Guido Lauwaert

Het Theaterfestival ofwel de rotte staat van een armenhuis

Guido Lauwaert Opiniemaker

Hoe lang moet de wijkkermis die Het Theaterfestival geworden is nog aanslepen alvorens men inziet dat het anders moet?

Op 29 augustus is het weer zover. Dan begint het jaarlijkse Theaterfestival. Een tot op de draad versleten gebeuren. Wordt het geen tijd het af te breken en op de fundering een nieuw te bouwen?

De uitgewoonde toestand van het festival kondigt zich al aan in de presentatie van de jaarlijkse Theaterkrant: ‘De aftrap van Het Theaterfestival gebeurt traditiegetrouw met de State of the Union.’ Traditie slaat op gewoonte, op herhaling, op het niet afwijken van een formule. Heeft de geschiedenis niet al voldoende aangetoond dat traditie vaak het begin is van verzet, leidt tot opstand en uitmondt in revolutie?

Het broeiend verzet uit zich langs twee kanten. Côté cour. Binnen de kern van het festival vinden sommigen dat het initiatief zijn beste tijd gehad heeft. Ze verschijnen niet eens op de vergaderingen. De situatie behouden zoals ze is, garandeert hen echter een zekere status en die willen ze behouden. Anderen dan weer tonen hun goede wil. Om vrienden niet voor het hoofd te stoten. Côté jardin. Al zullen ze het openlijk ontkennen, maar uit wat stiekem gezegd wordt blijkt dat zowel deSingel als Kaaitheater liever zien dat het festival opgedoekt wordt. Of als het toch blijft bestaan, dat het elders onderdak vindt.

De selectie van dit jaar is zwak. Een karakterisering by the way van de jury zelf. Wat zwak is verdient geen erepodium. Een bewijs van een sterk karakter zou de beslissing zijn geweest een jaartje over te slaan. Nu kan de jury pronken met de prijzen van sommige groepen, maar het is niet omdat een gezelschap met de geselecteerde voorstelling op een buitenlands festival staat, dat het daarom goed is. Het ene festival is het andere niet.

Het Malta Festival Poznan Polen levert gegarandeerd volle zalen op, en is op zich lovenswaardig, laat dat duidelijk zijn. Maar waarom heeft elke voorstelling een sold out? Omdat de stad 700.000 inwoners telt, de staat en de stad er een smak geld tegenaan gooien, en er in de loop van het seizoen in Poznan op theatergebied weinig te rapen valt. Tweemaal 500 toeschouwers, zoals dat bij Nora van tg Stan het geval was, is dus niet het resultaat van kwaliteit. De werkelijke waardering maakt het publiek; voor tg Stan het obligaat applaus.

In het geval van Needcompany [Marktplaats 76] bleek het publiek dan weer euforisch. Ondanks het late aanvangsuur, 21.30 u, de afgelegen locatie, er tweemaal 200 stoelen moesten gevonden worden en de doorgangen werden bezet om geen van de 1600 toeschouwers teleur te stellen, de voorstelling om die reden met een halfuur vertraging begon, bleven een paar honderd vooral jonge mensen zitten, voor het napraatje dat rond 2.30 u ’s nachts eindigde. Indien er een derde voorstelling geweest zou zijn, dan zou die ook 800 toeschouwers hebben gehad.

Het Theaterfestival is vooral een bewijs van een jury zonder visie en dat bang is om knopen door te hakken. Het houdt het bij Eigen volk eerst. Dat is de gemakkelijkste weg en het promoveert de jury naar een niveau van wijze mannen en vrouwen. De jury behoort tot de vriendenkring en dat schept verplichtingen. Het festival is ook op maat gemaakt van mediasponsor De Standaard. Wat de zwakte van de jury extra in de verf zet.

Het schamele kostuum van het Theaterfestival toont zich ook door het negeren van een nieuwe trend, namelijk de diaspora van acteurs en regisseurs. Ze spelen of regisseren in Duitsland, Frankrijk, Nederland, en dat geldt ook voor hun Nederlandse collega’s. De gezelschappen NTGent, Toneelgroep Amsterdam, Toneelhuis, Nationale Toneel De Haag, Ro-theater Rotterdam, Münchner Kammerspiele, Thalia Theater Hamburg zijn een mix van Nederlandse / Vlaamse acteurs en regisseurs. Dat blinkt niet in het festival. Was Platonov van Luk Perceval door zijn Hamburgs gezelschap opgezet, zelfs met een paar Vlaamse of Nederlandse acteurs, en niet door het NTGent, het had niet op het programma gestaan.

Wat ook dringend afgeschaft zou moeten worden, is de formule van een jury. Een buitenlandse curator zou een scherper beeld scheppen van wat relevant is en op vernieuwing wijst. Een jury is een vorm van democratie. Helaas, kunst wordt gemaakt door dictators. Die wel praten met alle betrokkenen maar het eerste en het laatste woord hebben. Het is niet toevallig dat bij een film de naam van de regisseur als laatste op de begintitels staat, en dat slechts zijn naam op het plaatje prijkt. Wat wil zeggen: de laatste is de eerste.

Eén verzachtende omstandigheid. Het budget is zo schamel dat de jury sommige producties gewoon niet kan selecteren. En daarvoor is de overheid, bij monde van de minister van Cultuur, verantwoordelijk. Een directie die naam waardig zou weigeren met een aalmoes aan de slag te gaan. Je gooit je waardigheid niet zomaar te grabbel. De verzachtende omstandigheid is daarom relatief.

De versnippering in allerlei nevenactiviteiten doet het festival ook geen goed. Als je dan toch een eresaluut aan de crème de la crème wil brengen, doe het dan goed. Gooi de marginale, de tweede plateaus, eruit en geef meer speelruimte aan internationale voorstellingen waar een scheut Nederlands of Belgisch bloed in zit. En wat doen de jeugdvoorstellingen op het festival? Zij verdienen een eigen, volwaardig festival, met toeters en bellen, in plaats van voor amuse-gueule te spelen.

Het niet selecteren van sommige voorstellingen wordt mede in de hand gewerkt omdat de producenten zulke hoge bedragen vragen, dat ze onmogelijk geprogrammeerd kunnen worden. De kostprijs van het opzetten van een eenmalige voorstelling is nu eenmaal schrikbarend hoog. Wegens het feit dat er halsbrekende toeren nodig zijn om de voorstelling alsnog op de agenda te krijgen, een agenda die vaak lang vooraf opgesteld is en de inbraak zorgt daarom voor extra kosten.

Door het lage budget, de formule, een jury, de opsplitsing in een Nederlands en een Vlaams luik, de inteelt, de versnippering, het zwakke aanbod, de verkoop van de ziel aan een mediasponsor – die alleen zijn eigen erf ziet, is het Theaterfestival niet meer dan een wijkkermis en het bestuur een armenhuis. Een paar correcties, zoals hier gesuggereerd, zou het sterfproces maar onnodig rekken. Het opdoeken is de beste oplossing. En opnieuw beginnen. Bloot en Anders.

Guido Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content