Thomas Huyghe op de Spelen: ‘Sport-journalisten stellen te veel domme vragen’

Voor de Olympische Spelen mag Thomas Huyghe opnieuw zijn ongebruikelijke interviewstijl bovenhalen als reporter van Paris By Night. ‘Haten de mensen mij nu?’

Wie dacht dat Thomas Huyghe na De ideale wereld was afgezwaaid van de sportjournalistiek, is eraan voor de moeite. Na Van hier tot in Tokio in 2021 mag hij voor de tweede keer de Olympische Spelen verslaan. Als sidekick van Karl Vannieuwkerke in Paris by Night stelt hij atleten opnieuw het soort vragen waarvoor u op iedere goed functionerende sportredactie doorgaans uw C4 krijgt. Zijn opdracht is dubbel. Eerst is er de ‘Olympische kijkwijzer’, waarin hij op zoek gaat naar wat een sport uniek maakt, en suggesties geeft om ze op te leuken (in het geval van Flore De Winne, Belgisch kampioen dressuur, was dat ‘breakdancen met haar paard’). Daarnaast serveert hij voor ‘Paris by Day’ actuele reportages over ‘items die doorgaans het journaal niet halen’, zoals Karl Vannieuwkerke die naar het omroepcentrum gevoerd wordt.

Bij de vorige Olympische Spelen testte je allerlei sportdisciplines uit, met een gebroken elleboog als gevolg. Dit keer verstuikte je na enkele dagen al je enkel door uit een wc-hokje te vallen.

Thomas HUYGHE: Na de vorige Olympische Spelen had ik beslist om voor die kijkwijzerfilmpjes niet meer alle sporten te beoefenen, uit voorzorg. Maar ik was op dat moment niet bezig met mijn veiligheid, ik was bezig met mijn neus. Er was net iemand naar het toilet geweest en dat stonk daar enorm. Ik wou daar zo snel mogelijk weg, dus ik ben uit dat hokje gesprongen. En daarbij heb ik het trapje verkeerd ingeschat. (lacht). De pijn is gelukkig snel verbeterd. We hadden al gedacht aan een plan B waarbij ik alles zittend zou moeten doen, maar dat was dikke miserie geweest.

Zeven jaar geleden lanceerde De ideale wereld jou als sportjournalist. Waarom denk je dat je in het vak mag blijven?

HUYGHE: Omdat sport nog steeds te serieus benaderd wordt. Journalisten stellen te veel domme vragen. Aan een atleet die verliest, vragen ze: ‘Ben je teleurgesteld?’ En dan antwoordt die: ‘Ja, ik ben teleurgesteld.’ Er is nood aan luchtigheid.

Journalisten moeten ruiters vaker vragen of hun paard kan breakdancen?

HUYGHE: Voila! Dat zijn de dingen die mensen willen weten.

‘Veel sportfanaten komen me vastpakken en wat duwen. Ik zou liever weer minder geduwd worden.’

Het valt wel op dat de meeste Vlaamse atleten intussen vertrouwd zijn met je interviewstijl.

HUYGHE: De verrassing is inderdaad verdwenen. Buitenlandse atleten kennen me nog niet, maar daar stoot ik op andere problemen. Belgen en Nederlanders staan open voor wat sarcasme, maar Fransen kijken me echt aan van ‘hoe komt die gast hier binnen met zulke domme vragen?’. Ik moet telkens goed aftasten bij iedere nationaliteit hoe ver ik kan gaan. Ik wil niet dat ze mijn perspas verscheuren.

Is dat echt een risico?

HUYGHE: Ik denk dat ik bij sommige topatleten moet oppassen, ja. Ook dat is een verschil met zeven jaar geleden. Hoe ik Peter Vandenbempt heb aangesproken op de Gouden Schoen, dat zou ik nu niet meer durven uit schrik voor represailles. Toen kon het me allemaal niet schelen. Als ik niet meer binnen kon op de Gouden Schoen, dan was dat maar zo.

Houdt gêne je nog tegen?

HUYGHE: Meer dan vroeger. Volwassen worden, dat is beseffen dat ik een droomjob heb. Deze week zat ik in de persruimte bij de ruiterij. Al die journalisten moesten tegen een strakke deadline een artikel schrijven en wij zaten daar maar te leuteren over welke dwaze vragen we nu weer konden stellen. Ik wil andere mensen hun job ook niet moeilijker maken voor mijn eigen plezier.

Daar zeg je iets. Toen Remco Evenepoel goud haalde op de tijdrit, liet je Karl Vannieuwkerke slogans als ‘Remco-go-go’ roepen. Met een kleine twitterrel als gevolg. ‘Vannieuwkerke slaat helemaal door’, klonk het.

HUYGHE: Echt? Ik zit niet op sociale media, dus ik heb dat gemist. Vrienden hadden me vlak erna wel gestuurd: ‘What the fuck is dat met de Karl?’ En ik dacht: ik heb daar iets mee te maken, wat heb ik toch gedaan… Haten de mensen mij nu? (lacht) Wat was de conclusie van die rel trouwens: haten ze Karl, of haten ze mij en Karl?

Ik heb de indruk dat de focus op Vannieuwkerke ligt.

HUYGHE: Ha ja, dat is al iets. Het was ook wel de bedoeling dat die woorden memorabel zouden worden. We wilden iets zoals Michel Wuyts’ uitroep ‘Jassen! Vlassen!’ toen Greg Van Avermaet olympisch kampioen werd in Rio (in 2016, nvdr.). Dat is ons wel gelukt, denk ik.

Met Paris by Night kom je voor het eerst sinds lang opnieuw met je gezicht op televisie. Je hebt dat lang bewust vermeden, naar het schijnt.

HUYGHE: Dat klopt. Ik heb enerzijds een halfjaar gewerkt aan mijn korte animatiefilm (De eerste twaalf minuten van een reis naar het zuiden, nvdr.) gewerkt. Anderzijds ben ik graag bezig met programma’s achter de schermen: ik vind bekend zijn niet zo aangenaam. Voor Paris by Night maak ik graag een uitzondering, maar ik merk dat ik herkend worden niet gemist heb. Veel sportfanaten komen me vastpakken en wat duwen. Ik zou liever weer minder geduwd worden.

Dat zal je als programma- en filmmaker minder vaak overkomen. Heb je na die kortfilm nog meer ambities met animatie?

HUYGHE: Ik had destijds een screening georganiseerd voor collega’s van Woestijnvis, en toen was er even het idee om verder te gaan met de kortfilm. Maar ik wou er niets commercieels van maken: die kortfilm is echt iets dat ik voor mezelf gedaan heb, met eigen middelen. Ik wou geen compromissen sluiten. Ik ben nu wel met Woestijnvis aan het praten over een groter animatieproject. Dat gaat vooruit, maar het is sowieso een werk van lange adem waar we nog budget voor zoeken. Dus als je iemand met geld kent, mag je mijn nummer geven. Voor zo’n groot animatieproject zou ik meteen alles laten vallen.

PARIS BY NIGHT Tot 11.08, elke avond op VRT CANVAS.

Thomas Huyghe

Geboren in 1991 in Sint-Laureins.

Studeert animatietechnieken aan het Kask in Gent.

Begint als sportjournalist bij De ideale wereld, presenteert later ’t Is gebeurd en Het leven.doc.

Maakt programma’s bij Woestijnvis, met regisseur Bob Meert.


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content