‘De essentie is dat het voor Fly en de special forces geen spelletje is’: Tom Waes over de heropening van ‘Kamp Waes’

© VRT - DAMON DE BACKER @ILA ST

En mocht u denken dat het er, nu de verrassing weg is, makkelijker op wordt: think again.

We zijn een halve dag ver in het nieuwe Kamp Waes, en er valt al een slachtoffer. Bloed gutst uit het scheenbeen van Jan, een 52-jarige IT-consultant. Door een lompe aanvaring met een hindernispaal is een slagader geraakt. Jan, de oudste van de vijftien kandidaten die zich dit keer aan een crash course tot elitesoldaat bij de special forces wagen, krijgt advies van instructeur Fly, zoals u ondertussen weet zelf bepaald geen groentje: ‘Ge hebt het hoofd van een achttienjarige, maar het lichaam van een vijftigjarige. De carrosserie gaat niet meer mee. Ge moet kijken waar ge uw pootjes zet.’

Er zijn nu proeven waarin de kandidaten zodanig ver gedreven worden dat ze hallucinerend door een bos dwalen, volledig van het pad af zijn.

Seizoen één van Kamp Waes was verfrissend onvoorspelbare televisie. Het succes daarvan zorgde ervoor dat het niveau bij de inschrijvingen nu een pak hoger lag, en dat kandidaten zich beter konden voorbereiden’, vertelt Tom Waes. ‘Fly zei letterlijk na de medische testen: “Ik denk dat we de proeven iets moeilijker zullen moeten maken.”’

Moeilijker dan The Milling, waarin de kandidaten drie minuten klappen kregen van een MMA-vechter? Of de gijzeling, waarin ze twaalf uur opgesloten en geïntimideerd werden?

Tom Waes: Zonder al te veel weg te geven: er zijn nu proeven waarin de kandidaten zodanig ver gedreven worden dat ze hallucinerend door een bos dwalen, de weg niet meer vinden, volledig van het pad af zijn. Dat is raar om te zien. Eigenlijk moet je ervan uitgaan dat de vijftien geselecteerde kandidaten alles aankunnen. Maar ontneem ze hun slaap, hun eten, of drop ze in een nat, ijskoud bos en zelfs mensen van wie je het niet had verwacht kraken.

Wat ook veranderd is sinds vorig seizoen, is dat je je tegenwoordigt als gewone burger rechtstreeks voor de special forces kunt inschrijven, terwijl dat voorheen enkel mogelijk was als je al bij het leger zat. Dat heeft veel veranderd, ook in de proeven.

Eigenlijk is het lot van dit programma afhankelijk van de goesting van het leger?

Waes: Het is een rare verstandhouding, ja. Wij doen een oproep, waarvoor we dit jaar zo’n 3500 aanmeldingen kregen. Vervolgens maken we een selectie met kandidaten die we tof vinden en van wie we denken dat ze ver genoeg zouden kunnen raken. Maar bij de start houden we ons hart vast, want net zo goed liggen ze er alle vijftien al in aflevering één onverbiddelijk uit. Zoals ik al zei: een rare verstandhouding. (lacht)

Hoe voorkom je dat Kamp Waes een spelletje wordt? Dat het afglijdt naar een eindeloze reeks fysieke beproevingen?

Waes: De essentie is dat het voor Fly en de special forces geen spelletje ís. Het rare is dat wij op geen enkel moment tegen Fly kunnen zeggen: ‘Nu zouden we graag een line-up doen.’ Of: ‘Nu zouden we graag een ultraloop als eerste proef inlassen.’ We hebben gewoon niks te zeggen. We gaan dit seizoen ook een heel andere kant op. Speelde het vorige seizoen zich rond het militaire oefenterrein in Elsenborn af, dan komen we daar nu amper. We gaan op zee, onder water…

Een paar keer heb ik tegen Fly willen zeggen: ‘Hou het een beetje menselijk, hè. ’ Maar je moet dat in zijn context plaatsen. Als Fly zegt: ‘We gaan vijftig kilometer door een bos stappen’, dan weet je dat het bij de echte selectieproeven honderd kilometer zouden zijn. Dat geeft een idee van hoe zwaar die échte opleiding is.

Was Fly meteen bereid om weer mee te doen? Sinds het eerste seizoen is hij een landelijke bekendheid.

Waes: En toch ook niet echt. Hij blijft zo veel mogelijk op de achtergrond. Koppig is misschien niet het juiste woord, maar hij weet heel goed wat hij doet. Dat maakt het niet altijd makkelijk als tv-maker om met hem samen te werken. Al helpt het dat wij elkaar goed kunnen verdragen.

In het vorige seizoen was je nog meer een buitenstaander die naast de tent stond te wachten tot het verdict viel. Nu lijkt Fly je er veel meer bij te betrekken.

Waes: Ik mocht niet mee beslissen, maar bij twijfel mocht ik wel mee het beslissingsproces volgen. Dat geeft een andere inkijk. Je ziet dan dat ze kandidaten niet zozeer buitengooien omdat ze fysiek tekortschieten, maar eerder omdat ze geen teamplayer zijn of te egocentrisch zijn. Als ik één ding heb gemerkt door meer betrokken te zijn, is het dat die special forces niet de gevoelloze vechtmachines zijn die hun reputatie doet uitschijnen. Ze geven echt om de kandidaten.

Schrik je zelf als presentator nog veel op, of treedt er een soort gewenning op?

Waes: Ik sliep daar zo weinig dat er voor gewenning geen plaats was. Fly en ik waren bijna een week wakker. (lacht)

Begint iets als Kamp Waes voor jou meer en meer op een mentale beproeving te lijken?

Waes: Moest je mij twintig jaar geleden voor Kamp Waes hebben gevraagd, had ik gewoon meegedaan. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Het is mijn temperament. Maar nu vind ik het leuk om met mijn ervaring kandidaten bij te staan. Ik weet hoe het is om zo diep te gaan, en wanneer iemand een schouderklopje of babbel kan gebruiken. Dat is een andere rol, maar wel een waar ik me helemaal in heb gevonden.

Kamp Waes

Vanaf zondag 14.01, VRT 1.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content