Welcome, bienvenue à la ‘Soirée Dramatique’

© Luc Van Eeckhout

Een oproep tot en pleidooi voor een publieksopstand. Inzet: ijveren voor meer toneeltheater aan de vooravond van de luxe-editie van ‘Soirée Dramatique’.

Niet enkel de kerk heeft zijn opperste hoogdag, Pasen. Ook het toneeltheater heeft zijn jaarlijkse feestdag. En aangezien die heuglijke gebeurtenis aan zijn tiende editie toe is, wordt de feestdag opgepompt tot een luxe-editie die in drie steden doorgaat. Niet toevallig de steden met een erkend stadsgezelschap. Maandag 10 december in de Antwerpse Bourla, de tempel van het Toneelhuis, dinsdag 18 december verhuist het hele circus naar de bollenschuur van de Brusselse KVS, en de derde party gaat door op maandag 10 januari 2013 in de datsja van het NTGent, de Gentse Minard.

‘In drie unieke toneelliteraire avonden komt het beste, het verrassendste en het meest onontdekte pennenwerk van het afgelopen decennium aan bod. 33 schrijvers betreden zélf het podium met drie fragmenten uit eigen toneelwerk van de afgelopen tien jaar. Ze krijgen extra stemmen van de acteurs van de huizen. Samen goed voor 99 toonaangevende teksten van het afgelopen decennium. Kortom: Shakespeare is dead, get over it (Paul Pourveur), de Nederlandstalige toneelliteratuur is springlevend.’ Het is de sleuteltekst waarmee Soirée Dramatique zich afficheert. Zegt veel over het hart, maar waar is de ziel?

Het project gaat uit van Schrijverspodium, een instelling die zich bekommert om de promotie van het toneelleven en het toneelschrijven. Toen het programma in mijn mailbox belandde, dacht ik, dat wordt weer een historische gebeurtenis. Historisch omdat het toneeltheater dringend nood heeft aan een flinke poetsbeurt. We hebben kwaliteit te over, maar zelfs kwaliteit moet om de zoveel tijd in de wasmachine. Een werkje van auteurs, acteurs én toeschouwers. De derde categorie wordt, mijns inziens, te vaak misbruikt. Bij het Toneelhuis wordt er geen rekening mee gehouden, bij het NTGent mag het meezingen maar niet meefluiten en bij de KVS moet het zien dat er in Afrika en zijn filialen, zoals de Modelwijk, niet enkel ellende is.

Een werkelijk volkspubliek bestaat er helaas niet meer. Wat er rest zijn verwante en aangetrouwde geesten. Maar ook die daagt slechts met mondjesmaat op, bij de première, voor de gratis hap en slok na het applaus. Een directe confrontatie tussen auteurs en acteurs enerzijds en toeschouwers anderzijds is dus dringend nodig. Soirée Dramatique is daarvoor het ideale geneesmiddel. Het jaarlijks Theaterfestival is een paradestoet. Het Schrijverspodium daarentegen is een forum dat de drie partijen dichter bij elkaar brengt, of dat althans sterker zou moeten doen dan in het verleden het geval was. De tiende editie is een goede aanleiding. Net als de gulden middenweg de lelijkste weg is die er is, is de automatische piloot een gevaar voor de toekomst van het theater. Volle zalen worden slechts gehaald aan dumpingprijzen en met programma’s die het pretgehalte van de televisieshows imiteren. Variaties op een thema. Toegegeven, het is niet allemaal kommer en kwel, maar de ondermaatse programma’s zijn te dominant.

En dat terwijl het toneeltheater de schepper van onze Westerse cultuur is. Poëzie is niet geschreven in het goddelijke Athene om gelezen maar om voorgedragen te worden. Uit dat voordragen is het toneel ontstaan. En het toneel is de spreekbuis geworden van het morrend volk. Na het politieke jaar volgde een Schrijverspodium. Het was de spreekbuis van de onvrede van de naamloze massa. Toen waren schrijvers nog de vertegenwoordigers van het volk. Nu zijn ze dat enkel nog van zichzelf. Ik heb de grootste waardering voor toneelauteurs, maar ze grijpen te dikwijls naar de actualisering van Shakespeare. Toneelstukken als Op hoop van zege en Het gezin van Paemel worden niet meer gemaakt. Waar is de nieuwe Molière, Brecht, Pinter, Albee, Miller, Williams. Goed, er is Sarah Kane, maar één vogel in de hand is geen tien in de lucht. We hebben of hadden Arne Sierens, Erik De Volder, Filip Vanluchene, maar wordt hun werk op het repertoire genomen na de lancering? In het amateurcircuit, ja, maar niet door beroepsgezelschappen. Het is dan ook begrijpelijk dat het toneel in de media tussen wal en schip valt. NRC Handelsblad is het enige blad dat tegen die stroom in vaart. In het wekelijks CS [Cultureel Supplement] op donderdag, op de pagina’s waar de merkwaardigste spektakels van het volgend weekend worden aangeprezen, voert theater de lijst aan. De keren dat het niet gebeurt, is door het beschamende aanbod van het moment.

Deze klaagzang is een pleidooi voor méér en beter toneeltheater. Want toneeltheater is de vierde macht van de maatschappij. En de enige plaats waar de acteur naar zijn werkelijke waarde geschat kan worden. Film geeft een vertekend beeld van de kunst van het toneel. Met driedimensionaal beeld wordt getracht de toeschouwer dichter bij het talent van de acteur[s] te brengen, maar het blijft artificieel. Slechts in het theater ziet men de acteur werkelijk leven. Niet toevallig dat zelfs wereldberoemde acteurs nood hebben om af en toe opnieuw het podium op te zoeken. Niet enkel om hun eigen bestwil, maar ook om wezenlijk de adem van de toeschouwer te voelen. Om die reden is Soirée Dramatique een pracht van een initiatief. En verdient de luxe-editie een groot succes. De media kunnen aan de opkomst meehelpen door eens niet op het programma te focussen. Wie durft het aan om het kritisch publiek op te vorderen? Want dat is er! Het moet alleen hulp uit de goede hoek krijgen.

Wat het toneeltheater dringend nodig heeft is een publieksopstand. De laatste stamt van een halve eeuw geleden. Die werd gevolgd door toeschouwers die midden in een voorstelling de zaal verlieten wanneer het getoonde hen niet beviel. Die houding is gaandeweg verpoederd. Zelfs bij een misbaksel van jewelste blijft het publiek zitten, en applaudisseert. Zoiets werkt nadelig voor de acteurs en de auteurs. Ze denken dat ze goed bezig zijn. En als het applaus kort en mager is, ja, dan komt het niet door slecht spel of een verkeerd publiek, maar door het ontbreken van de magische vonk. Idioot, belachelijk, treurig.

Ik heb vaak zin om halverwege de voorstelling op te krassen. Eén keer heb ik het gedaan. De halve theaterwereld schreeuwde moord en brand. Zoiets doet een criticus niet. Wat een pretentie, dacht ik. Hugo Claus zei me ooit: ‘Na twintig bladzijden weet ik of het boek goed of slecht is. Is het slecht gooi ik het weg.’ Waarom zou dat niet kunnen bij toneeltheater? Het zal de acteurs, de regisseurs en de auteurs wakker schudden. Laten we daar met Soirée Dramatique aan beginnen. Want de luxe-editie is de jaarlijkse modeshow. De acteurs tonen de ontwerpen van de auteurs. Het publiek oordeelt. Asjeblief, laat dat oordeel niet over aan journalisten, want de overgrote meerderheid is al te nauw bevriend met de ontwerpers en de mannequins.

De toeschouwer is de enige en ware machthebber van het toneeltheater. Volgens Ramses Shaffy was het heerlijk om bij reisvoorstellingen samen te werken met de technici, de directie, het barpersoneel, maar waar het voor hem werkelijk om draaide was het publiek. Wel, met ‘de champions league van de Toneelliteratuur’, zoals het Schrijverspodium zijn soiréee voorstelt, heeft de toeschouwer de kans zijn stem te laten horen. Want in de wandelgangen klagen de directies steen en been. Op het publieke forum daarentegen heffen ze het glas en prijzen de daden van hun gezelschap de hemel in. Net als politici. Wakker worden, mensen. Grijp die kans. Het zal toch eens door u moeten gebeuren. Door u.

Guido Lauwaert

Info: www.schrijverspodium.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content