Guido Lauwaert
De toestand van het mediahuis
Het mediahuis: onzekerheid en een harde lijn, wankele vriendschappen en oppervlakkige contacten.
De hoofdredacteur van P-magazine, Patrick De Witte, heb ik nooit persoonlijk gekend. Maar we doolden / dolen rond in dezelfde branche, de mediawereld. Omdat die wereld me na een halve eeuw ervaring zeer goed bekend is, heeft het overlijden van Patrick me diep geraakt.
In die vijftig jaar heb ik ‘het mediahuis’ sterk zien evolueren. Was die tot eind van de jaren tachtig een drukke wereld, toch heerste er een gemoedelijkheid en zekerheid. Vanaf de jaren negentig, met de doorbraak van de computer en zijn nabije en verre nakomelingen, is er geknabbeld aan de gemoedelijkheid en zekerheid. Tot ze beide opgepeuzeld waren. Is er iets voor in de plaats gekomen? Jazeker, maar de vraag is wat die waard is. Het antwoord is niet moeilijk te vinden voor wie een beetje vertrouwd is met het mediahuis. Onzekerheid en een harde lijn, wankele vriendschappen en oppervlakkige contacten. De reden hiervoor is dat geen journalist ’s morgens bij het opstaan nog zeker is van wat de dag brengt. Ze werken aan een razend tempo, geven zich volop, zijn werkelijk betrokken met hun vak. Hun chefs, tot in de hoogste regionen, weten het, en toch hangt het zwaard van Damocles boven het hoofd van elke journalist aan een zijden draad.
Kwaliteit is geen garantie meer voor werkzekerheid. De verantwoordelijke hiervoor is de penibele situatie van de media. Weerstaat de papieren pers de aanval van de elektronische? Wordt het tablet de redding? Niemand die het weet. De pers zit in een overgangsfase en op geen enkel niveau valt er greep te krijgen op de situatie. Het zorgt voor een onzekerheid op alle niveaus. En wat vandaag als dé oplossing gezien wordt, is vanavond gesneuveld onder de guillotine, om plaats te maken voor een nieuw decor, een nieuw idee, een koerswijziging, het schuiven met stoelen en functies. En de ene weet beter wat de andere fout doet, om even later te ervaren dat hij er dik naast zat en zijn opponent het bij het rechte eind had. Voor korte termijn. Want zelfs al heeft men de leepheid van Columbus overtroffen, blijkt die vaak al achterhaald door de nieuwste ontwikkeling.
Het gevolg is dat alle mediamensen de grootste voorzichtigheid in acht moeten nemen. Om zich tegen het gevaar van vernedering en jobverlies te verzekeren, zijn ze voortdurend aan het shoppen en doen drie, vier taken tegelijk, bij vijf, zes mediabedrijven. Het gevoel geen grond meer onder de voeten te hebben, én geen steun te hebben bij een zoveelste reorganisatie, bezorgt hen slapeloze nachten. Want zelfs al is men single, aan een zekere status kan men niet ontsnappen. Dat eist nu eenmaal het mediahuis. En heeft men een partner, zijn er kinderen, is de bezorgdheid dubbel zo groot. Ook vroeger al wilden de mensen dat hun kinderen het ‘beter’ zouden hebben. Maar ook dat is onzeker geworden. Al verdient men een fortuin en heeft men een netwerk van hier tot in Peking, niemand weet wat de toekomst van de jonge generatie zal zijn. Het zorgt voor een ballast op de al wurgende druk bij de mediamensen.
Eerlijk gezegd ben ik blij dat ik 67 ben, dat ik een los medewerker ben en mijn eigen agenda kan/mag bepalen. En besef ik maar al te goed dat als ik niet meer ‘in’ ben, ik mag gaan wandelen en doen wat ik graag doe. Maar toch zal het pijnlijk zijn. Zoals een dokter altijd een dokter blijft, blijft een journalist altijd een journalist. Ik ben nooit een journalist geweest, maar heb er veel gekend en ken er nog veel. Sommigen liggen me niet, maar ik leef wel met ze mee. Mening en waardering kan ik perfect scheiden. Daarom dat de plotse dood van Patrick De Witte me diep raakt. De jonge generatie, eerlijk vechtend voor zijn medium, voor zijn vak, voor zijn verwanten, voor zichzelf is door de Koude Oorlog in de pers, zo kwetsbaar geworden, dat zij het zelfs bij een futiel vermoeden van paniek in de eigen rangen benauwd aan het hart krijgt. En men steeds wordt geraakt in zijn zwakste punt. Bij Patrick De Witte was dat zijn hart.
Meer en meer zie je dat mediamensen er ‘even tussenuit’ moeten. Een break. Het tempo is slopend, de druk niet te harden. Een oplossing voor het probleem heb ook ik niet. En alle studies zijn waardeloos, want achterhaald door de snelheid van het verkeer op de e-ways. Wat echter wel zeker is, is dat er een systeem in de waanzin zit. Die te vinden is de grote taak van de mediabonzen. Ook zij hebben het momenteel moeilijk en de meerderheid slaat niet aan het gokken. Maar er moet wat gebeuren, zoveel is zeker, of er vallen nog meer doden. Want de tijdsduur tussen het overlijden van mediamensen op al te jonge leeftijd wordt almaar korter. Dat is een ramp. Een sociaal drama.
Wat ik schetste is de toestand in het mediahuis. Maar die staat model voor alle lagen van bedrijven en soorten van jobs. There is something rotten in the state of Denmark.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier