‘Nu kunnen we een advocatenkantoor openen’: Peter Van Den Begin en Inge Paulussen over ‘De Twaalf’
In het nieuwe seizoen van De twaalf trekken Peter Van Den Begin en Inge Paulussen de toga aan. En dat bevalt hen duidelijk.
Een nieuw seizoen van De twaalf, een nieuwe assisenzaak. Deze keer draait alles om ‘de Assepoestermoord’: het slachtoffer is Marianne Coene (Katrien Deruysscher), de hoofdverdachten zijn haar man Anton Bergman (Koen De Graeve) en diens dochter Julie (Lou Miller). Julie zegt dat ze haar stiefmoeder per ongeluk van de trap heeft geduwd, haar vader twijfelt daar openlijk aan, beweert dat hij op het fatale moment zelf niet thuis was, maar heeft daarvoor geen waterdicht alibi. Net als in het eerste seizoen, waarin Maaike Cafmeyer in de beklaagdenbank zat, moet een twaalfkoppige volksjury oordelen over schuld en onschuld.
Peter Van Den Begin speelt daarbij Frank Dedoncker, de flamboyante advocaat van Anton. Inge Paulussen staat als de integere meester Claire Verlinden Julie bij. Op een zonovergoten terras vlakbij het KMSKA vertellen de twee – zij in roze broekpak, hij in jeans, ‘al twijfelde ik of ik mijn roze kostuum zou aantrekken’ – over het genot van een advocaat vertolken, de toverkracht van een toga en de acteermicrobe bij hun kinderen.
Waren jullie fan van het eerste seizoen?
Inge Paulussen: Absoluut! Ik ben een klassieke televisiekijker en heb de eerste reeks week na week gevolgd. Dat ze je voortdurend aan het twijfelen zet, is knap. De vele verhaallijnen – de zaak én de bewogen levens van enkele juryleden – maken het boeiend en herkenbaar. Het houdt het spannend tot het allerlaatste moment.
In dat eerste seizoen trokken de advocaten de bekwaamheid van de volksjury in twijfel. Deze keer twijfelen de juryleden: ze vinden zich ‘te dom’. Wat vinden jullie van assisenjury’s?
Paulussen: Om me voor te bereiden op de rol van Claire heb ik een zitting van een assisenzaak bijgewoond. Heftig. Ik voelde me een voyeur. je komt echt alles te weten van de beschuldigden en de slachtoffers. Zo’n jury bestaat uit gewone burgers die aandachtig luisteren en daarna zo zorgvuldig en rechtvaardig mogelijk oordelen. Ik vind dat een mooie methode.
Peter Van den Begin: Ik was als kind al geïntrigeerd door de advocatuur en het rechtswezen. Ik keek heel graag naar de advocatenserie Beschuldigde, sta op op de toenmalige BRT. En samen met Damiaan De Schrijver, die rechten gestudeerd heeft, woonde ik in het voorjaar van 2002 enkele zittingen bij van de rechtszaak omtrent de moord op veearts Karel Van Noppen. Hans Rieder en Walter Van Steenbrugge, die ik na het proces iets beter heb leren kennen, verdedigden toen Alex Vercauteren, een van de beschuldigden. Je kijkt binnen in de levens van mensen, je wordt geconfronteerd met wat ze elkaar aandoen én hoe een jury zorgvuldig, in eer en geweten tracht te beslissen over wie schuld treft en wie niet. Dat kan intens, ontroerend, spannend zijn. Die advocaten maken net als acteurs gebruik van hun stem, hun lichaam, ze tonen echte of gespeelde emoties.
Hoe zou je zelf reageren op een oproepingsbrief voor een assisenjury?
Paulussen: Ik zou opzien tegen de impact die zo’n zaak op je leven heeft. Maar ik zou het doen en hopen dat het mij niet te lang opeist.
Van den Begin: Ik zou het ook doen, ondanks die niet te onderschatten impact. Zo’n jury is een eeuwenoud, prachtig maatschappelijk fenomeen. Je tracht als samenleving een weloverwogen oordeel te vellen over wat een medeburger al dan niet heeft misdaan. In het beste geval is het ook een louterend proces. Daarom is het assisenproces op televisie ook zo populair.
Assisenvoorzitter Michel Jordens en advocaat Sven Mary worden vermeld als ‘technische raadgevers’ van De twaalf. Hebben jullie hen ontmoet ter voorbereiding van jullie rollen?
Paulussen: Neen. Zij adviseerden vooral de scenaristen. Ik heb wel enkele vragen aan een advocate gesteld. En ik heb de VRT-reeks Strafpleiters van Gilles De Coster opnieuw bekeken. Advocaten spreken met meer urgentie en draagkracht. Uit elk woord spreekt een onwankelbare overtuiging. Dat nam ik mee in mijn vertolking.
Van den Begin: Ik dacht onder meer terug aan The Staircase, een docuserie uit 2004 (waaruit HBO vorig jaar ook een dramareeks puurde, nvdr.) over de zaak van thrillerschrijver Michael Peterson, die ervan beschuldigd werd zijn vrouw van de trap te hebben geduwd. Je krijgt daarin, opnieuw, een intrigerende inkijk in het hele juridische proces en in het leven van die mensen. Maar De assepoestermoord is allerminst een kopie van The Staircase, hè. En ik aap geen advocaten na die ik aan het werk zag. Ik dacht aan de reeks, sprak enkele advocaten en schreef mijn pleidooien opnieuw met de hand uit. Dat hielp me om Frank te boetseren en te begrijpen hoe hij die redes opbouwt.
Jullie hoeveelste advocatenrol is dit?
Van den Begin: Mijn tweede. Willem Wallyn, de schrijver van de serie 1985 en zelf afgestudeerd als advocaat, maakte in 1999 Film 1 over het proces omtrent het Agustaschandaal, een zaak waarbij zijn vader Luc Wallyn (die adjunct-partijsecretaris van de SP was, nvdr.) betrokken was. Ik speelde in die film advocaat Willem Wallyn. Onze eerste draaidag viel samen met de eerste dag van het Agustaproces.
Paulussen: Voor mij is het de allereerste keer. Maar dit smaakt absoluut naar meer.
Van den Begin: Advocaten willen slechts drie dingen: winnen, winnen en winnen. Dat is zalig om te spelen. Voor De twaalf worden eerst alle scènes over de juryleden opgenomen. Pas dan volgen de rechtbankscènes. In een studio, én chronologisch. Dat was heel fijn.
Paulussen: Je kon in de rol en het pleiten groeien. Bovendien speelde je in een zaal vol met acteurs en figuranten. Daardoor ontstond een theatersetting. Ik voelde elke take gezonde premièrestress.
Van den Begin: Scène na scène begin je je steeds meer te amuseren. Je voelt een ‘Yes!’ als je goed gepleit hebt. Na de opnames dacht ik: nu kunnen Inge en ik een advocatenkantoor beginnen. (lacht) Ik snap wat hen drijft. Dat gaat soms gepaard met een groot ego, maar ik bewonder hoe advocaten met een even groot engagement zowel een slachtoffer als een topgangster op de best mogelijke manier verdedigen.
Presentatrice An Lemmens gaat na haar deelname aan het VTM-programma Een echte job, waarin ze meedraaide op een materniteit, een opleiding tot vroedvrouw volgen. Zit ik hier tegenover twee toekomstige advocaten?
Paulussen: Toen ik onlangs een advocaat nodig had, heb ik heel even gedacht: ‘Misschien kan ik het zelf wel?’ (lacht) Peter en ik hebben ons al pleitend uitgeleefd. Dat is het spectaculaire, theatrale deel van de job, het deel waar advocaten net als acteurs hun publiek proberen te beroeren. Maar de urenlange research, dat pleidooi kunnen schrijven… Daar is jarenlange studie voor nodig. Daar begin ik niet meer aan.
Van den Begin: Rechten studeren ga ik niet doen. Maar advocaten mogen me altijd bellen om hun pleidooi te pleiten. (lacht)
Beïnvloedt zo’n personage je gedrag buiten de set?
Van den Begin: Frank zat niet aan mijn keukentafel, nee. Vroeger nam ik mijn personages wel mee naar huis. Dat heb ik afgeleerd. Maar ik kan hard genieten van drie weken ergens op locatie te filmen en met de hele ploeg in een cocon te zitten.
Paulussen: Ik ben jaloers op Claires kordate aanwezigheid en haar stellige manier van dingen formuleren. Als ik haar met autoriteit liet pleiten, dacht ik: ‘Voilà, Paulussen, zo moet dat.’ En dan hoopte ik in het echte leven iets van haar assertiviteit te ‘erven’. Deze rol was vooral een job spelen: Claire heeft geen kinderen, haar relatie met Frank is afgesprongen… Oorspronkelijk zat die relatie trouwens meer in het script maar ze is teruggebracht tot kleine bewegingen en zinnen waaruit je kunt afleiden dat Frank en Claire ooit méér dan collega’s waren.
Wisten jullie, de acteurs, hoe Marianne Coene exact om het leven was gekomen?
Paulussen: Ja. Dat werd tijdens de lezingen van de scenario’s besproken. Bij Clan (de VTM-reeks waarin Paulussen de vrouw van ‘de Kloot’ vertolkte, nvdr.) wisten we het bijvoorbeeld niet. Om het even. Al vind ik het fijn om het wél te weten. Ik kan heus wel spelen dat ik iets niet weet.
Van den Begin: Bij Tabula rasa kenden de acteurs de ontknoping evenmin. Voor mij hoeft die geheimhouding niet. Als je een stuk van Tsjechov speelt, weet je toch ook hoe het afloopt?
De puberzoon van een jurylid is in dit nieuwe seizoen betrokken bij een sextingschandaal, twee juryleden beleven een avontuurtje dat naar verkrachting neigt… Is er gewerkt met een intimiteitscoach?
Paulussen: Wij waren niet bij die opnames. Maar er was sowieso een intimiteitscoach aanwezig. De laatste jaren maakt zo’n coach altijd deel uit van een film- of televisieploeg. Wat niet wil zeggen dat die altijd op de set is. Zo’n coach helpt om gevoelige scènes meer en duidelijker te bespreken en elkaars grenzen te kennen, wat goed is. Ik heb er nog te weinig mee gewerkt om te weten of het je afremt als acteur en misschien de spontaniteit verjaagt.
Van den Begin: Elkaar vertrouwen is de basis van elk samenspel. Soms is het genoeg om met je tegenspeler en de regisseur te babbelen. Al te dominante intimiteitscoaches die hun stempel willen drukken, zijn geen cadeau voor een regisseur, vermoed ik. Voor alle duidelijkheid: ook ik vind deze evolutie een goede zaak. Vroeger zullen er zeker zaken gebeurd zijn die anders hadden gemoeten. De soms expliciete seksscènes in Studio Tarara bijvoorbeeld werden gedraaid zonder intimiteitscoach. Dat zou vandaag niet meer kunnen. Maar goed ook.
Peter, hoe de camera en het licht met je gegroefde gelaat spelen in De twaalf is een plezier om te zien. Zorgen diepe groeven ook voor dieper gegroefde rollen?
Van den Begin: (lacht) Rollen overkomen je vooral. Ik sta als personage graag langs elke kant van de wet. Ik heb al een resem slechteriken gespeeld en was heel blij toen Wouter Bouvijn me vroeg om in 1985 een brave rijkswachter te spelen. Dankzij mijn Franse agente speel ik ook vaker in Franse producties, zoals onlangs in de film Bonnard, waarin ik een Franse mediamagnaat speel. Ook al is mijn Frans niet perfect. En ik ontdekte iets… (pretogen) Onlangs zei ik thuis hardop aan tafel: ‘Ik zou graag eens in het Duits spelen. Ik denk dat mijn Duits beter is dan mijn Frans.’ Daar is geen enkele goede reden voor, behalve dat ik als kind altijd in Oostenrijk ging skiën. De volgende ochtend belt mijn agente. Haar eerste zin is: ‘Peter, hoe is jouw Duits?’ Aha, dacht ik, zó werkt dat dus. (lacht)
De beschuldigde Julie wordt gespeeld door de negentienjarige Lou Miller, de dochter van acteurs Filip Peeters en An Miller. Waren jullie haar mentoren op de set?
Paulussen: Neen. Lou is slim en heeft een naturel over zich. Ze speelde al in Familie, de NTGent-voorstelling én film waarin het hele gezin – Filip, An, Lou en haar zus Leonce – een gezin vertolkt dat collectief uit het leven stapt. Daar kreeg ze de smaak te pakken.
Ook je eigen zoon Jef Perceval acteert.
Paulussen: Jef stond voor het eerst op de planken in Lost Boys (2017) van B12 en Het Gevolg (het gezelschap van zijn vader Stefan Perceval, nvdr.). Hij voelde meteen dat dat iets voor hem was. Intussen studeert hij toneel aan de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie.
Nu, toen hij me vertelde dat hij acteur wilde worden, was mijn eerste reactie een zuchtje: ‘Moet dat echt?’ dacht ik. (lacht verontschuldigend) Ik ken de fantastische maar ook de minder mooie kanten van deze job. De onzekerheid, de afwijzingen… Maar als ik hem zie spelen, zie ik de drang en goesting haast van de scène spatten. Dáár hoort hij. Wie weet, sta we ooit samen op de planken of op een set.
Van den Begin: Ik heb al met onze beide dochters gespeeld. Met de nu achttienjarige Charlie werkte ik mee aan de animatiefilm Wonder Park. Onze jongste dochter Telma speelde mijn dochter in 1985. Vorig jaar stonden we met ons gezin (zijn vrouw is actrice-zangeres Tine Reymer, nvdr.) op de scène in Van den Begin speelt Reymer. It’s a family affair. Met ons vieren speelden we songs uit Tines soloplaten. Onze dochters zongen, ik probeerde wat te drummen en trompet te spelen en gehoorzaamde. Op het podium is Tine de boss. (lacht) Het komende seizoen spelen we die voorstelling op een paar kleine plekken en najaar 2024 plannen we een tournee langs de cultuurcentra.
Van den Begin kijkt naar de fotografe. ‘Doen we de fotoshoot op de trappen van het KMSKA? Goed. Dan ga ik eerst even naar toilet. (grijnst) Om me te schminken.’ Waarop Paulussen droog reageert: ‘Je kunt mijn schminkzakje gebruiken, Peter.’ Vijf minuten later dansen de twee op de trappen van het KMSKA als Barbie en Ken. ‘Ik ben al helemaal klaar voor mijn volgende rol als Ken!’, mompelt Van den Begin. Paulussen proest het uit.
De advocatuur is voor later.
De Twaalf: de Assepoestermoord
Vanaf zondag 03.09 om 21u05 op VRT 1 en VRT Max.
Peter Van den Begin
Geboren op 25 oktober 1964 in Berchem.
Stapt mee in de legendarische Blauwe Maandag Compagnie.
Verovert aan de zijde van zijn vriend Stany Crets het kleine scherm met De Raf & Ronny Show (vanaf 1998), Debby & Nancy (vanaf 2001) en Oud België (2009).
Laat zijn donkere kant zien in Matroesjka’s (2005) en recenter in Studio Tarara (2019).
Staat in 2017 weer op de planken als Risjaar Drei bij het Toneelhuis.
Volgend jaar te zien in de film Waarom Wettelen, het regiedebuut van Dimitri Verhulst.
Inge Paulussen
Geboren op 1 januari 1976 in Herentals.
Speelt na haar studies eerst vooral in het theater, onder meer in Asem (2001) bij het Toneelhuis.
Raakt bekend door Witse, waarin ze van 2006 tot 2010 inspecteur Sam Deconinck vertolkt.
Maakt al jaren deel uit van de cast van de sketchshow Loslopend wild.
Volgend jaar te zien in de tweede reeks van Assisen.
- Marianne Coene
- Katrien Deruysscher
- Anton Bergman
- Koen De Graeve
- Lou Miller
- Maaike Cafmeyer
- Frank Dedoncker
- Inge Paulussen
- Claire Verlinden Julie
- BRT
- Damiaan De Schrijver
- Karel Van Noppen
- Hans Rieder
- Walter Van Steenbrugge
- Michel Jordens
- Sven Mary
- Gilles De Coster
- HBO
- Michael Peterson
- Willem Wallyn
- Luc Wallyn
- SP
- An Lemmens
- Wouter Bouvijn
- Filip Peeters
- An Miller
- Jef Perceval
- Stefan Perceval
- Tine Reymer
- VRT 1
- VRT Max
- Peter Van den Begin Geboren
- Stany Crets
- Toneelhuis
- Dimitri Verhulst
- Sam Deconinck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier