Linde Merckpoel, een baken in deze onzekere tijden: ‘Ik ben creatiever dan ooit’
Omdat je per slot van rekening niet elke dag in een pak van Sneeuwwitje kunt rondhuppelen, zoekt Linde Merckpoel in de video’s die ze vanuit haar kot maakt steeds vaker de ernst op. Het levert haar meer kijkers op dan ooit tevoren.
Toen Linde Merckpoel vanochtend wakker werd, op haar telefoon zag dat het iets over zes was en desondanks de slaap niet meer kon vatten, is ze opgestaan, heeft ze koffie gezet en een sneetje van haar zelfgebakken brood afgesneden, las ze wat in The Nix (het boek van Nathan Hill waarin ze op aanraden van vrienden eindelijk begonnen is) en is ze na een uurtje hardlopen in een warm bad gaan liggen.
Nu is het elf uur en zit ze op het bankje tussen haar woonkamer en haar keuken, met achter zich een wereldbol barstensvol landen waar ze niet naartoe kan, een stapel boeken die ze maar niet gelezen krijgt en een blauwgroene ukelele waar ze nog altijd geen fatsoenlijke noot op kan spelen.
En zegt ze: ‘Ik eet gezond, ik beweeg heel veel en ik heb kalmte in mijn hoofd: je mag het eigenlijk niet hardop zeggen, maar ik vind deze tijd best wel aangenaam. Mochten er niet elke dag zo veel mensen sterven, ik zou direct tekenen voor nog een paar maanden lockdown. Ik ben sowieso een controlefreak, met normaal gezien een heel drukke agenda, ik vind de vaste omlijning van nu heel leuk. Het zal gewoon hier gebeuren, in dit huis, en dat doet me enorm veel deugd.’
Ik heb de afgelopen jaren nog nooit zo lang zo hard gewerkt. We voelden dat veel mensen verward waren en wilden iets van zekerheid creëren.
We kennen de wereldbol, de stapel boeken en de blauwgroene ukelele uit de video’s die Merckpoel sinds de start van de coronacrisis onder de vlogvlag ‘Bij Linde’ maakt. Als een volleerde ‘correspondent kot’ doet ze verslag van haar leven in quarantaine.
De ene dag entertaint ze via een videoverbinding de kinderen van vrienden en collega’s, verkleed als Sneeuwwitje, de andere huilt ze stilletjes mee met Elien, een jonge covid-19-zorgverlener, ’teleurgesteld, verontwaardigd en een beetje pissed’ over de leeftijdgenoten die ‘het monster corona’ nog altijd niet serieus nemen.
De video’s worden gretig bekeken en gedeeld. Linde Merckpoel blijkt een baken in deze onzekere tijden.
‘Ik heb de afgelopen jaren nog nooit zo lang zo hard gewerkt’, zegt ze. ‘Hiervoor maakte ik samen met Arnout (Bracke, met wie ze al jaren samenwerkt, nvdr.) elke week een video, maar nu hadden we allebei het gevoel dat we het tempo moesten opdrijven. We wilden er zijn, we voelden dat veel mensen verward waren en we wilden dat momentum aangrijpen om iets van zekerheid te creëren. In de eerste reacties voelden we meteen veel appreciatie. Mensen zaten sowieso meer dan ooit aan hun computer, om het nieuws te volgen, en blijkbaar voelden onze filmpjes onmiddellijk als een welgekomen afwisseling aan.’
In het begin van de quarantaine heb je voor jezelf een dagplanning opgesteld. Je zou elke dag om halfacht opstaan, om acht uur aangekleed overleggen met Arnout en elke avond kiezen tussen Netflix, lezen en lopen. Welke van die voornemens heb je langer dan twee dagen volgehouden?
Linde Merckpoel: Geen enkel. Dat schema is heel snel verdwenen. Ik merkte direct dat ik vroeger zou moeten opstaan en dat er van vrije tijd weinig sprake zou zijn. Ik werk momenteel zes op de zeven dagen, van lezen komt weinig in huis. (zwijgt) Wacht eens, ging de bel nu? (zet haar koptelefoon af) Sorry, vals alarm. Ik hoor niets.
De getuigen van Jehova zijn misschien nog wel op pad.
Merckpoel: Gouden tijden voor hen, iedereen is thuis. (lacht) Het is dus keihard werken, maar ik heb ook al veel geleerd. Ik ben het zo gewoon om met Arnout samen te werken, maar nu moet hij in zijn kot in Aalst blijven en ik in Edegem, dus moet ik veel dingen zelf doen. Beelden en klank inladen, het frame van de Skype-gesprekken bepalen, de GoPro’s, prikkers en kaartjes gebruiken: het was even wennen. In het begin was het ook knoeien met traag internet, kabels die we moesten laten overkomen van de VRT om te kunnen inpluggen, WeTransfer dat voortdurend platlag…Ondertussen zijn we helemaal gerodeerd, al zijn we na drie weken wel teruggeschakeld naar drie video’s per week, wat nog altijd een pittig tempo is.
Je dagschema zag er best professioneel uit, compleet met fluorkleuren en al.
Merckpoel: O ja, dat ben ik helemaal. Ik heb structuur nodig. Terwijl wij nu aan het praten zijn, kijk ik uit op de oven waarop het eetschema voor de rest van de week hangt. Ik weet nu al wat ik volgende dinsdag ga eten: laab khai, zo’n Thaise salade. Ken je dat? De inkopen zijn gedaan, alles ligt klaar en die voorspelbaarheid geeft me veel rust. Ik heb ook nog nooit zoveel opgeruimd als de voorbije weken. Orde in mijn huis betekent ook orde in mijn hoofd.
Eigenlijk doe ik nog steeds hetzelfde als in mijn kindertijd, maar dan met een professionele camera in plaats van met een Fisher Price-recorder.
Heel kijkend Vlaanderen, zoals dat dan heet, kent nu wel de ins en outs van je huis.
Merckpoel: Dat is zo, al zijn er bepaalde plekken die ik niet film – onze slaapkamer bijvoorbeeld. Maar als ik een video maak over koken, kan ik moeilijk anders dan die in onze keuken op te nemen. En dan kan iedereen binnenkijken, dat klopt. Op zich vind ik dat niet erg – ik zit in mijn huis zoals iedereen tegenwoordig – al wordt het wel wat raar als je berichtjes begint te krijgen à la ‘Waar heb je die zetel gekocht?’ (lacht) Mijn lief komt ook niet in beeld, die hou ik voor mij alleen. En hij zit toch de hele dag boven in zijn werkkamer. Alleen ’s middags komt hij even naar beneden om samen iets te eten. ‘Ha, vandaag is het iets met verkleden als Sneeuwwitje precies’, zegt hij dan terwijl hij de trap af komt. Op de een of andere manier kijkt hij daar al niet meer van op.
Op dag 7 liet je je door spoedverpleger Stef rondleiden in het Jan Palfijnziekenhuis in Antwerpen. De toon werd ineens een pak serieuzer.
Merckpoel: We proberen een goede afwisseling te vinden tussen het alledaagse, het lichtere en het ernstige. Rondhossen in een pak van Sneeuwwitje is prima, maar ik wil de kern van de zaak vooral niet uit het oog verliezen. Daarom hebben we ook de video met Elien gemaakt, de zorgverlener uit Vilvoorde die zich kwaad maakte op haar vrienden en leeftijdgenoten die nog altijd met elkaar bleven afspreken. Ze gaf ons een inkijk in het leven zoals het is op de corona-afdeling van haar ziekenhuis, en die getuigenis kwam keihard binnen. Ik wilde nog eens duidelijk maken waarom we met z’n allen in ons kot blijven: niet zozeer omdat we moeten, maar omdat we op die manier veel levens redden.
Erg woke zal het wel niet klinken, maar nadat ik die video had gezien, heb ik hem meteen naar mijn moeder doorgestuurd.
Merckpoel: Veel mensen hebben dat blijkbaar gedaan, want binnen de kortste keren hadden we een miljoen views op Facebook. Dat is nog nooit gebeurd met een video van Studio Brussel. Ik denk eerlijk gezegd niet dat al die mensen ook naar Studio Brussel luisteren. Die video’s leiden een eigen leven, met een heel trouwe fanbase die breder gaat dan het traditionele StuBru-publiek. Op YouTube zag ik zelfs een reactie van ene Zakaria uit Brussel die Nederlands aan het leren is met mijn video’s. Hoe tof is dat?
Voor je het weet, word je een influencer genoemd: je bereikt mensen die niet naar Terzake of De afspraak kijken.
Merckpoel: Dat was inderdaad van bij het begin onze opzet, ware het niet dat ik ‘influencer’ een verschrikkelijk woord vind. Ik moet dan altijd onmiddellijk denken aan mensen die op hun Instagram gesponsorde jurkjes aanraden, iets wat ik nog nooit gedaan heb. Ik zou me er niet goed bij voelen. Zelfs als ik een video over lokale winkels draai, maak ik er een erezaak van altijd eerlijk te betalen voor wat ik krijg. In het begin kreeg ik die vraag regelmatig, maar ondertussen weet iedereen blijkbaar dat ik geen speciale mentions of zo doe.
Sorry: mentions?
Merckpoel: Dat ik nu bijvoorbeeld een foto van ons zou nemen en die dan post met de vermelding ‘net een fantastisch gesprek gehad dankzij @B&RHeadphones #Thejoyoflistening‘. (lacht en kijkt op haar telefoon) Aah, er zijn blijkbaar net bloemen afgeleverd. Het waren dan toch niet getuigen van Jehova die aan de deur stonden. (legt haar telefoon weer neer) Maar wat ik over dat influencen nog wil zeggen: als we er met die video van Elien voor hebben gezorgd dat mensen die normaal gezien naar buiten zouden zijn gegaan in hun kot zijn gebleven, dan ben ik een trotse influencer. En ik weet dat er zo zijn: veel jongeren hebben me laten weten dat ze hun gedrag door die video hebben aangepast. Ik ben heel blij dat dat is gelukt, zonder als een soort Linda Teresa mijn vingertje in de lucht te steken en te roepen wat er allemaal niet meer mag.
Je bent ook bloed gaan geven en je hebt geholpen om voedselpakketten in elkaar te steken. Veel mensen zullen verrast zijn zijn door je ernst.
Merckpoel: Pas op, het afgelopen jaar had ik ook al serieuze video’s gemaakt, alleen is mijn werk nu veel zichtbaarder. Zo hebben we reportages gemaakt over een arme man die in het bos achter de VRT woont, over Bram, een jonge vader van twee die terminaal ziek was en ondertussen helaas is overleden, en spoedverpleger Stef heeft ons een dag rondgereden met de mug, om ons te tonen wat de drie grootste killers in het verkeer zijn. Daarnaast hebben we ook een fantastisch verhaal gemaakt over Kim Mestdagh en Emma Meesseman, onze basketbalmeisjes die het zo goed aan het doen waren in Amerika op het moment dat daarvoor hier amper al interesse was.
Dat proces van ernstiger verhalen maken is dus eigenlijk al gaande sinds ik opnieuw ben beginnen samen te werken met Arnout. Tot dan maakte ik vlogs die heel nauw verbonden waren met het ochtendprogramma van Studio Brussel. Dat ging dan over mijn collega’s en over het programma zelf, het lichtere genre, zeg maar. Allemaal heel tof, maar ik begon wel echt honger naar meer fond te voelen.
Ach, waarschijnlijk word ik gewoon ouder. Ik ben vijfendertig en van nature ben ik heel enthousiast en vrolijk, maar in mijn werk wil ik toch ook steeds meer gelaagdheid stoppen: iets bijdragen, het pure entertainment overstijgen. We zijn begonnen tijdens de Warmste Week, waar we meteen video’s hebben gemaakt over – de beuk erin – sterven en sindsdien zijn we niet meer gestopt met zoeken naar manieren om een verhaal uit te diepen. Zelfs als het om een schijnbaar oppervlakkig sportverhaal gaat.
Wie zijn je voorbeelden op dat vlak?
Merckpoel: Jonathan Goldstein, de host van Heavyweight, een geweldige podcast die ik dankzij Sofie Lemaire heb leren kennen. Hij is een ongelooflijk goede verhalenverteller, ik heb al veel van hem geleerd, enkel en alleen door naar hem te luisteren. Wat hij heel goed kan, is inspelen op de onverwachte wendingen die sowieso je verhaal binnensluipen. Op de een of andere manier vindt hij altijd Het Verhaal. Die flexibiliteit van geest is briljant. Zo gaat een van de afleveringen over ene Rob, wiens dochter haar arm breekt en in het gips belandt, exact op dezelfde manier als hij als tienjarig kind. Denkt hij. Want wat blijkt als Rob de foto van zijn dochter naar zijn familie stuurt: niet hij, maar zijn broer heeft als kind zijn arm gebroken. In plaats van daar te stoppen maakt Goldstein een geweldige podcast over herinneringen en familie. Zo schoon en poëtisch, op het einde heb ik de ogen uit mijn kop gejankt.
Als ik je zo hoor praten moet ik denken aan Gele laarzen, de lange radiodocumentaire waarmee je destijds je studies woordkunst afrondde.
Merckpoel: Grappig dat je dat zegt, ik moest er onlangs ook aan denken. Mijn leerkracht van toen, Annick Lesage, heeft me dat inderdaad echt bijgebracht: de liefde voor het verhaal, voor het vinden van een goede rode draad en voor het afdwingen van geluk, door als maker je tijd te nemen.
Ondertussen zijn we wel twintig jaar verder en heb je je vooral op de korte spanningsboog toegelegd. Heb je niet het gevoel dat je tijd hebt verloren?
Merckpoel: O nee, helemaal niet. Ik heb niet in het minst spijt, over niets wat ik de afgelopen jaren gedaan heb. Tijdens de lockdown zet Studio Brussel af en toe archieffragmenten online. Zo heb ik al een ochtendshow van Tomas De Soete en mij teruggehoord, maar ook een erotisch luisterspel van toen ik in een heel andere, rare trip zat. Kortom, ik heb bij StuBru al zo veel verschillende dingen mogen doen, in alle vrijheid, en daar ben ik heel dankbaar voor. Maar ik voel dat mijn hart nu heel erg ligt bij de verhalen met – hoe zal ik het zeggen? – een meerwaarde.
Influencer is een verschrikkelijk woord, maar als er door die video met hulpverlener Elien mensen zijn binnengebleven, ben ik een trotse influencer. En ik wéét dat er zo zijn.
In vrijwel elk interview krijg je de vraag of je niet eens ‘iets op tv wilt doen’. Dus vroeg ik me af…
Merckpoel:Nee! Online is waar ik nu wil zijn. Internet is zo’n interessant platform, ik kan dat eigenlijk niet meer loslaten. Ik ben verliefd op de snelheid waarmee wij kunnen werken, op het ad-hocgegeven, op het feit dat je midden in de actie kunt starten en niet eerst moet vertellen dat je aan de kerk van Kruibeke staat, want bla bla bla…Ik weet hoe televisie gemaakt wordt, ik ken de mensen die meewerken aan programma’s als Topdokters, Gentbrugge of De Columbus, prachtige programma’s die hun tijd nemen om een verhaal te vertellen en waar ik heel graag naar kijk.
Maar?
Merckpoel: Het is niets voor mij. Ik kan dat niet, ik heb er simpelweg het geduld niet voor. Ik duik heel graag een paar dagen in een verhaal, niet een halfjaar. Ik heb een iets kortere boog nodig, om fris te blijven. Na een paar dagen moet ik het online kunnen duwen, ik ben niet gemaakt om maanden te sjieken op een verhaal.
Zoals toen je als kind samen met je broer reportages maakte in het shoppingcenter van Sint-Niklaas met jullie bruine Fisher Price-recorder?
Merckpoel: Helemaal! Om de zoveel tijd ging mijn moeder met ons naar de Factory Outlet, waar we dan jeansbroeken mochten kopen, en al in de auto op weg ernaartoe waren we bezig met het maken van reportages over dat on-ge-loof-lijke avontuur. In de winkel spraken we lukraak mensen aan, vroegen wie ze waren en waarom ze precies die of die broek kwamen kopen. Een heerlijke tijd. En eigenlijk doe ik nog steeds hetzelfde, maar dan met een professionele camera in plaats van met een plastic Fisher Price-recorder.
Je vertelde me voor dit interview dat je collega Arnout Bracke er straks mee ophoudt. Welke gevolgen heeft dat voor jou?
Merckpoel: Ik zal het sowieso even zonder hem moeten doen. Dat zal niet gemakkelijk zijn, maar Arnout en ik zullen elkaar altijd terugvinden. Waar en hoe, dat zien we nog wel.
Begin dit jaar sprong je even in voor Sofie Lemaire op Radio 1. Ben jij het volgende Studio Brussel-gezicht dat op Radio 1 de stap naar ernst zet, na Sofie Lemaire, Ayco Duyster en Vincent Byloo?
Merckpoel: Ik heb enorm genoten van die invalbeurt, al was het wennen. Ik had al even niet meer in een radiostudio gezeten. Maar het plezier was zo terug. Ik heb die week gemerkt dat mijn radioliefde nog steeds heel groot is. Maar het is niet zo dat er na de zomer een nieuw programma op mij ligt te wachten bij Radio 1, nee. Ik denk zelf ook niet in die vakjes. Ik werk graag samen met Danira van Eén, met de collega’s van Sofie bij Radio 1 of met Siska op Radio 2. In wat ik nu doe, kan dat allemaal. Het liefst wil ik dat zo houden.
Over collega’s gesproken: tijdens je stage bij Studio Brussel was Christophe Lambrecht kennelijk bang van jou. Waarom?
Merckpoel: Ik was nogal veel voor Christophe, denk ik. Nogal aanwezig en nogal, euh, daar. Maar die angst is gelukkig snel omgeslagen in liefde en vriendschap. Vlak na zijn dood heb ik trouwens zijn allereerste radio-opnames te horen gekregen, van toen hij als jonge gast al bezig was met vrije radio in Herentals: zo ontroerend.
De eerste keer dat ik zelf op Studio Brussel te horen was? (schakelt over op de plechtige stem van een verzekeringsconsulent, nvdr.) Toen deed ik vooral heel hard mijn best om te klinken zoals ik dacht dat mensen verwachten dat iemand op de radio klinkt. (lacht) Ik wilde heel hard mijn best doen, te hard, ik kwam recht uit de studie woordkunst en was nogal serieus bezig met buiksteun, stemplaatsing en tweeklanken. Heel gênant. Laten we zeggen dat ik mijn authentieke radiostem nog niet gevonden had.
Ondertussen werk je al dertien jaar voor de VRT. Zulke bedrijfstrouw is niet meer van deze tijd.
Merckpoel: Dat is waar en soms voel ik me onnozel. Ik heb zelfs nog nooit gepraat met andere werkgevers en ik kan niet zeggen dat me dat nog nooit onzeker heeft gemaakt. Je vraagt je automatisch weleens af waarom ze niet geïnteresseerd lijken te zijn. Vinden ze het dan niet goed wat ik aan het doen ben? Of plak ik te duidelijk aan de VRT? Ik voel die bedrijfstrouw heel erg. De VRT is mijn eerste werkgever en ik heb eigenlijk nog niet zo veel toegevingen moeten doen, dat is en blijft toch het belangrijkste. En wat ik maak, heeft zijn plek binnen dit huis. Daar ben ik ondertussen ook echt van overtuigd. Zeker nu, met deze video’s. De creativiteit zit in de beperking, zegt men vaak, en dat merk ik nu heel hard. Er is niets wilds aan wat ik momenteel doe. Er is alleen ik, mijn kat en mijn eenvoudige camera. In mijn huis. Meer niet. Maar ik ben wel creatiever dan ooit.
Aan je hoeveelste puzzel zit je ondertussen al?
Merckpoel: De puzzelwoede is even gestopt. (lacht) Vanmiddag ga ik in mijn tuin paardenbloemen plukken. Ik heb me laten vertellen dat de siroop van – maar dan klinkt het meteen al een pak minder smakelijk – pissebloemen fantastisch is om je drankjes mee te pimpen.
Hou vooral in gedachten: ‘We don’t make mistakes. We just have happy accidents.’
Merckpoel: Bob Ross! Helemaal mee akkoord. Falen, we zouden het met z’n allen wat meer mogen leren. Op je bek gaan kan ook schoon zijn, we moeten daar niet zo bang voor zijn. Ik ben een groot voorstander van the power of vulnerability.
Maar goed, voor ik aan die siroop begin, ga ik eens kijken wie er zojuist bloemen heeft geleverd. Ik ben nu echt wel benieuwd.
Bij Linde
Te volgen via stubru.be/bijlinde of via haar YouTube-kanaal.
Linde Merckpoel
35 jaar, woont in Edegem.
studeerde woordkunst aan de Studio Herman Teirlinck.
Werkt ondertussen al dertien jaar voor Studio Brussel.
Maakt sinds het begin van de coronacrisis video’s vanuit haar kot onder de noemer Bij Linde.
Kijkt op naar podcasts als Heavyweight en tv-programma’s als Gentbrugge, maar heeft naar eigen zeggen niet het geduld om een halfjaar ‘in een verhaal te duiken’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier