Hoe zou het nog zijn met… John Major?
Sir John Major, gedoopt als John Roy Major, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog geboren, op 29 maart 1943. Hij kreeg op dertienjarige leeftijd interesse in politiek toen hij een debat in het parlement (House of Commons) volgde.
Wie? John Major
Toen? Conservatief premier van het Verenigd Koninkrijk van 1990 tot 1997.
Nu? Houdt lezingen en is actief in verschillende denktanks
Quote: “Ik dacht dat ik het anders kon doen dan om het even welke Conservatieve premier voor mij. Maar ik kon het niet.”
Sir John Major, gedoopt als John Roy Major, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog geboren, op 29 maart 1943. Hij kreeg op dertienjarige leeftijd interesse in politiek toen hij een debat in het parlement (House of Commons) volgde. Hij krijgt op zijn zestiende, in 1959, zijn eerste baan als klerk bij verzekeringsmaatschappij Pratt & Sons. Dat deed hij niet graag en dus ging hij samen met zijn broer aan de slag bij zijn vader. Die had een zaak in tuinornamenten. Datzelfde jaar stapte hij de politiek binnen door zich aan te sluiten bij de Young Conservatives in Brixton.
John Major was zeven jaar premier van het Verenigd Koninkrijk, maar laat als voornaamste indruk die van een grijze muis na. De man volgde dan ook Margareth Thatcher op, een van de meest legendarische Engelse premiers. Major was een van de uitvoerders van de politieke moord op zijn premier en partijleiders. Nochtans, hoewel dat vaak zo gaat in de politiek, zag zij hem aanvankelijk als een opvolger (“Yes, it’s the one I have in mind.”). Maar er kwam storing op de relatie. Thatcher zou teleurgesteld geweest zijn in zijn Thatcheriaan zijn. Major had het dan weer moeilijk met haar beleid. De werkloosheid groeide aan het einde van de jaren ’80 opnieuw, er was protest tegen de poll taks (een inkomensonafhankelijke belasting, red.), en de lokale verkiezingen waren slecht geweest voor de Conservatieven.
Major was een van de ‘samenzweerders’ die Thatcher tot haar aftreden zouden dwingen. Daarvoor was hij minister in haar regeringen. Hij was staatssecretaris (Minister of State) op het departement Sociale zekerheid in 1986 en promoveerde een jaar later tot minister of State op het departement Financiën. In juli 1989 werd Major, ietwat verrassend want onervaren, minister van Buitenlandse Zaken na een regeringsherschikking van Thatcher. Dat was een poging om komaf te maken met interne strubbelingen en om haar machtspositie te versterken. Die truc was eerder gelukt. Maar in ’89 was niet alleen de rek uit het Thatcherisme als systeem, Margaret Thatcher stond ook ter discussie als partijleider.
Opvolger Thatcher
Major was slechts drie maanden minister van Buitenlandse Zaken. Hij volgde Nigel Lawson op als Chancellor of the Exchequer (minister van Financiën). Major zat niet op dezelfde lijn met Thatcher over het Europabeleid. In zijn hoedanigheid als minister van Financiën overtuigde hij Thatcher, alvorens haar te helpen opzijschuiven, om toe te treden tot het European Exchange Rate Mechanism (ERM). Dat moest de Europese wisselkoersen stabiliseren, als voorbereiding op de Europese Economische Monetaire Unie en de eenheidsmunt. Een zet die Thatcher overigens een euforisch partijcongres opleverde waarop haar ‘Ten more years! Ten more years!’ toegeschreeuwd werd. Een maand later zou ze opstappen.
In november 1990 wordt Thatcher uitgedaagd door partijgenoten. Om de muiterij in de kiem te smoren schrijft ze voorzitterverkiezingen uit. Ze wint die, maar het blijkt een Pyrrusoverwinning, want haar macht is definitief geërodeerd. Lady Thatcher geeft de strijd op en steunt John Major als haar opvolger. In de tweede ronde van die verkiezingen wint Major met 185 stemmen. Michael Hesseltine, die Thatcher uitdaagde, rijft 131 stemmen binnen en Douglas Hurd 56.
Premier Major beleeft Zwarte Zondag
Major was premier van het Verenigd Koninkrijk tijdens de Golfoorlog van ’90 tot ’91. Net als Thatcher voor hem was hij een loyale bondgenoot van de VS. Anders dan zijn voorgangster was hij welwillender naar Europa.
Premier Major zag de economie van zijn land in een recessie terechtkomen. Toch won hij in ’92 de verkiezingen tegen Labour. Een overwinning, maar wel zijn laatste. De economische problemen leidden tot Zwarte Zondag: het Britse Pond werd uit de zogenaamde ‘Slang’ gehaald, de korf van Europese wisselkoersen. In een poging om zijn door schandalen geteisterde regering, en zichzelf, te redden, organiseerde hij op zijn beurt verkiezingen binnen de partij.
En net als Thatcher won hij die ook, maar bleek het een overwinningsnederlaag te zijn. bovendien bleef Labour klimmen in de peilingen. In 1997 werd Majors Conservatieve Partij dan ook weggevaagd door Tony Blairs Labour. Blair, gesteund door de populaire pers, mocht dan geweldig populair zijn, het stond in de sterren geschreven dat Major zou verliezen. De Tories waren 18 jaar aan de macht geweest: het was tijd voor verandering. Major werd als partijleider opgevolgd door William Hague, de huidige minister van Buitenlandse Zaken.
Veto tegen Jean-Luc Dehaene
In 1994 sprak Major zijn veto uit tegen Jean-Luc Dehaene als voorzitter van de Europese Commisie. Dehaene was voor Major een te grote Europese federalist. Toen in 1997 prinses Diana overleed, werd Major aangesteld als ‘special guardian’ voor haar zonen, de prinsen William en Harry. Major kreeg daarbij de verantwoordelijkheid over hun juridische en administratieve besognes.
Major verzamelde niet weinig titels. In 1999 werd hij opgenomen in de Orde van de Broeders van de Eer (the Companion of Honour). In 2005, op St. George’s Day, benoemde koningin Elizabeth II hem tot Knight Companion of the Most Noble Order of the Garter, of: ridder in de Orde van de Kousenband.
Tot 2001 bleef Major lid van het Lagerhuis. Hij leverde nog politieke commentaren als staatsman. Nog in 2001 werd hij voorzitter van invetseringsmaatschappij Carlyle Europe. In dat jaar kreeg Major, zoals gebruikelijk is voor oud-premiers, van koningin Elizabeth II een zetel in het Hogerhuis aangeboden. Hij weigerde die.
Affaire
Major kwam na zijn afscheid nog even in beeld toen een zekere Edwina Currie in 2002 verklaarde dat hij met haar een vierjarige affaire had gehad. Major verklaarde zich te schamen over die affaire en dat zijn vrouw hem vergeven had. Currie was niet onder de indruk: “Hij was niet beschaamd tijdens onze affaire, op dat moment wou hij er mee doorgaan.”
Volgens The Evening Standard verdient Major niet onaardig bij als spreker: wie de oud-premier wil uitnodigen moet daar 25.000 pond voor veil hebben.
In 2008 kreeg hij van huidig premier David Cameron het aanbod om zich kandidaat te stellen voor het burgemeesterschap van Londen. Major weigerde: zijn politieke carrière ligt achter hem, klonk het bij zijn woordvoerder.
Hij spreekt zich wel nog uit over de vaderlandse politiek. In 2010 toonde hij zich een voorstander van de coalitie tussen de Conservatieven en de Liberal Democrats. Een jaar later was hij te zien tussen de gasten op het huwelijk tussen prins William en Catherine Middleton. In februari vorig jaar werd Major voorzitter van de Queen Elizabeth Diamond Jubilee Trust. Dat fonds werd opgericht om liefdadigheidsinstellingen in de Commonwealth, het Britse Gemenebest, te steunen. Later dat jaar werd hij ook nog voorzitter van de invloedrijke centrumrechtse denktank Bow Group. Op vandaag is hij ook voorzitter van de Chatham House-denktank. (SD)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier