Janne Desmet in Namibië: ‘In de woestijn mocht ik niet altijd voor anderen zorgen. Heerlijk!’
Ze is nu al te zien in De expeditie: Namibië en straks ook in het theater met een nieuwe voorstelling. Actrice Janne Desmet over het aangeven van haar grenzen, de herontdekking van haar lichaam en haar moedige ‘tante Danni’.
‘Maar, Linde, jij bent al helemaal opgekalefaterd?’ Janne Desmet is net gaan zitten in een loge in de coulissen van de Play Studios op het Antwerpse Zuid, waar ze straks met publiek naar de eerste twee afleveringen zal kijken van De expeditie: Namibië. Daarin wordt ze tijdens de eerste nacht als snurker ontmaskerd, neemt ze haar rol als ‘madame Pipi’ op en – jawel – holt ze in een waaierige woestijn achter een wegvliegend yogamatje.
Maar eerst glipt Linde Merckpoel nog even binnen, een van Desmets reisgenoten. Opgemaakt en in stijlvol zwart gekleed. ‘We hebben elkaar in de woestijn nochtans in heel andere omstandigheden leren kennen’, lacht Desmet.
Net als de tocht naar Groenland vorig jaar speelt ook dit seizoen van De expeditie zich in ruw en onherbergzaam gebied af. Met een loodzware kar vol water en bagage achter zich stappen de deelnemers acht afleveringen lang door ‘de oudste en meest ruwe woestijn ter wereld’. Naast Desmet en Merckpoel doen ook Nathalie Meskens, Flo Windey, Omar Souidi, Frank Boeckx, Willem De Schryver en Tom Van Dyck mee. Ze trekken naar een plek ‘waar waarschijnlijk nog nooit eerder een mens is geweest’, en dat bij temperaturen tot 50 graden Celsius.
Altijd verder, altijd zwaarder. Het past bij de tijdsgeest, waarin we met zijn allen steeds weer onze ‘grenzen’ moeten ‘verleggen’ en extreme ‘uitdagingen’ moeten aangaan. Is ook Janne Desmet gevoelig voor die tendens? De actrice, bekend van Studio Tarara, Albatros en J’aime la vie, moet lachen met die vraag en begint honderduit te vertellen. ‘Het programma zien en het programma beleven zijn twee heel andere dingen. Op voorhand was ik zelf ook best gevoelig voor de perceptie dat het ogenschijnlijk zou gaan over “grenzen verleggen”. Voor ik vertrok heb ik vrienden, geliefden en familieleden beloofd dat ik niet over mijn grenzen zou gaan, want dat is nogal een talent van mij.
Maar wat bleek? ‘Ik heb nog nooit iets gedaan in mijn leven waarbij ik zo zorgzaam heb leren luisteren naar mijn grenzen. Ik ben er geen enkele keer overgegaan tijdens de opnames van dit programma. Ik snap dat het voor buitenstaanders overkomt als zwaar en spannend en moeilijk, maar eigenlijk was het de grootste cadeau. Het was lastig en zwaar, natuurlijk, maar we kregen goed gerief, we waren goed omringd en we moesten alleen maar bezig zijn met opstaan, onze kar prepareren, stappen en voor onszelf en de anderen zorgen.
‘Tijdens de stage in Marokko kreeg ik wel al meteen een onwaarschijnlijke wake-upcall. Eén: omdat ik mijn neus ooit heb gebroken en mijn tussenschot sindsdien niet helemaal rechtstaat, ademde ik blijkbaar verkeerd. En twee: ja, ik heb de genen van een sportieve familie, maar dat betekent niet dat ik – zonder voorbereiding – de 44-jarige vrouw die ik ben in Namibië niet zou voelen.’
○ ○ ○
Tot haar achttiende deed Desmet intensief aan atletiek. Haar vader was sportfunctionaris, directeur van het zwembad en voorzitter van de plaatselijke atletiekclub in Zwevegem, de gemeente vlak bij Kortrijk waar ze opgroeide. Ze noemt zichzelf ‘een verdienstelijke crosser’ vooral op de halve fond, de middellange afstand. Haar broer Pieter werd tweemaal Belgisch kampioen op de steeple en kwalificeerde zich in 2008 voor de Olympische Spelen van Peking.
‘Maar toen ging ik studeren en begon ik uit te gaan, en ik ben gesneuveld’, zegt Desmet. ‘In het eerste jaar van mijn opleiding tot kleuteronderwijzer kreeg ik klierkoorts en daarna ben ik niet meer op de piste geraakt.’ Desmet trok naar de academie en vervulde zo haar meisjesdroom: ze beklom het podium. Niet als pastoor, zoals ze als kind heel even had gedacht, maar als actrice. Mensen zouden naar haar luisteren, vol vuur en speelsheid zou ze het volk toespreken.
‘Als je mij bij wijze van spreken niet knock-out slaat, blijf ik doorgaan.’
Naar eigen zeggen bleef ze al die tijd ook het meisje dat niet wil opgeven. ‘Ik ben een workaholic, een gaander’, zegt ze. ‘Als we aan een nieuwe theaterproductie werken, ben ik degene die tot vier uur ’s ochtends doorschrijft, tot ze zeggen: “Desmet, het is genoeg geweest. We moeten morgen om acht uur al weer op.” Als je me bij wijze van spreken niet knock-out slaat, blijf ik doorgaan. En ik blijf ook anderen op de eerste plaats stellen, boven mezelf.’
Toen ze aan de Toneelacademie in Maastricht afstudeerde, zei een van haar begeleiders in zijn afscheidsspeech: ‘Janne leeft om te geven. Soms ben ik zelfs bang dat ze zichzelf weggeeft op een dag.’
Desmet: ‘In het vliegtuig zeggen ze altijd: in geval van nood, eerst je eigen mondmasker opzetten en dan pas dat van de persoon naast je. In de woestijn geldt hetzelfde. Ik heb een extreme red-reflex – andere mensen helpen, daar overdrijf ik graag in. Maar daar gaat dat niet. Zodra je de held wilt uithangen en per se voor andere mensen wilt zorgen, word je door de omstandigheden genadeloos afgestraft. Voor het eerst in mijn leven mocht ik mijn grenzen voelen en uitspreken, en ik werd daar niet op afgerekend of voor veroordeeld: heerlijk!
‘Na de eerste editie van dit programma schreef iemand in een column in De Morgen dat het misschien tijd was voor De expeditie: ziekenfonds, omdat de gigantische wachtrij van mensen die over hun grenzen zijn gegaan daar ook wel wat meer aandacht verdiende. Dat heeft mij toen erg geraakt. Ik ben omringd door zulke mensen, ze voelen elke dag de schade omdat ze over hun grenzen zijn gegaan. Die mensen heb ik dus beloofd dat ik mijn grenzen goed zou bewaken. En het was een cadeau om een kader – de liefde en de rust en de tijd en de groep – te krijgen waarin je perfect binnen je grenzen kon blijven.
‘Ik hoop dat dit de boodschap wordt van het programma: het is oké om aan te geven wanneer je op je tandvlees zit.’
‘We hadden afgesproken dat we op onze tanden mochten bijten, maar dat we het meteen zouden aangeven als we op ons tandvlees zaten. Ik hoop dat dit de boodschap wordt van het programma: het is oké om aan te geven wanneer je op je tandvlees zit. Alle mensen die het daar met mij over willen hebben, wil ik in elk geval graag te woord staan. (zwijgt even) We waren een groep mensen die elkaar voordien niet of nauwelijks kenden. Dat wij zo onwaarschijnlijk goed voor elkaar konden zorgen, vind ik zo’n sterk medicijn voor hoe allenig we allemaal in deze maatschappij soms zijn.’
○ ○ ○
Desmet zegt het meer dan eens, verontschuldigend haast: de reis was een privilege. ‘Onze telefoon werd afgenomen, er was geen enkele druk van onbetaalde verbouwingsfacturen of van mails die ik nog dringend moest beantwoorden’, zegt ze. ‘We waren onbereikbaar en moesten even niet komen opdagen in ons eigen leven. Dat is een megaluxesituatie. Daar ben ik, zeker tijdens de stage in Marokko, veel tegenaan gelopen. Aan wat had ik het verdiend, dat ik dit mocht doen? Terwijl op hetzelfde moment, niet eens zo veel verder, vrouwen met hun kind op de arm door de woestijn stappen, op de vlucht naar een andere, betere plek in de wereld. Ik heb me alleen maar een gelukzak gevoeld.’
‘We waren onbereikbaar en moesten even niet komen opdagen in ons eigen leven. Dat is een megaluxesituatie.’
Tijdens ons vorige gesprek, in volle coronaperiode drie jaar geleden, besefte Janne Desmet dat ze haar personages veel meer bestaansrecht, veel meer ruimte om fouten te maken gaf dan zichzelf in het dagelijks leven. ‘Ik vind het best moeilijk om met mijn eigen tekortkomingen om te gaan, laat staan die aan de buitenwereld te laten zien’, zei ze toen. En ook: ‘Ik kom uit een katholiek nest en “het goede moeten doen” is duidelijk in mijn DNA geslopen.’
Nu zegt ze: ‘Veel van die thema’s kwamen nu terug. De woestijn is zo’n mythische, religieuze plek waar ik zo veel zachtheid, kracht en vrouwelijkheid uit heb gehaald – ook al zag ik er niet altijd even vrouwelijk uit. (lacht) Ik was verbaasd hoe vrouwelijk het landschap daar was. Een mannenlichaam heeft ook prachtige glooiingen, maar die duinen waren precies allemaal vrouwenlichamen. Het zand, de kleur, alles deed erg vrouwelijk aan.’
Het is een van de effecten van de reis die blijft nagalmen. Nu ze al even terug is in de drukke, snelle, lawaaierige wereld voelt Desmet een diepe, structurele verandering. ‘Het cliché is natuurlijk dat je tijdens zo’n reis tot inzicht komt en dat je je voorneemt alles anders aan te pakken. En dat je twee weken later weer op exact dezelfde manier bezig bent als voordien’, zegt ze. ‘Voor een stuk klopt dat ook, maar ik voel toch nog altijd de deining die daar is ontstaan. In de woestijn ben ik weer even de twaalfjarige versie van mezelf geweest, met dezelfde naïviteit als destijds. Ik merk dat mijn manier van communiceren met andere mensen daardoor veel helderder is geworden en dat ik veel meer voel.’
‘Al mijn hele leven vraag ik veel van mijn lichaam, ik haal alles eruit wat eruit te halen valt, maar ik geef heel weinig terug. Voldoende slapen, gezond eten, goed hydrateren op zijn tijd, je lichaam in beweging brengen of tenminste al eens in een yogapositie gaan liggen: dat is me de laatste jaren amper gelukt. Nu moest ik wel. Ik had heel erg getraind en voelde in de woestijn voor het eerst sinds lang dat mijn lichaam me weer kon dragen. Op een bepaald moment kwam ik er bijvoorbeeld achter dat ik de band van de kar wat lager rond mijn middel kon vastmaken. Niet rond mijn buik – ter hoogte van de maagklep die ik niet eens heb, waardoor ik om de vijf stappen een zuuroprisping krijg – maar rond mijn bekken. Jongens toch, de kracht die daar vandaan kwam. Ik heb het natuurlijk ook melig verwoord: “Dit bekken heeft nog geen kind gebaard, en dat is een groot verdriet, maar ik heb nu wel opeens gevoeld dat het tot veel in staat is.” (lacht)’
○ ○ ○
Met de kracht die in de woestijn van Namibië vrijkwam, bereidt Desmet nu een solotheatervoorstelling voor. Die zal Arme tante Danni heten en gaat eind februari in première. De thema’s zijn dezelfde als die in dit gesprek: wat zorgt ervoor dat iemand zich waardevol of juist waardeloos voelt? Wat geeft een mens bestaansrecht?
‘Ik heb “de anderen” lang enorm hoog in het vaandel gehouden’, zegt Desmet. ‘Een beetje zoals (de Franse filosoof, nvdr.) Emmanuel Levinas zei: ik besta maar in het gelaat van de ander. Met als gevolg dat ik altijd heb gedacht vanuit: wat zullen de anderen daarvan vinden? En niet vanuit: wat vind ik zelf belangrijk? Die thema’s zitten ook in het stuk dat ik nu aan het maken ben.’
Inspiratie haalde Desmet bij een tante over wie ze in haar kindertijd vaak hoorde, bij alles wat ze fout deed: just ons Danni, gij! Tante Danni was het zwarte schaap van de familie, zoals elke familie er wel een heeft: veertien keer van beroep veranderd, alleen maar huizen met verborgen gebreken gekocht en altijd maar met mannen aanpappen die bij nader inzien manisch of crimineel bleken. ‘Uiteindelijk heeft ze zich geout – ze stuurde een trouwannonce’, zegt Desmet. ‘Ze zou trouwen met een vrouw op een moment dat dat absoluut niet vanzelfsprekend was.’
Pas naderhand kwam het besef dat ze haar tante toen misschien wat meer applaus had mogen geven of ten minste bedanken ‘om zo’n baanbreker te zijn’. En dus gaat deze voorstelling over ‘hoe je al diep in de volwassen leeftijd kunt zijn en nog altijd heel hard bezig kunt zijn met jezelf te tonen op de manier waarop je denkt dat de mensen je willen zien’.
‘Het afgelopen jaar ben ik erachter gekomen dat mijn familie en mijn jeugd altijd mijn grootste inspiratiebronnen zijn geweest. Maar door keihard te werken en te leven ben ik die ergens onderweg kwijtgeraakt’, zegt Desmet. ‘Ze zijn veel minder in mijn leven dan ik zou willen. Op praktisch niveau: ik kom uit een steengoede verbouwfamilie en ik heb bij mijn verbouwing alles veel te lang alleen willen doen, uit gêne. Maar dus ook op dieper niveau: schaamte en angst kunnen ervoor zorgen dat je niet in verbinding gaat.’
‘Die bevrijding heb ik in Namibië echt gevoeld. Ik heb me nog nooit zo de meest vrije versie van mezelf gevoeld. Voor het eerst was ik niet bezig met hoe druk, luid, veel, vol de anderen mij eventueel konden vinden. De zelfaanvaarding die ik daar gevoeld heb, was onwaarschijnlijk. Sindsdien denk ik alleen maar: wat gebeurt er als ik me niet de hele tijd loop aan te passen? En als het daardoor botst: misschien kan ik het dan beter aan dan ik altijd dacht?’
En dan gaat de deur van de loge opnieuw open. Desmet moet naar de schmink, de show begint zo. ‘Als er nog iets is,’ zegt ze nog, ‘dan stuur je maar.’
Doen we niet. Ook een interview heeft zijn grenzen en die gaan we vandaag, zeker vandaag, niet verleggen. ○
De expeditie: Namibië
Nu op Streamz, vanaf 06.01 op Play4.
Janne Desmet
Geboren in 1980. Woont in Antwerpen, groeide op in Zwevegem.
Brak door met de solotheatervoorstelling Hier waak ik en speelde nadien in stukken van onder andere Studio Orka, Het Nieuwstedelijk en Martha!Tentatief.
Was de voorbije jaren te zien in onder meer Studio Tarara, Albatros, J’aime la vie en Holy Rosita.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier