De opkomst van ‘Mid TV’: waarom er nog geen opvolger van ‘Succession’ is
Exact een jaar na het einde van Succession oogt het televisielandschap kaler dan ooit. Wat kunnen we nog verwachten van de grote streamingdiensten? En weten ze dat zelf wel?
Eind april riep Paramount+ zijn investeerders samen voor een earnings call. Gezellig zou het niet worden: enkele uren voordien was CEO Bob Bakish na een kwarteeuw aan de deur gezet en vervangen door drie nieuwe executives. Het surreële tafereel dat volgde had niemand zien aankomen. Chris McCarthy, een van de drie, somde op negen minuten de kwartaalcijfers en de nieuwe structuur op en sloot de call af. Zonder traditionele vragenronde, maar mét de themesong van Mission: Impossible. Op repeat.
Daarmee is de chaos compleet. Paramount+ hoort met zijn 71 miljoen abonnees bij de grootste streamingdiensten van de VS, maar boekte in het eerste kwartaal van dit jaar een verlies van 286 miljoen dollar. Een verbetering tegenover 2023 (toen ging het om 511 miljoen dollar), maar onvoldoende: Paramount+ staat op het punt overgenomen te worden.
Ook bij Disney+ oogt de toekomst grauw. In april trachtte de activistische belegger Nelson Peltz de plek van CEO Bob Iger in te nemen op de raad van bestuur. Zijn coup mislukte, maar het bedrijf (dat nochtans winst boekte) zakte recent met tien procent op de beurs. Resultaat: Het Huis van de Muis kondigde aan dat het minder nieuwe series en films zou uitbrengen.
Een nieuwe fase van de streamingoorlog belooft nog meer malaise. Uit onderzoek van Antenna blijkt dat Amerikaanse kijkers meer dan ooit van de ene streamingdienst naar de andere hoppen. De afgelopen twee jaar zegden meer dan 29 miljoen abonnees drie of meer diensten op. Zo’n 32 procent van hen keert wel binnen de zes maanden terug. Om daarop een antwoord te bieden, zijn in de VS de eerste streamingbundels in de maak: Peacock, Apple TV+ en Netflix bieden een kortingspakket aan, Disney+, Hulu en Max troepen ook samen. De strijd gaat vandaag tenslotte niet meer om het hoogste aantal abonnees halen – Netflix is huiskamermeubilair geworden – maar om de huidige abonnees behouden.
De tv-markt lijdt onder krimpflatie
Het eerste slachtoffer dat in die strijd valt, is Peak TV. In 2015 gebruikte John Landgraf, tv-executive en voorzitter van FX Networks, die term om een naam te plakken op de historische hoeveelheid televisie die gemaakt werd. Maar Peak TV (ook bekend onder de naam Prestige TV) stond net zozeer synoniem voor kwaliteit. HBO bewees met The Sopranos, Six Feet Under en The Wire begin de jaren 2000 dat het inderdaad ‘geen televisie’ maakte, of toch niet televisie zoals we het toen kenden. Wat op ons kleinste scherm kwam, hoefde niet meer het kneusje onder de kunstvormen te zijn. Het kon ook baanbrekend of artistiek zijn. In de twee volgende decennia zagen we enkele van de beste series aller tijden. Mad Men, Breaking Bad, Bojack Horseman, Girls, I May Destroy You, Fleabag, Atlanta, Game of Thrones.
De streamingoorlog gaat niet meer om het hoogste aantal abonnees halen, maar om de huidige abonnees behouden.
Peak TV in zijn eerste betekenis is al dood. Het was Landgraf zelf die begin februari de grafrede voorlas. Hij onthulde zijn berekeningen waaruit bleek dat het aantal gescripte televisiereeksen met 14 procent gedaald was: van 600 in recordjaar 2022 naar 513 in 2023. Het staat vast dat we in 2024 een nog beperkter aanbod voorgeschoteld zullen krijgen. De oorzaken zijn bekend: de schrijvers- en acteursstaking van vorige zomer, financiële verliezen bij mediaconglomeraten, paswoorddelen, peperdure investeringen, een versnipperd streaminglandschap, overnames en dalende advertentie-inkomsten. Kortom, de zoektocht naar een duurzaam verdienmodel die – zoals Disney+ en Paramount+ bewijzen – nog volop gaande is.
Het wordt cruciaal om kijkers te blijven lokken met een aantrekkelijk aanbod. Dat hoeft niet per se slecht nieuws te zijn. Het is een opportuniteit voor HBO en consorten om alles uit de kast te halen. Om nog één keer de beste schrijvers op te trommelen om een Barry uit de duim te zuigen. Om regisseurs te pushen om lef te tonen. Om iemand als pakweg Donald Glover nog eens carte blanche te geven. Om Prestige TV te blijven maken. Maar het huidige aanbod toont helaas iets anders.
Peak TV ruimt plaats voor Mid TV
Het was The New York Times die begin deze maand een term plakte op wat zetelhangers al een geruime tijd instinctief aanvoelden. Dat het zo zoeken is naar iets dat op Prestige TV lijkt, ligt niet alleen aan het overaanbod. Er wordt ook simpelweg minder écht goede tv gemaakt. Het echte overaanbod is dat van de middelmatige televisie. Of zoals The New York Times het noemt: Mid TV.
Mid TV is televisie die herkenbaar is. Gebaseerd op een boek, een misdaad, een film of een stuk geschiedenis dat je kent. Met gezichten die je eerder aan het werk zag, geschreven door een maker die al eens een geweldige show heeft gemaakt. Het heeft een hoog productiebudget. Het lijkt op die ene reeks die vijf jaar geleden een groot kassasucces was. En het is prima televisie. Niet potsierlijk, niet fantastisch. Gewoon mid.
Je vindt Mid TV tegenwoordig op iedere streamingdienst. Apple TV+ had Masters of the Air voor fans van Band of Brothers (check), gemaakt door John Orloff (check), met in de hoofdrol recente Oscargenomineerden Austin Butler en Barry Keoghan (check) en met een prijskaartje van 250 miljoen dollar (check). Masters of the Air was misschien enkele afleveringen te lang, maar het was smaakvol. Goed zelfs. Maar gaf het ons dezelfde stomp in de maag als het origineel? Lang niet (check). Prime pakte uit met het entertainende Mr. & Mrs. Smith met Donald Glover en Maya Erskine, een remake die de film oversteeg, maar niet aan de enkels kwam van de reeksen waarvan we het duo kennen (Atlanta en PEN15). Deze week kunt u naar Netflix zappen voor Eric, een thrillerreeks van Abi Morgan (The Hour, The Iron Lady) over een hallucinerende poppenspeler (Benedict Cumberbatch) die een vriendschap sluit met een ingebeeld monster. Benedict Cumberbatch is een mopperende alcoholist, het monster een reflectie van zijn onderbewuste. De stijl? Een donkerblauwe noir. Klonk spannend, blijkt mid.
Dat het zo zoeken is naar Prestige TV, ligt niet alleen aan het overaanbod. Er wordt ook simpelweg minder goede tv gemaakt.
Mid TV, zo schrijft The New York Times, is wat je krijgt als producenten ‘ambitie inruilen voor betrouwbaarheid’. En daar zit wat in. Erin Underhill, directeur van Universal Television, heeft het in The Hollywood Reporter over ‘beslissingsmoeheid’: ‘Kijkers willen iets opzetten waarvan ze zeker weten dat het hun een geweldige tijd zal geven.’
Nu het aanbod krimpt, zoeken streamingdiensten successen die zich al bewezen hebben. Een agent bevestigt in The Hollywood Reporter dat hun cliënten vandaag maar 50 tot 60 procent van hun pitches verkocht krijgen, tegenover 80 procent voor de stakingen. ‘De projecten die uit de boot vallen zijn degene die goed ingeburgerde genres origineel willen benaderen. Maar minder en minder outlets zijn bereid om een gok te wagen’, klinkt het. Ténzij er een bekende schrijver aan verbonden is, en als het even kan, betrouwbaar intellectueel eigendom.
Intellectueel eigendom, intellectual property of kortweg IP is de crack van het streamingtijdperk. Het staat voor alles waar je een reboot, remake of adaptatie van kunt maken, zoals boeken, games, comics, films, series of speelgoed. Alleen al deze maand werd er een prequelserie op Dune en Legally Blonde aangekondigd, een remake van Wizards of Waverly Place én The Office. Dat is een remake van de remake.
En het werkt. Alle break-outreeksen van dit seizoen zijn gebaseerd op geliefd IP. Shogun was eerst een roman en een eightiesreeks. One Day een roman en een film. Van Ripley waren er al vijf romans en vier films (met respectievelijk Alain Delon, Dennis Hopper, John Malkovich en Matt Damon als Ripley) gemaakt. Zelfs Baby Reindeer is een adaptatie van een onemanshow. De succesformule van IP is dat er altijd wel nieuwe IP te vinden is. Dat alle leven uit Marvel en Star Wars gezogen is, maakt geen donder uit nu executives ontdekt hebben dat de helden voor het rapen liggen bij videogames. Fallout werd op één maand tijd de tweede meest bekeken titel op Prime ooit. Het cinematic universe van Sonic the Hedgehog is recent uitgebreid met een Knuckles-reeks waarin Idris Elba de knalrode egel speelt.
En het is niet dat we die reeksen niet konden smaken. Het voelt alleen alsof we elke dag een uitstekende vol-au-vent eten, terwijl we af en toe ook hunkeren naar een verrassende hartige canneloni van mortadella en room, afgewerkt met kaviaar, à la The Bear.
Een nieuwe gok van Netflix kan het tij keren
Experiment op het kleine scherm is nog niet dood. Het is er in de vorm van The Bear, The Rehearsal of The Sympathizer. En recent nog het meest bizarre experiment van allemaal: Everybody’s in L.A. Misschien wel Netflix’ grootste gok sinds het in 2013 in één ruk alle afleveringen van House of Cards online zwierde.
De streamingdienst die bingewatchen wanneer en waar je maar wil heeft ingevoerd en daarmee kabeltelevisie op de martelbank heeft gelegd tot het bijna leegbloedde, zond op 3 mei om 22 uur stipt vanuit LA live een talkshow uit. Eén week lang voerde komiek John Mulaney elke avond een indrukwekkend arsenaal aan sterren op, waaronder Jerry Seinfeld, Hannah Gadsby, Bill Hader en Will Ferrell. Hij liet hen vrijuit praten over de coyotes en palmbomen in Los Angeles. Iedere show startte hij met dezelfde drie mededelingen. Het uur. Het weer. En dat het live was.
Het lijkt alsof streamingdiensten plots beseffen dat je een massa volk voor het scherm kan krijgen met lineaire tv. Het is moeilijk om het cynisme daarvan niet in te zien.
En het meest verrassende van al: het was een overdonderend succes. Dat kan aan het surrealistische randje van de show liggen (op een gegeven moment moesten twee gasten Red Hot Chili Peppers’ bassist Flea zoeken in LA). Maar er is meer. Live TV lijkt hét antwoord te zijn voor streamingdiensten die zoeken naar een werkbaar model. Netflix experimenteert niet alleen met live-comedy, maar gaat de boxmatch tussen influencer Jake Paul en Mike Tyson in juli ook realtime uitzenden. Ze azen zelfs op NFL-matchen. Twee weken geleden kondigden Disney, Fox en Warner nog Venu Sports aan, een sportstreamingbundel.
Het is moeilijk om het cynisme daarvan niet in te zien. Het lijkt alsof streamingdiensten plots beseffen dat je een massa volk voor het scherm kan krijgen met lineaire tv. Hetzij omdat het live gebeurt (zoals bij sport), hetzij omdat je geen spoilers wil, of – belangrijker misschien – omdat live kijken een sociaal gebeuren is.
Bingen heeft ons kijkgedrag individualistisch gemaakt. Wie wil, kijkt Bridgerton op één avond uit. Dat maakt de periode om over een reeks te praten erg kort. Wie niet meteen met alles mee is, mist de conversatie. Live TV maakt van televisie opnieuw een gemeenschappelijk event. Everybody’s in L.A. bewijst dat die nood niet weg is. Een comedyshow live brengen is nog geen terugkeer naar lineaire televisie, maar het stelt wel een interessante vraag: wat als lineair kijken het streamingtijdperk kan redden?
Pieken in het post-piektijdperk
Er zijn nog pieken in het post-piektijdperk.
Het hyperkinetische restaurantdrama keert deze zomer terug met een derde seizoen waarin Carmy (Jeremy Allen White) zich in een nieuwe crisis zal storten over zijn menu.
Somebody Somewhere (Streamz)
Een bitterzoete, trage en erg grappige show die nog iets nieuws weet te vertellen over rouwen in een doods gat in Kansas.
The Boys (Prime)
Het gory, satirische en heel erg R-rated antwoord op de superheldenfranchises die het tijdperk van Mid TV mee hebben ingeluid.
Blue Eye Samurai (Netflix)
Als Quentin Tarantino een animereeks had gemaakt, leek die op deze extreem bloederige en bloedmooie thriller over een wraaklustige samoerai in Edo-Japan.
Park Chan-wook experimenteert erop los in zijn satirische spionagethriller over de Vietnamoorlog, Robert Downey jr. doet mee met maar liefst vier verschillende rollen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier