GIN, ZEESLAG EN EEN POTJE GOLF

IAN HUNTER en ANTHONY QUAYLE jagen op de Graf Spee. 'Daar zul je die goeie ouwe tiddy-oggy hebben.'

Midden jaren vijftig schonk ook het bejubelde duo Michael Powell en Emeric Pressburger zijn bijdrage aan de toevloed van Britse oorlogsfilms. The Battle of the River Plate voer echter een licht andere koers dan de concurrentie.

THE BATTLE OF THE RIVER PLATE ***

Michael Powell & Emeric Pressburger

VK, 1956

Carlton / blu-ray

In de jaren veertig en vijftig was het logo van The Archers, het productiebedrijf van de Britse regisseur Michael Powell en zijn Hongaarse schrijf-, productie- en regiepartner Emeric Pressburger, een echt kwaliteitslabel. Terecht ook, want de films die beide heren samen op touw zetten, waren doorgaans – komt-ie – een schot in de roos. Het superieure melodrama A Matter of Life and Death (1946), de spirituele romantiek van Black Narcissus, het feeërieke dansspektakel The Red Shoes (1948): het is geen toeval dat onder meer Martin Scorsese er lyrisch over doet. Zoals dat al te vaak gaat bij kwaliteitsfilms hadden ze echter alle moeite hun financiers steeds opnieuw te overtuigen. Na vijf flops op een rij konden Powell & Pressburger niets anders dan de eerste regel van hun Archers Manifesto volgen: ‘We zijn aan niemand gebonden, behalve de financiële belanghebbenden die ons van geld voorzien, en de enige verantwoordelijkheid die we hen verschuldigd zijn, is dat we winst genereren, geen verlies.’

Dus besloten ze halfweg de jaren vijftig om mee te springen op de golf van Britse films over de gloriemomenten uit de Tweede Wereldoorlog. En de zeeslag die in december 1939 uitgevochten werd aan de monding van de Río de la Plata, voor de kust van Uruguay, was zo’n triomf. Toen namen drie Britse kruisers het gevreesde Duitse pantserschip Admiral Graf Spee te grazen, al ging dat niet zoals iedereen gedacht had. Op papier was de slag een demonstratie van heldenmoed, onverzettelijkheid en patriottisme. Bij momenten borrelt de propaganda ook in The Battle of the River Plate naar boven, zoals wanneer een Britse kapitein van een van de kruisers er door een matroos op gewezen wordt dat hij een gat in zijn been heeft en de dappere officier antwoordt: ‘Oh, ik had het niet eens gemerkt!’ Of wanneer een gewonde matroos kreunend verzorging afwijst omdat zijn kompaan naast hem er nog erger aan toe is.

Toch zetten Powell & Pressburger accenten die je niet zou verwachten. Zo komt Langsdorff, de kapitein van de Graf Spree, over als een elegante en respectabele gentleman, zeker in de vertolking van Peter Finch. De kapiteins van de Britse schepen zijn daarentegen onmiskenbaar producten van privéscholen, heren die de gin bovenhalen als ze hun oorlogsplannen gemaakt hebben, evenveel waarde hechten aan hun golfclubs als aan hun schepen en juichen om hun promotie terwijl de matrozen zwoegen om de schade te herstellen. Al even opmerkelijk is de aandacht voor detail die Powell & Pressburger aan de dag leggen, in die mate dat The Battle of the River Plate bij momenten iets weg heeft van een documentaire. Het levert onder meer dialogen op als ‘Here she comes, the old tiddy-oggy!’ Geen idee wat het betekent, maar het klinkt geweldig.

RUBEN NOLLET

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content