Jongeren die meestal louter als ‘een mogelijk probleem’ in de media komen, mogen in het nieuwe Canvas-programma ‘Naar de Top’ gewone tieners zijn die ervan dromen om banketbakker te worden.
Recensie: Naar de Top
Maandag tot donderdag, Canvas ****
‘In Afghanistan heb ik nooit aan bergbeklimmen gedaan. Als je daar naar de bergen gaat, word je gedood.’ Aldus de zeventienjarige Romal, een Afghaanse tienerjongen uit het asielcentrum in Ukkel, in de tweede aflevering van Naar de top. In die vierdelige docusoap worden enkele Brusselse jongeren die in dezelfde boksclub zitten gevolgd terwijl ze zich voorbereiden op de beklimming van de Monte Rosa in Italië, een expeditie die hun zelfvertrouwen op moet krikken. Of die hen, in het geval van Romal, over enkele traumatische jeugdervaringen heen moet helpen.
Het achtergrondverhaal van Romal, die sinds een jaar in België is en zijn dagen doorbrengt tussen 50 andere asielzoekers in het asielcentrum van Ukkel, was het meest dramatische dat te rapen viel in de eerste afleveringen van Naar de top, maar zelfs dat werd met de nodige lichtheid gebracht. En dat maakt het programma net zo opmerkelijk: hier komen jongeren in beeld die als ze in de media worden getoond meestal louter als ‘een mogelijk probleem’ worden neergezet, als diegenen die rel zouden kunnen schoppen in de straten van Brussel of die uit een ver land zijn gekomen om hier onze gastvrijheid op de proef te stellen.
In Naar de top zijn Romal, of de vijftienjarige Imad, die zijn Molenbeek omschreef als ‘de beste wijk van allemaal’, echter gewone tieners die ervan dromen om banketbakker of apotheekassistent te worden, en die naar de boksclub gaan om even hun gedachten te verzetten. Maar dat is als omschrijving voor het programma te eng: er komen in de reeks en de boksclub ook mensen als Annemarie, een Duitse dame die voor een Britse krant verslag uitbrengt over de Europese politiek, en die in de tweede aflevering door een van haar reisgezellen in het Engels werd gevraagd om voor de grap ‘shut up’ te vertalen naar het Duits. Eigenlijk vatte dat moment Naar de top nog het beste samen: een ode aan het multiculturele Brussel, een stad met 163 nationaliteiten en veel problemen, maar ook met heel veel mooie verhalen.
Dat de jongeren hun leven zelf mogen filmen met een smartphone, zorgt voor een authentieker gevoel en wellicht waren de hoofdrolspelers daardoor ook eerder geneigd om camera’s toe te laten. Maar de soms schokkerige en wazige beelden verhogen de drempel wel, zeker als je Naar de top naast het qua thematiek vergelijkbare De school van Lukaku legt. En dat is spijtig, want daardoor is een programma dat eigenlijk een zo groot mogelijk publiek verdient veroordeeld tot de laatavond op Canvas.
Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier