Op het podium mocht Sali Haidara wél anders zijn: ‘En kreeg ik er nog applaus voor ook’

© Damon De Backer

Ze speelde in #LikeMe en is nu te zien in De slimste mens ter wereld. Met een eigen poëziebundel en een debuutalbum op komst schudt Sali Haidara, actrice-zangeres-radiopresentatrice-lerares, haar moeilijke jeugd eindelijk helemaal van zich af.

Eerst klemt ze haar handen nog wat steviger rond de caffè latte die voor haar op tafel staat, maar daarna schiet Sali Haidara in een diepe, gulle lach. ‘Of ik mezelf nog altijd “raar” vind?’ herhaalt ze de vraag, terwijl de muzak vrolijk voortkabbelt in de Brugse koffiezaak waar we elkaar ontmoeten. ‘Ja! Ik heb zo lang professionele hulp gekregen en mijn hele jeugd gedacht dat er iets mis was met mij. Ik denk niet dat dat gevoel nog zal verdwijnen.’

29 is Haidara en eindelijk heeft ze de rust en stabiliteit gevonden die ze al haar hele leven zoekt. Vier seizoenen lang speelde ze naast Pommelien Thijs, Camille Dhont en Francisco Schuster in #LikeMe. Maar nu voor het vijfde seizoen de volledige cast van de populaire Ketnetreeks door jongere acteurs werd vervangen, heeft ze tijd voor nieuwe, eigen plannen.

‘Na elk fout antwoord in De slimste mens dacht ik: ik ben dom, ik ben een mislukkeling.’

Veel nieuwe, eigen plannen. Op Studio Brussel presenteert Haidara elke week het zondagmiddagprogramma Hangen op zondag, ze schrijft aan een eigen poëziebundel, ze tekende zojuist een allereerste platencontract en maakt nu ook haar opwachting in De slimste mens ter wereld. ‘Ik hou enorm van spelletjes en ik kijk al heel lang naar het programma’, zegt ze. ‘Ik was dus erg blij toen ze me vroegen. Maar tijdens de opnames overviel de spanning me plots.’

En dus blijft er de twijfel, die eeuwig lijkt te zijn.

‘Na elk fout antwoord dacht ik: ik ben dom, ik ben een mislukkeling’, zegt Haidara. ‘Al van kinds af heb ik last van een minderwaardigheidscomplex, omdat ik altijd te horen kreeg dat ik “raar” was. Vroeger linkte ik “raar” aan “niet goed”, maar met ouder worden heb ik gelukkig geleerd om mijn raar-zijn te omarmen.’

○ ○ ○

Om de twijfel ten volle te begrijpen, moeten we terug naar Haidara’s kindertijd. Ze werd geboren in Knokke-Heist en groeide op in Brugge, als tweede kind van een Brugse moeder en een Ivoriaanse vader. De naam die ze meekreeg – voluit heet ze Salimata, wat ‘spiritueel intens’ betekent – zou profetisch blijken.

‘Ik heb een redelijk turbulente jeugd gehad’, vertelt ze. ‘Er was niet altijd een veilige thuissituatie voor mij, door wat er thuis gebeurde en de mensen die er over de vloer kwamen. Zonder in details te treden: ik heb het lang willen relativeren – “elk huisje heeft zijn kruisje”, weet je wel – maar ondertussen besef ik dat het echt niet oké was. Door die traumatische thuissituatie was ik een kind dat veel zorg en aandacht nodig had, en die kreeg ik niet. Dat ik nu zo veel behoefte heb aan verbinding is het gevolg van een gemis dat ik lang gevoeld heb.

© Damon De Backer

Eigenlijk heb ik altijd al het gevoel gehad dat ik iets tekortkom. Bovendien hadden we het ook lang financieel moeilijk, maar dat merkte ik pas toen ik bij klasgenootjes over de vloer kwam en me nog meer een buitenstaander ging voelen.’

De vader van Haidara werkte als vrachtwagenchauffeur, haar moeder belandde na een baan als stewardess in een bankkantoor. Na Salimata’s geboorte zouden er nog drie kinderen volgen – een tweeling onder meer, twaalf jaar jonger.

‘Ik heb een redelijk turbulente jeugd gehad. Er was niet altijd een veilige thuissituatie voor mij.’

‘Al van in de kleuterklas was ik heel wild en expressief’, zegt Haidara. ‘De behoefte om te performen is er altijd geweest. Omdat ik het thuis niet vond, besef ik nu, ging ik ergens anders liefde en erkenning zoeken. Er was een hoek af, zeggen ze dan. Ik kreeg voortdurend te horen dat ik “flink” en “braaf” moest zijn, niet te luid maar ook niet te stil, dat ik zoals iedereen “normaal” moest doen. We worden opgevoed met zulke sterke normen dat je je heel snel “raar” kunt voelen in deze maatschappij. Ik moest uiteindelijk zes of zeven keer van school veranderen. Leerkrachten en psychologen vonden me “onhandelbaar”.’

Als reactie begon Haidara gedichten te schrijven en ging ze als een bezetene boeken lezen. ‘Als kind las ik vijf boeken per week’, zegt ze. ‘Een boekbespreking, dat was een van de weinige dingen die ik wél graag deed op school. (lacht) Nu lees ik vooral informatieve non-fictie, om bij te leren. Ik leg mijn telefoon regelmatig bewust aan de kant. En dan valt me telkens weer op hoeveel tijd er vrijkomt om te lezen.’

Aan de muren van haar meisjeskamer hing ze posters van de Duitse boysband Tokio Hotel. En omdat ze zich tijdens schooloptredens telkens weer voelde opbloeien, koos ze op haar achttiende voor een opleiding in het muziektheater.

‘In de schoolmusical was ik de zure kangoeroe, die de hele tijd tegenwerkte en tegendraads was. Een rol die mij helemaal op het lijf geschreven was.’

‘In het zesde leerjaar voerden we een schoolmusical op en ik ging daar zo in op dat ze het ook weer raar vonden’, zegt ze. ‘Toen ik zestien was, in de moeilijkste periode van mijn leven, ben ik bij de Brugse amateurmuziekvereniging KotéKoer beland en dat was echt mijn redding. We speelden de musical Seussical en ik was de zure kangoeroe, die de hele tijd tegenwerkte en tegendraads was. Een rol die mij helemaal op het lijf geschreven was. (lacht) Op het podium mocht ik wél anders zijn en opeens kreeg ik er nog applaus voor ook.’
Ze zegt: ‘Dat is het moment waarop ik voor het eerst echt kon ademen.’

Tijdens de toelatingsproeven liep het alsnog bijna mis, toen een van de leerkrachten in de jury doodleuk zei: ‘Je beseft hopelijk wel dat je vanaf nu wat op je lijn zult moeten letten?’ Haidara: ‘Zes, zeven jaar geleden werd er nog veel minder over bodypositivity gesproken. Als jong meisje met een droom en met de hoop om eindelijk aanvaard te worden, gaf dat natuurlijk veel stress. Maar uiteindelijk ben ik toch aanvaard en mocht ik zonder problemen aan de opleiding beginnen. Door muziektheater te studeren kon ik voor het eerst mijn anders-zijn omarmen. Plots zat ik in de klas met alleen maar “gekke” jongens en meisjes. Zo besefte ik dat ik eigenlijk gewoon een artiest ben.’

© Damon De Backer

Nog voor ze afstudeerde, werd Haidara van de schoolbanken geplukt: vanaf het tweede seizoen kreeg ze de rol van de ‘eigenwijze flapuit’ Maria Hernandez in de Ketnetserie #LikeMe. Ze mocht meteen mee op tournee langs de Lotto Arena en Plopsaland.

‘Omdat ik in Nederland studeerde had ik niet door hoe groot de reeks was’, zegt ze. ‘Pas door die concerten besefte ik dat Pommelien, Camille en Francesco voor tienduizenden kinderen echte sterren waren. Gelukkig ben ik niet snel onder de indruk, in beide richtingen: ik zal mezelf niet snel op een voetstuk zetten, maar anderen ook niet. En al word ik ooit nog de nieuwe Gert Verhulst, ik zal me nooit beter voelen dan iemand anders. Die nuchterheid heeft me toen geholpen.’

○ ○ ○

Het avontuur van #LikeMe zit er ondertussen op – het verhaal was klaar, zegt ze – en ook met haar baan als leerkracht is Haidara recentelijk gestopt. De voorbije jaren werkte ze als lerares Frans in het eerste middelbaar op MIA-Brugge, een school voor wetenschappen, ondernemen en zorg.

‘Al word ik ooit nog de nieuwe Gert Verhulst, ik zal me nooit beter voelen dan iemand anders.’

‘1 september was een sombere dag’, zegt ze. ‘Ik werkte supergraag in de klas, maar de combinatie met mijn mediawerk was niet vol te houden. De uren die ik ’s avonds spendeerde aan lessen voorbereiden of taken verbeteren was tijd die ik eigenlijk moest investeren in het ontwikkelen van andere talenten. Muziek maken of gedichten schrijven doe je niet snel-snel een paar uurtjes zondagmiddag. Het zijn creatieve processen waar je je volledig in moet kunnen onderdompelen. Op den duur was ik nergens nog honderd proces aanwezig. Ik zat met mijn hoofd half in de mediawereld en half in het onderwijs en ik voelde dat ik uit beide jobs niet kon halen wat ik eruit kon, wilde en moest halen.’

