ben jij gelukkig met waar je woont?

Zeer.

Harvey: En maak je je wel eens druk over België?

Jawel.

Harvey:See, het één hoeft het ander toch niet uit te sluiten? Je kunt perfect gelukkig zijn waar je woont, maar je toch opwinden over de richting die het met je land uitgaat. De relatie met mijn geboorteplaats heeft niets te maken met de relatie met mijn vaderland. Mijn kijk op Engeland en de rest van de wereld is de laatste paar jaar niet fundamenteel veranderd.

Wat heeft je ertoe gebracht om het dan zo openlijk over Engeland en zijn oorlogsverleden te hebben?

Harvey: Eigenlijk is dit geen plaat over Engeland. Ik gebruik Engeland als voorbeeld omdat het voor een Britse als ik het land is dat ik het beste ken. Maar de verhalen die ik op deze plaat vertel, kun je volgens mij met alle gemak naar de meeste regio’s in de wereld overplaatsen. Waar je ook woont, haast iedereen heeft een haat-liefdeverhouding met zijn land, is er bij momenten heel erg fier op en zal er zich even vaak diep om schamen. Dat was het denkkader voor deze plaat.

Maar als je kijk op de wereld recent niet veranderd is, waarom dan precies nu zo’n politiek geladen plaat?

Harvey: Omdat ik mezelf daar nu pas toe in staat voelde. Kijk, ik ben altijd heel erg geïnteresseerd geweest in politiek, zowel de Britse als de internationale. Hoe landen en dus mensen over de hele wereld zich tegenover elkaar verhouden: dat heeft me steeds gefascineerd. Alleen ontbrak het me tot nog toe aan zelfvertrouwen om het daarover in mijn muziek te hebben. Als je over zulke onderwerpen statements maakt, moet je verdomd sterk in je schoenen staan. Er komen veel finesses en details bij kijken. En die moet je ook nog eens even genuanceerd kunnen overbrengen in je muziek. Het is een moeilijke evenwichtsoefening waarvan ik pas nu het gevoel had dat ik ze aankon.

Je benadrukt het universele karakter van ‘Let England Shake’, maar had je ook voorzien dat de plaat als een kritiek op de Britse politiek kon worden geïnterpreteerd?

Harvey: Natuurlijk. En daarom heb ik me voor het eerst in mijn leven echt voorbereid op de interviews die ik over de plaat geef. Ik wist dat deze plaat op heel uiteenlopende manieren zou geïnterpreteerd worden. En dat journalisten, vooral Britse journalisten, erop gebrand zouden zijn om me politieke uitspraken te ontlokken. Daarom heb ik me voorgenomen om in elk interview te benadrukken hoeveel belang ik hecht aan het onderscheid tussen de artiest PJ Harvey en de mens PJ Harvey. Sorry dus als ik erover blijf doorbomen: ik ben geconditioneerd geraakt. (Lacht)

Net zoals al mijn andere platen is ook Let England Shake geen puur persoonlijke of autobiografische plaat. Ik heb om te beginnen niet meegevochten in de Eerste Wereldoorlog. (Lacht) Net zomin als ik mijn dochter ooit verdronken heb in een rivier. Pas op, we zitten daar nu wel wat lacherig over te doen, maar er zijn mensen die een nummer als Down By The Water voor waar aannemen, hé.

Misschien gaat die politieke interpretatie van de plaat wel terug op de live-uitvoering van ‘Let England Shake’ een jaar geleden op de BBC in aanwezigheid van toenmalig premier Gordon Brown, waardoor het nummer als vanzelf de allure van een statement kreeg.

Harvey: Het kwam niet echt subtiel over, dat is het minste wat je kunt zeggen. (Lacht) Ik begrijp dat die situatie makkelijk als een protestactie kan worden voorgesteld, maar dat was helemaal niet de bedoeling. Soms voel je je als artiest best machteloos, hoor. Je doet iets, maar hoe het geïnterpreteerd wordt, heb je niet in de hand.

Heb je achteraf nog met Gordon Brown gepraat?

Harvey: Neen. Best jammer. Ik had graag eens met hem van gedachten gewisseld en hem gevraagd wat hij van het nummer vond.

GEK VAN GAGA

De laatste tien jaar lijk je je privéleven nog hardnekkiger af te schermen dan voordien.

Harvey: Ik heb mijn privéleven altijd afgeschermd. Ik sta misschien iets minder permanent in de belangstelling dan vroeger, maar dat ligt gewoon aan mijn veranderde werkritme. Vóór 2000 bracht ik minstens om de twee jaar een nieuwe plaat uit, met die regelmaat heb ik wél bewust gebroken.

Wat ik bedoel, is dat er vroeger in bepaalde media al eens over je liefdesleven werd geschreven en nu niet meer.

Harvey:(Afgemeten) Dat kan best zijn, ik zou het niet weten. Ik lees niet wat er over me geschreven wordt. Echt niet. Ik ben niet het type dat met celebrity’s optrekt, dus veel aanleiding om over me te schrijven geef ik de roddelpers niet.

Tijdens ons vorige gesprek gaf je aan dat je almaar selectiever naar muziek luistert, haast enkel nog naar dingen die je als artiest kunnen stimuleren. Wil dat zeggen dat je popmuziek zo’n beetje uit je leven gebannen hebt?

Harvey: Neen, natuurlijk niet. Nu doe je precies of ik me daar in Dorset van de rest van de wereld afsluit om als een kluizenaar aan mijn oeuvre te werken. Ik weet dat dat het beeld is dat veel mensen van mij hebben, maar het klopt maar voor de helft. (Lacht) Feit is dat ik als artieste veel meer geprikkeld word door schilders, beeldhouwers, filmmakers en schrijvers dan door andere muzikanten. Vooral schrijvers inspireren me de laatste tijd, en dan met name toneelschrijvers. Qua muziek word ik nog altijd meer aangesproken door de oude dingen die in mijn platenkast staan dan door hedendaagse pop. Maar dat neemt niet weg dat ik in de auto vaak luister naar de mainstreamhits die op de radio passeren.

Wat is de laatste popsensatie die je echt goed vond?

Harvey: Ik houd wel van Lady GaGa. En ik weet niet of Outkast nog onder de noemer popmuziek valt, maar die vind ik ook goed. En Cee Lo Green. En euhm, nog een hele reeks artiesten van wie de naam me nu ontsnapt. Maar ja, daarom is het ook popmuziek natuurlijk: het ene oor in, het andere weer uit.

Heb je al van Anna Calvi gehoord?

Harvey: Ik heb al veel óver haar gehoord, maar nauwelijks iets van haar muziek. Ik was daarnet trouwens nog toevallig aan het bellen met Rob (Ellis, producer van Anna Calvi en één van Harveys vertrouwelingen; nvdr.). Ik heb hem gevraagd om me Anna’s plaat zo snel mogelijk te bezorgen, want ik heb het gevoel dat er wel eens vragen over kunnen komen.

Precies. Anna Calvi wordt uitentreuren met jou vergeleken. Hoe voelt het om een muzikaal ijkpunt te zijn geworden?

Harvey:Pfff, ik weet niet wat ik daarvan moet denken. Ik heb vooral met Anna te doen, want het moet niet leuk zijn om als getalenteerde vrouw ‘de nieuwe PJ Harvey’ of ‘de nieuwe whatever‘ genoemd te worden. Toen ik begon, werd ik voortdurend met Patti Smith vergeleken en dat vond ik ook niet leuk. Zulke vergelijkingen suggereren dat ik gearriveerd ben, maar zo weiger ik over mezelf te denken. Ik heb het gevoel dat ik als artieste nog een lange weg heb af te leggen. Trots zijn op mijn werk: dat zit niet in mij. Ik vind dat ik nog veel te bewijzen heb.

LET ENGLAND SHAKE

Uit bij Universal.

DOOR VINCENT BYLOO

‘Veel mensen denken dat ik in Dorset als een kluizenaar aan mijn muziek zit te werken – dat klopt maar half.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content