Jozefien Wouters

‘Thuis is geen soap meer, maar een levensstijl’

Jozefien Wouters Freelancejournaliste

Jozefien Wouters grasduint elke week in het nieuwste cultureel erfgoed.

Omdat iedereen tijdens corona een nieuwe hobby oppikte, besloot ik tijdens de eerste lockdown naar de allereerste aflevering van Thuis te kijken. Die waarin Frank te veel pintjes heeft gedronken, Peggy slecht gaat omdat ze xtc heeft genomen en Tom uit zijn studentenkot is gezet. Voor de grap, eerst. Om te zien hoe hard de soap, precies even oud als ikzelf, intussen verouderd was. Ik ging ervan uit dat Thuis na al die jaren onkijkbaar was geworden. Te traag. Te banaal. Te cringe. Zoals zoveel televisie uit de nineties.

Intussen zijn we drieënhalf jaar verder, zit ik aan aflevering 2036 en heeft mijn nieuwe hobby meer weg van een verslaving. Vroege Thuis is namelijk niet passé. Vroege Thuis is spannend, experimenteel en bij momenten geniaal. Bovendien wordt de reeks er alleen maar beter op als je tien afleveringen op één avond kijkt. Of dat maak ik mezelf toch wijs.

Thuis is geen soap meer, maar een levensstijl.

Je kan de scenaristen van Thuis weinig verwijten, en al zeker niet dat ze geen fantasie hebben. Ik zag Marianne en Rosa vechten op een treinperron, Veronique verdwijnen in een woestijn, Jean-Pierre den antiquair aanpappen met de dochter van zijn lief en Lowieke zijn oog verliezen na een ongeluk. (Iets wat de huidige scenaristen blijkbaar compleet vergeten zijn.) Ik raakte gehecht aan Felicienne, nonkel Tuur en Rogerke, personages die intussen vrijwel niemand zich herinnert. Ik zong uit volle borst mee met de begingenerieken van Isabelle A, Gene Thomas en Peter Evrard. Ik zag doodnormale mensen uit een doodnormaal niet nader genoemd dorp veranderen in weerzinwekkende psychopaten. En ik huilde tranen met tuiten tijdens de begrafenis van ons moe terwijl ik voor het eerst in mijn leven Elixir d’Anvers dronk, haar lievelingsdrank. Thuis is geen soap meer, maar een levensstijl.

Voor alle duidelijkheid: aanvankelijk had ik wel degelijk een eindpunt voor ogen. Ik zou kijken tot en met seizoen elf, wanneer Frank kennismaakt met zijn Duitse dubbelganger Manfred. Nog steeds een van de meest van de pot gerukte verhaallijnen van Thuis en bij uitbreiding de Europese televisiegeschiedenis. Temeer omdat Manfred toevallig in hetzelfde dorp blijkt te wonen, een haarlijn heeft die op exact hetzelfde tempo terugwijkt als die van Frank en met een uitgestreken gezicht dingen als ‘Und Bomans, gut geschlafen?’ uitkraamt. (De achternaam van Manfred is trouwens Stein, zo leerde ik op nergensbeterdanthuis.fandom.com. Frank en Stein. Ik zeg het: Thuis is geniaal.)

Vorige week zag ik eindelijk hoe Manfred om het leven kwam tijdens een hels gevecht met Frank. Maar stoppen is al lang geen optie meer. Ik blijf kijken. Als een sporter die steeds zijn ambities verlegt. (Of als een tooghanger die tegen beter weten in ‘allez, nog eentje dan!’ lalt). Ja, ik weet wat er te gebeuren staat. De brand in Ter Smissen. Een paar bijna-doodervaringen van Luc. Bedrog. Incest. Maar ik weet ook dat het fenomenaal wordt.

Deze week gaat het negenentwintigste seizoen van start. Geen idee wat er in het achtentwintigste is gebeurd, dus gelieve nog even niets te spoilen. Aan dit tempo ben ik binnen een jaar of vijf wel bijgebeend. Oh, en voor ik het vergeet: fuck Familie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content