Lennart Soberon
‘Kamp Waes is vooral beklijvende kijkbeurt waar fysiek en emotioneel medeleven afleidt van andere issues’
Onderzoeker Lennart Soberon (UGent) staat stil bij de ‘push-ups en patserstreken’ van Kamp Waes.
Populaire media en de militaire industrie, twee handen op één buik blijkt soms. In de VSA is het departement van defensie al lang trouwe partner van Hollywood en liet mede met actiespektakels zoals Top Gun (1985), Black Hawk Down (2001) en Transformers (2007) de rekruteringaantallen stijgen. Dichter bij huis probeert ook de Duitse Bundeswehr sinds kort een nieuwe generatie soldaten te bereiken via Youtube-serie Die Rekrutinnen. Het Belgische leger kon blijkbaar niet achterblijven en reikt nu zelf de hand naar nieuwe rekruten met het op één vertoonde Kamp Waes. Terwijl in Top Gun Tom Cruise zieltjes won als gevatte gevechtspiloot, kan Kamp Waes uitpakken met Vlaanderens meest populaire Tom in de rol van de zachtaardige patriarch die een reeks alledaagse burgers helpt kneden tot Special Forces soldaten. Zoals te verwachten is van het Waes-merk volgt alles trouw het reality-tv format en werden de beproevingen van de kandidaten netjes verpakt binnen de regels en verwachtingen van een spelshow (denk The Voice in camouflagekleuren).
De eerste twee afleveringen voorspellen alvast niet veel goeds en laten een kritische inkijk liggen voor gemakkelijk drama en de verheerlijking van militair machismo.
Het woord dat bij het lezen van de synopsis al snel op de lippen ligt is ‘propaganda’. Bang voor de negatieve connotaties bij het p-woord doet de promotie van Kamp Waes er dan ook alles aan om het programma binnen andere termen te kaderen. Omdat de kijker er tevens van verzekerd moet worden dat het allemaal meer dan slechts een ‘spel’ is, lijkt Tom Waes ervoor te kiezen om het programma als een uitdaging en opportuniteit te bestempelen. Een opportuniteit voor het Vlaamse kijkpubliek, omdat ze met het kijken ondergedompeld worden in de hoogst exclusieve wereld van de Special Forces, en een test voor de deelnemers om hun persoonlijke limieten op te zoeken.
Vooral de vrouwelijke deelnemers stonden centraal in de eerste afleveringen en bijhorend ging proportioneel veel cameratijd en toelichting naar rekruten Riet, Lotte, en Debbie. De focus op vrouwelijke rekruten is geen verassende insteek, aangezien het Belgische leger in september nog bekend maakte dat het meer vrouwen wil aantrekken. (Algemeen zoeken de Special Forces ook nieuwe krachten, wat aan het begin van de eerste aflevering ook expliciet werd vermeld. ) Vanaf de eerste minuten stapt Kamp Waes mooi in lijn met deze ambities en kadert onder het mom van progressiviteit de vrouwelijke deelnemers als heroïsche underdogs.
Enerzijds is elke poging tot inclusie lovenswaardig omdat vooroordelen rond vrouwen als fysiek ondergeschikt aan mannen nog steeds springlevend zijn. Anderzijds maakt Kamp Waes met zijn volgens mij paternalistische houding t.a.v. de vrouwelijke deelnemers zich net ook schuldig aan diezelfde stigmatisering. Geen vijf minuten gaan voorbij zonder dat Tom als verontwaardigd vaderfiguur zijn bezorgdheid uit over de vrouwelijke deelnemers omwille van hun fysieke staat (het gewicht van Lotte) of algemene mindset (Riet die protesteert om haar chocolade af te geven). Dat Waes deze kandidaten hun beperkingen accentueert om dan in volle verbazing mee te delen dat ze wel bijzonder goed bezig zijn, impliceert dat het vooral de vrouwen zijn die iets te bewijzen hebben. De prestaties van Lotte en Debbie worden steeds gekaderd als extra straf en eindigen bijpassend met een belonende aai langs de wang.
De montage kan bovendien gezien worden als een dubbele moraal van de programmamakers in relatie tot de vrouwelijke deelnemers. Al van in het begin wordt een lijn getrokken tussen tussen twee soorten vrouwelijkheid, en hun slaagkansen. De meer ‘meisjesachtige’ vrouwelijkheid van Riet leek zo voornamelijk dienst te doen als comic relief, al van in het begin krijg je als kijker het gevoel dat zijn uiteindelijk als een van de verliezers uit de bus zal komen. Contrast komt in de vorm van Debbie, die zonder roze trui, make-up en chocolade, een meer typisch voorbeeld is van een vrouw die niet botst met de machocultuur binnen het leger en bijhorende selectieprocedures.
Wat Kamp Waes aanbiedt is in die zin volgens mij een faux feminisme dat vrouwen wil aantrekken, maar dan enkel vrouwen wiens vrouwelijkheid geaccommodeerd is binnen de militaire (en bovenal door en voor mannen uitgetekende) logica van de Special Forces.
Deze compulsie om het leger in fascinatie te aanschouwen, maar niet kritisch te ondervragen, is een evident resultaat van de intieme samenwerking tussen televisiemaker en sponsor. Kamp Waes is dan ook weinig meer dan ‘embedded ’televisiemaken, waar aan de hand van een blitse montage van jeeps, wapentuig, en gemaskerde krachtpatsers, de militaire machinerie herhaaldelijk gefetisjeerd wordt. Elk aspect van het programma is verder gericht op de kijker in een intense ervaring van het heden te houden en zich geen verdere vragen te stellen bij wat er precies getoond wordt. De focus op de zwetende, tot de limiet gedreven lichamen van de deelnemers, levert een vooral beklijvende kijkbeurt op waar fysiek en emotioneel medeleven tot afleiding dienen van andere issues.
Het format van een spelshow-format met winnaars en verliezers helpt bovendien in het depolitiseren van het leger. We bevinden ons zo diep in de schoenen van de rekruten, dat er niet snel stilgestaan wordt richting welke (geo)politieke doelen deze marcheren. De vraag naar de relevantie van het Belgische leger of de rol van de Special Forces en zijn machistische krijgscultuur wordt zo vlot verschoven naar een discussie rond de slaagkansen van de individuele deelnemers. Ook de kijker wordt in dit proces gedegradeerd tot een cadet voor wie een bevel een bevel is en kritisch denken allesbehalve een vereiste.
Lennart Soberon is doctoraal onderzoeker in de communicatiewetenschappen aan Universiteit Gent. Zijn onderzoek richt zich op vijandvorming in de Amerikaanse actiefilm.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier