Oh, Otto! is een odyssee van een man met hartzeer langs datingapps, fetisjseks en de kleurrijkste uithoeken van de Brusselse gay scene. Goed voor twee beeldjes op Canneseries.
Stijn van Kerkhoven moest niet al te diep graven voor zijn debuutreeks. Als jonge twintiger belandde hij in Brussel, nadat hij zijn tienerjaren in de kast doorbracht in Aarschot. ‘Ik vond zomaar uit het niets zeggen dat ik gay was maar vreemd. Wat betekent dat zelfs? Ik dacht: ik ga een soulmate vinden, een relatie starten, en dan aan iedereen vertellen dat ik gay ben. Easy.’ De volgende jaren bracht hij door op de datingapps, ontmoette hij lotgenoten en ging hij op café aan de Kolenmarkt, de gay buurt van onze hoofdstad. ‘Een supergekke periode. Op een bepaalde manier kreeg ik toen meer erkenning van mensen die ik totaal niet kende, dan van mijn eigen vrienden en familie. Terwijl die achteraf geen enkel probleem met mijn geaardheid hadden. Maar het was fijn om eerst die zoektocht in Brussel af te leggen.’
In april dit jaar, een slordige acht jaar later, toont hij die zoektocht op het witte doek in Canneseries – de tv-afgeleide van het filmfestival van Cannes – of toch een variant erop. Autobiografisch wil Van Kerkhoven zijn reeks niet noemen, maar het zaadje voor wat Oh, Otto! zou worden, is wel toen gelegd. En bij Mannenkenfish, een gay waterpoloclub waar hij even bij was. ‘Door daar in een veilige omgeving te praten, besefte ik dat mijn ervaring helemaal niet uniek was. En dat veel queer verhalen waarin seksualiteit geen issue is, nog niet verteld zijn.’
Het verhaal werd dat van Otto (Jonathan Michiels), een 26-jarige man die na acht jaar gedumpt wordt door zijn lief Boris (Gijs de Corte) en de aarde vanonder zijn voeten voelt wegzinken. Bij gebrek aan richting – Otto zelf is een psycholoog met bedenkelijke mores en mommy issues – volgt hij het advies van zijn beste vriendin Lente (Jennifer Heylen) op: ‘Ge moet poepen. Met véél mannen.’ Wat volgt, vinkt alle vakjes af van een feelgood-coming-of-agekomedie. Otto klungelt zich een weg door de queer scene en Grindr. Er is gepruts met leatherwear op een fetisjdate. Er duikt een patiënt van hem op in de gay sauna. Otto catfisht en wordt gecatfisht. Elke scène kijkt als een liefdesbrief aan het morsige leven in de hoofdstad, en met iedere misstap van Otto klopt het hart van deze reeks een beetje harder. Het is geen toeval dat Van Kerkhovens regiedebuut op Canneseries bekroond werd als beste short form-reeks door zowel de vakjury als de studentenjury.
‘Tot op de eerste draaidag was ik ervan overtuigd dat de reeks allicht niet gemaakt zou worden.’
Stijn van Kerkhoven: Een complete verrassing. Jennifer was al op onze wrap party aan het manifesten dat we naar Canneseries zouden gaan. Ik dacht: wees gewoon eens blij dat die reeks al gemaakt is. Oh, Otto! was al vier jaar in ontwikkeling, maar tot op de eerste draaidag was ik ervan overtuigd dat de reeks allicht niet gemaakt zou worden. Er kan zo veel mislopen. Wat als we geen budget vinden? En dan heb ik het per ongeluk toch tot het einde gehaald. (lacht)
Ik geloof dat ik gay sauna’s en fetisj-role play nog maar amper op die manier op de Vlaamse tv gezien heb. Wilde je ook taboes doorbreken?
Van Kerkhoven: Ja. Ik ben heel bang. (lacht) Ik hoop dat iedereen blij is met wat ik probeer te vertellen. Gay sauna’s en fetisjisme klinkt heftig, maar we tonen het niet om te choqueren. Ik had vooral het gevoel dat er daar nog mooie verhalen te rapen vielen. Het is ook maar één verhaal. Ik wil niet de gay gids zijn die jullie door de gay scene leidt.
Zijn we nu pas klaar voor dit soort verhalen? Want pakweg gay sauna’s zijn niet bepaald nieuw.
Van Kerkhoven: Dat denk ik wel. Het tv-landschap is ook heel hard veranderd. Vroeger had je voornamelijk zondagavondfictie of procedurals zoals Flikken, maar veel minder kleine reeksen, zoals Holy Sh!t, die ook een hart hebben. Daardoor is er nu ook plek voor dit soort reeksen, die zich in dat soort arena’s begeven. Gay sauna’s zijn inderdaad niet nieuw. Meer nog, ze zijn wereldwijd aan het verdwijnen, net zoals darkrooms. In Brussel valt het vooralsnog mee, maar sinds ik hier woon, is een van de drie gay sauna’s verdwenen. Ik ken één darkroom. En ook mijn favoriete café, Le Boys Boudoir, is weg. Grindr heeft meer en meer die fysieke ontmoetingsplaatsen vervangen. Ik vind dat jammer. Een goede gay sauna blijft een veilige omgeving waar je andere mensen kunt ontmoeten en ook gewoon iets kunt drinken. Van Grindr hoor ik verhalen die me toch twee keer doen nadenken voor ik met iemand zou afspreken.
In de reeks belandt Otto plots bij een man die er niet uitziet als zijn foto, en ongemakkelijke opmerkingen maakt over wurgseks. Was het belangrijk om ook die gevaren van Grindr te tonen?
Van Kerkhoven: Ja, ik had het vreemd gevonden om een reeks te maken waarin iemand op Grindr zit, zonder te nuanceren dat er niet enkel lieve mensen op die app zitten. Een keer ben ik zelf gecatfisht geweest. Niet dat het crazy-crazy was. Maar er deed iemand de deur open en die zag er helemaal anders uit dan verwacht. Dan komt de paniek: het is het midden van de nacht, in een grote stad, in een wijk en gebouw dat ik niet ken. Waar is de uitgang?
De reeks draait specifiek rond de Brusselse datingscene. Is die ook anders dan andere steden?
Van Kerkhoven: Dat vind ik moeilijk om te zeggen. Ik ken enkel Brussel. Daarom heb ik er ook heel hard voor gestreden dat de reeks hier zou blijven. Omdat ik hier wéét waarover ik het heb. Brussel heeft een supernice gay community. Er zijn zotte feestjes. Er is letterlijk een straat vol gay cafés. Dat op zich is vrij uniek.
‘Brussel heeft een supernice gay community. Er zijn zotte feestjes. Er is letterlijk een straat vol gay cafés. Dat op zich is vrij uniek.’
In de reeks beschrijft het personage Lente Brussel als ‘chaotisch, vuil en als je er lang genoeg naar kijkt… schoonheid.’
Van Kerkhoven: Brussel is Brussel hé. Ik zag daarnet nog een TikTok van iemand die voor de Europese Unie werkt en op bezoek was in Brussel. Overal waar hij kwam, stonden er stellingen. Zuidstation. Noordstation. Centraal Station. Overal zijn er werken. Dat is insane. Vroeger vond ik Brussel ook lelijk. Nu zie ik de schoonheid. Iemand zei ooit: iedereen die een Brusselaar wil zijn, is een Brusselaar. Dat klopt. Ik woon hier nu al tien jaar en voel mij al vanaf dag één thuis.
Een andere belangrijke figuur voor Otto is eveneens een herkenbaar grootstadsfenomeen: de nachtwinkeluitbater, die Otto bedenkelijk aankijkt als hij condooms of vieze alcohol koopt. Heb je zelf ook zo’n band met je nachtwinkel?
Van Kerkhoven: Ja, vroeger wel. Ken je die kleine nachtwinkel naast de frituur op de hoek van het Sint-Katelijneplein? Toen ik daar woonde, was dat mijn vaste nachtwinkel. Ik heb daar veel met een kater gestaan. Of in mijn kamerjas. Eén keer staan stofzuigen, zelfs.
Stofzuigen?
Van Kerkhoven: Lang verhaal. Laten we het erop houden dat je op den duur wel een hechte band hebt met je nachtwinkeluitbater.
Waarom heb je van Otto eigenlijk een psycholoog gemaakt?
Van Kerkhoven: Ik vond het wel een grappig contrast om te werken rond iemand die zelf de weg kwijt is en tegelijk advies geeft. Ik vind psychologen op dat vlak sowieso interessant. Vaak denk ik in therapie: jij hebt toch ook je eigen problemen? Wie weet, komt mijn psycholoog straks thuis en steekt die ook gewoon een opwarmlasagne in zijn microgolf in zijn kleine studio.
Lasagne is prima, toch?
Van Kerkhoven: Dat is prima. Maar waar trek je de grens? (lacht)
Lentes medisch advies voor Otto’s gebroken hart is ‘poepen’. Heb je zelf betere technieken?
Van Kerkhoven: Naar The Holiday kijken. Of How to Train Your Dragon. Zo’n goede lach-weenfilm. Geen ween-weenfilm. Daarnaast: focus op iets supernegatiefs van je ex en buit het uit. Ooit raakte ik heel moeilijk over iemand, tot ik besefte dat die altijd heel hard slurpte van zijn bier. (maakt slurpgeluiden) Al-tíjd. Vreselijk! Good riddance.
Oh, Otto!
Vanaf 03.07 op Streamz.
Stijn van Kerkhoven
Geboren in 1997 in Aarschot.
Studeert af aan het Ritcs in 2020 met de korte film Na de regen.
Werkt als regie-assistent mee aan VRT-reeks Rough Diamonds (2023).
Wint op Canneseries de award voor beste short form-reeks voor zijn debuut Oh, Otto!