Joris Hessels is boos: ‘Het is tijd voor andere verhalen’

© Anneke D’Hollander

Met Willy’s boot sluit Joris Hessels een tijdperk af. Na tien jaar empathische televisie wil hij meer ruimte geven aan zijn boosheid en ongerustheid. ‘Ik voel mezelf in opstand komen, en wil dat ook in mijn werk uiten.’

Net nu, je zult het altijd zien, loopt Joris Hessels iemand tegen het lijf met wie hij een praatje moét slaan. Met de handen diep in de zakken van zijn losse, zwarte broek en zijn zonnebril op de neus knikt, luistert en glimlacht hij. En stelt hij een nieuwe vraag, waarna het gesprek verdergaat.

We bevinden ons in Gentbrugge, de deelgemeente van Gent waar Hessels al jaren woont en waarover hij de gelijknamige televisiereeks maakte. Aan het portaal van de Sint-Simon en Judaskerk hangen twee bloemstukken; voor de gevel wapperen vlaggetjes in alle kleuren. Aan de overkant van het plein biedt Grafzerken Dick zijn assortiment aan. Tina Turners stem komt aangewaaid vanuit café Primus, bij Topslagerij Mark & Hilde hangen de worsten te drogen aan de haak.


En Joris Hessels? Die luistert en luistert. Alsof hij nooit iets anders heeft gedaan.


‘Sorry, dat krijg je als je hier iedereen kent.’


We stappen, begeleid door het zachte gelui van kerkklokken, het kerkhof op. We komen langs de graven van Denise Geluck (1928-1987) en Lucien Van Zeveren (1922-2007). Krachtpatser John Massis (1940-1988) rust hier ook, in een graf dat is versierd met een door hem geplooid stuk ijzer.

© VRT


Wie hier niet ligt, is Willy Bontinck (1934-2024), de hoofdpersoon van Willy’s boot, het nieuwe programma van Hessels. Vanaf deze week zal het zes weken lang te zien zijn op Canvas. Willy was een personage in Gentbrugge, en Hessels verwezenlijkte diens laatste droom: de boot die al dertig jaar op zijn oprit lag te roesten eindelijk opknappen en er de Noordzee mee opvaren.


In Willy’s boot mobiliseert Hessels daarvoor vrijwilligers – van schrijnwerker Youssef over oud-huisdokter Manu tot meubelstoffeerster Nathalie. Terloops borstelt hij een portret van de wijk waar hij de boot naartoe heeft verhuisd: Muide-Meulestede, een buurt vol sociale tegenstellingen, omgeven door dokken en havenindustrie, op een schiereiland in het noorden van Gent.


Op 9 augustus stierf Willy; het stond in alle kranten. De man die meevocht in de Koreaoorlog en daar op de koop toe Marilyn Monroe fotografeerde, werd net geen 90 jaar oud. Vlak voor zijn boot in Nieuwpoort te water werd gelaten, gaf hij de geest. ‘Willy is gecremeerd en volgende week gaan we een deel van zijn as uitstrooien op zee’, zegt Hessels. ‘Zo wilde hij het. Hij heeft zelfs speciaal een boot van suiker gemaakt, waarin we zijn as op het water kunnen plaatsen.’

‘Ik ben nogal een pleaser. Dat werd onhoudbaar, voor mijn gezondheid en voor mijn gezin.’


Terwijl we gaan zitten op een bankje bij de graven van de oud-strijders, achteraan op het kerkhof, vertelt Hessels dat Willy alle afgewerkte afleveringen nog heeft gezien. Zijn oordeel? ‘Hij was niet de man die ‘dank u’ zei. Maar ik zag aan alles dat hij heel blij en erkentelijk was.’


Een vrouw jogt voorbij, ze puft en zweet. Bij een kraantje vult een man zijn plastic gieter. Een kauw hupt op een graf. Het is het leven gezien vanaf een bankje, een perspectief dat Hessels kent en koestert. ‘Een programma zoals Willy’s boot’, gaat hij verder, ‘is puur gebaseerd op vertrouwen en op het idee dat je in deze tijd, waarin veel mensen tegen wil en dank op zichzelf zijn aangewezen, vanuit je eigen enthousiasme vrijwilligers kunt verzamelen en ze kunt laten samenwerken voor iemand die ze totaal niet kennen. Dat is de sociaal werker in mij. Ik blijf geloven dat zoiets een plaats verdient op tv, in die zee van ellende die de wereld momenteel is, en tussen al die BV-programma’s – waar ik trouwens zelf ook aan meedoe. Ik vind het belangrijk dat er tijd en ruimte blijft voor programma’s die over ons gaan.

‘Het beste verhaal vind je in je eigen straat, wist Johan Anthierens al.

Joris Hessels: Dat principe hanteer ik al tien jaar. De verhalen liggen voor het rapen. Willy’s boot is een soort spin-off van Gentbrugge, dat wel, maar het verhaal hing al twee jaar in mijn hoofd, en dan weet je dat je goed zit. Ik wilde ook absoluut naar Muide: een ruwe plek, waar van alles bougeert. Je hebt er havenarbeiders, nieuwkomers, jonge gezinnen, oude Gentenaars, en de gentrificatie is er volop aan de gang. Maar als er één brug niet werkt, zitten ze allemaal samen opgesloten op hun eiland.

© Anneke D’Hollander

De expertise om goede verhalen te vinden, heb ik ondertussen. En binnen de artificiële wereld die televisie is, wil ik zo oprecht mogelijk met die verhalen omspringen. Ik wil vier uur met iemand kunnen praten om er uiteindelijk maar zeven minuten van over te houden. En ik wil vooral niet dat er opeens iemand ‘En cut, we hebben het!’ roept. Ik kijk graag in iemands ogen als ik babbel, zonder het gevoel te hebben dat ik een rol speel.

Maar tegelijk kun je wel de vraag stellen of je hetzelfde engagement zou kunnen opbrengen zonder cameraploeg in de buurt?

Hessels: Misschien wat minder intensief, maar ja, zeker. Ik heb jarenlang in sociale projecten gewerkt, zonder camera’s erbij, en altijd met veel plezier. Ondertussen ben ik tv-maker, en is dat mijn werk geworden. Soms wringt het wel. Na elk programma zou ik de mensen willen blijven opzoeken, maar dat is niet mogelijk. In het begin, met Radio Gaga en De weekenden, ging ik daar helemaal in op. Ik ben nogal een pleaser, ik ga graag op alle vragen in. Dat werd onhoudbaar, voor mijn gezondheid en voor mijn gezin.

Waarin zit de toegevoegde waarde van een cameraploeg?

Hessels: (denkt na) Die toegevoegde waarde zit in het massamedium dat televisie is. Je krijgt op die manier verhalen bij een publiek dat er anders nooit mee in aanraking zou komen. Daarom zie je me ook op verschillende zenders: zo kunnen kijkers van De expeditie: Groenland of Café Congé (allebei op Play4, red.) ook de weg vinden naar de meer kwetsbare verhalen die ik voor Canvas maak.


Het is mijn hoop dat je iemands wereld zo wat kunt openzetten of verrijken. Je zou het mijn messiascomplex kunnen noemen. Ik ben begonnen als theateracteur: als ik voor tweehonderd man speelde, mocht ik al heel content zijn. Maar sinds Radio Gaga merk ik dat verhalen via tv in zoveel meer huiskamers terechtkomen, en daar voor troost of herkenning zorgen. Iemand die op tv zijn hart op tafel legt: ik ken de kracht daarvan, omdat ik het zelf al dikwijls heb ervaren.

Politiek gezien is Vlaanderen vrij kil en hard, zeker voor de kwetsbaren in onze samenleving. Daar kan geen verbindend tv-programma tegenop.

Hessels: Ik weet het, en ik vraag me af hoe dat komt. Er worden zoveel warme, empathische programma’s gemaakt en toch is er zoveel angst. Wat zeker meespeelt: die programma’s worden vaak op Canvas getoond, waar alleen een select publiek ze ziet. Maar ik blijf hardleers voortdoen, want ik merk elke dag dat veel mensen zich afkeren van de oppervlakkigheid van sociale media, en op zoek gaan naar verstilling en verdieping. Dat kan zijn in een tv-programma, een boek of op een wandeling over het kerkhof. Ik zie de verharding met lede ogen aan, en kan alleen maar verhalen blijven vertellen over wat het betekent als alles en iedereen je in de steek laat. De Don Quichots van deze wereld heb ik niet voor niets altijd sterk gewaardeerd.

© Anneke D’Hollander

Scherpere aanpak

Theateracteur Joris Hessels speelde jarenlang in voorstellingen voor scholen en in de Ketnetserie Smos. Pas toen hij met zijn goede vriend Dominique ‘Dompie’ Van Malder in 2015 Radio Gaga maakte, waarbij hij in een oude caravan luisterde naar de verhalen van mensen in kwetsbare omgevingen, werd hij een bekend gezicht.Al valt dat kennelijk nog wel mee, zal op het einde van ons gesprek blijken.

Hessels vertelt dat hij, na bijna tien jaar televisie maken, de drang voelt om het roer om te gooien. ‘Ik heb lang gezocht naar een toon die bij me paste. Nu heb ik het gevoel dat ik iets kan afsluiten’, zegt hij. ‘Het is tijd voor andere verhalen, voor een andere, scherpere toon, en een meer journalistieke aanpak.’

Hoe zal die ‘Joris Hessels, nieuwe stijl’ eruitzien?

Hessels: Hardcore, als er maar flappen op tafel liggen! (lacht) Nee, ik heb de voorbije tien jaar vooral anderen aan het woord gelaten. Dat wil ik blijven doen, voor alle duidelijkheid, maar ik voel dat ik meer en meer in opstand kom, en ik wil dat ook in mijn werk uiten. Zoals Tim Hofman dat doet in Boos.

‘Ik wilde absoluut naar Muide. Je hebt er havenarbeiders, nieuwkomers, jonge gezinnen, oude Gentenaars, en de gentrificatie is er volop aan de gang.’

Is Joris Hessels boos?

Hessels: Ja! Na de vrolijkheid en warmte wil ik meer ruimte maken voor boosheid en ongerustheid. Dat past bij de levensfase waarin ik zit. Mijn kinderen groeien op, in wat voor wereld zullen zij groot worden? Ondertussen brengen de media het ene angstverhaal na het andere. Ik heb zelf antwoorden nodig, merk ik. Voor het eerst voel ik wantrouwen in het systeem, in de politiek. Dat kan een drijfveer zijn om als tv-maker een andere toon te zoeken. Er ligt een idee op tafel en er zijn gesprekken met Canvas. Mocht dat iets opleveren, zou dat een fijne, nieuwe stap kunnen zijn. Ik wil niet in herhaling vallen, zodat ik niet lui of cynisch word. Want dat ligt altijd op de loer. Ik zal nooit conflictueuze tv maken, maar ik heb wel het gevoel dat ik er meer en meer mag zijn. Ik heb lang nodig gehad om het vertrouwen dat ik aan anderen geef ook mezelf te gunnen. Het is er nog niet helemaal, maar ik sta echt wel op een kantelpunt: ‘Als de ruimte er is, pak ze maar. Ze komt ook jou toe, net zoals ze de mensen toekomt die je in je tv-programma’s aan het woord laat.’ Zoiets. (kijkt op en stopt plots) Als ik te ver heen ga, zeg het dan gerust. (lacht)

Ik moest lachen omdat ik dacht: nu zou de Joris Hessels van tv zeker vragen of het een grote stap is, dat besef dat je er mag zijn?

Hessels: (lacht hard) Heel goed. Dat jij mij nu vragen stelt als mezelf. (denkt na) Ja, het is een bijzonder grote stap. Het heeft me serieus bezwaard de afgelopen jaren, het is echt een gevecht geweest en ik voel de naweeën nog. Omdat ik het nooit echt geleerd heb, heb ik aan de mensen in mijn directe omgeving lang te weinig verteld hoe ik me voelde. Door allerhande therapieën heb ik mezelf nu geleerd om te groeien, om ervoor te gaan. Dat dat kan en mag. Le nouveau Joris…. (denkt na) arrivera?

© Anneke D’Hollander


Hessels’ telefoon gaat. Zijn zoon laat weten dat hij de binnenstad intrekt. ‘Tot vanavond’, zegt Hessels. ‘Dan kunnen we iets vroeger beginnen te kijken naar Only Murders in the Building.’

Zoals wij allemaal, maakt Hessels er in zijn leven nu en dan een potje van, vertelt hij. Hij heeft vier kinderen, in een nieuw samengesteld gezin. Zijn lief werkt ’s nachts. Ook televisieprogramma’s maken zorgt voor grillige werkuren.
‘Ik maak er geen geheim van dat mijn lief en ik elkaar terugzoeken in een relatietherapie’, zegt Hessels dan. ‘Ik weet ook, als ik dat één keer vertel, zal ik er voortdurend op worden aangesproken. Maar dat neem ik er dan maar bij. Het kan troostend en herkenbaar zijn voor andere mensen.’


Hij zwijgt even. ‘Tegelijk leer ik veel van een non-conformist als Willy, of van Viktor Verhulst, met wie ik nu iets nieuws aan het maken ben. Onze werelden kunnen niet verschillender zijn, maar ik leer van hem. Het kan Viktor bijvoorbeeld niets schelen wat de mensen van hem denken, terwijl ik daar nog te veel mee bezig ben. Ik ben contenter en contenter met wie ik ben, maar het eigengereide en het dwarsliggen van Viktor, dat zou ik meer willen hebben. Ik zou nog onthechter willen zijn. Het zou me veel kopzorgen en slapeloze nachten besparen.’


Sinds kort hardloopt Hessels vaker. Samen met Brahim werkt hij in de gym aan lichaam en (ook wel) geest. Hij denkt eraan om opnieuw te beginnen voetballen. Zoals vroeger, toen hij het bont maakte in het Katholiek Sportverbond. Als voorstopper. ‘Daar kon ik het minste kwaad doen’, lacht hij. ‘Ik was vooral goed voor de sfeer.’


We staan op, en stappen terug naar de wereld van de levenden. Onderweg vertelt Hessels dat hij regelmatig voor Dieter Coppens wordt aangezien. De week voor onze ontmoeting nog, tijdens de opnames van Café Congé.

‘Voor het eerst voel ik wantrouwen in het systeem, in de politiek. Dat kan een drijfveer zijn om als tv-maker een andere toon te zoeken.’


‘Na de opname kwam er een man naar mij. Hij zei zo blij te zijn dat we “elkaar eindelijk eens ontmoeten”. “Ik heb ook een nichtje met een beperking”, zei hij. “En ik kijk ernaar uit, hé, met dat vlot!” Eerst dacht ik dat hij het over Willy’s boot had, maar hij bedoelde De goudvis, het nieuwe programma van Dieter Coppens met Kevin uit Down the road. Heerlijk voor je ego, zoiets. (lacht) Vroeger begon ik dan uit te leggen dat ik niet Dieter was. Nu zeg ik gewoon dat ik inderdaad tevreden ben met mijn nieuwe programma, met dat vlot en die mensen met Down.’


Een vrouw kijkt op van het graf dat ze aan het poetsen is. Ze kijkt Hessels aan, hij zwaait, zij twijfelt. ‘Ken ik u niet van televisie?’ vraagt ze dan.

En cut, we hebben het!

Willy’s boot

Elke dinsdag op Canvas en VRT Max.

Joris Hessels

Geboren in 1980.
Groeide op in Sint-Niklaas, woont in Gentbrugge.
Werd bekend door het tv-programma Radio Gaga.
Was te zien in onder meer De weekenden, Albatros, Taxi Joris, Gentbrugge, De Expeditie: Groenland en Café Congé.
Presenteert mee Voorproevers op Radio 1.
Maakt de VRT-podcast Last Goodbye.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content