‘Mijn kind, de moordenaar’: de podcast waar de televisiewereld voor schroomde
Na haar podcasts over de kasteelmoord en de Calabrische maffia focust de Nederlandse journaliste Gabriella Adèr in Mijn kind, de moordenaar op de moeders, zussen en partners van moordenaars. ‘Ik denk dat je jezelf wel een beetje moet voorliegen om het in zo’n situatie te blijven trekken.’
Wat doet het met je wanneer iemand uit jouw gezin een moord pleegt, vroeg de Nederlandse justitiejournaliste en documentairemaakster Gabriella Adèr zich af toen ze tijdens een assisenproces in Antwerpen de moeder van de dader zag worstelen met verschillende emoties. ‘De tranen rolden over haar wangen, maar ze rechtte toch haar rug en probeerde zich sterk te houden. Achteraf vertelde ze me dat ze vond dat ze geen recht had op verdriet, uit schaamte en schuldgevoel tegenover de nabestaanden.’
Voor de vierdelige podcast Mijn kind, de moordenaar volgde Adèr een jaar lang Sonja, Lieve, Lolita en Lut. Respectievelijk twee Vlaamse moeders, een zus en een echtgenote wier familielid vastzit voor moord. ‘Al was het oorspronkelijke plan een documentaire in samenwerking met Woestijnvis’, vertelt Adèr, die voor het productiehuis eerder ook al meewerkte aan De rechtbank (Vier), Strafpleiters (Canvas) en Misdaaddokters (Canvas). ‘Ik had zelfs al interviews afgenomen, maar jammer genoeg merkte ik bij de zenders en Woestijnvis nogal wat twijfel over het thema. Ik heb hem dan maar zelf afgewerkt met Randy Vermeulen (producer van Slowpony, het nieuwe productiehuis van Audiocollectief Schik, nvdr.), en uiteindelijk verkocht aan De Standaard. ‘
Zelfs mijn moeder luistert naar podcasts. Maar niet naar de mijne.
Waarop liep Woestijnvis precies vast?
Gabriella Adèr: Ze leken te vrezen dat ik de moordenaars te veel ruimte zou geven, of sympathie voor hen zou proberen los te weken. Terwijl ik er net expliciet voor heb gekozen om de daders naar de marge te verbannen. Ik stip even aan wat ze hebben gedaan en hoe lang ze nog moeten zitten, maar het gaat niet over hen. Dat interesseerde me eerlijk gezegd ook niet. Wat me wel boeit, is hoe de mensen om hen heen alles beleven. Ik vond dat we ook wel eens naar hen mochten luisteren.
Je weekt vooral veel sympathie, en bij momenten zelfs medelijden, los voor hen die buiten de gevangenismuren wachten. Voor Lut bijvoorbeeld, die verliefd werd op haar man toen hij al opgesloten zat en al decennialang blijft hopen dat hij ooit vrijkomt.
Adèr:Ik denk niet dat Lut ons medelijden zoekt. Hooguit ons begrip. Al heeft het natuurlijk iets schrijnends. Ze is getrouwd, maar zit toch elke avond eenzaam thuis, gaat alleen op reis, viert Kerstmis op haar eentje… Ik heb haar gevraagd of ze niet vond dat ze haar leven op die manier aan het vergooien was, maar zij ziet het helemaal anders. En het heeft ook wel iets romantisch, niet? Ik zou het persoonlijk niet aanraden, maar onvoorwaardelijker dan dat wordt de liefde niet. (denkt na) Ik had me voorgenomen na dit zware project eens iets moois te maken over de liefde, maar eigenlijk gaat Mijn kind, de moordenaar ook gewoon over liefde.
Sonja, de moeder van de opgesloten Miguel, geeft blijk van onvoorwaardelijke moederliefde. Voor Miguels zus Lolita valt dat wat lastiger. Vooral de bezoekjes aan de gevangenis vindt ze nogal slopend.
Adèr: Er is dan ook niks gezelligs aan een gevangenis. Zo’n bezoek is altijd heftig, je moet lang wachten en je bent al gauw een halve dag kwijt. Als je al binnen mag. Want sometimes computer says no. Ze weet ook hoe lastig haar broer het daar heeft, en dat hij met mentale problemen kampt. Zulke dingen wegen op een jonge vrouw die haar eigen leven probeert te leiden. Toen ik Lolita voor het eerst sprak, kampte ze ook nog met een depressie. Maar ik heb haar maand na maand sterker zien worden. En wat Sonja betreft: het is heel bijzonder om te zien hoe mensen ondanks alles toch blijven vechten voor hun kind en de moed er proberen in te houden. Zo staat Miguels auto nog steeds op de oprit. Ze vertikt het om die te verkopen, zelfs al zal hij waarschijnlijk helemaal doorgeroest zijn nog voor Miguel vrijkomt. Ik denk dat je jezelf wel een beetje moet voorliegen om het in zo’n situatie te blijven trekken.
Hoe hard heb je op hen moeten inpraten? Dit is niet bepaald een onderwerp waar men makkelijk over praat.
Adèr: Het is lastig om een moordenaar te interviewen, maar hun familie krijg je nog tien keer moeilijker te pakken. Daar zit zoveel schaamte. Sommigen vonden het belangrijk om hun verhaal te doen, maar bliezen de boel later toch nog op omdat andere familieleden het potje liever gedekt hielden. Anderen wilden dan weer de kans van hun familielid op vervroegde vrijlating niet torpederen.
***
Twee jaar terug schetste Adèr voor haar landgenoten ook de ins en outs van de kasteelmoord, in de gelijknamige podcast. ‘De moord op Stijn Saelens en het daaropvolgende proces waren amper doorgesijpeld tot in Nederland, terwijl dat verhaal wel leest als een bizarre roman. Ik woonde toen net in Brussel. Daar vertelden vrienden me over West-Vlaanderen, waar mensen blijkbaar een stukje antieker zijn dan in de rest van België. In zekere zin was die podcast dus ook maar een excuus om me als een antropologe te verdiepen in de West-Vlaamse cultuur. Ik zoom liever uit dan in.’ Vandaag graaft ze voor productiehuis Slowpony als amateur-antropologe in de geschiedenis van de Rotterdamse Italianen. ‘Op basis van het verhaal van mijn eigen familie, Siciliaanse gastarbeiders die in de jaren zestig naar Nederland zijn gekomen. Daar zit echt een heel filmische podcast in.’
Voor Leven met de maffia onderzocht je vorig jaar ook de links tussen Rotterdam en de ‘ndrangheta, de Calabrische maffia.
Adèr: Ik wou vooral onderzoeken hoe men er probeert te leven met de maffia en wat dat doet met een streek. Door een hoop kleine anekdotes aan elkaar te rijgen, schetste ik wel een beeld van de ‘ndrangheta, maar belichtte ik toch vooral de invloed die ze hebben op de regio. Een beetje zoals fotografe Letizia Battaglia dat al decennia doet in Palermo. Haar foto’s geven echt een geweldig beeld van Sicilië, de geboortestreek van mijn moeder, door de jaren heen.
Podcast kreeg in dit lockdownjaar flink wat wind in de rug. Echt iedereen lijkt zich nu geroepen te voelen, met wisselend succes. Is dat veelvoud aan makers wel een goede zaak?
Adèr:(schouderophalend) Goede verhalende podcasts komen altijd wel bovendrijven, en de vraag groeit alleen maar. Ik heb zelfs mijn moeder dit jaar aan de podcasts gekregen. Aan De plantage van onze voorouders van Maartje Duin weliswaar, niet die van mij. (lacht) Als zij al mee is, volgt de rest ook wel. Enkel de budgetten willen nog niet helemaal volgen. Je moet een sterke verhalende podcast maken zoals je een documentaire aanpakt, maar daar kruipt behoorlijk wat tijd in. Zenders en fondsen zien een podcast nog al te vaak als een ‘lange radioreportage’ en denken dat drie dagen montage per aflevering wel zal volstaan. Terwijl ik denk: ik hoop dat ik er met drie weken kom.
Volgens de nieuwe VRT-beheersovereenkomst moet de openbare omroep vanaf volgend jaar 500.000 euro per jaar in externe audioproducties investeren. In podcasts dus.
Adèr: Mooi zo. Het begon een beetje tragisch te worden hoe zelfs het kruim van de Belgische podcastmakers telkens in Nederland moest aankloppen voor middelen. Bob van Schik? Waarom van Eva Moeraert? Wondermooi, maar allebei voor de VPRO gemaakt. Hopelijk springen Vlaamse productiehuizen nu ook op de kar. Ik heb anderhalf jaar geleden Woestijnvis tevergeefs warm proberen maken voor een podcastdivisie. Nogal wat van hun programma’s lenen zich nu eenmaal voor een audio-afgeleide. Maar productiehuizen stellen zich terughoudend op, met anderhalf oog op het verdienmodel.
Hoe zie jij dat verdienmodel?
Adèr: Reclame, onder meer. Ken je Heavyweight van Jonathan Goldstein? Heerlijke podcast. En het stoort me echt niet dat daar een Toyota-reclame aan voorafgaat. NRC heeft ook stevig op het medium ingezet en startte zelfs een nieuwe app. Dat betaalt zich wel terug. Met een betaalmuur of een kleine bijdrage bijvoorbeeld. Voor topkwaliteit moet dat kunnen.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Mijn kind, de moordenaar
Te beluisteren via Spotify of uw favoriete podcastapp.
Gabriella Adèr
Geboren in 1987 in Rotterdam.
Studeerde film en journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam.
Werkt als freelance journaliste, podcaster en documentair researcher, onder meer voor NRC, VPRO, KRO-NCRV en Woestijnvis.
Maakt voornamelijk podcasts over justitie en criminaliteit in Nederland en België.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier