‘Daisy Jones & the Six’, ofwel de ballade van Fleetmood Wac
Van een bestseller op TikTok naar een tiendelige reeks op Amazon Prime: Daisy Jones & The Six vertelt het verhaal van een fictieve softrockband uit de late seventies die ten onder gaat aan persoonlijke intriges. Enige gelijkenissen met Fleetwood Mac berusten niet op toeval.
Het is al vaker geschreven, maar het blijft een wonder dat Rumours, het magnum opus van Fleetwood Mac uit 1977, ooit is verschenen. Tijdens de opnames van het album stond de band op springen na wat we niet anders kunnen omschrijven dan een deurenkomedie van overspel. Zangeres Stevie Nicks en gitarist Lindsey Buckingham waren net uit elkaar toen zij een relatie begon met drummer Mick Fleetwood. Fleetwood maakte sowieso al zijn eigen huwelijkscrisis door, nadat hij ontdekt had dat zijn vrouw een affaire had met zijn voormalige beste vriend en ex-gitarist Bob Weston. Toetsenist Christine McVie was dan weer enkel nog op papier getrouwd met bassist John McVie: ze had ondertussen de liefde gevonden bij Curry Grant, de lichtman van de band (die later ook een flirt zou hebben gehad met Stevie Nicks).
Tevens had iedereen een cocaïneverslaving.
Alleen: in plaats van te splitten, zoals elke normale band in die situatie zou doen, gooide Fleetwood Mac het over een andere boeg en begonnen ze hun passief-agressieve sentimenten in de nummers van de plaat te smokkelen. De verhalen zijn bekend. Christine McVie schreef met You Make Loving Fun een ode aan haar nieuwe bedpartner, waarbij haar onwetende ex de stuwende baslijn mocht leveren. Lindsey Buckingham pende zijn wraak neer in Go Your Own Way, een opgestoken middelvinger richting Stevie Nicks in de vorm van een wereldhit, waarop hij haar verweet van man naar man te hoppen. (‘Elke keer dat hij dat nummer op het podium inzette, wilde ik naar hem toe gaan en hem vermoorden’, aldus Nicks.)
Minder geweten is dat Stevie Nicks op de B-kant van Go Your Own Way ook haar versie van de breuk gaf. ‘Time cast a spell on you, but you won’t forget me / I know I could’ve loved you, but you would not let me’, zingt ze op Silver Springs, een even teder als venijnig post mortem. Het nummer zou uiteindelijk niet op Rumours belanden, het begin van een wrok die met enige vertraging tot Nicks’ exit leidde. Nadat Mick Fleetwood haar in 1991 had verboden om Silver Springs op haar solo-best-of te zetten, verliet ze de band. Het nummer kreeg pas zijn rechtmatige plek in de muziekgeschiedenis nadat Nicks een boze liveversie had gebracht tijdens het legendarische comebackconcert van Fleetwood Mac in 1997. ‘Wanneer we op het podium staan en onze songs zingen, zeggen we wellicht meer tegen elkaar dan we in het echte leven doen’, zei Stevie Nicks er achteraf over.
Rumours is nergens te horen in de nieuwe, tiendelige serie Daisy Jones & The Six – of toch niet in de zes afleveringen die wij te zien kregen – maar het valt niet te ontkennen: de plaat, en Silver Springs in het bijzonder, hangt van begin tot einde als een schaduw over de reeks.
Daisy Jones & The Six probeert de mythologie van Rumours in fictie te gieten
Daisy Jones & The Six, dat deze week op Amazon Prime verschijnt, is een fictieve documentaire over een fictieve band die na twintig jaar terugblikt op de gebeurtenissen die tot hun plotse en mysterieuze split in 1977 hebben geleid. Billy Dunne (gespeeld door Sam Claflin, Finnick uit The Hunger Games) is de frontman van The Six, een rockband uit Los Angeles die aan bezinning toe is na een drankverslaving en een geannuleerde wereldtour. Daisy Jones (gespeeld door Riley Keough, de kleindochter van Elvis Presley) is een getroebleerde singer-songwriter die al jaren op haar grote doorbraak aast. De twee worden in de studio samengebracht door hun producer, waarna het succesverhaal van Daisy Jones & The Six begint. Of toch voor even: bij de opnames van Aurora, de eerste plaat in de nieuwe bezetting, halen de intriges tussen de bandleden al snel de bovenhand en beginnen Dunne en Jones het een en ander te ventileren in hun songs.
