Orange is the New Black: hoe een serie over een vrouwengevangenis potten breekt

© gf
Katrin Swartenbroux
Katrin Swartenbroux Chef Lifestyle KnackWeekend.be

Op 12 juni wordt het langverwachte derde seizoen van Orange Is The New Black op Netflixgebruikers losgelaten. Hoewel het vreemd lijkt dat een fictiereeks over een vrouwengevangenis nog voor ophef kan zorgen nadat we zelfs Martha Stewart en Daisy Van Cauwenbergh achter de tralies hebben zien gaan, is de overwegend vrouwelijke en gekleurde cast voldoende om de serie als grensverleggend te omschrijven.

“Hurry up in here, get out! There better be some hot water left!”

– “Okay, alright, I’m done, I’m totally out…”

“Ooh you got some nice titties. You got them tv-titties, standing up on their own, all perky and everything.”

– “Uhm, thanks?”

Een halve minuut durende douchescène waarin meteen vier paar blote borsten en behoorlijk wat schaamharen geteld konden worden, meer had Jenji Kohan niet nodig om haar ‘Orange is The New Black‘ te doen slagen voor de Bechdeltest. Met gouden ster, een bank vooruit en een lange, lebberende kus van de juf.

Voor wie nog niet genoeg Lena Dunham-interviews heeft gelezen om te weten wat de Bechdeltest is: het meetsysteem om fictie te testen op seksisme is gebaseerd op drie ogenschijnlijk poepsimpele voorwaarden. In het verhaal moeten minstens twee vrouwelijke personages (1) op een gegeven moment een gesprek met elkaar aangaan (2) over een ander onderwerp dan mannen (3).

Kan niet misgaan, denkt u dan, maar vertrouw de Hollywoodbonzen om onze culturele bagage behoorlijk overhoop te halen. ‘Harry Potter‘, ‘Lord of The Rings‘ en de originele ‘Star Wars‘-trilogie vormen vijfendertig uur cinema waarin zelfs geen paar seconden gewijd konden worden aan het uitdiepen van de vrouwelijke personages.

Belachelijk lage lat

Natuurlijk is de Bechdeltest een meetsysteem met vele gebreken dat niet eens ingaat op de manier waaròp die converserende vrouwen afgebeeld worden. Zo is wat gesnater over nagellak in ‘American Hustle’ al voldoende om de film te doen slagen. Maar net omdat de lat zo belachelijk laag ligt, is het verbazingwekkend dat niet meer titels, zij het per ongeluk, erover wippen en het groene vlagje krijgen op Bechdeltest.com. Ook populaire tv-series als ‘Breaking Bad‘, ‘The Office‘ en zelfs het rond een vrouw circulerende ‘30 Rock‘ slagen er niet in om in iedere aflevering een betekenisvol gesprek tussen twee vrouwelijke personages in te lassen. Deprimerend? Een beetje. Alarmerend? Reken maar.

Films of series met hoofdzakelijk vrouwen in de hoofdrol worden bovendien nog te vaak (onterecht!) afgedaan als een aparte niche, enkel bestemd voor vriendinnenavonden doordrenkt in liters witte wijn en macarons, maar onmogelijk te verdragen door De Echte Man. De programmatie van deze series op de zogenaamde “wijvenzenders” werkt deze perceptie nog eens extra in de hand.

Handspiegeltje tussen de benen

Enter Orange is The New Black, de fictiereeks van Jenji Kohan (‘Weeds‘), gebaseerd op het gelijknamige boek van ex-gevangene Piper Kerman, die vooroordelen probeert te doorbreken en minderheden een stem wil geven. De serie serveert een unieke blik achter de muren van vrouwengevangenis Litchfield, waar de kijker aanvankelijk op sleeptouw genomen wordt door Piper Chapman (Taylor Schilling), een jonge blanke vrouw die haar verlovingsring, artisanale handzeep en meergranenbagels moet achterlaten voor celblok H omdat ze tien jaar geleden geld over de grens smokkelde voor haar toenmalig dealende vriendinnetje. 15 maanden moet ze uitzitten, een tamelijk lichte straf die Piper volgens enkele van haar medegevangenen vooral te danken heeft aan haar even lichte huid en haren. “Whitegirlproblems.

Naargelang de serie vordert wordt Chapmans verhaallijn echter opgeslokt door die van een grotere groep protagonisten van alle huidskleuren, leeftijden, geaardheden en gewichten die proberen samen te leven in de krappe ruimtes van een penitentiaire instelling. We zien ondanks contrasterende waardensets en strafmaten vriendschappen ontstaan tussen de veroordeelde vrouwen, die allemaal verschillende redenen hebben om elkaar op te zoeken. Soms omdat ze een moedertaal of drugsverleden delen, soms in ruil voor binnengesmokkelde mascara, soms omdat ze elkaar oprecht graag mogen en af en toe omdat ze gewoon snakken naar een orgasme.

Niet bepaald kumbaya, maar wel kudos. Heel wat scriptschrijvers hadden het decor van een vrouwengevangenis maar wat graag als excuus gebruikt om een overdosis drama, jaloezie en bitchfights op de kijker los te mogen laten.

Met latex handschoenen

‘Orange is The New Black’ kiest daarentegen voor zwaardere thema’s als verkrachting, eenzaamheid, ziekte, genderfluïditeit, drugs en racisme, maar behandelt deze onderwerpen zoals uw iets te amicale huisarts uw prostaat: meedogenloos maar respectvol, met latex in plaats van fluwelen handschoenen en de nodige dosis ongepaste mopjes. Het moment waarop een transgender personage (gespeeld door transgenderactrice Laverne Cox) met een zelfgetekende doorsnede van een vagina aan haar tafelgenotes moet uitleggen dat de “cunt” uit meer dan één gaatje bestaat -“trust me, I designed one myself“- is televisioneel goud en laat zelfs de beroemde “Up the butt“-scène uit Sex and the City vebleken.

In plaats van hen te laten worstelen met hun identiteit beschouwt Kohan de seksuele voorkeur of huidskleur van haar personages niet als een bepalende eigenschap of iets dat extra in de verf moet gezet worden. Iedere inmate heeft zijn karakter, verleden en kerfstok waarmee de schrijvers boetseren tot ze een wel uitgebalanceerd driedimensionaal personage kunnen neerzetten. Personages die menselijk zijn. Personages die sympathie opwekken. Personages waarin zelfs bange, blanke, heteronormatieve middenklassertjes als ondergetekende zich soms kunnen herkennen.

Orange is the New Black: hoe een serie over een vrouwengevangenis potten breekt
© Netflix

Genant webcamincident

Maar hoe realistisch de vrouwen afgebeeld worden, zo lamentabel de mannen. Pipers verloofde, Larry, wordt gespeeld door Jason Biggs; een man die het sowieso al niet al te nauw neemt met het grondig screenen van zijn personages alvorens zijn poot onder een contract te zetten. Larry is het grootste lulletje rozenwater in de geschiedenis der lulletjes rozenwater. Hoewel zijn situatie allesbehalve makkelijk moet zijn – na jaren ontdekken dat je verloofde een lesbisch en crimineel verleden heeft – worden zijn problemen herleid tot een zoektocht naar de lekkerste manier om te masturberen. De zeldzame momenten waarop hij zijn lul -voor zover we weten- niet in de hand heeft en probeert te luisteren naar Pipers moeilijkheden, misbruikt hij achteraf om zijn schrijverscarrière een boost te geven. Hij pent een krantencolumn waarin hij wat Piper doormaakt beschrijft als ‘hun strijd’ en doet zich daarna allicht deugd aan een tripje naar Whole Foods voor een zakje heerlijke geroosterde amandelen met een suikerlaag en een nieuwe tube glijmiddel. The struggle.

De rest van de mannelijke cast mag evenmin schitteren. Het lijkt alsof het voltallige gevangenispersoneel bestaat uit zielige venten die thuis onder de knoet liggen en blij zijn dat ze hier eindelijk de scepter (lees: penis) kunnen zwaaien. Met uitzondering van toezichter Bennett -een broekventje dat zijn werkervaring allicht in een Playmobilset heeft opgedaan- spreken de mannen in Litchfield op een belachelijk degraderende, objectiverende manier over de vrouwen waar ze verantwoordelijk voor zijn, alsof het script hen alle topics die deze serie wil aankaarten -homofobie, racisme, seksisme- in de mond legt. De cipiers zijn zodanig karikaturaal opgetekend – de boeven uit Home Alone zijn er niets bij – dat Kohan geen moeite had moeten doen om de personages van naam te voorzien: Bad Guy 1, 2 en 3 waren ruimschoots voldoende geweest.

Reversed Bechdel?

Het pleiten voor een soort omgekeerde Bechdeltest in het voordeel van mannen wordt doorgaans op hoongelach onthaald, aangezien zij voldoende aanwezig zijn op uw beeldscherm, maar stel dat we deze -puur voor de lol- eens zouden toepassen op ‘Orange is The New Black’, dan is Kohan flink gebuisd.

Het is jammer dat een serie die zodanig prat gaat op de evenwaardigheid van de door media gemarginaliseerde bevolkingsgroepen haar punt niet kan maken zonder één van de dominante groepen (de blanke man) te kakken te zetten. Homofobie, racisme en seksisme zijn immers geen vooroordelen die uitsluitend door mannen veroorzaakt worden; het zijn diepgewortelde maatschappelijke fenomenen die uit de weg geruimd moeten, en populaire cultuur is een uitstekende manier om daarmee te beginnen.

Hoewel ‘Orange is The New Black’ een prima reeks is die een lans breekt voor de representatie van etnische minderheden, travestie en homofilie, zijn de makers zelf niet helemaal onschuldig. Zolang het portretteren van sterke vrouwen ten koste moet gaan van mannen zullen zogenaamde “vrouwenseries” jammer genoeg hoofdzakelijk voor vrouwen blijven. All rise.

De drie seizoenen van Orange is the New Black zijn beschikbaar via Netflix

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content