Ook Tim Burtons eerste tv-reeks zit hem als gegoten: ‘Ik had Wednesday kunnen zijn’
Met Wednesday waagt Tim Burton, de Robert Smith van de film, zich aan een personage dat hem op het lijf geschreven is. En voor het eerst ook aan een tv-serie.
‘Dit is de beste uitvaart die ik ooit heb gekregen.’
Tim Burton was duidelijk geëmotioneerd toen hij vorige maand in Lyon, op het Festival Lumière, de Prix Lumière in ontvangst mocht nemen, een eer die eerder onder anderen Jane Campion, Quentin Tarantino en Pedro Almodóvar te beurt is gevallen. Allicht bezorgde niet zozeer die oeuvreprijs zelf hem betraande ogen en een trillende lip maar vooral de duizenden, soms gekostumeerde fans die speciaal voor hem naar het amfitheater waren afgezakt. Bij de montage van zijn oeuvre die er getoond werd, lieten die geen fragment uit Batman (1989), Edward Scissorhands (1990), The Nightmare before Christmas (1993) of Alice in Wonderland (2010) passeren zonder hem als een rockster toe te juichen. Eerder op de dag had een toehoorder tijdens de woelige masterclass al bekend zijn leven te danken aan Burtons films met hun grenzeloze sympathie voor monsters, outsiders en andere onbegrepen misfits. Burton lachte het niet weg. ‘Ik herken dat gevoel al te goed. Films waren ook mijn redding.’
Meestal rennen mensen gillend weg als ze me zien. Dit vergeet ik nooit.
Wanneer de patroonheilige van de outcasts ’s anderendaags de pers te woord staat, is de emotie nog steeds niet weggeëbd. ‘Meestal rennen mensen gillend weg als ze me zien. Ik ben het niet gewoon om zo in de belangstelling te staan. Dit vergeet ik nooit. Ik heb nog nooit zoveel liefde gevoeld. En dat in de stad waar cinema is geboren (uitvinders Auguste en Louis Lumière waren van Lyon, nvdr.). Ik herbekijk mijn films amper maar die montage van filmfragmenten gisteren maakte me week. Elk van die films is een deel van mijn leven en heeft een speciaal plekje in mijn hart. Ongeacht hun tekortkomingen. Zelfs de lelijkaards zie ik graag. Die montage was alsof mijn leven voorbijflitste. Het had iets van een uitvaart. Zij het een waar je van opkikkert: ik barst van de energie om verder te doen.’
Onder de hevige fans waren veel jongeren. Dat moet plezier doen.
Tim Burton: Mensen die nog niet eens geboren waren toen ik die films draaide, blijken er diep door geraakt. Fantastisch. Niets geeft zo veel voldoening als mensen die vertellen hoe ze persoonlijk zijn geraakt door je werk. Ik word daar telkens emotioneel van. De grap is dat de studio’s me destijds verweten dat mijn films te raar en te donker waren voor kinderen. Dat heb ik nooit begrepen. Als kind genoot ik net van wat raar en anders was. Dat monterde mij net op.
Monsters en outcasts staan dan ook centraal in je cinema.
Burton: Filmmonsters en horrorfilms zijn mijn grootste bron van inspiratie. Als kind waren ze mijn toevluchtsoord, mijn heiligdom zelfs. Ze traumatiseerden me niet, ze kalmeerden me juist. Ik herkende me erin. Frankenstein of Creature from the Black Lagoon, dat waren mijn vrienden. Die waren niet slecht. Die waren anders. Zoals ik. Ik voelde me ook anders.
De studio’s verweten me destijds dat mijn films te raar en te donker waren voor kinderen. Dat heb ik nooit begrepen. Als kind genoot ik net van wat raar en anders was.
Zo’n oeuvreprijs dwingt je wel een beetje tot een bilan.
Burton: Filmregisseur worden is nooit het plan geweest. Ik weet zelf niet goed hoe ik daarin gerold ben. Mijn parcours is vreemd en atypisch. De eerste job die ik ambieerde, was Godzilla spelen: in een Godzilla-pak Tokio vernietigen. Dat is er niet van gekomen. Ik maakte als jongere wel Super 8-films en toch kwam het niet in me op om filmregisseur te worden. Het stond wel vast dat ik dingen wilde maken. Daar was ik gek op. Maar of dat nu een tekening, een film, een animatiefilm of iets anders was, dat maakte niet uit.
Na mijn studies kon ik als animator bij Disney aan de slag. Vanaf mijn eerste film, Pee-wee’s Big Adventure (1985), heb ik enkel voor studio’s gewerkt. Ik was een vreemd fenomeen omdat ik binnen het studiosysteem best veel vrijheid kreeg. Dat was ook wel omdat ze niet echt begrepen wat ik deed. Ik was de rare snuiter. Zo waren er niet te veel.
Werden je scenario’s en projecten soms geweigerd?
Burton: De hele tijd! Zelfs al had ik succes. In het begin lieten ze me doen omdat ze me toch niet begrepen en niet wisten wat ze moesten zeggen. Vreemd genoeg kreeg ik het na enkele successen lastiger. Plots werd ik wel met argusogen gevolgd en eerder behandeld als koopwaar dan als een artiest.
Ik wilde ooit een musicalversie van House of Wax (een horrorfilm uit 1953 met Vincent Price, nvdr.) met Michael Jackson maken. Maar ze zeiden neen. Kun je dat geloven? (lacht) Ik heb veel rare ideeën gehad. Ik heb vaak maanden werk in de vuilnisbak moeten kieperen.
Na Edward Scissorhands deed je heel vaak een beroep op Johnny Depp om je alter ego’s te spelen.
Burton: Ten tijde van Edward Scissorhands hadden we onmiddellijk een band. Zonder dat er veel woorden aan te pas kwamen. We voelden dat we op dezelfde golflengte zaten. We leken wat op elkaar, suburban white trash. Hij acteerde voor de kunst, niet voor het geld. Het was opwindend om hem te zien transformeren in al die verschillende personages.
Of ik nog een film met Johnny Depp zou maken? Mijn films moeten met ideeën beginnen. Ik ga nooit manoeuvreren om per se met iemand te kunnen samenwerken.
Zie je je nog een film maken met Johnny Depp? Wat brengt de toekomst?
Burton: Mijn films moeten met ideeën beginnen. Ik ga nooit manoeuvreren om per se met iemand te kunnen samenwerken.
Ik heb al een hele poos geen film meer gemaakt. De pandemie speelt daar een rol in maar ook de vreemde transitie in de filmindustrie. Het zag er even slecht uit: er werd alleen nog aan streaming gedacht. Ik voelde me daar ongemakkelijk bij. Ik heb een stap opzij gezet en een paar ideetjes gewerkt. Ik wil nog films maken. Creëren houdt me in leven. Maar ik wil er zéker van zijn dat mijn volgend project ook voor mijzelf veel betekent.
Ik heb opnieuw hoop. Mensen zijn nog steeds gepassioneerd door film. Misschien zelfs meer dan ooit. Het is een mooie, alles overstijgende kunstvorm die toeschouwers diep raakt. Er is los van de business en de superhelden en zo nog steeds een grote vraag naar kunst en cinema. Dat zal altijd zo zijn. Wat ze ook zeggen.
Twee keer heb je voor Disney een live-actionversie van een animatieklassieker gedraaid. Alice in Wonderland was een dikke hit, Dumbo (2019) totaal niet. Heb je daar, achteraf gezien, een verklaring voor?
Burton: Ik heb veel geschiedenis bij Disney. Ik heb er mijn eerste stappen gezet. Ik ben er verschillende keren ingehuurd én ontslagen. Ik kon er experimenteren en dat kan niet iedereen zeggen. Maar mijn dagen bij Disney zijn definitief voorbij. Vandaag besef ik dat Dumbo tot op een zeker niveau autobiografisch was. Ik moest zelf dringend uit een afschuwelijk, groot circus ontsnappen.
Wat succes en flops betreft: ik beoordeel nooit een film op het aantal mensen dat ernaar kijkt. Een van mijn favoriete eigen films, Ed Wood (1994), was meteen ook een van mijn grootste flops. Idem voor Mars Attacks! (1996). Ik heb ontzettend veel plezier beleefd aan het maken van die film. In Amerika was het een dikke flop, elders totaal niet. Raar. Dat heeft ertoe bijgedragen dat ik uit de VS ben weggetrokken (Burton woont al jaren in Londen, nvdr.).
Waar haalde je de inspiratie voor Mars Attacks!?
Burton: Het was een vreemde periode in mijn leven. Amerika verwarde me enorm. Binnen de rampenfilm met sf-elementen wilde ik Amerika’s gekte en contradicties aankaarten. Al mijn films zijn vreemde en hele dure vormen van therapie. Iemand wees me er trouwens op dat Jack Nicholson in Mars Attacks! zowel een president van Amerika speelt als een slonzige projectontwikkelaar. Ik ben dus behalve regisseur ook helderziende: ik heb Donald Trump voorspeld. (lacht)
Dumbo was tot op een zekere hoogte autobiografisch. Ik moest zelf dringend uit een afschuwelijk, groot circus ontsnappen.
Nog zo’n film die niet goed werd ontvangen maar intussen steeds vaker geroemd wordt als klepper in het superheldengenre: Batman Returns (1992). Heb je daar een verklaring voor?
Burton: Zoals goede wijn hebben sommige films wat tijd nodig om te rijpen. Het is me vaker overkomen. The Nightmare before Christmas werd niet onverschillig onthaald maar wordt ondertussen toch véél hoger ingeschat dan in het begin.
Met je twee Batman-films stond je, achteraf gezien, aan het begin van de tsunami van superheldenfilms.
Burton: Het verbaast me hoe weinig er in al die tijd is veranderd. De getormenteerde superheld draagt nog steeds een raar kostuum. Maar destijds was dat vrij nieuw. Het was opwindend om aan de wieg van die evolutie te staan.
Ik moet tegelijk lachen en huilen als me naar mijn mening over ‘de nieuwe Batman’ wordt gevraagd. Het katapulteert me terug in de tijd. Destijds ging er geen dag voorbij of de studio klaagde dat mijn film zowel visueel als inhoudelijk te donker was. Vergeleken met de latere Batmans was het een luchtige stoeipartij.
Het waren de vroege dagen, vóór Marvel en co. de macht grepen. Dat Batman ‘een ding’ bleek te zijn heeft de franchisementaliteit aangewakkerd. Plots moesten er meer films gemaakt worden. Plots moest er ‘een franchise beschermd’ worden. Ik had nog nog nooit van het woord franchise gehoord.
Wat zeg je als Marvel morgen zou aankloppen?
Burton: Nee. Ik zie het me niet doen. Er zijn er genoeg die dat kunnen. Daar hebben ze mij niet voor nodig. Het is simpel: ik heb het al knap lastig met één universum, vraag me niet om een multiversum te besturen.
Met het van The Addams Family afgeleide Wednesday waag je je wel aan een eerste tv-serie.
Burton: Het is nooit een diep verlangen van me geweest om voor televisie te werken. Maar tijdens de pandemie werd dit project me voorgelegd. Het was een nieuw experiment voor me. Ik mocht ook een jaar – woehoe! – naar Roemenië.
Ik stond er niet om te springen om een Addams Family-serie te maken maar ik hou wel erg van het personage Wednesday. Als tiener voelde ik me net als haar. Ook al was ik een jongen, ze sprak me enorm aan. Ik identificeerde me met haar humor, haar kijk op de wereld, op familie, op school. Ik had haar kunnen zijn. Ik hield van haar stijl, ik herkende en bewonderde haar attitude.
Wat heeft Netflix meer te bieden dan de filmstudio’s?
Burton: Ik zou het niet kunnen zeggen. Netflix was een paar jaar geleden geweldig. Toen zei het tegen boeiende filmmakers: ‘Hier is het geld, maak wat je wilt.’ Maar dat is voorbij. Nu is het zelf in een soort studio veranderd. Netflix heeft ook tal van mensen uit het studiomilieu in dienst genomen. Ik zie geen verschil meer.
Wednesday
Nu op Netflix.
Tim Burton
Geboren op 25 augustus 1958 in Burbank, op een steenworp van Hollywood.
Noemt stop-motionfilms zoals The Nightmare before Christmas (1993) of Corpse Bride (2005) ‘zijn ware liefde’.
Breekt door met Beetlejuice (1988) en bevestigt met Batman (1989).
Was tien jaar samen met actrice Lisa Marie en vervolgens dertien jaar met Helena Bonham Carter, met wie hij twee kinderen heeft.
Patroonheilige van de outcasts en ook een beetje van Johnny Depp, met wie hij acht films draaide, onder meer Edward Scissorhands (1990), Ed Wood (1994), Charlie and the Chocolate Factory (2005) en Alice in Wonderland (2010).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier