Piepjong is ze, maar actrice Emma Rotsaert maakt een fantastisch debuut in How to Kill Your Sister. U kunt haar ook kennen als frontvrouw van Arbeid Adelt! en haar eigen muzikale project Parkaparaplu.
‘Dit is het eerste interview dat ik ooit gegeven heb.’ Emma Rotsaert (24) flapt het eruit nog voor we goed en wel zijn gaan zitten op het Antwerpse terras dat ze uitkoos voor onze afspraak. Ze is behoorlijk nerveus, voegt ze er in één adem aan toe. Al glijdt de spanning van haar af wanneer ze hoort dat ik met plezier keek naar How to Kill Your Sister. ‘Wat? Jij zag alle zes de afleveringen?’ roept ze verbaasd uit. ‘Ik ken geen enkele buitenstaander die de hele reeks al te zien kreeg.’
Rotsaert glundert als ze hoort dat ik zowel gelachen heb met de reeks als dat ik onder de indruk ben van de inventieve plotwendingen, gelaagde personages en de bijzondere look and feel. De actrice beseft dat ze de droom beleeft van elke theaterstudent: het is weinigen gegeven om recht vanuit het conservatorium – waar ze kleinkunst studeerde – een hoofdrol te krijgen in een reeks van dit kaliber.
In de serie – geregisseerd door Jonas Geirnaert en geschreven door Pedro Elias en Evelien Broekaert – speelt ze Anna, de jongste telg van het centrale gezin in de reeks. Met een doodskist op het dak van haar auto klopt ze aan bij haar oudere zus Kat, nadat ze elkaar jaren niet meer gezien hebben. Anna vraagt Kat om met haar mee te rijden naar Spanje omdat ze terminaal ziek is en wil sterven op hun vroegere vakantiebestemming. Het is een rol waarvoor je precies de combinatie van rock-’n-roll en kwetsbaarheid nodig hebt die Rotsaert van nature uitstraalt. De actrice – die als muzikante ook frontvrouw is bij Arbeid Adelt! en onder de naam Parkaparaplu Nederlandstalige nummers maakt à la Kenji Minogue – speelt immers zowel de volwassen, baldadige Anna, als haar dromerige tienerversie, via flashbacks.
‘Ik vond het heerlijk om die twee Anna’s te spelen’, knikt Rotsaert. ‘De zwaarte die ze als volwassene meedraagt, contrasteert mooi met de jonge Anna, die vanop de achterbank, vol onschuld, onderweg naar Spanje geniet van dat zalige, speciale en licht gestoorde gezin.’
‘Enkel op een podium ben ik even stoer als mijn personage. Dan wil ik het kot afbreken en voelen dat ik leef.’
Rotsaert herkent zich in de gevoelige non-conformist die Anna is. ‘Al ben ik nog te conflictvermijdend om zo recht voor z’n raap te zijn als zij’, zegt ze. ‘Enkel op een podium ben ik even stoer. Dan wil ik het kot afbreken en voelen dat ik leef. (lacht)’
Jonas Geirnaert maakt er geen geheim van dat ze lang hebben moeten zoeken naar een actrice die de twee levensfases van Anna geloofwaardig neer kon zetten. Was het een pittig auditieproces?
Emma Rotsaert: Het heeft lang geduurd – ik denk dat ik zeker vijf keer ben moeten langskomen over een periode van een aantal maanden – maar het waren wel de leukste audities die ik ooit meemaakte. Tijdens onze studie boden mijn collega-studenten en ik onszelf geregeld aan voor een rol en vaak is dat geen al te fijne ervaring: je hebt heel weinig tijd om het beste van jezelf te tonen, stresserend is dat. Maar bij How to Kill Your Sister voelde het meteen goed. We probeerden heel speels vanalles uit waardoor ik al snel vergat dat ik eigenlijk auditie deed. Ik begreep Anna ook direct. Het was zelfs zo leuk dat ik er op een gegeven moment helemaal oké mee was als ik de rol niet zou krijgen: ik had zo veel geleerd en me zo geamuseerd dat het voor mij goed was zo. Toen Jonas me uiteindelijk belde om te zeggen dat ze wilden dat ik Anna zou spelen, was ik zodanig overdonderd dat ik enkel heel ongemakkelijk ‘Ja, dankuwel, merci’ heb gezegd. En Jonas dan: ‘Oké, dag’ en vervolgens hingen we op. (schatert) Blijkbaar hadden ze toen even een paniekje omdat ze dachten dat ik zou afhaken.
Klopt het dat je niet doorhad dat je een rijbewijs nodig hebt om in een roadtrip te kunnen meespelen?
Rotsaert: Uh-huh. (lacht) Nadat ik getekend had, belde er iemand van de productie om nog een aantal praktische zaken te overlopen en die vrouw noemde dus ook heel casual een rijbewijs terwijl ik dat totaal niet had. Ik heb halsoverkop moeten leren rijden. Ik weet nog dat ik tegen mijn instructeur zei dat ik er van de eerste keer door móést zijn, waarop hij natuurlijk droogjes reageerde dat ik dan goed zou moeten rijden. Uiteindelijk heb ik het gehaald, op teenslippers nota bene. Ik had op voorhand nachtenlang wakker gelegen en bedacht wat ik zou dragen, maar de dag van het examen was het zo heet dat ik zonder nadenken op mijn slippers ben vertrokken. De examinator had het pas door nadat hij me het document had gegeven waarmee ik mijn rijbewijs mocht afhalen. Hij zag me al flipfloppend wegwandelen en riep me terug bij zich om te zeggen dat dat verboden is, maar ik heb dat papier niet meer teruggegeven – dat is dan de Anna in mij, I guess.
De allereerste draaidag was meteen de ergste: een heel moeilijk shot, ’s avonds laat op een imposante locatie in een steengroeve. We hadden een specifiek licht nodig waardoor we maar twintig minuten hadden om te draaien. Je moet je voorstellen dat alles nieuw was voor mij. Toen ik aankwam, stond er een crew van dertig mensen en waren er overal kranen en lampen – ik heb dagenlang gedacht dat ik een volle maan zag terwijl het dus gewoon een lamp was. (lacht) Er was geen tijd om me voor te stellen aan iedereen: ik moest onmiddellijk achter het stuur van die oude Range Rover kruipen om ermee van een steile, hobbelige heuvel naar beneden te rijden en te remmen vlak voor een afgrond. Vervolgens bleek het ook nog eens een auto met automatische versnelling te zijn terwijl ik daar nog nooit mee gereden had. Dus voilà, ik heb met trillende voeten het gaspedaal ingeduwd terwijl Marjan (De Schutter, nvdr.) naast mij doodsangsten uitstond en Jonas nog eens droogjes aangaf dat ik moest zorgen dat we niet het ravijn in zouden sukkelen. Dat was kortom een pittige introductie tot het setleven. (lacht)
Een filmset kan sowieso heftig zijn: er wordt tegen de klok gewerkt en je maakt lange dagen. Jullie zaten bovendien wekenlang in het buitenland. Voor herhaling vatbaar?
Rotsaert: Dat er niks in een studio is opgenomen, vind ik een meerwaarde: de reeks zou er anders nooit zo mooi hebben uitgezien. En ook op de andere vlakken is het voor mij alleen maar meegevallen. Ik ben absoluut geen groepsmens – mijn ouders hebben me ooit naar de jeugdbeweging gestuurd en dat was zonder twijfel de ongelukkigste tijd van mijn leven – maar de ploeg van How to Kill Your Sister was geweldig. Iedereen heeft me zo geholpen en gesteund. Marjan voelt intussen aan als een echte zus. En het was fijn dat Jonas net als ik debuteerde – maar hij dan als regisseur. Het voelde daardoor extra veilig om te zoeken, of het even niet te weten. Het enige nadeel is dat deze reeks de lat voor mij heel hoog heeft gelegd. Als ik nu ergens auditie moet gaan doen, denk ik al snel: oh, het wordt maar opgenomen in een studio in Mechelen. (lacht)
***
Rotsaert blijft liefst weg van clichés, dat blijkt ook uit haar muzikale persona. Op haar Instagramaccount is te zien hoe ze in haar rol van frontvrouw van Arbeid Adelt! als een halve punkgodin met een donkere zonnebril het podium deelt met Marcel Vanthilt. De twee vormen op zijn zachtst gezegd een opmerkelijk duo, maar als we dat aan haar voorleggen trekt ze haast verveeld haar schouders op. ‘Ik zie niet in wat er zo speciaal aan is. Ik was als kind al fan van Arbeid Adelt! en Marcel en ik begrijpen elkaar heel goed. We hebben nauwelijks woorden nodig als we samen aan het werk zijn. Dat hij ouder is dan ik? Tja, muziek is een taal die geen leeftijd kent. Ik houd van zijn stijl en keuzes. Hij geeft me bovendien carte blanche: ik mag alles doen wat ik wil. En zijn zotternijen inspireren me. Zullen we een gorilla meesleuren op het podium, vraagt hij dan, en dan gaan we er samen voor. (lacht) Als je dingen durft, komt daar veel moois uit voort en dat leer ik van hem: niet te veel nadenken en gewoon springen, zo wil ik ook in het leven staan.’
