Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Krokodillentranen – Een roman als een moeras. Het klinkt niet echt als een compliment. Tenzij je zo veel onwezenlijke ontmoetingen naar boven dregt als Karen Russell in haar debuut ‘Swamplandia!’.

Karen Russell, Contact (originele titel: Swamplandia!), 464 blz., euro 24,95.

‘We vielen.’ Dat is kort samengevat het verhaal van Kiwi, Ossie, Ava en hun vader Chief Bigtree. Een familie van krokodillenworstelaars die op een eiland in de moerassen van de Everglades woont. Chief Bigtree en zijn vrouw Hilola hebben er hun eigen leven uit de zwevende wortels van de mangrove gehouwen. Ze stichtten er Swamplandia!, een krokodillenpretpark. Met als zon waar hun wereld rond draait: Hilola. Zij steelt iedere avond weer de show met haar dodelijke duik in de poel vol krokodillen.

Maar dan sterft Hilola. Het is het begin van de val, het begin van het einde van Swamplandia! Of zoals Ava Bigtree het schrijft: ‘Het begin van het einde voelt erg aan als het midden als je er middenin zit.’ Zonder Hilola is Swamplandia! gewoon een stinkende put met zowat honderd krokodillen. De sensatie is weg. De sensatie van de tengere vrouw die vecht met de krokodillen en de sensatie van het ongelijke gevecht. Bovendien opent op het vasteland de World of Darkness, een pretpark met wildwaterbanen, death rides, trillende ervaringen en als toetje een paar krokodillen.

Het leven op Swamplandia! rafelt uiteen. De nuchtere Kiwi, die altijd heeft gedacht dat zijn herseninhoud te groot was voor een leven in een moeras, vertrekt om aan de toekomst te werken. Daarna verdwijnt Chief Bigtree op een van zijn zogenaamde zakentrips. Ava en de esoterische zus Ossie blijven alleen achter en voelen de grond van hun wereld steeds weker, onwezenlijker en drassiger worden. De geschiedenis op Swamplandia! had altijd al de gewoonte veranderlijk te zijn. In de zelf gefabriceerde familiegeschiedenis werden data geschrapt, verdwenen artefacten en kregen verhalen makkelijk een alternatief einde. Maar plots lijkt het hele moeras op een losgeslagen baggerschip dat lijken, geesten en oude kleren uit de drek trekt.

Russell laat afwisselend Kiwi en Ava Bigtree het verhaal van de ondergang vertellen. Kiwi, die zijn toekomst als sanitair medewerker van de World of Darkness begint en leert dat de poëzie van Yates niet bedoeld is om met de bro’s te spreken, zorgt daarbij voor de meer hilarische wendingen in het verhaal. Ava voegt daar een portie miraculeuze hocus pocus aan toe. Ze is twaalf en het standpunt van een twaalfjarige is niet makkelijk vol te houden. Hoeveel weet een kind van twaalf? Hoeveel begrijpt een kind van twaalf? En kan een kind van twaalf zinnen als wurgende slierten wier uit de losse pols schudden?

Gelukkig is er de truc van de geleende gedachte en die leidt bij Russell tot loepzuivere observaties. ‘De asterix, leerde de Chief ons, was het speciale leesteken dat God ons gaf om leugens te neutraliseren.’ Of: ‘Mensen van het vasteland leefden als bestek in een lade.’ Dit soort zinnen borrelen als verloren gewaande juwelen uit het moeras op en trekken je als lezer de wonderlijke wereld van krokodillen, vogelmannen en eilandbewoners in. Enige voorwaarde: je moet je laten meedrijven. Of zoals Lewis Carroll het in het openingscitaat verwoordt: door het sleutelgat kruipen en alles waarin je gelooft achterlaten.

TINE HENS

Sleutelzin ‘Onze moeder trad op bij sterrenlicht.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content