Waarom Charlie Dewulf, regisseur van ‘Liefdestips aan Mezelf’, bingo met doodskaartjes wil maken
Regisseur Charlie Dewulf (Brak, Liefdestips aan mezelf) injecteert leven en werk met kleur, maar soms valt er simpelweg niet te ontkomen aan zwart. Vorig jaar stapten hun beide ouders uit het leven.
‘Ik zat alleen op een lege zolder, om de laatste dozen aan te geven aan een vriend halverwege de trap, en dacht: “Dit is iets wat ik pas op mijn zestigste zou moeten doen. Dit is echt heel absurd.”’
Op 29 januari gaat Liefdestips aan mezelf, de GoPlay-jongerenreeks van Charlie Dewulf (die/hun, Dewulf is non-binair) op basis van Sylvia Van Driessches gelijknamige roman, in première op Filmfestival Oostende. Eerder tekende Dewulf samen met Joke De Bruyn – die ook aan Liefdestips meeschreef – al voor webreeks Brak (VTM Go). In Liefdestips aan mezelf worstelt Olivia (Gloria Monserez) enerzijds met de liefde zoals enkel tieners dat kunnen, anderzijds met de mentale toestand van haar moeder, die ter zelfbescherming in de psychiatrie werd opgenomen.
Ik heb het VAF na mijn afstuderen bestookt met pitches, in elke mogelijke categorie. Uit een soort angst dat niks zou blijven plakken. Maar alles bleef plakken.
Halverwege juli had de regisseur hun laatste draaidag. Nauwelijks 24 uur later stapte hun moeder thuis uit het leven. Twee maanden later deed hun vader exact hetzelfde.
Er zijn wel meer woorden die de lading dekken, maar absurd is er zeker een van.
We zitten aan tafel in Dewulfs huis aan de Gentse Dampoort, dat de ingeweken West-Vlaming deelt met enkele huurders, waaronder hun lief en ook Wel Jong-woordvoerder Senne Misplon. De haren deels blauw geverfd en getooid in rood en geel, ondertussen het standaardpalet van Dewulf. Een stukje vestimentaire rebellie tegen het strakke zwart en wit van het ouderlijke huis. Ergens in een hoek zit een hamster in een plastic box. Ooit op weg naar een VAF-pitch in Brussel op straat in een kooi gevonden, samen met nog twee andere. Drie hamsters werden er een week later – zoals dat gaat met die diertjes – zeven. De rest heeft ondertussen een thuis gevonden.
We hoeven het er niet per se over te hebben, opper ik. Dewulf wuift dat weg. ‘Ik wil er net over praten. Omdat ik het belangrijk vind. En omdat het me opgelegd is door hen, zonder enige inspraak of keuze. De enige manier voor mij om om te gaan met dat ‘cadeau’ is het constant ‘weggeven’.’
Eergisteren ging Dewulf samen met hun broer en enkele vrienden het zwart-witte huis finaal leegmaken. ‘Mijn broer en ik waren voor de kerstvakantie al eens rustig gaan rondkijken om te bepalen wat we zeker wilden houden’, vertelt Dewulf. ‘Het voelde als een hele vreemde manier van kerstcadeautjes openen. Af en toe is er zelfs gelachen, wat we ook niet meteen hadden verwacht. Toen we het boek Mijn kind in identiteitscrisis vonden bijvoorbeeld, met notities van mijn moeder in de marge. Mijn broer was nogal een opstandig kind en dat boek heeft daar weinig aan verholpen. (lachje) Maar de grootste schat waren de twee stoffen zakken met alle kaartjes die mijn moeder ooit van vrienden had gekregen, zelfs lang voor onze geboorte. Ooit wil ik die uitpluizen. Want wat me vandaag het meeste pijn doet, is het idee dat ik nooit nog met mijn mama zal kunnen praten als een vriendin. We zaten net op dat kantelpunt. Jammer, want nu blijf ik achter met vragen waarop ik zelf de antwoorden bijeen moet zien te puzzelen.’
‘Mijn regel is: als ik het niet voel in montage, dan voelt de kijker het zeker niet’, vertelt Dewulf. ‘Zeker in dit geval. Want ik kén dit verhaal. Ik heb het deels geleefd. Toen we de suïcidescène van Olivia’s moeder draaiden, had mijn vader ook al drie pogingen ondernomen. Wat dus betekende dat ik in de montage keer op keer dat gevoel naar boven zat te trekken. Superkut.’
Toen jullie voor Liefdestips in een psychiatrisch centrum draaiden, had jouw vader er net een opname op zitten en ging hij naar dagtherapie.
Charlie Dewulf:(knikt) Terwijl ik net wat afstand had genomen van papa om er zelf niet onderdoor te gaan. Hij had de gewoonte om altijd te veel te nemen, ongeacht of je op dat moment iets te geven had. Maar daardoor werd ik toch weer constant aan hem herinnerd. Een mindfuck.
Toen we die zelfmoordscene opnamen, begon ik ook onmiddellijk te wenen. Ik heb de set stilgelegd en heb iedereen toegesproken: “Je zult me vandaag nog zien wenen. Om die en die reden. Ik wil dit draaien, maar als ik nog eens moet huilen of ruimte nodig heb, loop ik wel even weg. En als ik wil dat je iets tegen me zegt, zal ik het ook aangeven.” Dat was de tweede draaidag. (dun lachje) Ook op een set moet je vrij over emoties kunnen praten, vind ik. Onze sector torst de reputatie van een harde wereld te zijn waar iedereen blijft doorstomen en over de eigen grenzen gaat, maar ik probeer dat op mijn sets zo vaak mogelijk te doorbreken.
‘Mijn mama zit in een psychiatrisch centrum en de reden daarvan is hij’, legt Olivia in de eerste aflevering uit, terwijl ze beschuldigend naar haar vader wijst. Heb je dat uit het boek gelicht?
Dewulf: Letterlijk. Dat is het absurde aan die hele reeks. Velen nemen het mijn vader vandaag ook kwalijk. Hij heeft ook een grote verantwoordelijkheid voor wat er met mijn moeder is gebeurd, maar zij uiteraard ook. Mijn broer en ik hebben haar meermaals proberen te overtuigen om afstand van hem te nemen, desnoods slechts een paar maanden. Maar ze weigerde. Toxische mensen trekken elkaar nu eenmaal aan. Begrijp me niet verkeerd: mijn moeder zat eerder in de slachtofferrol, maar als ze niemand in de buurt had om te helpen, voelde ze zich niet goed in haar vel. Dat was ook niet oké. (aarzelt) We hadden wel nooit gedacht dat zij uit het leven zou stappen. Zij was diegene die altijd zei: ‘Er is een oplossing voor alles.’
Olivia neemt het zichzelf kwalijk dat ze er niet was voor haar moeder op een cruciaal moment, omdat ze met eigen sores moest dealen.
Dewulf: Zonder therapie was dat waarschijnlijk ook mijn reactie geweest. Zo heb ik een maand voor de opnames nog behoorlijk hard een grens getrokken voor mijn moeder. Ze stond plots onaangekondigd voor de deur terwijl ik al meermaals had aangegeven dat ik die dag echt niemand kon ontvangen. Dat lijkt iets kleins – dat was het eigenlijk ook – maar daar gaan jaren waarin mijn grenzen weinig gerespecteerd werden aan vooraf. Er zijn toen een hoop berichten heen en weer gestuurd, omdat ze het niet begreep. Een week later belandde ze voor het eerst in een psychiatrisch centrum. Ik heb het daar een tijdje heel moeilijk mee gehad. Tijdens de draaiperiode ben ik ook anderhalve maand niet naar huis gegaan. Ik had de ruimte niet, kon hen niet helpen en ze hadden in dagopname en van familie de ondersteuning die ze nodig hadden. Dacht ik.
Ze kregen niet de juiste hulp?
Dewulf: Ze troffen bijvoorbeeld een psychiater die hen pillen voorschreef die voor hen helemaal niet werkten. Het frustreert me ook hoe hard mijn ouders – en andere mensen met psychologische problemen – op zichzelf aangewezen waren. Er zijn ellenlange wachtlijsten, en het is niet altijd duidelijk waarvoor je precies staat ‘aan te schuiven’. Eenmaal vooraan in de rij krijg je soms te horen dat ze beter elders waren gaan aankloppen. Maar toen mijn vader een afspraak wilde maken bij een ander psychiatrisch centrum, kreeg hij te horen dat hij pas eind september, maanden later, op gesprek kon komen. Hij is begin september uit het leven gestapt. (denkt na) Medewerkers van de Zelfmoordlijn vertelden me ook dat mijn ouders pas over twee jaar in de statistieken opduiken. Afgelopen december werden de cijfers van 2020 pas bekendgemaakt. Waarom kunnen we inflatie blijkbaar wel maand op maand meten, maar duurt het voor suïcidecijfers twee jaar? Ik weet dat de middelen beperkt zijn, maar hoe kun je die ooit efficiënt inzetten als je blind vaart, met verouderde cijfers?
Je hebt de rusteloosheid en prestatiedrang van je ouders geërfd, bedacht je je ooit.
Dewulf: Zeer hard, ja. Ik ben opgegroeid met waarden als ‘altijd voor mensen zorgen’, ‘nooit neen zeggen’, ‘de beste punten halen’ en ‘als je iets doet, kan het maar beter van het hoogste niveau zijn’.
Je lijkt me je wel zeer goed bewust van de schaduwkant van die eigenschappen.
Dewulf: Ik ga sinds mijn 24e naar een psycholoog. Sinds het overlijden van een goeie vriend eind 2021 zelfs wekelijks. In die tijd stond ik elke dag om vijf uur op om te werken, tot ik tegen een burn-out aan liep. Ik had lang niet door dat mezelf kapotwerken ook gewoon een vorm van weglopen was. Ondertussen herken ik die buien beter en dan ga ik even in de remmen: ‘Wat heeft er nu écht aandacht nodig, Charlie?’ (denkt na) Ik moest een paar keer tegen de muur lopen voor ik doorhad dat het ook anders kon. Mijn vader bleef helaas tegen die muur lopen. Hij heeft meerdere pogingen ondernomen, maar tussendoor probeerde hij wel telkens weer te gaan werken in plaats van op zichzelf te focussen. Uit de fucked-up angst dat zijn bazen hem niet goed genoeg zouden vinden.
Ik vond dat de reeks draaide om hoe Olivia iemand nodig heeft die luistert. Het is net omgekeerd: mensen moeten meer praten, dan zal er altijd wel iemand zijn die luistert.
En toch word ik al een beetje moe als ik je lijst aan lopende projecten nog maar lees: twee webreeksen, een VR-project, een stop-motionfilm, een langspeler en een platform voor jonge makers.
Dewulf: Ik heb het VAF na mijn studies bestookt met pitches, in elke mogelijke categorie. Uit een soort angst dat niks zou blijven plakken. Maar alles bleef plakken. (grinnikt) Ik denk niet dat ik nog luider kon schreeuwen: ‘Please, zie mij!’ Maar ik was mezelf aan het uithollen. Zo werkte ik overdag aan Brak en ’s nachts aan Liefdestips. Ooit betaal je daar de tol voor. Tegenwoordig focus ik me dus op één ding tegelijk en daarnaast vooral op mezelf. Al heb ik nog steeds te veel ideeën en te weinig tijd. Zo wil ik zeer graag Bingo met doodskaartjes maken, een humaninterestreeks over de grappige en bizarre tools die mensen persoonlijk ontwikkeld hebben om met verlies om te gaan.
Bingo met doodskaartjes, zeg je?
Dewulf: Ik zag ertegen op om door de grote stapel rouwbrieven te gaan die ik had ontvangen. Dus stelde Senne voor er een spel van te maken en telkens bingo te roepen als we een kaart dubbel hadden.
Het schrijfproces van Brak bleek destijds naar jouw eigen zeggen een vorm van therapie. Halverwege kwam je ook uit de kast als bi en non-binair. Heeft Liefdestips je ook geholpen?
Dewulf: Het was een zeer dure vorm van therapie. Ik heb vooral ruimte leren innemen. In het boek is het grote geheim dat Olivia’s moeder in therapie zit, maar dat vond ik vandaag niet zo’n groot taboe meer. Toen Joke en ik drie jaar geleden brainstormden over een andere invalshoek, durfde ik voor het eerst uit te spreken dat ik zelf ook met suïcidale gedachten zat. Zo veel mensen spreken dat nooit uit omdat ze die ruimte niet durven in te nemen. Het klinkt meteen zo zwaar. Alsof je iemand anders opzadelt met iets. Ik dacht: ‘Ik los het zelf wel op, het is allemaal zo erg nog niet.’
Ik vond bijvoorbeeld dat de reeks draaide om hoe Olivia iemand nodig heeft die luistert. Sylvia heeft me duidelijk gemaakt dat het net omgekeerd is: Olivia moet meer durven uit te spreken. Mensen moeten meer praten, dan zal er altijd wel iemand zijn die luistert.
De non-binaire Jean Janssens speelt Billie, de BFF van Olivia. In de eerste afleveringen wordt daar nog geen label op gekleefd, maar ook Billie is non-binair. In het boek wordt daar niet over gerept.
Dewulf: Dat hebben wij toegevoegd. Al heb ik wel getwijfeld of ik het letterlijk wilde benoemen. Het leek me fijner dat Billies genderidentiteit gewoon als normaal werd beschouwd, zonder dat er vragen over werden gesteld. Sylvia en Joke hebben me overtuigd om er iets meer mee te doen. Ze bedachten zich terecht dat er in de Vlaamse fictie nog geen non-binaire hoofdpersonages bestonden. Ik ben blij dat we die route gekozen hebben. De coming-outscène in de reeks had ik enkele jaren geleden zelf kunnen gebruiken. Ik kwam pas uit de kast op mijn 25e en was daar echt doodsbenauwd voor. Doodsbenauwd dat mijn coming-out zou betekenen dat er plots in deze sector geen plaats meer voor mij zou zijn. Wat in zekere zin een verlengde was van de angst dat mijn ouders me niet zouden aanvaarden.
Online werd Liefdestips aan mezelf het Vlaamse Euphoria genoemd. Brak heette dan weer het Vlaamse antwoord te zijn op…
Dewulf: Fleabag, ja. (grinnikt)
Is zo’n vergelijking geen vergiftigd geschenk?
Dewulf: Het is vooral zeer Vlaams om meteen buitenlandse vergelijkingen te maken. Gevaarlijk ook, want we maken zo’n reeks met pakweg één procent van het budget van Euphoria. Maar als ze ons vergelijken met hen door onze camerastijl en oog voor detail, ook in kostuums en make-up, neem ik dat compliment graag aan. (droog) Ik ben nogal anaal in mijn production design. Omdat je daar zo veel mee kunt vertellen. Mijn stijl is bovendien behoorlijk ‘extra’: in Brak kon ik dat nog niet helemaal tonen, maar ik neig vooral naar magisch realisme. Aangezien Olivia de wereld zeer zwart-wit ziet – haar moeder is goed, haar vader rotslecht – wilde ik alle scènes met haar vader in roodtinten, en die met haar moeder in groentinten. Decor en kleding zijn helemaal gek geworden van mij, maar ik ben blij dat ze deze kleurenfascist hebben laten doen.
Je wilde ooit ‘de Felix van Groeningen van de kinderfantasiefilms’ worden, las ik.
Dewulf: Echt?
Maar neig jij niet eerder naar een West-Vlaamse Tim Burton of Wes Anderson?
Dewulf: Mijn stijl raakt die van hen, maar op het vlak van impact kijk ik vooral naar een vrouw als Shonda Rhimes. Zij snapt als geen ander wat media vermogen. Kijk naar hoe ze in Bridgerton de twee begeerlijkste protagonisten liet spelen door Regé-Jean Page en Simone Ashley, een zwarte man en een Indiase vrouw. Page ging in enkele dagen tijd van 20.000 naar 2 miljoen Instagram-volgers. (denkt na) Ik heb veel respect voor Burton en Anderson, maar het lijkt soms alsof ze uit het oog zijn verloren hoe de maatschappij sinds hun debuut geëvolueerd is. Het gebrek aan mensen van kleur bijvoorbeeld. Of hoe ze altijd eenzelfde type queer personen neerzetten. Terwijl het zeer waardevol kan zijn om dat magisch realisme voor meer diverse verhalen in te zetten. Het zijn niet enkel witte middenklassers die af en toe een vlucht uit de realiteit kunnen gebruiken.
1813
Wie vragen heeft over zelfmoord, kan terecht op het gratis telefoonnummer 1813 of op zelfmoord1813.be
Liefdestips aan mezelf
Vanaf 29.01 op GoPlay.
Charlie Dewulf
Geboren in Menen in 1994, woont in Gent.
Studeert film aan het Ritcs in Brussel.
Debuteert eind 2020 met de webreeks Brak (VTM Go).
Werkt aan de langspelers Marit & de Maximarkt (een live-actionavontuur) en Wantje & de Wheezers (een stop-motionsprookje) en het VR-project Soulsearchers.
Is non-binair. Voornaamwoorden die/hun.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier