Bart Cornand

Redacteur Knack

Bart Cornand

Feedback of vragen?

Contacteer de auteur. Laat je naam, het betreffende artikel en jouw vraag na.

teletobben Interviewen is het moeilijkste wat er bestaat. Het vreemde is dat iedereen denkt dat hij het kan. Zelfs sportjournalisten, kun je nagaan. Het handige van de hedendaagse interviewtechniek is dat je geen vragen hoeft te stellen. 'Het veld lag er vandaag hard bij' volstaat als opener. En dan zijn types als Eric Van Meir of Filip Dewilde voor vijf minuten vertrokken _ als is die laatste toch wat stiller geworden sinds hij tijdens een interland een Turk onthoofdde. Het merkwaardige is dat die mannen met de jaren het discours van de kranten begonnen over te nemen: 'Inderdaad, de koperen ploert heeft het malse grastapijt de voorbije dagen herleid tot een hobbelige, bonkige, ik zou zelfs zeggen granieten woestenij, waardoor de balrecuperatie naar de groep toe niet volgens de beoogde strategie werd voltrokken en wij het slot niet meer op de deur konden houden.' Waarna Dirk Abrams en zijn hulpje met een Samson op een stok in de perszaal rustig broodjes gehakt kunnen gaan eten.Zeer, zeer zelden krijg je op de televisie iets beters te zien. Behalve _ vreemd genoeg _ in de zomer, een seizoen als een granieten woestenij van herhalingen en gekwebbel. Dan is er op Nederland 3 immers Zomergasten met Adriaan van Dis, en op Canvas De 7 hoofdzonden met Jan Leyers.Zomergasten is op een heerlijke manier niet meer van deze tijd. Drie uur lang praat Van Dis met één gast over wat hem of haar boeit in het leven, op basis van tv?fragmenten die de gast heeft uitgekozen. Dat kan al eens wat deining geven. Zo had Kristien Hemmerechts vorig jaar een stevig brokje porno geselecteerd, waarin onder andere een vacuümpomp voor vrouwen werd gedemonstreerd. Van Dis kon zijn verwondering over het resultaat van al die mechaniek niet op: 'Het lijkt wel een kippetje', zei hij in zijn afgeknepen Nederlands. Ettelijke VPRO?abonnees moesten van Hemmerechts en haar kip niets weten, en zegden hun lidmaatschap op. Laatst kreeg hij Sylvia Tóth over de vloer, een Nederlandse zakenvrouw van het soort dat haar chihuahua 'Nasdaq' noemt en voor het slapengaan nog een hoofdstukje leest uit het kwartaalrapport van de Amerikaanse centrale bank. Fuchsia mantelpakje, diamanten collier, u kent het type. Met 'Het veld lag er hard bij' kom je bij zo'n carrièremens niet ver. De schuine lolligheid van Jan Verheyen snápt zo iemand zelfs niet. Dus blijft Van Dis meesterlijk zijn achterdochtige zelf. 'Ik weet iets over u', lees je in zijn ogen. 'Ik doorzie u wel. Maar vertelt u voor de zekerheid toch maar uw verhaal.' Deze man gaat niet met iemand aan tafel zitten zonder diens integrale oeuvre en enkele naslagwerken aan zijn zij. En hij heeft die, in tegenstelling tot Bruno Wyndaele, nog helemaal zélf gelezen ook. Het knappe is dat Van Dis de beheersing bezit om zijn waakzaamheid niet in dédain te laten omslaan. Daar is een Haagse heer van stand voor nodig.Of een Jan Leyers. Bij iemand als hij wordt het ons al eens droef te moede: filosoof, muzikant, kundig tv?maker én een succes bij de vrouwen... Some guys have all the luck. Eigenlijk is de formule waarvan De 7 hoofdzonden zich bedient, door de jaren heen al behoorlijk uitgehold. Wat kan het me schelen als wéér iemand zegt dat zijn vrouw rustig vreemd mag gaan, ik geloof hem toch niet. Nee, het succes van dit programma zit in de ogen van Leyers. Weinig mensen kunnen zo mooi bewonderen als hij. En met die ogen besluipt hij zijn gasten vanuit een andere hoek dan Van Dis dat zou doen. Een olympic view is hem blijkbaar vreemd; hij kiest voor de Vlaamse rol van underdog. Dat kan ook moeilijk anders als je mensen met een stevig soortelijk gewicht uitnodigt, genre Angèle Manteau, Willy Claes, Jaap Kruithof. Leyers zet hen van bij het begin op een sokkel, schraapt vraag na vraag wat aarde bij elkaar om op te gaan staan, en kijkt hen na vijfendertig minuten recht in de ogen.Dat bleek heel mooi tijdens de uitzending met Henny Vrienten, gewezen frontman van de Nederlandse band Doe Maar. Een gesprek onder collega's dus, dat makkelijk in een ons?kent?ons?sfeertje had kunnen verglijden. Niet met Leyers, die rustig opbouwt, van Vrientens semina
teletobben Elf jaar moet ik zijn geweest, toen ik voor het eerst werd geopereerd. Daar hoorde vooraf een preoperatief onderzoek bij _ een bloedprik, een cardiogram, u kent het wel. Dat verliep ongeveer zo: pokdalig studentje vult een buisje bloed, ik trek bleek weg, val drie minuten later flauw in de hal van Sint?Jozef, mijn moeder schreeuwt 'Masoeur, mijn manneke is van zijn stokske gevallen!' Waarop masoeur: 'Leg hem daar aan de kant, het is geen gezicht.' Het is er sindsdien niet beter op geworden. Bij de geur van ether draait mijn maag om, het getik van gezondheidsklompen op linoleum maakt me hoorndol, ik wordt ijl als ik nog maar aan naalden denk.Speciaal voor mensen als ik zijn er op tv ziekenhuisseries. Oorspronkelijk waren dat doorslagjes van de beruchte Bouquet?romannetjes: de passie tussen een jonge verpleegster en een chirurg op leeftijd, genre Schwarzwaldklinik. Met ER werd de boel al een stuk levendiger. Er werd flink gegoocheld met Latijnse termen, elke bijna geslaagde operatie werd toch nog spannend met de woorden 'we hebben een spuiter', waarna een fontein bloed de steriele kiel van dokter Ross een fris kleurtje gaf. Het zag er voor buitenstaanders erg realistisch uit, en vooral: de kans dat George Clooney plots in een croonerversie van The Hills Are Alive with the Sound of Music zou ontsteken, was beduidend kleiner dan bij die Duitse bergdokters.Daar had al dat realisme voor mijn part mogen ophouden, maar zo werkt dat op tv kennelijk niet. Het moet échter, herkenbaarder, diepmenselijker, en op tranen en bloed hoeven de makers niet te besparen.Zo komt het dat we zo goed als dagelijks in primetime een portie witte jassen te verwerken krijgen. Op de VRT is er Het leven zoals het elders is: Dierendokters. Die titel doet me altijd denken aan een van mijn oude aardrijkskundeboeken, waarin foto's stonden van mammoetslagtanden in Siberië en van bleke, koeien melkende meisjes op een sovchoz. Maar dat 'elders' is in dit geval een stuk dichter bij huis: de BBC volgde vijf afgestudeerde dierenartsen bij hun eerste stappen in de praktijk. Echt spannende tv levert dat niet op, dunkt me, want die beestenseries zitten nog duidelijk in het pre?ER?tijdperk: het liefdesleven van de dokters krijgt bijna evenveel aandacht als een kater met prostaatklachten, en er wordt maar met mondjesmaat gestorven. Dus eindigt elke uitzending met beelden van blije baasjes met blije diertjes die met drie poten of zonder klaplong een gelukkig leven tegemoet gaan. Je zou van minder een spuiter krijgen. Kreupele honden, hagedissen met overgewicht... waarom wordt dit allemaal gefilmd, vraag ik mij af. Omdat de BBC als staatsomroep meewerkt aan een project om het imago van de Britse countryside op te krikken? Hebben de dierenartsen flink gelobbyd? De enige reden waarom ik dit programma uitzit, is de goeiege hondenstem van Chris Dusauchoit die zelfs mij gedwee pootjes kan laten geven.VTM kon niet achterblijven, en vond _ ook al bij Aunty Beeb _ het enige wat meer emoties losmaakt dan zieke hondjes: zieke kindjes. De toon waarop omroepster Els Tibau Kinderhosl aankondigde, bezorgde me het soort jeuk dat ik me nog van windpokken herinnerde. 'Jamie krijgt een rechte rug, Louisa kan weer horen en baby Ross...' Of ze nu dít van de autocue aflas of de plot van Familie, het bordkartonnen schaap had het op net dezelfde manier gedaan. Het contrast met wat volgde was des te schrijnender.Het moet wellicht een foutje van de VTM?aankoopdienst zijn geweest, want dit programma gaat in een wijde boog om de tranen en de spuiters heen. Een Britse reporter was erachter gekomen dat je pakkende televisie kunt maken zónder eindeloos op natte ogen in te zoomen en zonder het geluid van slurpende bloedpompjes op de achtergrond. Zijn collega's beschouwen hem vast als een 'freak of nature'. Neem nu het geval?Louisa. Ze was veertien, was doof geboren en had geen oorschelpen. Daar kun je dan een intriest verhaal van jarenlang isolement van maken, smullen is het. Niks daarvan in Kinderhosl, alleen eindeloze verwondering bij Louisa nadat ze oorprothesen had gekregen. 'Ik kan vorken