De risico’s voor wie aan een realityshow deelneemt, zijn niet min. De online haat alleen al lijkt voldoende voor een levenslang trauma. Tv-makers beseffen daten schakelen steeds vaker psychologen in op de set van hun programma’s.
Toen De mol-kandidaat – én saboterende mol – Philippe in 2022 onverwacht moest opgeven vanwege zijn mentale gezondheid, werd ‘tv-psycholoog’ een begrip in Vlaanderen. Sarah Van Pelt was de psycholoog van dienst, maar ze draaide al een tijd mee. Samen met haar collega, Joris Bruyninckx, richtte ze tien jaar geleden Psychoproductions op, een bureau specifiek gericht op psychologische bijstand in de mediawereld. Het duo is nu uitgeroepen tot Psycholoog van het Jaar door de Universiteit Gent.
De twee psychologen leerden elkaar kennen toen ze meewerkten aan Wauters vs. Waes, het spelprogramma uit 2014 waarin zenders VTM en VRT een titanenstrijd uitvochten, een soort uitputtingsslag tussen coryfeeën Koen Wauters en Tom Waes. Sindsdien droegen ze – samen of apart – bij aan een lange lijst programma’s, zoals De mol, Boer zkt vrouw, Bake Off Vlaanderen, Kalm Waes en K3 zoekt K3. En daarbij staan ze niet alleen klaar op momenten van crisis. Vaker begeleiden ze de productie al van bij de screenings, zoals bij Andermans zaken op VRT 1.
Ondernemer Johan D’Hooghe, die in 2024 samen met zijn vrouw Sandra zijn speelgoedwinkel op televisie liet doorlichten door Kamal Kharmach, was verrast: ‘Toen mijn vrouw en ik tijdens de selectieprocedure van Andermans zaken hoorden dat we met een mediapsycholoog moesten praten, vielen we uit de lucht. We snapten niet waarom. Alleen bleken we hem sneller nodig te hebben dan gedacht.’

D’Hooghe vertelt hoe Bruyninckx hen van nabij opvolgde, zowel tijdens de opnames als toen het programma werd uitgezonden. Niet door hen op de sofa te leggen, wel via informele maar diepgaande babbels. ‘Wij waren totaal niet vertrouwd met de televisiewereld en Joris fungeerde als een soort tussenpersoon tussen ons en de VRT’, vertelt D’Hooghe. ‘Zo’n psycholoog geeft rust en vertrouwen, maar hij hielp me bijvoorbeeld ook als ik niet wist hoe ik met de makers moest communiceren dat ik ongelukkig was met de flyer die ze gemaakt hadden.’
Hoe ze dan precies het verschil maken voor de deelnemers? De speelgoedwinkeleigenaar herinnert zich een cruciaal moment tijdens de opnames. ‘Bij Andermans zaken krijg je sowieso ook minder fijn nieuws te horen over je onderneming. Alleen kwam mijn crash toen niemand het verwachtte’, vertelt hij. ‘Ik had negatieve feedback voorheen kalm aanvaard, maar toen Kamal me vroeg waarom we zoveel paardjes hebben in de winkel, vond ik dat heel moeilijk. Ik blokkeerde en uiteindelijk stelde hij die vraag maar liefst acht keer. Ik weet nog hoe je de spanning voelde stijgen bij de crew. Je kon een speld horen vallen. Joris legde toen de opnames stil en bracht me tot rust door met mij te overleggen over hoe ik zou kunnen reageren. Dat was precies wat ik nodig had.’ D’Hooghe vertelt hoe dit ook bij de rest van de ploeg voor opluchting zorgde. ‘Die paardjes werden daarna een running gag op de set.’
Ontrouw
Van Pelt en Bruyninckx glimlachen bij de vraag of ze vaak op zo’n manier tussenkomen. De tv-psychologen praten met plezier met de pers, maar hun beroepsgeheim kunnen ze niet schenden, klinkt het. Niet toevallig werken ze meestal in alle discretie achter de schermen. Wat ze wel bevestigen, is dat het beroep van televisiepsycholoog de voorbije jaren sterk mee evolueerde met de tijd. ‘Alleen al door sociale media is de impact van een deelname aan een programma heel groot geworden’, zegt Van Pelt.
Van Pelt, die ook een privépraktijk heeft, werkt intussen tien jaar in de entertainmentsector. Bruyninckx is een pionier die twee decennia geleden haast toevallig het vak inrolde. Hij begon er dus niet alleen lang vóór sociale media aan, maar ook toen reality en de bijbehorende deontologie nog pril waren. Bruyninckx omschrijft die periode als ‘cowboyjaren’ in de televisiewereld. ‘Programmamakers vonden vaak dat ze de selectie van de kandidaten zelf wel konden doen’, zegt hij. ‘Het waren ook tijden waarin deelnemers aan bepaalde datingprogramma’s bewust dronken werden gevoerd om leuke beelden te schieten. Die foute rock-’n-roll is er gelukkig al lang uit.’

Dat bevestigt ook programmamaker Tom Waes. Hij werkte al verschillende keren samen met Van Pelt en Bruyninckx. ‘De televisiepsycholoog is doorheen de jaren alleen maar belangrijker worden’, zegt hij. ‘Zeker voor programma’s met deelnemers die het niet gewend zijn om op televisie te komen. Niet alleen worden ze soms superbekend op korte tijd, de wereld is hard geworden en dus moet je zorgen voor goede begeleiding.’
Dat de geesten ook bij de zenders gerijpt zijn, horen we dan weer bij Barbara Salomon. De woordvoerder en hoofd perscommunicatie van Play Media volgde lange tijd als persverantwoordelijke de realityshows mee op.
Vanuit die rol trok ze mee aan de kar om psychologische begeleiding te voorzien. Salomon vertelt dat ze als laatste in de lijn een signaalfunctie had. ‘Kandidaten beleven een programma drie keer: tijdens de opnames, als ze de afleveringen te zien krijgen en vervolgens door de ogen van het publiek. Die twee laatste fases vinden plaats op het moment dat de opnames al lang voorbij zijn en de ploeg vaak al ontbonden is. Het is erg belangrijk om ook op die momenten oog te hebben voor de kandidaten. We merkten dat we als communicatiemedewerkers soms de specifieke expertise en nazorg van een psycholoog misten terwijl die vaak juist dan het meest nodig is.’
‘Kandidaten beleven een programma drie keer: tijdens de opnames, als ze de afleveringen te zien krijgen en vervolgens door de ogen van het publiek.’
Ze vertelt dat de grote katalysator bij hen de terugkomst was van Temptation Island in 2008. ‘Dat was meteen een pittig seizoen.’ De televisiekijker zag hoe kandidate Deborah Leemans kraakte toen ze geconfronteerd werd met beelden van het bedrog van haar vriend. ‘In het belang van de kandidaten hebben we toen ook na afloop van het programma verder ingezet op psychologische begeleiding,’ zegt Salomon. ‘Deborah getuigde nadien hoe belangrijk dat voor haar is geweest. Gelukkig is het intussen vanzelfsprekend om voor bepaalde programma’s psychologen te betrekken bij het hele proces en wordt dit ook standaard meegenomen in de begroting: een evolutie die ik alleen maar kan toejuichen.’
Oranje kaart
Al waren er ook twintig jaar geleden al programmamakers die intensief samenwerkten met psychologen. Niet toevallig gebeurde dat vaak omdat er kinderen bij betrokken waren. Dat weet Maarten Janssen, de voormalige baas van Ketnet en later van VTM. Hij is vandaag als zelfstandige actief in de entertainmentsector, maar begon zijn carrière onder meer als redacteur en later eindredacteur van programma’s als Eurosong for Kids.
‘Een wedstrijd voor minderjarigen uitzenden op zondagavond, voor het oog van de samenleving: dat was toen ongezien,’ vertelt hij. ‘We beseften van bij het begin dat er veel druk lag op de kandidaten. Goede begeleiding was een noodzakelijke voorwaarde. Dat betekende ook dat we kinderen met enorme talenten toch afwezen als we geen go hadden van de psychologen en zij bijvoorbeeld oordeelden dat het kind er de draagkracht niet voor had, de thuissituatie niet stabiel was of de ouders het liever wilden dan het kind in kwestie.’

Daarmee haalt Janssen een spanningsveld aan waarbinnen televisiepsychologen opereren als ze betrokken worden bij de selectie van kandidaten. Want de professional die een goed programma wil maken met mooie kijkcijfers, heeft mogelijk andere prioriteiten dan de deelnemer die een lief zoekt, avontuurlijk wil reizen of gewoon beroemd hoopt te worden. Kijkers smullen van drama en opvallende persoonlijkheden. Wijzen psychologen niet net het soort kandidaten af die voor sensatie kunnen zorgen op de buis?
Janssen nuanceert. ‘Elke maker is oprecht bezorgd over de deelnemers. En ja, natuurlijk is er soms discussie bij de selectie. Psychologen werken doorgaans met een systeem van groene, oranje of rode kaarten. Voor een oranje kandidaat gelden dan voorwaarden zoals extra begeleiding. Soms wordt rood na overleg oranje, maar als een psycholoog zijn handen aftrekt van een kandidaat gaat vrijwel iedereen liever voor een plan B.’
Ook Waes benadrukt dat er bij hem niemand voor de leeuwen wordt gegooid. ‘Wij maken nooit uitlachtelevisie’, zegt hij. ‘We willen dat al onze deelnemers het goed stellen en precies daarom is het nodig dat kandidaten gescreend worden door psychologen. Je moet beseffen dat ze worden blootgesteld aan een miljoenenpubliek. Dat vind ik de verantwoordelijkheid van de maker.’
‘Je moet beseffen dat kandidaten worden blootgesteld aan een miljoenenpubliek. Dat is mijn verantwoordelijkheid.’
Van Pelt en Bruyninckx knikken als ze dat horen. ‘Natuurlijk hangt het van productiehuis tot productiehuis af in hoeverre onze expertise gevalideerd wordt,’ zegt Bruyninckx, ‘maar als we meewerken, moeten we voelen dat het ten goede komt aan de kandidaten’, beaamt Van Pelt. ‘Ik zou het gek vinden om gebroken harten te moeten lijmen die bewust gebroken werden door de makers. En we willen ook niet als stok achter de deur dienen als het misloopt.’
Het duo bespreekt telkens hun twijfels met de kandidaten die een oranje kaart kregen. ‘Dan bekijken we samen welke ondersteuning er nodig is om te kunnen deelnemen en geven we handvaten die ervoor kunnen zorgen dat het voor iedereen een win-win wordt’, legt ze uit.
‘Je weet op voorhand nooit hoe iemand zal reageren op zo’n nieuwe setting met lange draaidagen.’
‘We raden kandidaten tijdens een screening soms aan om er een paar nachten over te slapen’, vertelt Bruyninckx. ‘Dan geven we mee dat we bezorgd zijn omdat ze bijvoorbeeld net gestart zijn met antidepressiva of pakweg slecht reageren op negatieve feedback. Ook als we bij iemand met een meer uitgesproken persoonlijkheid denken dat die wel eens commentaar zou kunnen krijgen van de kijker, geven we dat mee.’ Al stipuleert Van Pelt dat ze enkel inschattingen maken en geen waarzeggers zijn. ‘Je weet op voorhand nooit hoe iemand zal reageren op zo’n intense, nieuwe setting met lange draaidagen.’
De tranen van Tom
Wat hun rol precies is tijdens de opnames, verschilt van programma tot programma, vertellen Van Pelt en Bruyninckx. ‘Als we op de set zijn, zorgen we dat we aanwezig zijn op een informele en laagdrempelige manier zodat iedereen weet dat we aanspreekbaar zijn’, zegt Bruyninckx. ‘Bij Kamp Waes bleven we zelfs af en toe slapen in een tent op het militair domein omdat dat zo’n intens programma was.’ ‘In dat programma ging het natuurlijk precies om het opzoeken van grenzen en hoe je omgaat met stress,’ vult Van Pelt aan. ‘Het was dus niet de bedoeling dat we de kandidaten zouden oppeppen tijdens de proeven, wel waren we stand-by om afvallers snel de nodige ondersteuning te bieden.’
Tom Waes knikt. ‘Instructeur Fly signaleerde het me altijd kort op voorhand wanneer er iemand zou afvallen. Tijdens het eerste seizoen heb ik hem zelfs eens gevraagd om het nieuws nog niet aan de kandidaat in kwestie te melden, omdat Sarah en Joris niet aanwezig waren op de set. Een van hen is toen in de auto gesprongen om die persoon op te vangen en naar huis te brengen. Je mag niet onderschatten hoe hard zoiets kan binnenkomen, zelfs bij heel sterke mensen.’
‘Bij Kamp Waes bleven we zelfs af en toe slapen in een tent op het militair domein omdat dat zo’n intens programma was.’
Maar ook voor crewleden maken de psychologen het verschil. ‘Het helpt dat ze ons kunnen influisteren waar bepaalde gevoeligheden liggen’, zegt Waes. ‘Dan weten we dat we ergens mee moeten oppassen omdat een deelnemer bijvoorbeeld zijn moeder heeft verloren of pakweg een kort lontje heeft. Ook bekeken we al hoe we kunnen omgaan met een deelnemer die in het verleden een eetprobleem had.’
En ja, ook Tom Waes werd al opgevangen door Bruyninckx en Van Pelt. ‘Het eerste seizoen van Kamp Waes was extra hard omdat de kandidaten op voorhand niet wisten waaraan ze begonnen’, geeft hij aan. ‘Na de opnames van de marteling waarbij er 24 uur lang tegen hen geschreeuwd werd terwijl ze in ongemakkelijke houdingen zaten en kou en honger leden, ben ik zelf beginnen te huilen. Dan is het fijn dat Joris en Sarah in de buurt zijn.’
(G)een angstklimaat
Wie recent nog ondervond dat deelnemen aan een realityprogramma ook gewoon vlot kan verlopen, is danseres Nora Monsecour in Kung Fu Helden. Want ook BV’s krijgen begeleiding als ze meedoen in een realityshow. ‘Als je mij vraagt of televisiepsychologen nodig zijn, dan zeg ik volmondig: ja!’
‘Voor mij was het de eerste keer dat ik in zo’n format stapte,’ licht ze toe. ‘Ik wist dat het emotioneel zou kunnen worden en de gesprekken met de psychologe vooraf hielpen me om mijn grenzen te bepalen en na te denken over wat ik wel of niet wilde tonen. Ook na de opnames en tijdens de uitzendingen was het goed dat ze geregeld bij mij incheckte. Ik ben een open boek, maar toch deed het deugd om mijn ei bij haar kwijt te kunnen. Dat kan ook bij mijn eigen psycholoog, maar in de context van het programma was het goed dat er iemand was die die wereld goed kent.’

Monsecour vertelt dat de psychologe haar aanraadde om online comments zo veel mogelijk te negeren. Intussen kan ze opgelucht vaststellen dat ze op dat vlak niet te klagen heeft, maar dat is lang niet iedereen gegund.
Barbara Salomon van Play Media knikt. ‘Vroeger zeiden mensen zulke dingen tegen elkaar bij de bakker of aan het koffieapparaat, maar nu zeggen ze het online waar iedereen het kan lezen. De impact is zoveel groter. Als zender nemen wij onze verantwoordelijkheid bijvoorbeeld door onze platformen te monitoren of door aan kranten of magazines te vragen om de reacties uit te zetten om kandidaten te beschermen.’
‘Twintig jaar geleden waren deelnemers van De mol of Expeditie Robinson helden’, vult Bruyninckx aan. ‘Vandaag word je als deelnemer online soms gewoon gelyncht. In die zin is het een pak gevaarlijker geworden om op tv te komen.’ Het is iets wat ook Tom Waes niet koud laat. ‘Als ik zie wat sommige deelnemers aan Kamp Waes – stuk voor stuk ijzersterke mensen – online over zich heen krijgen, gaan mijn haren overeind staan. Op dat vlak is de nazorg van de psychologen een must.’

Welke rol de psychologen dan precies spelen? ‘We willen voorkomen dat mensen sociale angsten ontwikkelen en niet meer buiten durven te komen. Idealiter kan je samen met iemand bekijken waarom mensen zo op hen reageren, en analyseren welk stuk van henzelf is en wat ze bij de ander mogen laten. Op die manier valt eruit te leren’, zegt Van Pelt. ‘Je kan ook technieken bijbrengen om gedachten te herstructureren zodat ze minder pijn doen, maar evengoed leggen we uit dat algoritmes een vertekend beeld opleveren.’
Bruyninckx vertelt nog hoe hij lang geleden gebeld werd omdat de centrale deelneemster aan een datingprogramma met zelfdoding dreigde. Ze crashte toen ze Facebook-commentaren over haar las en vroeg de programmamakers om veranderingen aan te brengen aan de afleveringen. Alleen was alles allang ingeblikt. ‘Dan moet je met de zender, het productiehuis en de deelneemster blijven praten tot je oplossingen vindt die voor iedereen leefbaar zijn. De hulpverlening naar haar toe heeft nog maanden geduurd. Maar uit zulke voorvallen hebben televisiemakers gelukkig hun lessen getrokken. Laten we hopen dat we binnenkort hetzelfde kunnen zeggen over het trollenleger.’
Joris Bruyninckx
Geboren in 1967 in Wilrijk.
Studeert psychologie in Leuven.
Werkt al twintig jaar als televisiepsycholoog voor programma’s als Expeditie Robinson, Big Brother en Boer zkt vrouw.
Wordt op 8 mei samen met zijn collega Sarah Van Pelt uitgeroepen tot Psycholoog van het Jaar door de Gentse Alumni Psychologie.
Sarah Van Pelt
Geboren in 1980 in Leuven.
Studeert psychologie in Leuven.
Werkt al tien jaar als televisiepsycholoog voor programma’s als Bake Off Vlaanderen, Kalm Waes en Junior op zoek naar de liefde.
Wordt op 8 mei samen met haar collega Joris Bruyninckx uitgeroepen tot Psycholoog van het Jaar door de Gentse Alumni Psychologie.