Met de poëziebundel waar ze aan werkt hoopt ze opnieuw een toer langs scholen te maken. En ook haar lerarenopleiding wil ze ooit graag afwerken. ‘Als twaalfjarige wilde ik al in verbinding gaan met jongeren, als leerkracht, psycholoog of opvoeder in een dagcentrum’, zegt ze. ‘Onderwijs is enorm belangrijk, we beseffen het veel te weinig. Maar het viel gewoon te zwaar op me. Mensen blijven maar onderschatten hoe intensief de job is, zeker als je zoals ik het liefst werkt met leerlingen die extra zorg of structuur nodig hebben. De frustratie was groot geworden vorig jaar. En dus heb ik beslist om er voorlopig mee te stoppen.’

○ ○ ○

Met haar verloofde Dieter woont Haidara nu in Wingene, een dorp tussen Roeselare en Brugge met meer varkens dan inwoners. Rust vindt ze in lange wandelingen en bij haar familie. Na een breuk zijn haar vader en moeder opnieuw samen, met haar broer en zussen trekt Haidara geregeld naar de sportschool.

Maar niet alleen de ontwikkeling van het lichaam, ook het geloof biedt houvast. Haar beide ouders zijn moslim en zelf omschrijft Haidara de Koran als ‘een spirituele handleiding voor het leven’. ‘Ik draag geen hoofddoek en ik bid niet elke dag vijf keer’, zegt ze. ‘Maar ik noem mezelf wel moslima. Het gaat me niet om de praktische kant van het geloof, waar iedereen dan direct naar vraagt. Belangrijker vind ik de filosofische en spirituele dimensie van de islam, waarmee wij grootgebracht zijn. Er is zo veel liefde in te vinden, voor de medemens en voor jezelf. Daar is het me om te doen. Niet of iets haram of halal is.’

© Damon De Backer

Binnenkort wil ze ook nieuwe, eigen muziek uitbrengen. Eerst enkele singles, later een volwaardig album. Het platencontract is getekend. ‘Het album zal uit twee luiken bestaan’, zegt ze. ‘Ik heb een echte soulstem, maar ik ben ook een drum-’n-bassfreak. Die twee wil ik met elkaar verbinden. Op dit moment ben ik vooral aan het samenwerken met enkele dj’s en die nummers zullen het eerst verschijnen.’

En alsof het allemaal nog niet genoeg is, is Haidara elke zondagmiddag te horen op Studio Brussel. Ze presenteert er Hangen op zondag en ook in dat muziekprogramma is ze op zoek naar verbinding, vertelt ze terwijl ze nog een laatste slok van haar caffè latte neemt.

‘Mensen blijven maar onderschatten hoe intensief een job in het onderwijs is, zeker als je werkt met leerlingen die extra zorg of structuur nodig hebben.’

‘Het medium “radio” is bij jongeren absoluut niet “in”, merk ik. Ze luisteren liever naar podcasts of naar Spotify. Als ze een liedje niet goed vinden, willen ze zelf kunnen doorklikken naar het volgende nummer. Alles is ingesteld op korte, wenselijke prikkels. Maar radio kan zo intiem zijn … Als presentator kun je een band opbouwen met de luisteraars en ze bovendien nog goede nieuwe muziek leren kennen ook. Ik ben dankbaar dat Studio Brussel me de kans en de ruimte geeft om te groeien. En ik wil er graag mee voor ijveren dat jongeren weer wat meer de weg naar de radio vinden.’

En dan is daar opnieuw die diepe, gulle lach. ‘Het gaat bij mij een beetje alle kanten op, ik weet het’, zegt ze. ‘Expressie is altijd het uitgangspunt, maar om de een of andere reden heb ik met één vorm van expressie nooit genoeg.’

En ach, laten we eerlijk zijn, zo raar is dat helemaal niet.

De slimste mens ter wereld

met Sali Haidara, 13.11 op Vier.

Hangen op zondag

Elke zondagmiddag van 12 tot 15 uur op Studio Brussel.

Sali Haidara

Geboren in 1995 in Knokke-Heist.

Studeert musical in Antwerpen en Tilburg.

Werd bekend door de Ketnetreeks #LikeMe.

Presenteert op Studio Brussel, schrijft poëzie en maakt muziek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content