‘Bad Bad Belgium’: hoe een Belg stiekem uranium leverde voor de atoombom

De driedelige animatiereeks 
Bad Bad Belgium vertelt het verhaal van drie Belgische belhamels, 
onder wie een man die de dood van 250.000 mensen op zijn geweten heeft.

‘Ik ging ervan uit dat er wel wat ­schandalen te vinden waren. Maar van hun omvang ben ik geschrokken.’

Toen Jasper Declercq, samen met coscenarist Tom Pardoen en coregisseurs Wouter Medaer en ­Jonas Wellens, maandenlang in de duistere bladzijden uit de Belgische ­geschiedenis dook, was dat niet uit enige kwaadwilligheid tegenover zijn thuisland. Maar tijdens zijn speurtocht trof hij meer aan dan dat hij had durven te dromen. Er waren ­verhalen over Saddam Hoessein en een super­kanon. Over voorgangers van de ­Bende van Nijvel die minder ­bekend zijn, maar daarom niet minder ­gevaarlijk waren. En stuk voor stuk ging het over voorvallen die uit het collectieve geheugen waren gewist.


Drie ‘bad bad’ Belgen ­treden nu uit de schaduw: Danny ­‘dokter xtc’ ­Leclère, een Limburgse ­student ­geneeskunde die zowel ­verantwoordelijk is voor het huidige xtc-recept als voor een nietsontziend Europees drugsimperium, Michel Huygen, een West-Vlaming wiens ­megalomane vakantieresort Ten Bel op Tenerife uitmondde in een miljoenen­zwendel, en Edgar ­Sengier, die op ­eigen houtje de tonnen ­uranium die zouden dienen voor de atoombom op Hiroshima en Nagasaki aan de ­Verenigde Staten verkocht. Bad Bad ­Belgium maakte van die verhalen drie korte animatiefilms in een fraaie collage­stijl, levendig verteld in het ­sappige taaltje van Peter Van den Begin, Liesa Van der Aa en Gene Bervoets. Een soort podcast met prenten, zeg maar.

Het is ontluisterend dat bijna niemand zich herinnert dat een Belg meehielp aan een van de dodelijkste massa­vernietigingswapens uit onze geschiedenis.

Japser Declercq: Wij stelden ons ook die vraag. Hoe komt het dat niemand dat wist? Het bleek om een doof­potoperatie te gaan. Sengier had ­onder de neus van de regering al die tonnen uranium verscheept naar de Verenigde Staten en zij wisten van niets. Veel ministers vreesden dat ze hun job zouden kwijtraken als dat uitkwam. De andere verhalen zijn eerder toevallig vergeten. Het xtc-verhaal raakte bijvoorbeeld ondergesneeuwd door de grote hoeveelheid drugsmoorden van de jaren negentig.

Wat allicht ook niet helpt, is dat veel van die bad belgians verrassend vlot wegraakten met de feiten. Dokter xtc belandde in de cel, maar kreeg na twee weken al penitentiair verlof. Hij kon meteen zijn handeltje voortzetten.

Declercq: Dat was een ­andere tijd. Iemand uit Leclères entourage is zelfs nog vanuit zijn schuil­adres te gast ­geweest in een Neder­landse talkshow. Toen was het ­credo: met ­genoeg geld en macht raak je een heel eind. En ik zou graag ­willen zeggen dat dat vandaag helemaal ­anders is, maar ik vrees ervoor. Sommige ­fouten ­zullen we misschien niet opnieuw maken, maar schandalen ­zullen er ­altijd zijn. Macht­hebbers klampen zich nog steeds vast aan hun postje. Kijk maar naar het PFOS-schandaal: over een paar jaar zullen we daar ook gemakkelijk een documentaire over kunnen draaien.

‘België heeft geen monopolie op schandalen. Mocht je Ho Ho Holland maken, zou er ook wel wat komen bovendrijven.’

Zeggen de cases iets over ons als land?

Declercq: België heeft geen monopolie op schandalen. Mocht je Ho Ho Holland maken, zou er ook wel wat komen bovendrijven. Maar de manier waarop wij onze ­schandalen doodleuk onder het matje vegen, vind ik dan wel weer typisch ­België. Hier lijkt men te denken: als we ­genoeg zwijgen, dan waait het wel weer over.

Jullie brengen ieder verhaal tot leven met archiefbeelden en animatie, die deels bestaat uit AI-gegenereerde foto’s. Waarom hebben jullie daarvoor gekozen?

Declercq: Eerst en vooral uit praktische over­wegingen. Van Leclère en Sengier bestond er amper kwalitatief beeld­materiaal. Maar ook vanwege budget, tijd en interesse. We ­waren ­benieuwd naar hoever we konden gaan. AI gaf ons een goed vertrekpunt. In de af­levering over Ten Bel zit bijvoorbeeld een scène waarin cafégangers langs de toog met hun ­drankjes ­zwieren. AI ligt aan de ­basis van die ­hoofden. ­Vervolgens ­bewerkten we die met onze eigen ­animatie.

Het gebruikt van AI blijft omstreden in de creatieve sector.

Declercq: Ik vind AI tegelijk heel ­interessant en afgrijselijk. In ons team zijn we allemaal vanuit onze eigen ­expertise heel erg bezorgd om copyright en hoe schandalig AI daarmee omgaat. Maar AI inzetten, scheelde ons wel elke keer een uurtje werk. En we hebben nooit rechtsreeks een AI gegenereerd beeld in onze ­documentaire gegooid. De menselijke hand moet leiden.

Voor eens en altijd: wie van de drie criminelen verdient de kroon van baddest Belgian?

Declercq: Leclère heeft nooit de ­intentie gehad om kwaad te doen. Hij wilde rijk zijn, feesten en plezier ­maken. Huygen was dan weer een soort Icarus of Lernout & Hauspie avant la lettre. Maar Sengier heeft meegewerkt aan de atoombom. Hij heeft zelfs ooit een brief geschreven naar de koning om te zeggen hoe trots hij was dat al die mensen dood waren. Ik denk dus dat er geen twijfel over bestaat: hij is de baddest.

Bad Bad Belgium

Vanaf 22.02 op Streamz.

Jasper Declercq

Geboren in Borgerhout in 1986.

Gaat in 2019 samen met fotograaf Noortje Palmers viraal met Taboob, een Instagramprotest tegen tepelcensuur.

Regisseert met Bad Bad Belgium zijn eerste reeks, in samenwerking met de animatoren van Visuals Internationals.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content