Dat leeftijd haar niet interesseert, blijkt ook uit haar partnerkeuze. Rotsaert is samen met muzikant en producer Geert Vanbever, die een stuk ouder is dan zij. ‘Ik ben gewoon niet bezig met leeftijd’, zegt ze daarover. ‘Ik heb altijd veel oudere vrienden gehad en was als kind al beter bevriend met de juf dan met mijn klasgenoten. Ik vond mijn leeftijdsgenoten veel te intimiderend. Intussen heb ik vrienden van alle leeftijden maar ik babbel nog steeds graag met mensen met meer jaren op de teller. Bovendien houdt het muzikantenleven je jong. De enige maatstaf is of Geert en ik gelukkig zijn samen en goed zijn voor elkaar, met al de rest heeft niemand zaken.’
Jullie zijn echt muzikale buddy’s. Je richtte samen met hem de band Parkaparaplu op.
Rotsaert: We zijn nu zes jaar een koppel en vullen elkaar heel goed aan. We leerden elkaar kennen toen ik hier in Antwerpen ’s avonds laat onderweg was naar mijn kot. Het regende dat het goot dus ik schuilde onder een luifel en daar zijn we aan de praat geraakt. We hadden het over Ramses Shaffy en de zingbaarheid van een tekst: hoe je moet zingen op de ‘o’ in ‘we zullen doo-oo-oorgaan’. (lacht) Pas toen ik bij hem thuis kwam in Hemiksem en zag dat hij een opnamestudio heeft en het er vol lag met instrumenten kreeg ik door dat hij niet zomaar een liefhebber is. Intussen wonen we er samen en hebben we er een echte speeltuin van gemaakt. Overal staan instrumenten zodat we meteen kunnen spelen en opnemen als we op een idee komen.
Sommige mensen vinden het een verstikkend idee om samen te werken met hun lief.
Rotsaert: En voor anderen werkt het dus perfect, kijk maar naar Pedro en Evelien (de scenaristen, nvdr.). (lacht) Ik vind het heerlijk dat Geert en ik elkaar zo goed begrijpen. Dan zitten we samen voor tv maar kom ik opeens op een idee en twee tellen later zijn we dingen aan het inspelen. We genieten er ook van om allerlei soorten muziek op te leggen en vervolgens te analyseren wat we er goed aan vinden. Dat kan een orgelconcerto zijn van Johann Sebastian Bach, maar evengoed The Smiths, of we zetten de speakers vollenbak met jodelgezangen uit de bergen om vast te stellen dat dat evengoed magnifiek is.
‘Ik hoef totaal niet op de radio gedraaid te worden. Wat ik wil doen, is optreden met de muziek waarin ik geloof.’
Parkaparaplu brengt Nederlandstalige nummers met een stevige hoek af: geen doordeweekse liefdesliedjes voor jullie. Zo roep je in onversneden West-Vlaams humorvol ‘Ik moe je ni, dus moei je ni.’ In een beeldend nummer als Samen aan de zee zing je dan weer breekbaar dat je schrikt van de ruwheid van de mens.
Rotsaert: Dat zijn weer die twee kanten die ook in Anna zitten, hè: onze muziek is zowel stoer als kwetsbaar. Doe mij bovendien maar de simpliciteit van één beeld in een nummer. Ik houd van nummers die schuren en blijf liefst weg van een traditionele aanpak met een refrein en een brug. Parkaparaplu is ontstaan tijdens de lockdown. Ik studeerde nog, maar plots moest dat volledig van thuis uit gebeuren en dat bleek me wonderwel te liggen. Ik heb voor mijn eindwerk een negental nummer geschreven en zelf videoclips gemaakt. Ik moest hele dagen alle ramen openzetten om de smoor van de rookmachine terug buiten te krijgen. (lacht) Maar op zich vind ik dat heerlijk: alles zelf doen met de weinige middelen die je hebt en zonder je iets aan te trekken van conventies. Ik hoef ook totaal niet op de radio gedraaid te worden. Wat ik wil doen, is optreden met de muziek waarin ik geloof. Al de rest is bijzaak. En als dat betekent dat ik drie avonden in de week pinten moet gaan tappen om rond te komen, dan vind ik dat prima. Dat is ook een boeiende manier om de wereld te leren kennen.
***
Rotsaert vertelt hoe blij ze is met de rust en het groen van Hemiksem. ‘Ik kwam op mijn zeventiende vanuit Brugge op kot in Antwerpen,’ zegt ze, ‘maar het leven in de stad is eigenlijk veel te heftig voor mij. Ik vind het fijn dat ik nu veel kan gaan wandelen.’ Ze heeft het zwaar gehad in haar eerste jaar aan het Antwerpse conservatorium. ‘Ik dacht op voorhand dat ik er mijn droom zou beleven. Ik wilde ook absoluut alleen op een studio zitten, een kot delen vond ik geen optie. Dat bleek natuurlijk de grootste vergissing ever. Vanaf dag één wilde ik alleen maar terug naar huis. Ik was totaal overweldigd. Vervolgens ging mijn gsm ook nog eens kapot in die eerste week waardoor ik geen wekker kon zetten om op tijd op school te zijn. Ik ben toen compleet ingestort en heb aan het opleidingshoofd laten weten dat ik wilde stoppen. Gelukkig kreeg ik veel steun van mensen als actrice Elke Dom, die ook theaterdocente is. Zij wist me te overtuigen om te blijven. Ik heb uiteindelijk een Nokia van tien euro gekocht en heb daar het eerste jaar mee afgemaakt. (lacht)
Je hebt die opleiding bij momenten als beklemmend ervaren. Kleur je te veel buiten de lijntjes voor het conservatorium?
Rotsaert: Op zich was de opleiding kleinkunst me op het lijf geschreven omdat ik al mijn passies heb kunnen botvieren en niet moest kiezen tussen musiceren en acteren. Er lopen daar bovendien een aantal heel fijne docenten rond. Maar er zijn ook leerkrachten die niet beseffen hoe kwetsbaar en beïnvloedbaar jonge mensen zijn. Je kijkt als adolescent zo op naar de mensen waar je les van krijgt dat je denkt dat hun waarheid dé waarheid is. Sommigen hebben een heel enge, traditionele kijk op hoe je nummers moet schrijven en daar heb ik erg mee geworsteld. De opdrachten die we kregen, waren veel te conventioneel voor mij. Er waren ook medestudenten die meer naar cabaret neigden of theatraler waren dan ik. Daar wilde ik helemaal niet in passen, maar ik was niet sterk genoeg om mijn eigen ding te doen. Ik zal tout court nooit het meisje zijn dat mooi achter de micro brave liedjes zingt. En die hele mentaliteit dat je studenten eerst moet afbreken om dan op te bouwen, is zo achterhaald. Ik ben in het eerste jaar vaak huilend de zangles uitgelopen. Ik zong letterlijk vals omdat ik niet op mijn gemak was. Mijn instrument werkte gewoon niet. Daar kan je als jonge, zoekende persoon makkelijk verloren in lopen. Het is pas toen ik Geert ontmoette en hij me zei dat ik me niks moest aantrekken van wat ze van me vroegen, dat ik de vrijheid en de veiligheid voelde om mijn eigen keuzes te exploreren. En voilà, in het tweede jaar stond ik sterker in mijn schoenen en kon ik plots wel zingen. (lacht)
‘De mentaliteit dat je studenten eerst moet afbreken om dan op te bouwen, is zo achterhaald. Ik ben vaak huilend de zangles uitgelopen.’
Hoe staan je ouders tegenover je carrièrekeuze?
Rotsaert: Ik kom uit een warm nest en krijg veel steun. Zolang ze zien dat ik gelukkig ben, is het goed voor hen (buigt zich naar de voicerecorder) en danku mama, dat je me naar de dictieles gestuurd hebt. (lacht) Ik stond daar aanvankelijk nogal lauw tegenover maar van zodra er toneel en improvisatie bij kwam kijken, was ik verknocht. Op den duur had ik enorm veel buitenschoolse uren aan de academie. Toen ik als veertienjarige figureerde in de musical Dolfje Weerwolfje begon ik op een gegeven moment op de piano te tokkelen. De dirigent zag mijn potentieel en heeft mijn ouders aangesproken om te zeggen dat ik les moest gaan volgen. Ik vond het meteen geweldig. Ik wilde me alleen nog maar opsluiten om uren aan een stuk piano te oefenen. Ik deed toen nog aso maar staarde meer door het raam dan dat ik zat op te letten. De school was toen zo lief om me niet te buizen maar me naar het kunstonderwijs te sturen. Daar ging de wereld voor mij open.
***
Rotsaert trekt haar benen op terwijl ze haar tweede koffie leegdrinkt. Een blik op de klok leert ons dat onze tijd stilaan opraakt: ze heeft nog een fotoshoot op het programma staan. De krant die op het tafeltje naast ons ligt, brengt het gesprek echter eerst nog bij de staat van de wereld. De actrice vertelt dat ze zich altijd afzijdig heeft gehouden van politieke discussies, maar dat ze die knop recent omdraaide. ‘Ik heb me lang onzeker gevoeld over alles wat met politiek te maken heeft’, zegt ze. ‘Ik vond dat ik onvoldoende op de hoogte was. Intussen kan je van een soort politieke awakening spreken. Hoe het er nu aan toegaat in de wereld, is echt verschrikkelijk: Gaza, Oekraïne, Donald Trump, het klimaat. Ik word misselijk als ik beelden uit Gaza zie. Je hoeft de politiek niet van binnenuit de begrijpen om door te hebben dat elke grens overschreden wordt. Het is zo beschamend dat we dit gewoon laten gebeuren. Ik heb even overwogen om bij wijze van protest ongeschminkt en in baggy broek op de première van How to Kill Your Sister te verschijnen, maar ik besef dat dat niet de meest efficiënte manier is om actie te voeren. Wat ik wel doe, is zoveel mogelijk het gesprek aangaan. Vroeger ging ik die discussies uit de weg, nu begin ik er zelf over op café. Omdat we moeten benoemen dat het zo niet verder kan.’
Voordat ze haar spullen pakt, vraag ik haar wat de toekomst voor haar in petto heeft. ‘Ik heb er eigenlijk geen idee van, en dat is prima’, zegt ze. ‘Momenteel ben ik volop bezig met Marcel en Geert om nieuwe muziek te maken en dat loopt vlot. Dan komt Marcel naar onze speeltuin en laten we ons helemaal gaan. (lacht) We weten nog niet of we onder de naam Arbeid Adelt! of Parkaparaplu zullen werken, maar tegen het voorjaar komen we zeker met nieuwe nummers naar buiten.’
‘Ik was vorig jaar eigenlijk begonnen aan een koksopleiding maar omdat Arbeid Adelt! op mijn pad kwam, heb ik dat laten schieten.’
En op vlak van acteren?
Rotsaert: Dat zien we wel. Ik had nooit kunnen dromen dat ik een rol zoals die van Anna zou mogen spelen. Dus zelfs als dat mijn laatste personage ooit wordt, is dat oké. Die ervaring was zo schoon, ik kan nu rustig sterven. (lacht) Voor de duidelijkheid: als er een boeiende auditie op mijn pad komt, doe ik mee hè, maar ik beschouw mezelf nu al enorm gezegend. En wie weet, pak ik morgen wel een fototoestel vast en besluit ik om daarvoor te gaan. Ik houd van afwisseling. Ik was vorig jaar eigenlijk begonnen aan een koksopleiding maar omdat Arbeid Adelt! op mijn pad kwam, heb ik dat laten schieten. Ik sluit echter niet uit dat ik ooit nog achter de kookpotten beland. Als tiener twijfelde ik al aan een horeca-opleiding maar mijn ouders waarschuwden toen dat een restaurant niet combineerbaar is met een gezin. Toen ben ik maar muzikant geworden. (schatert)
Voilà, de kop is eraf. Je eerste interview zit erop.
Rotsaert: Echt? Is dit het? Mijn grootste angst was dat ik niet genoeg zou kunnen zeggen, maar de woorden stroomden er gewoon uit. Al die zenuwen voor niks. (lacht)
How to Kill Your Sister
Elke woensdag op Play4 en volledig te zien op Streamz.
Emma Rotsaert
Geboren in 2000 in Izegem.
Debuteert met een hoofdrol naast Marjan De Schutter in How To Kill Your Sister.
Studeert kleinkunst aan het conservatorium in Antwerpen.
Is sinds een klein jaar frontvrouw naast Marcel Vanthilt bij Arbeid Adelt! en heeft ook haar eigen band Parkaparaplu met haar partner, Geert Vanbever.