Ze worden snel groot, mijnheer! In 2006 waren de jongens van Freaky Age nog de piepkuikens van de Rock Rally, maar vier jaar later beschikt de band over een volwassen tweede plaat, een Londens adres én een snorretje. ‘We moeten nu alles op alles zetten. ‘

Puntlaarzen met hak, skinny jeans, hemd open tot aan de navel en – uiteraard – de obligate hoed: Lenny Crabbe en Mathias Declercq, respectievelijk de zanger en gitarist van Freaky Age, zien er très dandy uit. Très London ook, en dat is geen toeval: Crabbe, nog altijd maar achttien, woont sinds oktober boven een curry house op Brick Lane, zowat de hipste straat van East London. Terwijl de rest van de band braaf naar de unief ging, maakte Crabbe zijn middelbaar niet af en volgde hij zijn Britse vriendin naar Engeland voor zijn portie rock-‘n-rollromantiek. Het verslag hoort u op Living in Particular Ways, hun prima tweede plaat.

Soulwax heeft er een loft, Bent Van Looy heeft er geresideerd en The Van Jets namen er hun laatste plaat op. East End lijkt stilaan een enclave voor Belgische artiesten.

Lenny Crabbe: Toen ik er pas was, hoorde ik een paar Belgen onder mijn raam. Bleken dat de gasten van The Subs! Net voor mij hebben ze er ook een jaar gewoond – ze denken er trouwens over om weer naar daar te verhuizen. Ik ben enkele keren met hen uitgeweest in East End. Toffe mannen. In Londen gebeuren zoveel verschillende dingen, er lopen zoveel verschillende mensen rond en je hoort er de strafste verhalen. Ik snap wel dat je dat als muzikant aantrekt. Ik ben zelf iemand die constant een changement de décor nodig heeft. Hier is er elke week wel iets nieuws.

‘Als ik in Londen ben, kan ik Paul Gallagher – broer van – en Carl Barat van The Libertines bellen om iets te gaan doen’, liet je optekenen in ‘Joepie’.

Crabbe: (Lacht) Ik ben goed bevriend met Paul – we dj’en vaak in de Make-Up Club in Gent – en met Carl heb ik een keer of zeven de avond doorgebracht. Ik zal daar niet snel een pint mee gaan drinken, maar ik ken hem wel. Het was nooit de bedoeling om dat in Joepie zo te laten overkomen. Dat klinkt zó verkeerd, dat besef ik ook wel.

Het is na het lezen van zulke uitspraken dat mensen je als té rock-‘n-roll durven te klasseren.

Crabbe: Dat heb ik al vaker gehoord. ‘Ik dacht dat je een arrogante klootzak was, maar eigenlijk val je goed mee.’ Veel mensen hebben een verkeerd beeld van mij. Als je als jonge gast gepassioneerd met iets bezig bent en een ander parcours aflegt dan je leeftijdsgenoten, word je onmiddellijk gepinpoint. Ook met Freaky Age: het heeft lang geduurd voor we hier ernstig genomen werden.

Het vraagt wel wat overtuiging van een achttienjarige om de school te verlaten en naar het buitenland te trekken. Zo zeker van je stuk?

Crabbe: Ja en neen. Op dit moment ben ik heel gepassioneerd door muziek en wil ik er helemaal voor gaan. En voor de dingen die ik daarnaast zou willen doen – boeken schrijven, films maken – heb ik geen diploma nodig. Plus: ik wil nog niet te veel verantwoordelijkheden – geen hypotheek, geen kinderen. Als ik zonder werk kom te zitten, kan ik altijd nog in mijn auto gaan wonen. Hoe jeugdig en geromantiseerd dat ook klinkt.

Mathias Declercq: Ik zie jou ook niet meteen in een kantoortje werken.

Crabbe: Weet je, er zijn te weinig mensen die risico’s durven te nemen. Jonge groepen die alles op alles zetten, dat gebeurt blijkbaar niet meer. Terwijl daar volgens mij nog altijd de beste bands uitkomen.

Declercq: In interviews met The Galacticos of Team William lees je altijd dat ze het niet te ernstig willen nemen. Het moet fun blijven. Wel, bij ons is het ook nog altijd voor de fun, maar we willen er wel van kunnen leven. En dan kun je je op weinig anders concentreren.

Is dat ook waar ‘Living in Particular Ways’, de titel van jullie tweede plaat, op slaat: je eigen weg zoeken in je generatie?

Declercq: We hebben niet echt een evidente levensstijl voor een achttien- of negentienjarige, neen.

Crabbe: Ik was op zoek naar een overkoepelende titel voor de plaat, iets dat sloeg op hoe ons leven er de afgelopen twee jaar heeft uitgezien. Vrienden die doodgaan, relaties die op de klippen lopen, een bassist die weggaat: het is niet allemaal even doorsnee geweest sinds Every Morning Breaks Out.

Jullie namen de plaat op in Dada Studio in Schaarbeek, waar Millionaire ‘Outside the Simian Flock’ opnam.

Crabbe: Het was Schaarbeek of Londen, en Schaarbeek was more appealing. (Lacht) Neen, we wilden in een huiselijke sfeer kunnen opnemen, en dat was in Londen niet mogelijk. Het ging er heel losjes toe: elke avond kwamen er vrienden koken, we hielden er feestjes en namen een take op om vijf uur ’s morgens als we daar zin in hadden. Voor ons werkt dat het best.

De plaat klinkt wel heel Angelsaksisch. The Libertines, Arctic Monkeys, The Strokes: het zit er allemaal in.

Crabbe: Dat zijn bands waarnaar we veel geluisterd hebben. Maar ik denk niet dat we als rip-offs van die groepen klinken. In Engeland is het belangrijk om een ander geluid te hebben dan de bands die ze er al kennen. En ik denk dat we daar ook in geslaagd zijn. Frank Arkwright, die onze plaat gemasterd heeft en eerder voor The Smiths, New Order en Arcade Fire heeft gewerkt, heeft het mooi verwoord. ‘Jullie zijn een nieuwe versie van alle goede dingen die ik in de afgelopen dertig jaar gehoord heb.’

Je maakt er geen geheim van dat jullie met deze plaat voet aan de grond krijgen in Engeland. Enig succes?

Crabbe: Vanaf april gaan we toeren door Engeland. Tegelijk zijn er een paar mensen geïnteresseerd om onze plaat uit te brengen – we zijn nu aan het zien waar we gaan tekenen. Alles ziet er vree goed uit, maar we zullen zien hoe het loopt. Ik moet nu alles op alles zetten. Als dit niet lukt, heb ik niets anders. Ik kan mij niet veroorloven om het nog tien jaar rustig aan te doen, want dan is het te laat. Ik kan niet meer terug, en ik wil ook niet terug. Maar al bij al ben ik er gerust in: alles zal wel op zijn pootjes terechtkomen.

Living in Particular Ways

Nu uit bij V2.

DOOR GEERT ZAGERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content