DE SCHADUW VAN DE SPIN

Hollywood houdt zijn adem in voor The Amazing Spider-Man. Hoe zal het publiek reageren op een nieuw verhaal, een nieuwe regisseur én een nieuwe hoofdacteur? Andrew Garfield, le nouveau Peter Parker, voelt zich prima in ‘de grootste gok van de zomer’.

‘Kun jij me misschien vertellen waar ik ben? Enkele dagen geleden was ik nog in New York, ik ben naar Tokio, Moskou en Londen gegaan en nu zeggen mensen me dat ik in Parijs zit. Het lijkt wel de reis rond de wereld in 80 minuten.’ Andrew Garfield bevindt zich wel degelijk in de Franse hoofdstad, maar voor de 28-jarige Brit gaat het inderdaad hard, oerend hard. Na enkele toneel- en tv-opdrachten schitterde de tengere acteur eerst in arthousefilms als Lion for Lambs, Boy A en Never Let Me Go. In 2010 brak hij door bij het grote publiek als wrokkige Facebook-medeoprichter Eduardo Saverin in David Finchers The Social Network en werd hij uitgekozen om Peter Parker te spelen in The Amazing Spider-Man, de nieuwste blockbuster over de jonge reporter die superkrachten krijgt door de beet van een radioactieve spin.

Zijn casting was maar een van vele controversiële keuzes voor wat men in Hollywood ‘de grootste gok van de zomer’ noemt. Na drie succesvolle Spider-Man-films werden regisseur Sam Raimi en hoofdrolspelers Tobey Maguire en Kirsten Dunst bedankt voor bewezen diensten. Raimi werd vervangen door Marc Webb, een groentje met een paar videoclips en de eigenzinnige romantische komedie (500) Days of Summer op zijn cv. Een legertje scenaristen kreeg op zijn beurt de opdracht om helemaal terug van nul te beginnen – in deze film is Peter Parker nog een schoolgaande tiener.

Waarom besloot Columbia Pictures om Spider-Man weer van de grond af op te bouwen? Was Raimi werkelijk uitverteld? Lag het aan de felle kritiek op zijn – het moet gezegd: waardeloze – derde Spider-Manprent? Of wilde de studio de controle over een van haar meest winstgevende franchises herwinnen? Vragen die Garfield zich alvast niet stelt: ‘Ik heb me over die dingen nooit het hoofd gebroken. Ik was vooral blij dat er een nieuwe Spideyfilm in de steigers stond. Hij is altijd mijn favoriete superheld geweest. De eerste comic die ik kocht, was er eentje van Spider-Man. Ik keek als een bezetene naar de animatiereeks en heb genoten van de films die Sam en Tobey maakten. Ik zal nooit genoeg krijgen van Spider-Man.’

Was het niet angstaanjagend om zo snel in Tobey Maguires voetsporen te treden?

ANDREW GARFIELD: Met alle respect voor Tobey – hij heeft fantastisch werk geleverd – maar daar heb ik geen moment over nagedacht. Spider-Man is een icoon dat alles en iedereen overstijgt. Tobben over dat soort vergelijkingen is puur tijdverlies. ‘Met grote krachten komt een grote verantwoordelijkheid’, zoals Spider-Man zegt, dus kon ik maar één ding doen: hem zo goed mogelijk neerzetten.

Je voorganger focuste zich op de dialoogscènes en liet het kunst- en vliegwerk aan het stuntteam over. Jij ook?

GARFIELD: Nee, man. Ik ben er volledig voor gegaan. In de vier maanden die aan de opnames voorafgingen, trainde ik zes uur per dag. Mijn programma bestond uit verschillende onderdelen. In de eerste plaats krachttraining, al was die heel specifiek. Ik wilde wel aan spiermassa winnen, maar mijn magere look niet verliezen. Ik vond Spider-Man als kind net cool omdat hij in tegenstelling tot alle andere superhelden niet gespierd was: hij was net zoals ik een schriel mannetje. Hem stoere slechteriken in elkaar zien rammen was voor mij echte wish fulfilment.

Daarnaast was er de bewegingsleer. Filmgevechten zijn niet meer dan uit de hand gelopen danssequenties: ik moest dus een flink aantal choreografieën uit het hoofd leren. Daarnaast gingen we op zoek naar een manier om mijn lichaamstaal op een geloofwaardige manier aan te passen. Er moest een duidelijk verschil zijn tussen de Peter van voor en van na de spinnenbeet. Vandaar dat ik veel energie in trampolinetrainingen en evenwichtsoefeningen heb gestoken.

Nieuwe talenten ontdekt?

GARFIELD: Ik sta nog steeds versteld van mijn uithoudingsvermogen. Ik wist niet dat ik zover kon gaan. Ik was bereid om tot het uiterste te gaan, maar stuntcoördinator Andy Armstrong – die aan verschillende Indiana Jones- en James Bond-films meewerkte – pushte me nog veel verder.

Nu klinkt het alsof je het merendeel van de stunts zelf hebt uitgevoerd.

GARFIELD: Als het aan mij had gelegen, was dat zo geweest. Maar de verdomde verzekeringsmaatschappij stak daar een stokje voor. Uiteindelijk heb ik ongeveer zestig procent van de stunts voor mijn rekening genomen. Niet slecht voor een film vol actie.

Over actie gesproken: is het niet vreemd om deze film te laten regisseren door iemand die alleen maar videoclips en één romantische komedie op zijn naam had staan?

GARFIELD: Marc heeft inderdaad weinig ervaring wat actiescènes betreft, maar in tegenstelling tot veel van zijn collega’s had hij een welomlijnde visie. Hij hamerde erop dat de grootse set pieces ten dienste van het verhaal moesten staan. Het is makkelijk om het publiek te overdonderen met indrukwekkende explosies, maar als je die goed in je scenario verwerkt, is hun impact des te groter. Vandaar dat we het enorm belangrijk vonden om te tonen hoe Peter in het begin staat te klungelen met zijn nieuwe gaven. Het kost hem bloed, zweet en tranen om zijn superkrachten te doorgronden, maar als hij ze eindelijk onder de knie heeft, is het resultaat des te spectaculairder.

Jullie zijn blijkbaar voor een zo realistisch mogelijke aanpak gegaan. Betekent dat dat je ook effectief spinnen hebt bestudeerd?

GARFIELD: Onder lichte dwang van Marc heb ik me inderdaad een tijdlang ondergedompeld in de wondere wereld der spinnen. Dat Peters DNA met dat van een spin vermengd wordt, heeft reusachtige gevolgen. Een puber beweegt eerder nonchalant, terwijl een spin een zekere sierlijkheid heeft. Het zijn dergelijke details die het eindresultaat geloofwaardiger maken.

Dat klinkt allemaal heel serieus. Moet de kijker zich klaarmaken voor een kurkdroge interpretatie à la Christopher Nolans Batmantrilogie?

GARFIELD: Absoluut niet! Humor zal altijd een van de belangrijkste ingrediënten van Spider-Man zijn. Peter is een enorm gevatte kerel en als hij zijn masker opzet, laat hij zich helemaal gaan. Dan verandert hij in de ultieme schelm. Op dat gebied is hij een echte tiener. Tegelijkertijd is het die ondeugendheid die hem – en anderen – vaak in levensgevaar brengt.

Levensgevaar van dienst is dokter Curt Connors, een eenarmige wetenschapper die na een experiment in een reusachtige hagedis verandert. Heb je geen schrik dat zo’n extravagant personage jouw versie van Spider-Man zal overschaduwen?

GARFIELD: Er zijn lui die beweren dat de kwaliteit van Marvelcomics van het niveau van de slechteriken afhangt. Met die theorie ga ik niet akkoord. Als de held niet interessant is, heb je geen verhaal, punt. Comics zijn – net zoals films, boeken en toneelstukken – op hun best als alle personages diepte hebben. Vandaar dat Marc op de set altijd bleef herhalen dat het verhaal belangrijker was dan de actie.

Ook niet onbelangrijk is het romantische element. Peters love interest wordt gespeeld door The Help-revelatie Emma Stone, met wie je ondertussen in het echte leven een relatie hebt. Was het meteen raak op de set?

GARFIELD: Dat ga ik niet aan je neus hangen. (lacht) Maar Emma was de perfecte tegenspeelster. Volgens mij loopt er op deze planeet geen opgewektere actrice rond, haar levensvreugde en spontaniteit werkten enorm aanstekelijk. Bovendien kan ze een stevig stukje improviseren. Zowel Marc als ik hadden moeite om haar bij te houden.

Is er bij dit soort films dan ruimte voor improvisatie?

GARFIELD: Absoluut, bij momenten leek het alsof we met een studentenfilm bezig waren. We waren samen non-stop op zoek naar de juiste manier om dit verhaal te vertellen. Ik geloof niet dat er veel blockbusters op zo’n aftastende manier gemaakt worden.

Maar het verschil met kleine producties als Boy A of Never Let Me Go moet toch enorm zijn geweest?

GARFIELD: Het spreekt vanzelf dat alles veel langer duurde. De shoot nam bijna een half jaar in beslag, waardoor het soms moeilijk was om gefocust te blijven. Maar qua werkwijze merkte ik weinig verschil met mijn vorige projecten.

Heb je tijd om te proeven van al die plekken die je tijdens deze promotournee bezoekt?

GARFIELD: Je hoort me niet klagen. De laatste dagen heb ik verse vis gegeten op een klein Japans marktje, rondgewandeld op het Rode Plein en mijn familie geknuffeld in het Verenigd Koninkrijk. En deze ochtend liep ik door de straten van Parijs. Het was zo vroeg dat er buiten mij en de straatvegers geen levende ziel te bespeuren was. Ik heb een hekel aan acteurs die zich in hun hotelkamer opsluiten. Ze weten niet wat ze missen. Andere mensen zouden een moord begaan om de wereld rond te reizen. Maar wat doen zij? Zappen tussen onnozele tv-programma’s of wat met hun iPad klooien. Toen ik aan dit avontuur begon, heb ik een deal met mezelf gesloten: ‘Andrew, geniet met volle teugen van de kansen die je krijgt.’

Misschien zijn je beroemde collega’s het gewoon moe om door fans belaagd te worden?

GARFIELD: Bij zulke zaken sta ik niet stil. I go with the flow. Ik neem de dingen zoals ze komen. Trouwens: volgens mij kun je, als je dat echt wilt, altijd in de massa verdwijnen. Geef me een zonnebril, een petje of een hoody en geen kat die me herkent. Zelfs niet als The Amazing Spider-Man de grootste hit aller tijden wordt.

THE AMAZING SPIDER-MAN

VANAF 4/7 IN DE BIOSCOOP.

DOOR STEVEN TUFFIN

ANDREW GARFIELD: ‘SPIDER-MAN IS NET ZOALS IK EEN SCHRIEL VENTJE. DAAROM VOND IK HEM ALS KIND JUIST COOL. ‘

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content