Bockie De Repper zou willen dat zijn imago door een marketingteam was bedacht: ‘Helaas, ik ben echt zo’
Hij was ‘te dom en onbekend’ voor De slimste mens ter wereld, maar werd een van de meest memorabele figuren van het programma. Hij zit het liefst in zijn zetel, maar werd door Jeroom meegesleurd naar Canada. En eigenlijk wil hij geen televisie maken, maar toch presenteert hij dit najaar twee programma’s op VTM. Bockie De Repper snapt ook niet goed hoe hij hier is beland.
‘Tof dat je op een zaterdagvoormiddag tijd kon vrijmaken.’
Ik moet toegeven dat ik een tikje wantrouwig was toen Jonas Van Boxstael, alias Bockie De Repper, voorstelde om dit interview op een zaterdagvoormiddag te doen. Ik had een zeker promille in zijn bloed verwacht. Minstens een kater. Maar ik tref hem fris en fruitig aan in de hippe Aalsterse koffiebar waar we hebben afgesproken. (Blijkbaar zijn er hippe koffiebars in Aalst). Het is het imago dat hij de voorbije jaren, sinds hij schijnbaar vanuit het niets huiskamers veroverde in De slimste mens ter wereld, al dan niet bewust heeft gecultiveerd: dat van een volkse, bourgondische Aalstenaar die graag op de lappen gaat, hallucinant veel restaurants bezoekt, zakken chips verorbert in zijn zetel en op de een of andere manier in het Bekende Vlamingschap is gesukkeld.
Mijn dokter beweert dat mijn levensstijl mijn dood wordt, maar ik ben er zeker van dat Dat eet dan gelukkig zijn de boosdoener is.
‘Wees gerust: ik zou nooit speciaal nuchter blijven voor een interview’, grinnikt Bockie De Repper vanonder zijn pet met ‘butter’ op geborduurd. ‘Maar ik doe het even kalmpjes aan. De voorbije maanden leefde ik normaal. Wat in mijn geval betekent dat ik kon uitgaan op een dinsdag. Nu is het weer even focussen tot december. Zo heb ik altijd geleefd: een paar maanden hard werken, daarna een paar maanden hard gaan.’
De reden van zijn tijdelijke gematigdheid: de twee VTM-programma’s waarvan hij het gezicht is. Later dit najaar is er het nieuwe seizoen van Snackmasters dat hij samen met Mathieu Terryn presenteert. Maar eerst is er het tweede seizoen van Dat eet dan gelukkig zijn, waarin hij bij Vlaamse huishoudens (en Ian Thomas) binnenvalt om op ietwat klungelige, maar charmante wijze te achterhalen wat er op een doordeweekse dag zoal op tafel komt. Het meest wholesome eetprogramma op Bake Off na.
Bockie De Repper: Na De slimste mens kreeg ik het ene televisievoorstel na het andere. Zelfs Dancing with the stars hing aan de lijn. Maar ik wimpelde alles af. Waarom zou ik televisie maken als ik op YouTube mijn ding kan doen? Dat eet dan gelukkig zijn sprak me wél aan. Net omdat we een stukje internet naar televisie brengen. Alles mag en kan. We hoeven niet binnen de lijntjes te kleuren. Sterker nog: er zijn zelfs geen lijntjes. Het is YouTube, maar dan met een belachelijk groot budget. (lacht) Ik snap nog steeds niet hoe VTM het programma ooit heeft goedgekeurd.
Ooit liet ik drie keer per week een vegetarische maaltijdbox leveren. Mijn hoogdagen. Ik at elke dag groenten. En toen kwam Uber Eats naar Aalst en was niets nog hetzelfde.
Het werkt wel.
Bockie De Repper: Ik irriteer me aan programma’s waarin de presentator zogezegd spontaan bij iemand aanbelt, maar er wel al een cameraploeg klaarstaat binnen. Bij ons wordt niets in scène gezet. Geen enkel shot wordt opnieuw gefilmd. En doen we dat toch, dan wordt het expliciet benoemd. Daardoor is het soms wat knullig, maar mensen blijken die echtheid wel te appreciëren. In zekere zin maken we anti-tv.
De gastgezinnen zijn deze keer iets minder verrast wanneer ze een bebaarde kale man over de vloer krijgen.
Bockie De Repper: Dat is het enige jammere aan het tweede seizoen: mensen kennen het format intussen. Je merkt dat iedereen ook net iets beter zijn best heeft gedaan. De tafels zijn mooier gedekt, de maaltijden chiquer, de porties groter. Vooral dat laatste is geen sinecure als je drie huishoudens per dag bezoekt. Mijn dokter beweert dat mijn levensstijl mijn dood wordt, maar ik ben er zeker van dat Dat eet dan gelukkig zijn de boosdoener is.
Welk bezoek is je het meest bijgebleven?
Bockie De Repper: Mia en Urbain uit Tienen met hun spaghettitaart. Een gerecht waarvan ik nog nooit had gehoord, maar dat door het koppel werd aangekondigd alsof het de normaalste zaak van de wereld was. ‘Vandaag eten we spaghettitaart.’ Waarna ik effectief een spies spaghetti bolognaise, samengehouden met speklapjes, kreeg voorgeschoteld. Superlekker, maar zwaar. Een schril contrast met de sushi tijdens mijn bezoek aan de stripclub van Brasschaat. Strippers blijken een heel specifiek eetpatroon te hebben. Logisch ook: je kan je niet volproppen met spaghettitaart en dan aan een paal draaien.
Als interviewer ben je een soort omgekeerde Luk Alloo: mensen leggen spontaan hun hart op tafel, zonder dat je erom vraagt.
Bockie De Repper: Mensen voelen zich snel op hun gemak bij mij. Ik gok doordat ik veel op café zit: ik ben het gewend om met wildvreemden een babbeltje te slaan. Bovendien ben ik oprecht geïnteresseerd. ‘Wat heeft ertoe geleid dat jij mij nu een spaghettitaart aanbiedt?’ vraag ik me dan af. Al ben ik daar nooit achter gekomen. Ik had te veel gegeten voor een diepgaand gesprek.
Je lijkt ook oprecht te genieten van de huiselijkheid.
Bockie De Repper:Ik was soms zelfs een beetje ontroerd. Eten met het hele gezin: ik heb het nooit gekend. Dat is geen verwijt: mijn mama was alleenstaande en combineerde twee jobs om haar twee zonen te onderhouden, die dan ook nog eens varkens waren. Voor koken was er simpelweg geen tijd. ‘s Avonds, als haar shift in het frituur erop zat, mochten wij onze bestelling doorgeven. Om half elf ‘s avonds frituursnacks eten: dat was onze huiselijkheid. (lacht)
Intussen is dat veranderd. Ik woon al twee jaar met mijn vriendin in een kangoeroewoning met haar ouders. Elke dag wordt er voor mij gekookt. En elke ochtend wordt de beste vraag aller tijden gesteld: ‘Wat gaan we vanavond eten?’ Ik ben blij dat ik dat als bijna-veertiger nog mag meemaken.
Wat zou jij op tafel zwieren, mocht er plots een cameraploeg voor de deur staan?
Bockie De Repper: Iets van de big five, waarschijnlijk.
De dieren?
Bockie De Repper: Nee. De Vlaamse klassiekers. Stoverij. Ballekes in tomatensaus. Vol-au-vent. Kip met appelmoes en kroketten. Witloof met kaas en hesp in de oven. Alleszins géén gyoza’s. Drie uur werk, en in vijf minuten is alles op. Die fout maak ik nooit meer. Fuck gyoza’s.
Ik moet toegeven dat ik zelden kook. Ooit liet ik drie keer per week een vegetarische maaltijdbox van een niet nader genoemd merk leveren. Mijn hoogdagen. Ik at elke dag groenten. (dramatisch) En toen kwam Uber Eats naar Aalst en was niets nog hetzelfde.
Volgens Wikipedia focus je je vooral op ‘calorierijk eten’. Dat is een specifieke specialisatie.
Bockie De Repper: Dat wil ik toch even rechtzetten: ik ben géén vreetzak. Ik word uitgenodigd voor allerhande eetwedstrijden, maar zo ben ik helemaal niet. Het gaat me nooit om de hoeveelheid, wel om het genieten. Ik heb zelfs nog nooit een ad fundum gedronken. Geen idee hoe dat imago is ontstaan.
Misschien door de YouTube-video’s waarin je vierentwintig uur lang op restaurant gaat of een pleidooi voor chips houdt onder de noemer ‘de supergrote chipsshow over chips’?
Bockie De Repper: Daar heb je een punt. (lacht) Maar het ene was om de horeca te steunen en het andere was bezigheidstherapie toen ik met een gebroken teen en high van de pijnstillers in de zetel lag.
Over naar de verfijnde keuken, dan maar. Heeft Kobe Desramaults echt je leven veranderd?
Bockie De Repper: Absoluut. Sommige mensen zien op hun sterfbed hun leven voorbij flitsen. Bij mij zit daar minstens één gerecht van Kobe Desramaults tussen. Ik zal mijn bezoek aan In De Wulf, zijn voormalige restaurant in Dranouter, nooit vergeten. Met vier vrienden reed ik langs de velden naar de Westhoek, André Hazes door de boxen. Om vervolgens een eetervaring te beleven waarvan mijn hoofd ontplofte en ik tranen in de ogen kreeg. Ik word er nostalgisch van. Mocht ik Eternal Sunshine of the Spotless Mind-gewijs één herinnering kunnen wegwissen, zou het die zijn. Gewoon zodat ik er opnieuw voor het eerst kan gaan eten.
Hoe maak je de sprong van laatavondfrituursnacks naar gastronomische sterrenrestaurants?
Bockie De Repper: Het begon allemaal met Njam. De zender die me in mijn twintigerjaren van veel katers heeft gered. Zeker Johan Segers, met zijn lange paardenstaart. Uiteindelijk heb ik samen met enkele vrienden, ook sjofele hiphoppers uit Aalst, het clubje Eet Smakkelijk opgericht. Iedere maand spaarden we honderd euro, tot we iets geks konden eten.
Even over die hiphop: weinig mensen weten het, maar Bockie De Repper is wel degelijk een rapper. Of hij was er in ieder geval een toen hij zijn artiestennaam koos. Zo’n vijftien jaar geleden verwierf hij enige faam in Aalst met de Geile Gleuf Maddefakkers, het hiphopcollectief achter nummers als Ik ben zo verliefd (op Antje Lemmens) en Hot Marijke (‘de MacGyver van de seksscene’). Terug te vinden in de krochten van het internet.
Bockie De Repper: Grootse plannen hadden we niet. Het was vooral plezant. En zoals steeds was ik gewoon de juiste mensen tegengekomen.
Waar vind je die zoal in Aalst?
Bockie De Repper: Ik ga je een primeur geven die me veel hartzeer bezorgd: ik ben geen echte Aalstenaar. Tot mijn dertiende woonde ik op de boerenbuiten, een halfuur buiten Aalst. Pas na de scheiding van mijn ouders ben ik hier komen wonen. Van toen af hing ik rond op straat, zoals al mijn vrienden. Dat klinkt misschien tragisch, maar zo voelde het niet. Stiekem mis ik het zelfs een beetje. Maar op je veertigste op straat rondhangen met een Bacardi Breezer is toch niet hetzelfde. (lacht)
(denkt na) Ik wil niet zwaarwichtig klinken, dus maak er zeker niet de titel van dit artikel van, maar het had heel anders kunnen uitdraaien. Ik voldoe aan alle clichés: vader vroeg uit beeld en overleden, alleenstaande moeder, armoede. Ik heb vrienden in de marginaliteit zien glijden. Maar zonder er bewust tegen te vechten, is mijn leven een andere richting ingeslagen.
Hoe komt dat?
Bockie De Repper: Door op het juiste moment op de juiste plaats te zijn. Nadat ik mijn studie grafische vormgeving had opgegeven, ben ik beginnen te kuisen bij Electrabel, hier in Aalst. Dit wordt mijn leven, dacht ik. Prima. Maar mijn collega’s overtuigden me om een opleiding marketing te volgen in avondonderwijs. Daarna kwam ik in het nachtleven iemand van MTV tegen en mocht ik daar stage gaan doen. En van zodra ik mijn diploma op zak had, lulde ik me overal binnen. Intussen heb ik trouwens Mike en Guido opgericht, een marketingbureau gevestigd in de gebouwen die ik vroeger poetste. De cirkel is rond. Al wordt er wel niet meer gekuist nu. (lacht)
Als ik naast Erik Van Looy sta, denk ik nog steeds: Amai. Da’s Erik Van Looy van De slimste mens. En die kent mij precies. Raar.
Hoe ben je met YouTube gestart?
Bockie De Repper: Toevallig. Toen ik op de online redactie van VTM werkte, leerde ik cameraman Arnout Bracke en deepfake-tovenaar Chris Umé kennen en zijn we wat beginnen te experimenteren.
Een van die video’s ging internationaal viraal.
Bockie De Repper: Dat was de verdienste van Chris Umé. Hij werkte toen als monteur bij Qmusic en VTM, maar het was duidelijk dat die mens zottere dingen kon. Zo was hij het YouTube-kanaal Eating Things with Famous People gestart, waarin hij zijn hond verwerkte in bekende filmscènes. Tot ik zei: ‘fuck uw hond, pak mij’ en we tijdens onze middagpauzes het green key-scherm van VTM zijn beginnen te kapen. Voor ik het wist stond ik een durum te eten in Jurassic Park.
In één video biedt een deepfakeversie van Jon Snow zijn excuses aan voor het laatste seizoen van Game of Thrones, terwijl ik in de achtergrond koffie drink. Plots hadden we twee miljoen views, ontplofte onze telefoon en stonden we op de voorpagina van New York Post. Geschift. Intussen heeft Chris zijn eigen AI-bedrijf Metaphysic, waarmee hij in de finale van America’s Got Talent stond. Terecht. Nochtans: ik heb het filmpje van Jon Snow onlangs nog eens herbekeken. Zo goed was dat nu ook weer niet. (lacht) Technologie veroudert nogal snel.
Na die video werd je uitgenodigd voor Control Pedro en Flowjob, maar Vlaanderen leerde je pas echt kennen in De slimste mens. Hoe kwam je daar terecht?
Bockie De Repper: Ik kende iemand op de redactie, die had geregeld dat ik twee cafétests mocht doen. Waarna ik werd afgewezen met de woorden: ‘Te dom voor zijn geringe bekendheid.’ (lacht) Maar toen kreeg Jeroen Perceval corona, kreeg ik twee dagen op voorhand de vraag om hem te vervangen en hield ik het tot ieders verbazing vijf afleveringen vol.
Dank u Jeroen Perceval.
Bockie De Repper: Topkerel. Veel verwachtingen had ik niet. Ik was vooral benieuwd. Ik begon aan de opnames met 5000 Instagramvolgers. Ik hoopte op een verdubbeling. Dan hoorde ik bij de elite die hyperlinks in stories kon zetten. (lacht) Maar na vijf afleveringen zat ik al aan 50.000 volgers.
Hoe ga je daarmee om?
Bockie De Repper: Niet. Ik ga nog steeds met een kater sigaretten kopen in de Carrefour. Alleen moet ik nu drie keer op de foto. Je gaat daar gewoon in mee. Het klinkt lullig, maar ik voel me geen BV. Als ik naast Erik Van Looy sta, denk ik nog steeds: Amai. Da’s Erik Van Looy van De slimste mens. En die kent mij precies. Raar. (lacht)
Na De slimste mens dreigde je een gimmick te worden: de drinkebroer die zatte toeren uithaalt, mopjes maakt over zijn gewicht en dode vader en van Aalst zijn identiteit heeft gemaakt.
Bockie De Repper: Maar ik bén zo. Al van voor ik met mijn kop op tv kwam. Geloof me: ik zou willen dat mijn imago door een marketingteam was bedacht. Maar helaas. (lacht) Voor alle duidelijkheid: ik wil geen nar zijn. Zet me niet in een spelshow met een gek hoedje op. Dat kan ik niet. Ik ken geen schaamte, maar ik cringe snel. Als ik ooit ontmaskerd word in The masked singer, weet dan dat ik in financiële problemen zit.
Sinds Boris vinden zelfs de oudere dames me ne toffe. Alleen ben ik daardoor voortdurend bang om mensen teleur te stellen. Alsof ik altijd en overal op eerste date ben.
Heeft Boris op dat vlak veel veranderd?
Bockie De Repper: De boze dm’s zijn in ieder geval afgenomen. De slimste mens was een ontploffing, maar Boris was dat op een andere manier. Kijkers hebben me op een andere manier leren kennen. Als een mens, niet als iemand die alleen maar zuipt. Zelfs de oudere dames vinden me ne toffe nu. Alleen ben ik daardoor voortdurend bang om mensen teleur te stellen. Alsof ik altijd en overal op eerste date ben.
Hoe kijk je op Boris terug?
Bockie De Repper: Als een van de mooiste dingen die ik ooit zal meemaken. Aanvankelijk voelde het een beetje ongemakkelijk. Jeroom had me nooit eerder verteld dat hij een dode broer had en plots moest ik zijn assen gaan uitstrooien in Canada. Maar die reis was zo’n mooi, hartverscheurend en grappig avontuur. Niemand kon voorspellen of het programma zou werken, maar ik wist wel: als kijkers dit straks ook zo ervaren, dan gaat er serieus gebleit worden. Dat is gebeurd.
Sinds Boris komen wildvreemden mij spontaan over overleden vrienden en familieleden vertellen. Iedereen krijgt te maken met verlies, maar niemand weet hoe ermee om te gaan. Je kan alleen maar domme dingen zeggen op zo’n moment. En dat is oké. Ik denk dat we dat mooi in beeld hebben gebracht.
Vooral de laatste aflevering was een stomp in de maag. Tijdens de trektocht naar het mooiste punt in de Rocky Mountains, waar jullie Boris’ assen zouden uitstrooien, moest je Jeroom en Jonas achterlaten omdat je fysiek niet meer verder kon.
Bockie De Repper: Ik heb me daar even schuldig over gevoeld, maar Jeroom heeft me op het hart gedrukt dat dat niet nodig is. Ik kon niet meer. Al wil ik me bij deze excuseren bij alle trekkers die me per toeval gepasseerd zijn terwijl ik daar in mijn eentje stond te janken met een rare tovenaarsstok en een gekke hoed: sorry, ik was gewoon emotioneel.
Nadien ben je gezonder gaan leven, las ik.
Bockie De Repper: Weer zo’n misverstand. (lacht) Ik heb nooit gezegd dat ik gezonder ben gaan leven, maar ik ben wel terug in therapie gegaan. Na Boris was ik heel fel bezig met de dood. Ik moest even uitzoomen.
Wel niet de beste combo: roekeloos leven én bang zijn voor de dood.
Bockie De Repper: Het is de grootste paradox die er is. Ik ben een hypochonder met verschillende huisdokters, maar eergisteren was ik dronken, gisteren heb ik om tien uur ‘s avonds McDonald’s besteld en vandaag steek ik mijn zesde sigaret op. Voor mijn fysieke gezondheid is dat waarschijnlijk niet ideaal, maar alcohol en vertier doen de stemmetjes in mijn hoofd even zwijgen. Mentale gezondheid is ook belangrijk. Dus ik drink. (lacht)
Zijn er geen betere oplossingen?
Bockie De Repper: Waarschijnlijk. En ik raad niemand aan om mijn voorbeeld te volgen. Maar voor mij werkt het. Voorlopig toch.
Zijn er dingen die je professioneel nog wil bereiken?
Bockie De Repper: Nee. Ik dacht er vanmorgen nog aan: als er binnenkort iets misloopt, wil ik gerust mijn oude leven terug oppikken. Misschien is dat het voordeel van op latere leeftijd bekend worden. Ik ben toch al oud, ik geef geen fuck meer. (lacht)
Een stage bij MTV gefixt tijdens een zatte nacht in Aalst, per toeval viraal gaan, last minute invallen bij De slimste mens. Mag ik zeggen dat je carrière een beetje per ongeluk lijkt?
Bockie De Repper: Dat mag zeker. Ik heb dat gevoel namelijk ook. (tilt zijn hemd op) Ik heb zelfs ‘per ongeluk’ op mijn buik getatoeëerd staan. Het is allemaal per ongeluk, en het zal allemaal per ongeluk blijven. Het enige wat ik wil, is samen blijven met mijn lief, lekker eten, in de zetel liggen, mijn rekeningen kunnen betalen en zo lang mogelijk leven. Ik heb het hier zo plezant gemaakt. Doodgaan zou voelen als een fuif verlaten die nog volop aan de gang is.
Dat eet dan gelukkig zijn
Elke donderdag op VTM2.
Bockie De Repper
Echte naam Jonas Van Boxstael
Leeftijd 38
Woonplaats Aalst
Beroep tv-maker, youtuber, ex-rapper, marketeer, professioneel eter
Bekend van zijn YouTube-kanaal, De slimste mens ter wereld, Boris, Dat eet dan gelukkig zijn en binnenkort Snackmasters.
Aalstemblieft!
Drie Aalsterse culinaire tips van Bockie.
Gebakken paling van Borse van Amsterdam
‘Een klassieker, met frieten en verse tartaar. Borse van Amsterdam is het soort restaurant met van die witte linnen tafellakens en alleen maar gepensioneerde gasten. Dan weet je dat het goed is.’
Een broodje gitaar van Den Olijfboom
‘Den Olijfboom is geen broodjeszaak, maar een broodjestovenaar. Ze bedenken er de gekste combinaties. Truffelsalami met garnaalsla, bijvoorbeeld. Maar het zotste is hun broodje gitaar: een broodje van een halve kilo dat zo rijkelijk is belegd dat je wel móét morsen en de ingrediënten van je T-shirt wrijven, alsof je luchtgitaar speelt.’
Een zuurdesempizza van Wally
‘Sinds kort hebben ook wij onze eigen zuurdesempizzeria. Heel hip, maar vooral fucking lekker. Plus: Aalst kon wel iets fancy gebruiken.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier