Lynn Van Royen: actrice, herboriste en binnenkort ook auto-mechanicus

© Anneke D’Hollander

‘Ik wil honderd procent kunnen staan achter wat ik doe’, zegt Lynn Van Royen. ‘Want als je overal te zien bent, waarom zouden ze je dan nog vragen voor een exclusievere rol?’ Bij het begin van het tweede seizoen van Arcadia hebben we het met de actrice over eau de cologne, Colruyt-kookvideo’s, luchtfilters en … de pil.

De geur van fruit. Van appelen en druiven, haarfijn in gelijke stukken gesneden. Dat is de eerste zintuiglijke herinnering die bij Lynn Van Royen opkomt wanneer ze terugdenkt aan de opnames van het tweede seizoen van Arcadia, vanaf 19 januari tien zondagavonden lang te volgen op VRT 1. ‘Ik heb massa’s appels gesneden op de set’, lacht ze. ‘Tussen de opnames bleef ik de kleine trekjes van Luz, mijn personage, volhouden. Als er twee stukjes appel op mijn bord lagen en iemand nam een stukje weg, dan mocht die het horen.’

© Anneke D’Hollander

We bevinden ons in de lobby van het stijlvolle The Hoxton-hotel in het grijze niemandsland tussen Brussel-Noord en de Kleine Ring. De muren hebben warme kleuren, de zitbanken en tafeltjes staan in een wildernis van kamerplanten en op een van de houten salontafels is zorgvuldig een vuistdik fotoboek over jazzmuziek neergelegd. De kerstboom in de hal wordt vakkundig afgetuigd, terwijl de Amerikaanse soulzangeres Andra Day haar only love bezingt.

Een wandeling door de aanpalende Kruidtuin bleek geen optie – ‘daar heb ik vanochtend echt de verkeerde schoenen voor uitgekozen’, wuifde Van Royen het voorstel vriendelijk weg – en dus houden we het bij een koffie in de lobby. ‘Als student ben ik nochtans vaak in de Kruidtuin komen lezen’, zegt ze. ‘Het was mijn rustpunt in de stad. En hij ligt er nog altijd piekfijn bij, zag ik net. Ik wilde dat mijn tuin thuis er ook zo uitzag.’

Van Royen is behalve actrice ook een gediplomeerd herboriste. Haar kennis over planten en kruiden groeit nog elke dag. Over die fascinatie straks meer. Eerst vertelt Van Royen dat ze geen seconde heeft getwijfeld toen ze werd gevraagd voor het tweede seizoen van Arcadia. Met plezier nam ze de rol van Luz Hendriks opnieuw op, volgens Autistic Characters Wiki ‘a dreamy young woman who grows up in a blended family’ die – dat verraadt de naam van de net genoemde website al – ergens op het autismespectrum zit. ‘Het was wat zoeken om weer in haar huid te kruipen’, zegt Van Royen. ‘Luz zit nooit met de benen gekruist, heeft nooit haar handen in haar zakken en als ze stapt, stapt ze altijd met haar hoofd eerst. Ze praat met een grote evidentie, zonder de ondertoon van de communicatie te registreren. Om die finesses terug te vinden, moest ik even graven. Maar het blijft een zalig personage.’

Het tweede seizoen van Arcadia, deze keer in een regie van Joël Vanhoebrouck, speelt zich opnieuw af in een toekomstige, totalitaire samenleving waar de sociale druk torenhoog en de onderlinge concurrentie moordend is. Wie ook maar een fractie van de norm afwijkt, scoort minpunten en wordt uit de maatschappij gezet. In de strijd tussen die ‘ontrouwen’ en de bovenlaag van de politiestaat schuilt de spanning van dit seizoen.

Het eerste seizoen van de Belgisch-Nederlands-Duitse coproductie werd gemengd onthaald, en in recensies ging het vooral over de hoge kostprijs en de indrukwekkende locaties. Maar ondertussen is de reeks wel aan zeventien landen verkocht.

© Anneke D’Hollander

‘Mensen mogen de reeks niet goed vinden, mij best’, zegt Van Royen. ‘Ik ben vooral blij dat ik een interessant personage kan neerzetten. Luz maakt in het tweede seizoen een mooie evolutie mee. Waar ze in het eerste seizoen nog erg moeilijk contact maakte, zie je nu dat ze zachter wordt en ontvankelijker voor wat anderen meemaken. Dat was heel boeiend om te spelen.’

De maatschappijkritiek is ook deze keer nooit veraf. Al meteen in de eerste aflevering van het nieuwe seizoen zegt De Voogd, een rol van Romana Vrede: ‘We moeten deze tegenslag omzetten in een opportuniteit.’ Het zou het credo van deze tijd kunnen zijn. Altijd en overal worden kansen gezien, ‘blijven groeien’ is haast een plicht.

‘Zware onderwerpen als de dood, ik denk daar van nature minder snel aan. Ik vertrek altijd vanuit geluk, dat is mijn motor.’

Van Royen weet wat het is. Onlangs moest ze afscheid nemen van haar grootvader van vaderskant. ‘Ik ben blij dat ik hem zo lang heb mogen kennen en dat hij mijn kinderen nog heeft meegemaakt’, zegt ze daarover. ‘Ik heb nogal de neiging om mijn geest altijd in het positieve te gidsen. Zware onderwerpen als de dood, ik denk daar van nature minder snel aan. Ik vertrek altijd vanuit geluk, dat is mijn motor, niet zozeer het besef van vergankelijkheid. Maar als ik dan eens geconfronteerd word met verdriet, zoals nu met mijn grootvader, dan voel ik de drang om me terug te trekken, me in een bolletje te rollen en mijn tijd te nemen. Het is oké om triest te zijn, weet ik ondertussen. En dat duurt dan meestal tot ik weer eens keihard schrik of moet lachen en er een ontlading volgt.’

We begonnen dit verhaal met de geur van appelen en druiven en via een andere geur glijden we nu, zoals bij het madeleinekoekje van Proust, naar Van Royens kindertijd. ‘In de kast heb ik altijd een fles eau de cologne staan’, zegt ze. ‘Af en toe ruik ik eraan en dan ben ik op slag weer in het huis van mijn memè, de moeder van mijn moeder, waar ik als kind vaak ben geweest. Als ik hoofdpijn had, of gewoon ter verfrissing, deed zij met een watje altijd wat eau de cologne op mijn slapen. Die geur is een katapult recht naar mijn kindertijd. Ik zie dan altijd één beeld voor mij: ik zit in de lagere school, voel me niet goed en mag naar huis. Maar mijn ouders zijn aan het werk en dus ga ik naar ons memè. Ik lig op de zetel, de zon valt binnen, de geur van tomatensoep hangt in de kamer en op de radio is Margriet Hermans aan het lachen. Die herinnering voelt telkens weer als een warm dekentje.’

Van Royen groeide op in Aalst. Haar moeder werkt nog altijd in de stedelijke muziekschool, vader is zelfstandig metaalconstructeur. Nog zo’n geur: die van het gloeiende metaal tijdens het laswerk in diens atelier.

Als kind droomde Van Royen er lang van om verver te worden, geïnspireerd door een man die op een dag de luikjes van hun ramen kwam schilderen. ‘Hoe secuur hij die luikjes afplakte met tape en hoe rustig hij daarna met de verf over het hout streek en alles afkitte, ik was daar enorm door gefascineerd’, zegt Van Royen. ‘Ik keek ook graag naar de kookvideo’s van Colruyt, die hadden we thuis op cassettes. En die lijn zet zich door: nu kijk ik soms urenlang naar YouTube-video’s over hoe je houten lepels moet snijden of kunt leren haken. Doe-video’s van mensen die iets praktisch goed kunnen? Helemaal mijn ding.’

‘Ik kijk soms urenlang naar YouTube-video’s over hoe je houten lepels moet snijden of kunt leren haken. Doe-video’s zijn helemaal mijn ding.’

De liefde voor het spel ontlook pas later, en nog langzaam ook. In haar tienerjaren volgde Van Royen eerst gitaarles op de academie, vervolgens voordracht en toneel. ‘Niet zozeer vanuit een innerlijke gedrevenheid’, zegt ze. ‘Ik wilde gewoon eens iets anders uitproberen. Toen ik in mijn laatste jaar middelbaar moest kiezen welke opleiding ik wilde gaan volgen, vond ik niet meteen iets dat me aansprak. Maar ik had net een goed examen voordracht afgelegd en bedacht dat dat een optie was, en dus heb ik me ingeschreven voor de toelatingsproeven aan het Ritcs in Brussel.’

Die keuze was geen onverdeeld succes. Voor de achttienjarige Van Royen voelde de theateropleiding te open, te vrij, te weinig gestuurd aan. Ze verhuisde van Aalst naar de hoofdstad zonder achtergrond in het acteren, en ze voelde vrij snel dat ze verloren aan het lopen was. ‘Voor anderen was het ongetwijfeld wel een goede opleiding’, zegt ze. ‘Maar ik had meer begeleiding nodig, en die was er toen niet.’

© Anneke D’Hollander

Aan de overstap naar Brussel ging een moeizame puberteit vooraf. Van Royen sprak erover in het VRT 1-programma Door de bomen, waarvoor ze zich drie dagen en nachten terugtrok in een hut diep in een Ardeens bos. ‘Ik had het erg lastig met mezelf in de puberteit’, zei ze toen. ‘Ik was zelfdestructief. Krassen in mijn armen en zo. Niet omdat ik er niet meer wilde zijn, maar gewoon omdat … Als ik het moeilijk had, met school of thuis of met een liefje, en ik voelde mij machteloos en verdrietig, dan was dat iets dat weer houvast gaf.’

Nu zegt ze: ‘Ik had gewild dat ik daar toen met iemand over had kunnen praten, maar ik was bang om veroordeeld te worden. Ik hoop dat ik zo’n volwassene kan zijn voor jonge mensen in mijn omgeving, iemand die ze durven aan te spreken als ze ergens mee zitten. (denkt na) Ik denk dat ik een heel andere puberteit had meegemaakt als ik niet vanaf mijn vijftiende de pil had genomen. Hormonaal heeft dat een grote impact gehad op hoe ik met bepaalde dingen omging. Vandaag kan ik met een gerust hart zeggen dat ik rustig en evenwichtig ben, ik snap ook niet waarom ik dat toen gedaan heb. Maar toen hield het steek, het was een soort quick fix om me uit mijn boosheid of mijn onmacht te halen. Rationeel gezien slaat dat natuurlijk nergens op. Nogmaals, ik vermoed dat de pil er veel mee te maken had. Toen ik die enkele jaren geleden nog eens twee maanden nam, was ik ook meteen weer een wrak, een hoopje miserie. Pas daardoor begon ik te denken: als dit al zo’n invloed op mij als volwassen vrouw heeft, wat moet dat dan als vijftien-, zestienjarige geweest zijn?’

Nog tijdens haar opleiding werd Van Royen uitgenodigd voor een casting voor 180, een reeks van de regisseurs Jakob Verbruggen en Kadir Balci met onder meer Gilda De Bal, Amara Reta, Hilde Heijnen en Sven De Ridder. ‘Ik zat op kot en had nog geen rijbewijs, ze moesten me elke opnamedag komen halen met de auto, want op dat uur reden er nog geen treinen’, zegt ze. ‘Ik was nog echt een groentje. Maar tijdens die opnames heb ik wel beseft dat dit was wat ik wilde. Op een set voelde ik me veel meer op mijn gemak dan op school. Het was veel duidelijker wat ik allemaal moest doen, iedereen gaf me de hele tijd instructies.’

‘Als ik iets uitspreek, heb ik daar meestal al lang over nagedacht. Wanneer ik een idee of doel op tafel leg, is het al erg concreet en vergevorderd.’

Dankzij 180 werd Van Royen gevraagd voor een casting van Vermist, na Vermist volgde De Ridder en daarna MarsmanBeau Séjour, Tabula Rasa … Kortom, Van Royen is sinds haar achttiende niet meer gestopt met spelen.
‘Al zat er nooit echt een groot plan achter’, zegt ze. ‘Maarten (Ketels, haar vriend, nvdr.) loopt van zijn zesde al te zeggen dat hij acteur zou worden. Hij maakt altijd plannen en doelen en heeft ook altijd ideeën. Ik ben meer van het meanderen. Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Niet dat ik niet droom, versta me niet verkeerd, maar ik ben minder vooruitziend en twijfel tegelijk ook minder. Als ik iets uitspreek, heb ik daar meestal al lang over nagedacht. Wanneer ik een idee of doel op tafel leg, is het dus al erg concreet en vergevorderd.’

Wat heeft het spelen haar na al die jaren gebracht? Ze durft meer plaats in te nemen, vindt ze, en dankzij de intense ontmoetingen en samenwerkingen met collega’s heeft ze een persoonlijke ontwikkeling doorgemaakt. Dankzij Arcadia kwamen er bovendien castings in het buitenland, maar vooralsnog mondden die niet uit in opdrachten. ‘Het hoeft niet koste wat het kost, maar het zou natuurlijk wel erg mooi zijn’, zegt Van Royen daarover.

© Anneke D’Hollander

Wel is ze van nature selectief in de keuze van haar rollen. Ook in quizzen of spelprogramma’s zal ze niet snel opdraven. ‘Ik wil honderd procent kunnen staan achter wat ik doe en ik heb altijd zorgvuldig willen monitoren waar ik wel en niet op inga’, zegt ze. ‘Want als je overal te zien bent, waarom zouden ze je dan nog vragen voor een exclusievere rol? En daarnaast wil ik dat de mensen me kennen van mijn acteren, en niet omdat ik toevallig “bekend” ben. Het is misschien gek om te zeggen, maar ik vraag me dikwijls af wat Veerle Baetens zou doen. Zij is hierin een voorbeeld voor mij. Haar kennen we ook alleen maar van haar werk, en niet omdat ze elke week ergens opduikt.’

Van Royen woont samen met acteur Maarten Ketels, met haar twee zonen Ruben en Max uit een vorige relatie en met plusdochter Willow. Rust vindt ze in boeken, in de natuur en in ambachtelijk werk. De top van haar rechterduim mist niet voor niets een stukje huid. ‘Ik heb de laatste tijd 21 uur aan een art-nouveaukast geschuurd – ik houd de tijd bij via de app Toggl – en ik ben nog altijd maar halverwege’, zegt ze. ‘Het geeft me rust, maar ik zal er nog wel even mee bezig zijn.’

Verstilling en verdieping vindt ze ook in kruidtuinen en op kerkhoven. Overal waar ze komt, zoekt ze die plekken op. Geschiedenis, verhalen, geuren: het komt er allemaal samen.

‘Mijn studies als herboriste zijn ondertussen afgerond en nu wil ik daar iets concreets mee doen’, zegt ze. ‘Ik ben in gesprek met een merk van skincareproducten om zelf iets op de markt te brengen. We zijn volop over de ingrediëntenlijst aan het nadenken en over de uitwerking ervan op de huid. Geuren zetten altijd iets in gang bij mij, ik word er een beetje wild en onstuimig van, zoals een balletje dat je onder water probeert te houden maar dat toch altijd weer opspringt.’

© Anneke D’Hollander

Straks speelt Van Royen in Tot de dood ons scheidt, een lichtvoetig theaterstuk van Het Laatste Bedrijf/De Mannschaft met Lucas Van Den Eynde, Eva Kamanda, Michaël Pas en Viv Van Dingenen.

Aan zelf een scenario schrijven denkt ze vooralsnog niet. ‘Ik geloof dat ik beter ben in het interpreteren en het verdiepen van de emotionele lijnen van een personage dan in het zelf bedenken van verhaallijnen’, zegt ze. ‘Maar Maarten heeft wel veel ideeën in die richting en in ons atelier praten we er veel over, dus wie weet …’
Wat er wellicht eerder zit aan te komen, is een opleiding in automechanica. ‘Ik wil niet die onbeholpene blijven die geen autoband kan vervangen’, lacht Van Royen. ‘Alles staat tegenwoordig bovendien op YouTube, zelfs hoe je luchtfilters moet vervangen.’

Van de geur van haarfijn in stukjes gehakt fruit naar die van smeerolie, en dat in een kraaknette lobby in de grootstad: in de wereld van Lynn Van Royen is het niet eens zo’n gekke sprong.

Arcadia

Vanaf 19.01 op VRT 1.

Lynn Van Royen

Woont in Nieuwerkerken, bij Aalst, met haar vriend Maarten Ketels en de kinderen.

Studeerde aan het Ritcs in Brussel.

Brak door als actrice dankzij series als De Ridder, Beau séjour en Tabula rasa.

Bracht in 2018 het boek #kleingelukske uit, over de kleine momenten van euforie in het dagelijks leven.

Specialiseerde zich de voorbije jaren in kruiden en planten, meubels restaureren en houten lepels vervaardigen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content