Lieve Blancquaert trekt door Europa: ‘We moeten weten dat Europa kleine kinderen opsluit in de gevangenis’

© VRT

Lieve Blancquaert trok vijf maanden met een camper door Europa. Ze keerde terug met Wij zijn Europa, een documentairereeks, boek én expo over ons continent en al zijn uitdagingen. ‘”Mama, je weet toch dat ik ooit een oorlog ga meemaken?” zei mijn dochter onlangs. Fuck, dacht ik, daarvoor heb ik geen kinderen op de wereld gezet.’

‘Ik heb een paar keer gedacht: dit doe ik nooit meer op deze manier.’

We ontmoeten Lieve ­Blancquaert midden in de drukte van het Cultuur­centrum Mechelen, twee weken voor de opening van haar expo, Wij zijn ­Europa. De fotografe, die de ­afgelopen jaren ­furore maakte met gevoelige ­televisie over de sleutelmomenten des levens, zoals Birth Day, Wedding Day, Last Days en Het laatste portret, richt dit keer haar blik op Europa. Samen met haar goede vriendin Marij De ­Brabandere reisde ze door het continent. Die tocht vond ze fantastisch. Er een expo, boek én tv-reeks over maken tegen een fikse ­deadline, was pittiger. ‘Het zijn korte nachten geweest’, geeft ze toe.

De Syrische Abdul vluchtte met zijn vrouw voor de oorlog. Vandaag woont hij in Ierland met drie kinderen, binnenkort vier. ‘Hun tocht naar Europa was één groot trauma.’ © VRT


In Mechelen zet ze nu de eindspurt in naar de vernissage. Vandaag worden de fotoportretten geleverd en moet er een selectie gemaakt worden. ‘We ­hebben te veel foto’s’, klinkt het. De veelheid van beelden weer­spiegelt ­allicht de veelheid van Europa. Er is een portret van twee leden van het ­Estse vrouwenleger dat zich voor­bereidt op oorlog. Eentje van een voetbal­ploeg van Senegalese vluchtelingen in Spanje. En van een Tsjechische boer die zijn bos ziet verdwijnen door de gevolgen van de klimaatverandering.

Lieve Blancquaert: Ik vond al die ontmoetingen heel troostend. Dat mensen hun deuren zo gemakkelijk open zetten en blij zijn dat je vragen stelt die dieper gaan dan ‘hoe gaat het?’. We hebben daar allemaal nood aan. Ik word doodziek van smalltalk. Ik noem dat ‘receptietalk’. En ik háát ­recepties. Ik kan dat gevoel van ­totale oppervlakkigheid dagen­lang voelen.

‘Ik vind Europa belangrijker dan Vlaanderen. Dat is deels een overlevings­strategie.’

Je reisde vijf maanden lang met je beste vriendin in een klein busje. Hoe overleeft een vriendschap in die omstandigheden?

Blancquaert: Zonder twintigers te judgen: we zijn geen twintig meer. Wij wisten supergoed wanneer we elkaar met rust ­moesten laten. Mijn ­emmer kan rap vol zijn, ook qua prikkels. Dus ­hadden we zonder ­woorden beslist dat we na acht uur ’s avonds niets meer tegen elkaar zouden zeggen. Gewoon koptelefoon op en een beetje schrijven, Netflix kijken, lezen. En ’s morgens begonnen we opnieuw.

De reis startte in Berlijn, bij de val van de Muur. ‘Die dag maakte van mij een overtuigd Europeaan’, zeg je.

Blancquaert: Dat was een ijkpunt in mijn leven. Ik was 26. Ik was een free­lancer en mocht voor Knack naar Oost-­Berlijn om een Oost-Duitse ­dichter te fotograferen. En op dat moment viel de Muur. Niemand had dat zien aankomen. Het was zo schoon om mensen die muur te zien af­breken en elkaar in de armen te ­vallen. En toen dacht ik, naïef als ik was en nog steeds ben: wauw, wij kunnen dit. Wij kunnen samen zijn. Nu we zo veel jaren later zijn, heb ik ook gemerkt hoe kwetsbaar we zijn. We zijn afgedwaald en worden gebrainwasht door informatie die niet alleen van onze medemens komt, maar ook van leiders die ons zot willen maken. Kijk naar de Brexit: veel mensen voelen zich totaal bedrogen door propaganda. Daarom wilde ik proberen te achterhalen wie we zijn als Europeanen en wat ons samenhoudt.

Giuseppe poseert met zijn drie vrienden voor de Marmolada-gletsjer die in 2022 brak vanwege de klimaat­verandering. Zij overleefden de ramp, elf mensen niet, waaronder een van hun vriendinnen. © VRT

Dit project klinkt een pak groot­schaliger dan pakweg Birth Day of Last Days.

Blancquaert: De reeks is minder ­emotioneel, maar het gaat nog steeds over mensen. Ik voelde wel meteen dat het complexer was. Je kunt ­Europa niet vatten. Ik heb dus ook niet de ­pretentie om te zeggen dat ik hét ­verhaal van Europa verteld heb.

De reeks ziet het licht in aanloop naar de Europese verkiezingen. Hoe kijk je daarnaar?

Blancquaert: Ik ben een overtuigde Europeaan. Ik vind Europa belang­rijker dan Vlaanderen. Dat is deels een overlevingsstrategie. Als ik hoor wat hier gebeurt, denk ik soms: ik wil het niet horen. Al dat gevit. Dat eindeloze tijdverlies. De uitdagingen waarvoor we vandaag staan, moeten bovendien Europees aangepakt worden. Als de druk van Europa niet komt, zit iedereen maar wat naar elkaar te ­kijken. Dus ik hoop dat mensen bewuster naar de verkiezingen gaan. Dat ze niet ­impulsief antistemmen, want dan ­stevenen we af op een ramp.

‘Ik snap dat jongeren twijfelen om kinderen 
te maken.’

Net als in Europa, is migratie een groot thema in de reeks. In de derde aflevering bewandel je de Passo della Morte, een gevaarlijke migratieroute op de Frans-Italiaanse grens.

Blancquaert: Die route heeft me ontroerd. We hebben samen met een ­historicus die op de grens woont dat pad door de bergen afgelegd. Plots ­kwamen we op een plek die vol kleren en valiezen lag. Die man vertelde dat vluchtelingen op de grens alles wat ze hebben achterlaten, behalve één zakje met hun allerbeste, properste kleren. Die trekken ze aan, omdat ze denken dat ze zo in Frankrijk niet herkend ­zullen worden als vluchteling. Maar ze worden meestal meteen opgepakt. We hebben die pushbacks daar gezien. Die ­mensen worden een nacht in de ­gevangenis ­gezet, met hun vrouw en kinderen, en meteen weer naar Italië gebracht. En dan beginnen ze opnieuw. Ik vond dat verschrikkelijk. Elke dag opnieuw ­proberen vluchtelingen via die route vanuit Ventimiglia naar Frankrijk te raken. In Italië is er voor hen geen perspectief. Ze zijn daar helemaal niet welkom en spreken de taal niet, terwijl velen van hen wel Frans spreken en in Frankrijk connecties hebben.

‘Dat is toch zot! Stel je voor dat jij en ik zouden zeggen: kom, we gaan in een vrouwenleger.’

Het vrijwillige Estse vrouwenleger bereidt zich voor op een nakende oorlog met Rusland. Blancquaert: 
‘We voelen allemaal de dreiging 
van Rusland, maar niet zoals de mensen hier.’ © VRT

Was het belangrijk voor jou om Fort Europa mee te nemen in de reeks?

Blancquaert: Ja, we moeten die ontmenselijking die daar gebeurt ­blijven zien. Ook al zal dat misschien een impact hebben op de kijkcijfers. Met een thema als Birth Day bereik je meer mensen, dat weet ik. Maar we ­moeten weten dat er kleine kinderen een nacht in de gevangenis door­brengen en terug over de grens ­gepusht ­worden om dan onder een brug te ­leven in Italië.

Vijf maanden lang zag je het beste maar ook het slechtste van Europa, van de Russische dreiging tot klimaatverandering. Word je daar niet wat cynisch of angstig van?

Blancquaert: Cynisch niet. Angstig wel. Ik besef nu meer dan ooit wat het ­betekent om aan de Russische grens te leven. Wij zijn verwend hier in het hart van Europa. Wij voelen die ­dreiging niet. Wij zijn niet bezet ­geweest door de Russen. In de ­Baltische staten is dat ­anders. Daar staan nu ­nieuwe ­gigantische muren aan de Wit-­Russische grens. En ik begrijp dat daar vrijwillige vrouwenlegers ontstaan. Dat zijn vrouwen tussen de 17 en 65 jaar die zich sinds de inval in Oekraïne klaarmaken voor de oorlog. Hun ouders en grootouders hebben zich bevrijd van de russificatie. Ze willen dat koste wat kost zo houden. Dus leren ze schieten. Iedereen weet wat hun taak zal zijn als het zover is. Administratie. Voedsel­bedeling. Wapenbedeling. Dat is toch zot! Stel je voor dat jij en ik zouden ­zeggen: kom, we gaan in een vrouwenleger.

‘Ik word doodziek van smalltalk. Ik noem dat “receptietalk”. En ik háát recepties.’

Ik ben 27. Soms vraag ik me af of het niet net zo absurd is dat mijn generatie op niets voorbereid is.

Blancquaert: (knikt) Mijn dochter (Martha Balthazar, nvdr.) is nu 26. Mama, zei ze, jij weet toch dat ik ooit een oorlog ga meemaken? Ik schrok daarvan. Ik ben wat dat ­betreft ­geboren als kind zonder vrees. Ik heb in mijn jonge jaren geen seconde ­gedacht dat het hier oorlog zou zijn. Toen ze dat zei dacht ik: fuck, daarvoor heb ik geen kinderen op de wereld gezet. Ik snap dat jongeren daardoor twijfelen om kinderen te maken, maar ik vind dat doodjammer voor jullie.

‘Je mag – zo vinden ze bij mij thuis – mensen niet zomaar fascisten noemen’, schreef je dochter recent nog in Knack. Ze was het daar niet noodzakelijk mee eens.

Blancquaert: Ik heb haar daarover aangesproken. Ik kan mij dat gesprek niet meer herinneren, maar ik vind dat je moet opletten met dat woord, ja. Sommige mensen kramen soms ­fascistische taal uit, maar zijn daarom nog geen fascisten. Dat wij-zij-denken kan mij storen.

Hebben jullie veel politieke discussies thuis?

Blancquaert: Ja, maar het gaat. We zijn het nogal eens met elkaar. Een groot voordeel van mondige kinderen ­hebben is dat ze je wijzen op je kleine kanten. Ik ben geboren in 1963, dus mijn bagage is anders dan iemand die geboren is in 2000. Dus laat ons ­elkaar bevruchten. Ik herinner me nog een discussie naar aanleiding van een feestje van enkele jaren geleden, waarvoor we gevraagd werden ons te verkleden als de Roma. Dat vond ik toen ook al ongepast. Maar dan had ik er een gesprek over met mijn dochter en gingen mijn ogen nog meer open. Wij vonden het heel lang zo normaal dat je je in alles kunt verkleden om te lachen en vergaten dikwijls dat het over ­mensen gaat. Zoals zwarte piet, bijvoorbeeld. Ik vind het super dat ­jongeren zeggen: dit kan niet.

Al boomer-verwijten gekregen?

Blancquaert: Zeker. Over dat soort ­thema’s. Recent had ik nog zo’n ­discussie met Martha over het ­dragen van Afrikaanse stoffen of kledij uit ­andere culturen, zonder te weten wat de betekenis ervan is. Wat als je die stof nu echt mooi vindt? Wat is daar zo fout aan? Ik vond dat moeilijk om te begrijpen. Dus dan moet je echt dieper gaan en zie je de link met geschiedenis en misbruik. Maar zo ver denk je niet altijd.

Geloof je in een generatiekloof?

Blancquaert: Generatiekloven zijn ­prima en zullen er altijd zijn, maar laat ons die alsjeblieft proberen te ­dichten. Jij zal ook opschuiven. Als je ooit ­kinderen hebt, dan zullen zij ­tegen jou zeggen: mama, wat doe jij nu? Net zoals ik met mijn mama generatie­conflicten heb gehad en zij met haar moeder. Maar die conflicten mogen niet misbruikt worden om een heleboel ­mensen de mond te snoeren. Die verrijking maakt me net blij.

De jonge Franse schapenboer Eloi verloor na een aanval van een wolf twaalf zwangere schapen: ‘Het was traumatisch voor mij, maar evengoed voor de overgebleven schapen’, vertelde hij. © VRT

Wij zijn Europa

Nu op VRT Canvas en VRT Max. Het boek is uit via Hannibal Books. De expo is van 16.03 tot 30.06 te bezoeken in Cultuurcentrum Mechelen.

Lieve Blancquaert

Geboren in 1963 in Sint-Amandsberg.

Studeert film en fotografie aan KASK in Gent.

Lanceert haar carrière als fotografe als freelancer voor kranten en magazines.

Maakt sindsdien tv-docu’s zoals Voorbij de grens, Het laatste portret en de trilogie Birth Day, Wedding Day en Last Days.

Heeft samen met Nic Balthazar een zoon Boris (25) en dochter Martha (26).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content