Als dat klinkt als het verhaal van Fleetmood Wac, dan is dat omdat het ook de bedoeling is. Daisy Jones & The Six is gebaseerd op het gelijknamige boek uit 2019 van Taylor Jenkins Reid, een ondertussen 39-jarige schrijfster die al van in haar jeugd een fascinatie voor de mythologie rond Rumours had en er een fictief verhaal over een seventiesrockband doorheen weefde. Het is ook niet alsof de reeks dat probéért te verbergen. Karen Sirko (gespeeld door actrice en muzikante Suki Waterhouse), de toetseniste van The Six, klinkt even Brits als Christine McVie, al begint ze een relatie met de gitarist, niet de bassist. Het is producer Teddy Price die Daisy Jones en The Six samenbrengt, net zoals het producer Keith Olsen was die Lindsey Buckingham en Stevie Nicks bij Fleetwood Mac introduceerde. De opnames van Aurora vinden plaats in Sound City, de studio waar Fleetwood Mac zijn debuut in de nieuwe bezetting opnam.
Alleen: Daisy Jones & The Six is meer dan een spelletje met de biografie van Fleetwood Mac. Het gaat zelfs niet over wat er echt is en wat niet. Fleetwood Mac is vooral de achtergrond waartegen de reeks een ruimer verhaal probeert te brengen. Een verhaal over de late jaren zeventig, toen Laurel Canyon, een wijk in de Hollywood Hills, het epicentrum van de softrock was. Een verhaal ook over hoe persoonlijke spanningen en intriges, even vaak als grootse creatieve ingevingen, dat tijdperk vormgaven. Niet toevallig was ook History of the Eagles, een drie uur durende documentaire uit 2013 over de Eagles, een grote inspiratiebron, vooral dan omdat de bandleden daarvan ook na dertig jaar nog altijd achter elkaars rug bleken te roddelen als tieners op de speelplaats.
En wie de boeken van Taylor Jenkins Reid kent, zeg maar de Nick Hornby van generatie Z, weet dat ze ook een ander punt wil maken. The Seven Husbands of Evelyn Hugo (2017), dat net als Daisy Jones een bestseller werd op BookTok, de boekencommunity op TikTok, was een fictief laatste interview met een fictief Hollywoodicoon, losjes gebaseerd op Elizabeth Taylor en Ava Gardner. ‘Ik ben gefascineerd door de mensen die wij beroemd maken’, vertelde de schrijfster aan The Guardian, ‘en door het verschil tussen hoe iets er van buitenaf uitziet en hoe het was om het te beleven.’
Daisy Jones & The Six is dan ook niet het verhaal van Rumours. Het is het verhaal van waarom de mythologie van een plaat als Rumours zo fascineert. ‘Op een bepaald moment luisterde ik zo vaak naar de plaat dat ik in de auto zat en dacht: ik wil weten of Stevie Nicks en Lindsey Buckingham nog seks hebben gehad ná Rumours. Ik hoorde mezelf dat denken en ik wist: dit is geschift. Maar dat is wat beroemdheden met wie je een connectie hebt met je doen: je voelt je betrokken.’ Wat High Fidelity (1995) was voor de muziekfreaks, de lijstjesmakers en de chronologische platenrangschikkers, probeert Daisy Jones & The Six te betekenen voor een ander type fans, het type voor wie een band meer is dan muziek.
De reeks kijkt met een vrouwelijke blik naar de rockwereld van de seventies
Als het een en ander u ook aan A Star Is Born, de muziekfilm van Bradley Cooper en Lady Gaga uit 2018, doet denken: dat is wel degelijk toeval. Het boek was al grotendeels af toen die film in de zalen kwam. ‘Halverwege de film keek ik naar mijn man met een blik die zei: “Dit voelt exact als Daisy Jones.” Gelukkig nam de film daarna een scherpe bocht in één richting, terwijl Daisy Jones de andere richting uit ging’, vertelde Taylor Jenkins Reid. Lees: terwijl A Star Is Born een blik was op mannelijke zelfdestructie, wil Daisy Jones & The Six, gemaakt door Scott Neustadter en Michael H. Weber (de scenaristen van 500 Days of Summer en The Fault in Our Stars) voor het productiehuis van Reese Witherspoon, met een vrouwelijk perspectief naar de rock-’n-roll kijken.
Die hedendaagse blik is meteen ook waarom Daisy Jones & The Six een interessante aanvulling is op de rock-’n-rollbiopic, een genre dat al te vaak gebukt gaat onder dezelfde clichés over drank, drugs, seks, machismo, destructie en creativiteit. (Wie zich Martin Scorseses Vinyl herinnert, weet waarover we het hebben.) Er zit iets verfrissends in hoe de reeks naar vrouwen in de rock-’n-roll kijkt. Anders dan pakweg Almost Famous weigert de reeks om groupies en muzes te romantiseren. ‘Ik heb nul interesse om iemands muze te zijn’, zegt Daisy Jones al in de eerste aflevering. ‘Ik ben geen muze. Ik ben iemand. Einde verhaal.’ Doorheen de reeks zit ook een niet zo subtiele commentaar op het Yoko Ono-effect, dat andere rockcliché over vrouwen. In Daisy Jones & The Six is het net Camila Dunne (gespeeld door Camila Morrone), de vrouw van Billy, die de band samen probeert te houden.
Maar het zit ook in de kleine details. De vrouwen in Daisy Jones & The Six hebben hun eigen ambities en eigen agenda’s, die losstaan van de mannen in de band. Zo wil toetseniste Karen Sirko haar romance met de gitarist van The Six geheimhouden: ze wil voor de buitenwereld bekendstaan om haar muzikale verdiensten, niet als lief van de gitarist. Wijlen Christine McVie, lange tijd het meest onderschatte lid van Fleetwood Mac, ondanks de rist hits die ze voor de band schreef, weet dat ze een punt heeft.
Alleen heeft de reeks daarmee meteen ook haar grootste troef op tafel gelegd. Daisy Jones & The Six ontsnapt namelijk niet helemaal aan de vloek van de fictieve rockbiopic. Of beter: de vloek van de fictieve rockband. Het is een probleem waar het hele genre mee kampt: de aantrekkingskracht van rock-’n-roll zit in de cool, de authenticiteit, het star appeal en de songs – en dat is heel moeilijk, zoniet onmogelijk, om in een fictieve versie te gieten. Stillwater, de band uit Almost Famous, slaagde er niet in. Otis Blake uit Crazy Heart slaagde er niet in. De Nasty Bits uit Vinyl slaagden er niet in. (A Star Is Born overigens wel, met dank aan Lady Gaga en het meesterlijke Shallow.)
Ook Daisy Jones & The Six slagen er niet in. Niet dat de makers hun best niet hebben gedaan. De acteurs kregen een jaar lang muziekles, tot ze hun instrumenten en stemmen beheersten. Voor de songs van Aurora, dat samen met de reeks ook als album verschijnt, werd de hulp ingeroepen van onder meer Phoebe Bridgers, Jackson Browne en Marcus Mumford. Maar het lost niet op dat Billy Dunne, de frontman van The Six, de geloofwaardigheid van een echte rockster mist en hun softrock klinkt als die van een Fleetwood Mac-tribute band. Voortdurend word je eraan herinnerd en erop gewezen dat Daisy Jones & The Six de grootste band van de jaren zeventig is. Voortdurend geloof je het niet. Het blijft uiteraard subjectief, maar je kunt je niet van de gedachte ontdoen dat Aurora in 1977 hoogstens een zes op tien gekregen had in Mojo.
Het probleem is dat als je de muziek niet gelooft, ook de mythologie erachter haar kracht verliest, precies waar de reeks zo nadrukkelijk op inzet. Dat wordt nog het duidelijkst wanneer Daisy Jones Regret Me schrijft, hét nummer waar de reeks dramatisch naartoe werkt. Het is haar versie van Stevie Nicks’ Silver Springs, een nummer dat alle verwijten, alle melancholie en alle spijt van een gebroken relatie probeert te vatten. Alleen: het is geen Silver Springs.
Daisy Jones & The Six is een interessante blik op de rock van de jaren zeventig, maar het is achteraf wel Rumours dat je opzet.
Daisy Jones & The Six
Vanaf 03.03 op Amazon Prime Video.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier