Ter audiëntie bij Arnout Hauben: ‘Mijn persoonlijke favoriet van de vorsten? Boudewijn. En als programmamaker Leopold III’

Of u daarop zat te wachten of niet: het nieuwe historische interviewprogramma van Arnout Hauben verlegt een televisionele grens.

De gedachten waarmee de eerste twee afleveringen van Interview met de geschiedenis: het Belgische koningshuis ons achterlaten? Dat historische figuren gaan bevragen die door acteurs de adem terug is geschonken veel narratieve tv-mogelijkheden opent. Maar ook dat zo’n anachronistische aardigheid wennen is. Vreemd, want al jaren zien we in geschiedenisprogramma’s nagespeelde historische scènes en presentatoren die daar doodgemoedereerd doorheen banjeren.

‘Als de kijkers hierin willen meegaan, is the sky voortaan the limit’, zo ziet Arnout Hauben het. Maar de populaire reportagemaker gaat niet voetstoots uit van brede publieke appreciatie. We spreken hem op de dag waarop de eerste proeve van zijn nieuwe format wordt uitgezonden: de aflevering waarin hij en zijn tv-ploeg anno 1831 op audiëntie mogen bij onze toekomstige eerste vorst, Leopold I (een demonstratief bepruikte Bruno Vanden Broecke). Wanneer u dit leest, heeft hij omstreeks 1885 ook al Leopold II (Tibo Vandenborre) en diens eega Maria Hendrika (Evelien Bosmans) aan baard en brokaatjurk getrokken.

‘Tien jaar geleden zou dit nog niet gekund hebben’, aldus Hauben. ‘Maar door al die snel doorheen de tijd springende fictieseries op Netflix, of iets als Het verhaal van Vlaanderen, kan de kijker qua storytelling nu veel meer aan.’

Toen een in lakeienkloffie gestoken Tuur De Weert jullie in het salon van Leopold I aankondigde met ‘de heren van de VRT’ kon ik mijn lach toch niet inhouden.

Arnout Hauben: Dat mag. We wilden het niet onnodig ernstig inkleden en de kijker met een relativerende toon snel op het gemak stellen. Het zal in de huiskamer misschien eerst raar overkomen, maar voor mij als interviewer was dat ook zo. Want in deze mengvorm acteer ik voor een deel, naar het scenario van Marc Didden.

Wanneer je dat in deze serie níét doet, als reporter in het heden die experten en betrokkenen opzoekt, loop je zwierig vertellend of met open mond luisterend alweer over van begeestering.

Hauben: Geschiedenisles is gestoeld op feiten en gebeurtenissen waarmee je niet moet sollen, maar ook op verbeeldingskracht. Op die twee pilaren probeer ik de reeks te laten steunen. Interesse wek je vaak via inleving. Als interviewer ben ik ook oprecht geboeid door mensen, door hun situaties en verhalen.

Je trip naar Brussel met een bus senioren suggereerde dat Belgen minder over de geschiedenis van hun dynastie kennen dan je op basis van alle royaltynieuws of de vroegere koekendozencultuur zou vermoeden.

Hauben: In het geval van Leopold II zijn het veelal de Belgen met Congolese roots die ons dingen bijleren. Na WO II was de maatschappij enorm gepolariseerd en dat hebben we moeten verwerken. Maar die koloniale geschiedenis is nooit uitgepraat. Pas nu komt er heel veel naar boven. Gevolg: als je de naam Leopold II laat vallen, wordt het overal stil. Dat staat haaks op het feit dat heel weinig mensen genoeg over hem weten. Wij vertellen niet hét verhaal van Leopold II, maar we kunnen een groot publiek wel uitleggen dat hij er al lang van droomde om een kolonie te verwerven, waarom hij dat deed en achter welk mistgordijn.

Mijn persoonlijke favoriet van de vorsten? Boudewijn. En als programmamaker Leopold III.

Je dient duidelijk de human interest, maar op verschillende manieren: Man bijt hond-luchtig met die harmonie – géén fanfare – op de dijk van De Panne, dan weer bijna activistisch door een gedenkteken te laten maken voor de Congolese slachtoffers van de ‘mensenzoo’ op de wereldtentoonstelling in Antwerpen van 1894.

Hauben: Je kunt iets op een enerzijds-anderzijdsmanier vertellen, maar soms moet je voor het verhaal ook een stap verder durven te gaan. Alle standbeelden van Leopold II staan nu ter discussie. Terwijl het voor mij minder zin heeft om alles uit het verleden te slopen dan er context bij te geven en zo de discussie aan te gaan. Daar staat tegenover dat die Congolezen anoniem begraven liggen in een massagraf van het Schoonselhof, in het hart van Antwerpen. Is het dan zo raar om voor hen een gedenksteen neer te leggen? We hebben geen toestemming gevraagd aan de stad, anders moesten we toch eerst langs vijfentwintig commissies.

Wie van de zes voormalige vorsten is jouw favoriet?

Hauben: Voor mij persoonlijk Boudewijn, en als programmamaker Leopold III. Ik was hem al tegengekomen in mijn twee Ten oorlog-reeksen. Maar door dieper in die koningskwestie te duiken stuit je op de opeenstapeling van drama’s die die man heeft meegemaakt. Zijn verhaal is er een met veel hoeken en kanten, en een enorme emotionele en politieke lading.

Interview met de geschiedenis: het Belgische koningshuis

Tot 09.10 elke maandag op VRT 1 en VRT. MAX.

Arnout Hauben

Geboren in 1976 in Leuven.

Studeert documentaire aan Sint-Lukas Brussel.

Begint bij Woestijnvis als reporter en regisseur voor programma’s zoals Het geslacht De Pauw, Meneer doktoor en Man bijt hond.

Komt vanaf Weg naar Compostela (2010) zelf in beeld.

Richt in 2011 met Elke Neuville en Mikhael Cops productiehuis De chinezen op.

Graaft kleine en grote geschiedenisverhalen op in reportagereeksen zoals Ten oorlog, De helden van Arnout, Dwars door de lag e landen en Rond de Noordzee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content