Waarom u Gilles De Coster niet moet bellen als er oorlog uitbreekt

© National

Na zijn onderonsje met sekswerkers, zoomt presentator Gilles De Coster in op een ander beroep dat tot de verbeelding spreekt: dat van de oorlogsreporter.

Na enkele uren te spreken met acht journalisten die vrijwillig hun vredige thuisland inruilen voor de frontlinie, bekruipt Gilles De Coster een ongemakkelijk gevoel: ‘Die mensen oefenen een echt beroep uit. In tegenstelling tot ik, die gewoon wat vragen stel.’ Het is al de zesde keer op rij dat De Coster zijn voetjes op de grond laat zetten in zijn humaninterestreeks over spraakmakende beroepen. In het verleden schoof hij al aan tafel bij strafpleiters, misdaaddokters, strafrechters, procureurs en vorig jaar nog bij sekswerkers.

Deze keer sluit De Coster zich vier afleveringen lang op in het massieve Fort van Wommelgem met onder meer VRT-gezicht Rudi Vranckx, Robin Ramaekers (VTM) en ex-oorlogsreporter Dirk Draulans (Knack). Na rampjaar 2023 met conflicten in onder andere Israël en Palestina, Oekraïne, Jemen, de Sahel, Myanmar en Nagorno-Karabach, is het een uitgelezen moment om de gezichten te leren kennen achter de artikels die we elke dag in de krant lezen. ‘De actualiteit heeft ons wat ingehaald, maar oorlog is helaas tijdloos’, vertelt De Coster. ‘Als ik één ding van deze reeks heb geleerd, is het toch dat het ook bij ons snel kan omslaan. We leven in een soort interbellum, alleen beseffen we dat nog niet.’

Rudi Vranckx
Rudi Vranckx © © VRT

Is jouw blik op oorlogsjournalistiek veranderd?

Gilles De Coster: Het is de meest essentiële vorm van journalistiek. En dan gaat het niet om wie op wie een bom heeft gegooid, maar om, te midden van een grote propagandamachine, een zo objectief mogelijk verslag te brengen. Mensen onderschatten enorm hoe belangrijk het is om een goede vierde macht te hebben en die ook te kunnen vertrouwen. Door sociale media bevinden we ons in een individualistische bubbel waarin we niet meer lastig gevallen willen worden met de waarheid. Maar soms moeten journalisten onze ogen opentrekken.

Voor de duidelijkheid: een oorlogsjournalist is geen stoere waaghals die zich voortdurend een weg baant tussen kogels en granaten?

De Coster: Nee. Zoiets kan weleens voorvallen, maar oorlogsjournalistiek gaat niet om de actie opzoeken. Het gaat om de grote verhalen die je vaak vindt in de kleine, menselijke getuigenissen. Dat is veel waardevoller. Ik had ook niet het gevoel dat ik tijdens mijn lange interviewsessies tegenover adrenalinejunkies zat.

Toen je hun vroeg om te kiezen tussen ‘oorlog en werk’ of ‘vrede en werkloos’ kozen ze toch voornamelijk het eerste.

De Coster: Het is maf, maar ik begrijp hen. Hun job is waarmee zij opstaan en gaan slapen. En voor sommigen was het misschien een pragmatisch antwoord: er zal altijd wel ergens oorlog zijn, dus het is een vals dilemma.

Een ander cliché: oorlogsjournalistiek is niet aan vrouwen besteed. Hoe moeilijk was het om vrouwelijke oorlogsreporters te vinden?

De Coster: Het was niet evident. De journalistiek is in het algemeen lang een mannenbastion geweest, en de oorlogsjournalistiek is een van de laatste takken waarin die evolutie zich nog moet voltrekken. Als we de beroepsgroep proportioneel hadden willen representeren, zaten er nog minder vrouwen in de reeks. Maar die scheeftrekking is zich aan het corrigeren. Daphne Wesdorp, met haar 26 jaar onze jongste journalist, is bijvoorbeeld deel van een nieuwe generatie onafhankelijke oorlogsjournalisten die goed begrijpen hoe sociale media werken. Daar zijn er net zo veel vrouwen als mannen vertegenwoordigd.

Robin Ramaekers
Robin Ramaekers © © VRT

Het beroep vergt wat sociale opofferingen. ‘Op café willen mensen verhalen horen waarin ze zich kunnen herkennen, niet “vorige week lag ik onder vuur”’, zegt de Nederlandse reporter Hans Jaap Melissen.

De Coster: Ik denk dat je je sowieso eenzaam voelt als je thuiskomt uit pakweg Afghanistan. Niemand kan echt begrijpen wat je daar hebt doorgemaakt. En dan wordt er ook nog eens gezaagd over verkeerslichten die niet werken of bushaltes die worden afgeschaft. Het dagelijkse leven lijkt dan al snel futiel.

Je noemt oorlogsjournalisten experten in extreem leed. Vertelt iedereen even gemakkelijk over de gruwel?

De Coster: Oorlogsjournalisten zijn getuige van taferelen die de gewone mens vaak nooit te zien krijgt. Om daar niet aan kapot te gaan, moet je je daarvan een klein beetje dissociëren. Vergelijk het met een dokter die niet mag denken aan het leven van het kindje dat op zijn operatietafel ligt. Als je de deur naar emoties te wijd open zet, belemmert dat je functioneren. Het is de hoofdreden waarom ik geen oorlogsjournalist zou kunnen zijn. Ik weet dat ik het niet zou aankunnen om een dode baby of mensen in extreme armoede te zien.

De oorlogsreporter is het zesde beroep dat je onder de loep neemt. Voor welke job solliciteer je als je plots op straat belandt?

De Coster: Als ik sekswerker zeg, mag ik niet meer binnen thuis. Dus ik zeg alsnog oorlogsjournalist.

En het leed dan?

De Coster: Ik weet het, maar voor alle andere beroepen moet je rechten studeren. Ik heb dat een half jaar gedaan. Weet je hoe vermoeiend dat was?

Oorlogsreporters

Vanaf dinsdag 23.01 op VRT Canvas.

Gilles De Coster

Geboren in 1980 in Wilrijk.

Presenteert tot 2012 Radio 1-programma De ochtend.

Werkt sindsdien voor Woestijnvis en Play4, waar hij sinds 2016 De mol presenteert.

Werpt met Canvasreeksen als Strafpleiters, Misdaaddokters, Strafrechters, Procureurs en Sekswerkers het licht op spraakmakende beroepen.

Dirk Draulans
Dirk Draulans © © VRT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content