Big Bang brengt muziek voor jonge oortjes

Knack.be sprak met Wouter Van Looy, die met zijn festivals een muzikale speeltuin voor een jong, avontuurlijk publiek creëert.

Met zijn muziekfestivals wil Wouter Van Looy, oprichter van productiehuis Zonzo Compagnie, kinderen laten kennismaken met de veelzijdigheid van het muziekaanbod. Sinds 1995 organiseert hij in Gent Oorsmeer, sinds 2010 breit hij met Big Bang ook een internationaal luik aan zijn project. Wat wil je met het festival bereiken?

Wouter Van Looy: “Te vaak blijft het muzikaal aanbod voor kinderen beperkt tot commerciële popmuziek à la Studio 100 aan de ene kant en de meer educatieve insteek van klassieke ensembles aan de andere kant. Die initiatieven hebben zeker hun waarde, maar met onze festivals willen we het muzikale spectrum voor de jonge oortjes opentrekken. Onze projecten kennen geen limiet qua stijl of genre, de diversiteit staat centraal. Zowel wereldmuziek, jazz als rock komen aan bod.”

Hoe doe je dat?

Van Looy: “We streven naar een evenwicht tussen expressie en impressie of anders gezegd: tussen het opdoen van indrukken en iets doen met die indrukken. Daarnaast zorgen we ook voor een mooie afwisseling tussen voorstellingen die meer concentratie vragen en meer entertainende, levendige producties zoals bijvoorbeeld de kinderfanfare. Elke keer opnieuw speelt de locatie ook een actieve rol: via bijvoorbeeld de muziekkamers, waarin het publiek als het ware op blind date kan met een muzikant, moedigen we de kinderen aan om het gebouw te ontdekken.”

Mogen er ook volwassenen binnen?

Van Looy: “Absoluut, graag zelfs. Ik vind het belangrijk dat kinderen en hun ouders ons festival samen kunnen beleven. ‘Oorsmeer’ en ‘Big Bang’ zijn dan ook bij uitstek familiefestivals.”

Naar welk project kijk je zelf het meest uit?

Van Looy: “Het project ‘Bomb-o-bomb’ zet ons Europees karakter in de verf. De kansarme jongeren van Toca Rufar uit Lissabon vormen samen een drumfanfare. Op vraag van Big Bang spelen ze samen met de Fanfakids uit Brussel en Fabotastix uit Leuven.”

Hoe kadert je eigen voorstelling, ‘Listen to the silence’, binnen het festival?

Van Looy: “Samen met de Vlaamse partners, namelijk de kunstencentra De Werf en Rataplan, en de Europese partners zetten we telkens een muzikale figuur in the picture. De keuze voor Cage is ingegeven door zijn onconventionele omgang met muziek. Op een speelse manier stelt hij geluid, stilte en muziek in vraag. Dat spreekt kinderen aan. Ik ben er dan ook van overtuigd dat Cage veel deuren kan openen bij de kinderen. Met onze voorstelling willen we zijn wereld ontsluiten. Toeval speelt – net als bij Cage – een grote rol. Zo is de scène opgedeeld in twee ruimtes: een meer conventionele concertruimte met klassieke partituren en een installatieachtige ruimte, waar de muziek in vraag gesteld wordt. Ongeveer halverwege vervalt de grens. Ook staat de interactie met het publiek centraal: pianist Jeroen Malaise en acteur Tjyying Liu groeien als het ware mee met de voorstelling.”

Intussen heeft ‘Oorsmeer’ met ‘Big Bang’ internationaal weerklank gekregen. Hoe is dat internationaal luik ontstaan?

Van Looy: “Vrij snel kende ‘Oorsmeer’ internationaal succes. Tot in 2010 bleef die programmatie beperkt tot ad hoc-initiatieven. Vorig jaar heb ik het Europese, overkoepelende project Big Bang gelanceerd. Zowel Lissabon, Rijsel, Boedapest als Stavanger zijn intussen op de kar gesprongen. In 2012 trekt Big Bang ook naar Athene, Barcelona en Madrid, in 2013 zelfs naar Mandurah in Australië.”

Verschilt de muzikale beleving van de kinderen in de diverse landen?

Van Looy: “Je merkt dat de projecten in bijvoorbeeld Boedapest muzikaal-technisch erg hoog scoren, maar minder experimenteel zijn. Clowns en kabouters doen er nog steeds hun intrede. In Noorwegen is de koortraditie dan weer erg sterk present, in België valt de overheersing van de commerciële kinderpop op. Met ons festival willen we het spectrum in alle landen opentrekken.”

Elien Haentjens