Opvoeden volgens Pedro Elias: ‘Je wilt niet dat je kind zich later belachelijk maakt in de Gamma, hè’

© CHARLIE DE KEERSMAECKER

Na de onverhoopte kijkcijferhit De Containercup beloven Pedro Elias en Vier vanaf deze week nog meer coronaverlichting. Hoe ernstig de titel Opvoeden doe je zo ook klinkt, u mag vooral goedbedoelde onzin verwachten. Zoals sommige maatregelen van de Nationale Veiligheidsraad, maar dan hopelijk wél om te lachen.

Tijdens onze eerste gespreksminuten spreekt Pedro Elias (45) me toe vanuit een rijdend voertuig dat hij eigenhandig verondersteld wordt met de wegcode te verzoenen. Wanneer het geroezemoes van het verkeersgewriemel wegsterft en het reisdoel bereikt lijkt, betrap ik me erop gerustgesteld te zijn. Onnodig allicht, want ondanks occasionele vermoedens van het tegendeel lijkt het met de gulhartige presentator altijd wel goed te komen – of toch minstens beter uit te draaien dan je aanvankelijk had gedacht. Zo is Elias, als Woestijnvis-redacteur die van presenteren nooit een speerpunt heeft gemaakt, via stationnetjes als De idioten, Control Pedro en De Containercup toch maar mooi opgeschoven naar de voorste rijen van het pak.

Er is een ronde waarin kinderen moeten leren liegen, omdat dat nu eenmaal óók bij opgroeien hoort.

Vorig jaar haalde het noodlot twee keer uit: in het voorjaar werd bij zijn jongste zoon Rover kanker vastgesteld, in het najaar overleed zijn Spaanse vader. Aangezien men een kaars die aan beide zijden brandt in twee keer moet uitblazen, spitste Elias eerst de aandacht toe op de genezing van zijn kind – naar het zich laat aanzien zijn de vooruitzichten bemoedigend. Het rouwproces van zijn vader stelde hij zolang uit. Ook al heeft zich wat dat betreft inmiddels één sussende gedachte naar boven gewurmd.

Pedro Elias: Net voor corona toesloeg, hebben mijn mama, mijn zus en ik een deel van mijn papa’s as naar de Pyreneeën gebracht. Die urne hebben we begraven in een mooi dorp met een middeleeuws kerkje waar al enkele Pedro Eliassen liggen. Ik zal heel graag de vierde zijn om daar te gaan rusten. Maar ik wacht natuurlijk op zijn minst tot na de uitzending van mijn nieuwe show.

In welke stemming verlopen de opnames van Opvoeden doe je zo?

Elias: Zoals elk nieuw gegeven is het wennen. Bij Control Pedro had ik ook wel zenuwen, maar na drie seizoenen wist ik waar de knoppen stonden. Nu, ik vind het juist leuk en spannend om niet altijd hetzelfde te doen. Ik probeer ook te genieten van dat maakproces. Je hebt nooit de garantie dat het iets zal worden, hè. Mijn waardemeter is: heb ik mijn best gedaan, vind ik het zelf goed en geldt dat ook voor een aantal fijne vrienden en kennissen die daar eerlijk in zijn? De rest laat ik aan de kijkers over. Ik wil het niet kapotrelativeren, maar: it’s only TV, nietwaar?

Opvoeden volgens Pedro Elias: 'Je wilt niet dat je kind zich later belachelijk maakt in de Gamma, hè'
© CHARLIE DE KEERSMAECKER

Gaat die regel wel op voor primetime?

Elias: Dan moet ik zeggen: it’s only primetime TV.

Opvoeden doe je zo is een panelshow waarin twee kinderen tussen zes en negen uit een bont assortiment BV’s hun tijdelijke pleegouders mogen kiezen.

Elias: Zo krijgen we twee teams die tegen elkaar spelen voor ‘kindergeld’, met allerlei vragen over het thema opvoeding en een finale met leuke prijzen. Ja, het zal veel leuker zijn als je het allemaal zíét, hoor. Zo is er een ronde waarin kinderen moeten leren liegen, omdat dat nu eenmaal óók bij opgroeien hoort – uiteraard pleit ik er niet voor dat het pathologisch wordt. Zelf lieg ik dus ook. Ik heb wel eens tegen mijn kinderen gezegd dat ik hun tekening prachtig vond terwijl die – en dan druk ik mij voorzichtig uit – niet tot hun beste werk behoorde. In een andere ronde willen we de kinderen snel iets laten leren over drugs of klusmateriaal, waarmee ze vroeg of laat ook zullen worden geconfronteerd. Je wilt niet dat je kind zich later belachelijk maakt in de Gamma, hè.

Niettegenstaande de titel wordt het geen programma waarvoor ouders van nu met pen en aantekenboekje moeten aanschuiven.

Elias: Neen, opvoedkundig zou ik een heel slechte gids zijn. Maar ik hoop wel dat ouders – en kinderen – er zichzelf in herkennen, zodat het onze eigen flaters op dat vlak minder schrijnend maakt.

Voor mijn vrouw ben ik een veertiger die met zijn pasgemaakte tekeningen zwaait. Mij ontsnapt heel vaak een “Evelien, Evelien, kom kijken!

In het aankondigingsfilmpje zien we je bij nachte met een stoet kinderen ronddwalen, elk met een lampenkapje over het hoofd. Een beetje Monty Python-absurdisme mag er ook bij?

Elias: Dat lampenkapje is functioneel, hoor. Het is dan wel een programma met kinderen, in de eerste plaats is het voor volwassenen bedoeld. Ik wilde niet afdalen naar kootchy kootchy kootchy-niveau. Wij als grote mensen moeten kunnen bespreken wat we willen. Maar als het een beetje te expliciet wordt, zetten we de kinderen die geluidsdichte lampenkapjes op. Voor de momenten waarop Herman Brusselmans, een van onze pleegouders, zich helemaal als Herman Brusselmans gedraagt.

Heb je het format zelf mee vormgegeven?

Elias: Technisch gezien niet. Net als De Containercup kwamen het idee en de uitwerking van Dirk Van den Houte en Steve Verhaeghe, programmaontwikkelaars bij Woestijnvis. Maar we hebben wel heel nauw samengewerkt, toen en nu. Ik wil niet zomaar de papegaai zijn. Dus probeer ik over elk onderdeel mee na te denken. Om mijn voorstellen wordt meestal goed gelachen. Waarna iemand zegt: ‘Niet bruikbaar’, en we weer overgaan tot de orde van de dag. Toen ik onlangs op de redactie luidop tot de conclusie kwam dat er met mijn ideeën blijkbaar nooit iets aan te vangen valt, riep een vriend met wie ik samen Scheire en de schepping heb gemaakt vanachter een kast : ‘Inderdaad!’ Het moet zijn dat daar een consensus over bestaat.

Je hebt drie kinderen. Hoe schat je jezelf als ouder in?

Elias: Ik heb ooit enkele jaren met Kamagurka gewerkt, een van mijn helden. Toen heb ik gemerkt dat zijn kinderen hém veeleer hebben opgevoed in plaats van omgekeerd. Ik begin te denken dat het bij mij ook zo is. Als opvoeder ben ik heel vrij. Ik geloof dat kinderen al snel een moreel kompas hebben. Niks zo leuk als hen de dingen zelf te laten uitvogelen. De service die ik als ouder garandeer, is dat ik 24/7 beschikbaar ben voor alle vragen. Uiteraard leg ik hen wel de gevaren van het leven uit. Maar ik heb heel veel moeite met iemand die autoritair is, en nog meer met dat zelf zijn. Let wel, ‘vrij’ betekent niet ‘nonchalant’. Hun schoolresultaten moeten goed zijn, qua drugs hanteer ik voor mijn zoon van vijftien zero tolerance, en ook hygiëne is belangrijk. Daarom kopen we om de vier maanden één volledig nieuwe tandenborstel voor het hele gezin. Kijk, mijn eigen papa is in Spanje in een streng, weinig affectief Catalaans gezin opgegroeid. Zijn schooltijd bij de jezuïeten in Barcelona was heel zwaar. Wel, hij heeft er radicaal voor gekozen om mij volledig los te laten. Van vaderskant heb ik dus een minimale inmenging gekend, terwijl mijn mama mij een warme, Vlaamse opvoeding heeft gegeven. Maar eigenlijk heb ik van jongs af aan mijn zin gedaan. Daardoor heb ik nooit de behoefte gehad om uit te breken of dingen te doen die niet mogen. Maar in mijn vaderschap profileer ik mij alleszins niet als een rolmodel.

Opvoeden volgens Pedro Elias: 'Je wilt niet dat je kind zich later belachelijk maakt in de Gamma, hè'
© CHARLIE DE KEERSMAECKER

Je bent dus de vader die je eigen vader voor jou was. Zijn er desondanks elementen uit je opvoeding die je in de praktijk stilletjes hebt begraven?

Elias: Goeie vraag. Ik vind het bijna gênant om te zeggen, maar ons gezin is bijna een copy-paste van dat van mijn ouders: een moeder uit Mechelen en een vader met andere roots, waarbij de echtgenote veeleer het baken van sérieux is. Nu moet ik wel zeggen dat wij als bijkomende moeilijkheid een zwaar ziek kind hebben dat een chemokuur moet volgen, en ik het er daarom heel lastig mee heb om streng voor hem te zijn. Mijn vrouw heeft de raad van de professor in het ziekenhuis wél ter harte genomen. Die had gezegd dat de leukemie zou verdwijnen en we ons kind dus normaal moesten opvoeden. Terwijl ik nog vaak denk: wie zo veel vergif in zijn lijf heeft gehad, verdient vijf jaar Ibiza en een Mastercard. Maar ik weet ook dat het niet eerlijk is tegenover mijn vrouw dat zij dan de bad cop moet zijn. Gelukkig is onze zoon aan de beterhand, wat onze opvoedkundige taak makkelijker maakt.

Je hebt een zoon uit een vorige relatie, en twee jonge kinderen met je vrouw, actrice en redactrice Evelien Broekaert. Ze heeft jou eens omschreven als háár derde kind.

Elias: Klopt, en dat is zó vermoeiend voor haar. Weet je wat het is? Ik ben nog altijd heel graag verwonderd door de dingen. Je kent wel van die kinderen die om de haverklap ‘mama, mama, kom kijken!’ roepen en zo het engelengeduld van hun moeder op de proef stellen. Wel, zo ontsnapt er mij ook heel vaak een ‘Evelien, Evelien, kom kijken!’ Onlangs ging ik met mijn kroost naar de Zoo en daar heb ik voor het eerst een blauwe papegaai met gele ogen gezien. Zo fantastisch! Ik was er niet goed van. Dan verlies ik mezelf daar zodanig in dat ik ’s avonds van alles over geelogige blauwe papegaaien opzoek. Ik ben heel gulzig en zuig veel op, maar ik wil dat constant aftoetsen aan mijn wederhelft. In dat opzicht ben ik voor mijn vrouw – en nu ook weer voor de kijkers – een veertiger die met zijn pasgemaakte tekeningen zwaait. (lacht)

Mijn vrouw was er vanaf dag één van overtuigd dat het goed zou komen met onze zoon Rover. Daar ben ik haar dankbaar voor.

Heb je die harde diagnose bij je zoon en het overlijden van je vader al een plaats kunnen geven, zoals dat heet?

Elias: Ik krijg er nu kippenvel van, maar: neen. Ik heb het rouwen om mijn papa tijdelijk geparkeerd omdat ik eerst mijn zoon op het droge wil krijgen. We hebben acht maanden van intensieve therapie achter de rug, waarbij we vier dagen per week in Gasthuisberg zaten. Daarmee vergeleken is ons leven nu heel aangenaam: onze zoon heeft zijn haar terug, heeft heel veel energie en krijgt alleen nog chemo in pilvorm. Ik hou niet van zelfmedelijden. Mijn papa mis ik heel hard maar ik kan nu niet in dat verdriet duiken, omdat ik denk dat ik sterk moet zijn voor mijn zoon. Zo pak ik het aan. Soms lukt dat, maar ik heb nog veel avonden waarop ik ga slapen met het gevoel dat het met Rover toch nog verkeerd kan gaan, ondanks zijn genezingskans van 95 procent. Maar erin blijven geloven is mijn morele plicht, vind ik. Mijn vrouw daarentegen was er vanaf dag één van overtuigd dat het goed zou komen. Daar ben ik haar dankbaar voor: stel je voor dat we allebei zo negatief hadden gedacht.

De Containercup was veruit het succesvolste van alle inderhaast ineengebokste coronaformats van de eerste golf. Hoe verklaar je dat?

Elias: Ten eerste: ik vind dat ik mag stoefen over het format, want ik heb het zelf niet bedacht. Ten tweede is het natuurlijk fantastisch in zijn eenvoud, want je brengt de sport tot bij de sporter. Ik denk vooral dat mensen behoefte hadden aan iets leuks en warms, en wie is er leuker en warmer dan Wesley Sonck? Misschien gek, maar ik heb ooit eens een boek uitgebracht en toen kreeg ik soms een mail: ‘Ik lig in de kliniek en uw boek heeft me doen lachen.’ Dat is nooit mijn missie, maar een beloning is het wel. Het maakt mij extra gelukkig om als entertainer mensen blij te maken. Bij De Containercup is het ongelofelijk hoeveel mensen mij aanspraken of mailden dat het hun enige lichtpuntje was in die donkere coronatijden. Aan de ene kant topsporters in een keiharde competitie, en daarnaast Wesley en ik die er bijna als antropologen naar keken: ik denk dat die cocktail het zo leuk maakte.

Vreemd genoeg was je voor de screentest door de mand gevallen. Voor figurant in Bloot en speren had je dan weer zelf bedankt. Het is verbazend hoe snel een categoriek ‘nee’ alle betekenis verliest met jou in de buurt.

Elias: (lacht) Ik ken mijn min- en mijn pluspunten. Sportverslaggeving zit alleszins niet in die laatste groep. Dat werd bij de evaluatie van de screentest ook bevestigd – de term ‘verschrikkelijk’ is toen een paar keer gevallen. Ze hadden mij daar naast Wesley neergezet, die ik nog nooit had ontmoet – ik wist alleen dat het een amateurvoetballer was. Maar hoe vreselijk onbekwaam ik als sportcommentator ook ben, toch zeiden ze: ‘Je gaat dit doen.’ Dat vind ik zo mooi aan Woestijnvis. Om de een of andere reden geven die mensen mij kansen. Dan vind ik ook dat ik hard moet werken om die niet te verkwanselen. Ik neem het dus heel serieus, terwijl ik besef – ik heb je net over mijn leven verteld – dat alles relatief is. Ik maak nu een show en hoop dat mensen die leuk vinden, maar ik weet wat echt belangrijk is: mijn gezin, onze gezondheid. Sorry als ik wat Bond zonder Naam-achtig begin te klinken.

Ze hadden mij daar naast Wesley Sonck neergezet, die ik nog nooit had ontmoet. Ik wist alleen dat het een amateurvoetballer was.

Je gaat dit najaar ook als een van de anderhalvemetersidekicks van Michèle Cuvelier aan de slag in haar ochtendblok op Studio Brussel. Mag je daar op jouw leeftijd nog wel binnen?

Elias: (lacht) Wel, ik heb net gepost dat ik vijftig jaar heb moeten wachten om bij mijn droomzender te mogen gaan werken. Toch mooi hoe daar ook al geriatrische patïenten mogen rondlopen, hè.

Daarenboven ben je samen met je vrouw De kist aan het schrijven, een fictiereeks over twee zussen die met een doodskist op hun autodak naar Spanje sjezen.

Elias: Aangezien ik nu volop aan het opvoeden ben, houdt mijn vrouw zich daar voltijds mee bezig. Ik ben van plan om na de laatste aflevering van Opvoeden doe je zo mijn microfoon af te zetten, in ons klaarstaande busje te stappen en naar Portugal te rijden. Voor een vakantie die we al zo lang niet meer hebben gehad. Als ik terugkom, wil ik weer hard aan De kist werken. Ik denk dat we iets moois in handen hebben. Programma’s maken en schrijven, dat is een spreidstand, hè. Maar voor allebei valt iets te zeggen.

Zul je je daar in Portugal openstellen voor die klap die je van je vader nog moet krijgen?

Elias: Ja. Van de Kama weet ik dat hij ooit eens aan de Amalfikust verbleef en dat daar al zijn verdriet eruit is gegutst. Ik denk dat het een kwestie is van er een fijne plek voor te kiezen, en die hebben we in Portugal gevonden. Het zal misschien pijn doen maar wel gezond zijn. Je kunt er niet mee blijven rondlopen.

Wat beloofde jouw voorjaar te zullen brengen toen covid-19 nog een rare Chinese plaag was?

Elias: Een maand Portugal! Toen dat niet doorging, heb ik maar voor het werk gekozen. Dus in plaats van een maand in Portugal heb ik een maand in een container gezeten. (lacht)

Waar dan wel een vriendschap voor het leven is ontloken, naar verluidt.

Elias: Ik heb daarnet nog een bericht van Wesley gekregen. In een podcast had ik onlangs gesproken over de malaise van mijn ploeg Barça, die onlangs met 8-2 door Bayern is afgedroogd – heel blij dat mijn papa dát niet heeft moeten meemaken. Ik zag Wesley Sonck wel samen met Messi in de spits staan. Tegen welk transferbedrag, wilde de podcastmaker weten. ‘Voor Wesley? Een zak chips’, heb ik geantwoord. Dat moet hij gehoord hebben, want hij liet me weten dat hij me toch zo mist. (lacht) Hij heeft me trouwens een barbecue beloofd omdat hij dankzij mij ereburger van Ninove mag worden. Ik zeg niet dat het typisch is voor mensen uit Ninove, maar ik heb nog altijd geen barbecue gezien. Hij kan wel zeggen dat het door corona komt, maar ik ben al content met een kleine bubbel, een worstje en wat maïskorrels. Hij had op zijn minst een zak chips kunnen opsturen! Pickles graag, Wesley.

Opvoeden doe je zo

Vanaf donderdag 3/9 om 20.35 uur op Vier.

Pedro Elias

Geboren in 1974 in Antwerpen als kind van een Catalaanse vader en een Belgische moeder.

Werkt als schrijver bij Woestijnvis aan De slimste mens ter wereld en Scheire en de schepping.

Brengt in 2014 het fictieboek Van den hond uit.

Figureert in Bloot en speren (2014) en Geubels en de idioten (2015)

PresenteertDe idioten (2016, met Sarah Vandeursen), Control Pedro (2017) en De Containercup (2020, met Wesley Sonck).

Getrouwd met Evelien Broekaert, actrice bij theatercollectief Compagnie Barbarie en redactrice bij Woestijnvis.

Vader van Mateo (15), Rover (5) en Bonnie (4).

Presenteert vanaf 3/9 op Vier het panelprogramma Opvoeden doe je zo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content