Met BoJack Horseman gaf Raphael Bob-Waksberg een gezicht aan depressie in de vorm van een zelfdestructief paard. Opvolger Long Story Short ruilt Hollywood in voor een decennialange saga van een Joodse familie.
Ze werd door verschillende bladen uitgeroepen tot de beste animatiereeks van de 21e eeuw, had een ongelimiteerd arsenaal van dierenhumor en was tot dusver de enige serie die wegkwam met een mix van comedy, depressie, MeToo en een running gag over Margo Martindale. BoJack Horseman was een unicum in het tv-landschap, maar bovenal gaf de reeks een generatie droeve millennials een taal waarmee ze over hun mentale gezondheidsproblemen konden praten. BoJack leerde hen dat trauma geen excuus is om een lul te zijn, maar ook dat er hoop is.
Bedenker Raphael Bob-Waksberg had daarop kunnen doorborduren in zijn nieuwe reeks. Alleen merk je al na enkele tellen dat hij dat nooit van plan was. Long Story Short heeft geen antropomorfe dieren. De look is abstracter en hult in primaire kleuren. En het speelveld is opvallend intiemer. Bob-Waksberg zoomt in op de Schwoopers: een Joods gezin van drie kinderen, een nogal hulpeloze vader en een heel kritische moeder. Elke aflevering draait rond één specifiek moment in een specifiek jaartal en de reeks maakt soms sprongen van een decennium. Long Story Short is meer een kortverhalenbundel dan een roman, een eclectische collage van kleine en grote familiebreuken, gezinsdynamieken en incidenten met matrassen in een buis (zonder veel weg te geven: leidt tot veruit de beste grap van de reeks). En wanneer na de eerste aflevering Paul Simons The Obvious Child speelt, weet je: deze show is nog steeds héél erg Raphael Bob-Waksberg.
Waarom wilde je een reeks maken over een Joodse familie en hun ‘trauma’s met een kleine “t”’?
Raphael Bob-Waksberg: Omdat ik ouder word. De grootste verandering sinds BoJack is dat ik nu zelf kinderen heb. Dat heeft de manier waarop ik denk over familie compleet veranderd. Ik denk veel na over hoe ik ben opgevoed en wat ik anders zou doen. Het probleem is dat ik daar nooit honderd procent in slaag. Dingen die ik hetzelfde wil doen, doe ik alsnog anders. Bij de dingen die ik anders wil doen, verval ik toch weer tot de oude patronen.
‘Waarom wil je kinderen? Zodat over dertig jaar twee beschadigde volwassenen over jou ruziën?’ zegt Avi, de oudste Schwooper-zoon, tegen zijn zus. Dat vond ik herkenbaar: mijn generatie is zich meer bewust van de manieren waarop je je kinderen kunt traumatiseren, maar ik vraag me soms af of dat ons betere ouders zal maken.
Bob-Waksberg: Ik hoop van wel. Het is een goede zaak dat iedere generatie wat meer weet over opvoeding. Alleen komt er elke twintig jaar nieuw onderzoek uit dat alles wat we denken te weten helemaal onderuithaalt. Ik weet dat mijn ouders het best mogelijke gedaan hebben, maar ze deden ook van alles dat vandaag totaal niet meer aangemoedigd wordt. Zij waren bijvoorbeeld deel van de zogenaamde ‘iedereen krijgt een trofee’-generatie. Omdat zij streng opgevoed waren, vonden ze zelfvertrouwen erg belangrijk. Nu weten we dat er ook zoiets is als té veel zelfvertrouwen. Waardoor er, zo’n vijftien jaar geleden, een tegenbeweging ontstond die kinderen leerde dat ze middelmatig mogen zijn. Ik ben er zeker van dat als mijn kinderen oud genoeg zijn, ze mij zullen laten weten wat ik allemaal misdeed. (lacht)
De reeks is niet autobiografisch, maar herhaalt wel enkele dynamieken uit je eigen familie.
Bob-Waksberg: Kunst is altijd een beetje autobiografisch, meer dan dat we zelf beseffen. Als student dramaturgie heb ik bijvoorbeeld een aantal korte toneelstukken geschreven. Toen ik ze liet zien aan mijn toenmalige vriendin, reageerde ze koeltjes. Ik was teleurgesteld omdat ze mijn kunst niet goed vond. Niet veel later gingen we uit elkaar. Toen ik jaren later die stukken herlas, had ik plots door dat ze een voor een over haar en over mijn twijfels aan de relatie gingen. Zij had dat meteen door, ik had géén idee. Allicht heb ik ook dit keer allerlei aspecten van mezelf erin geschreven. Het speelt zich in ieder geval af in een wereld die vertrouwd aanvoelt. Ik ken hun gemeenschap, ik ken het ritme van hun conversaties.
De Joodse gemeenschap vormt het hart van de reeks. Avi is een interessant personage omdat hij wordt opgevoerd als iemand die antisemitisme heeft geïnternaliseerd. Herken je dat?
Bob-Waksberg: Soms wel, ja. Het fijne aan fictie is dat je kwesties kunt aanhalen waar je je zelf ambivalent over voelt. Op een bepaald moment zegt hij dat ‘ontdekken dat iedereen je haat en wil doden, je geen evenwichtig persoon maakt’. Is dat een punt dat ik zou maken in een opiniestuk? Nee. Maar het is de moeite waard om dat idee te onderzoeken. Voor Avi hield het steek dat hij zich zo voelde. Ik vind het belangrijk om in mijn werk te erkennen dat die complexe gevoelens bestaan.
‘Ik vind het belangrijk om in mijn werk te erkennen dat die complexe gevoelens bestaan.’
Ik was ook verbaasd over de vele rake, maar duistere grappen over de Holocaust. Hebben jullie veel gediscussieerd over wat kon?
Bob-Waksberg: Ja, maar ik vind dat ik als Jood, en als afstammeling van Joodse vluchtelingen die onderdrukt werden in Europa, het recht heb om te bepalen welke grap een grens overschrijdt. In BoJack zaten er grappen die te ver gingen, waarvan ik destijds dacht dat ze oké waren. De kans bestaat dat dat hier ook zo zal zijn. Maar ik moet mijn buikgevoel vertrouwen. Ik geloof dat ik nu een breder perspectief heb dan toen ik BoJack schreef.
Long Story Short
Vanaf 22.08 op Netflix.
Raphael Bob-Waksberg
Geboren in 1984 in Californië.
Groeit op in een Joods gezin.
Breekt in 2014 door met de satirische animatiereeks BoJack Horseman, die wordt geprezen om de manier waarop ze mentale gezondheid weergeeft.
Schreef sindsdien animatieseries Tuca & Bertie en Undone.