Tobias Cobbaert

‘Mijn probleem met Xander De Rycke is dat hij geen oprechte liefde voor rommel toont’

Tobias Cobbaert schrijft wekelijks over wat hem wakker houdt. Of net niet.

Rond de jaarwisseling vulde comedian Xander De Rycke vijf Lotto Arena’s met zijn Houdt het voor bekeken, een conference waarin hij de dieptepunten van het afgelopen televisiejaar bespreekt. Het is een razend populair concept, maar in De Standaard verscheen een eensterrenrecensie die de show beschrijft als ‘een powerpointpresentatie [van iemand die] probeert uit te leggen waarom hij niet graag naar televisie kijkt’.

Op sociale media springen veel mensen in de bres voor hun favoriete comedian en wordt de recensie neergesabeld als een verzuurd lapje tekst. Ik vond het daarentegen verfrissend om dit perspectief eindelijk eens uitgeschreven te zien. Deze Houdt het voor bekeken heb ik niet gezien, maar van vorige edities heb ik wat fragmenten opgevangen en die stootten me telkens weer tegen de borst.

Soms verbaast het mensen wanneer ik zeg dat ik geen fan ben van Xander De Rycke. In essentie hebben we immers dezelfde hobby: op zoek gaan naar het slechtste dat televisie te bieden heeft, om er dan bewust naar te kijken. Maar daar zit het probleem net. Voor mensen die Houdt het voor bekeken bezoeken, is de show wellicht een revue van obscure programma’s die ze zelf niet kennen, en schuilt de humor in het onthullen van al deze verborgen parels. Als connaisseur van rommel heb ik echter geen tussenpersoon als De Rycke nodig. Ik heb Gerben & Steffi de leven zelf al gebinged op VTM Go en Vloglab the Movie ben ik zelfs in de cinema gaan kijken, waardoor de show me weinig nieuws te bieden heeft.

De Rycke surft mee op alle rommel die de Vlaamse tv te bieden heeft, zonder er ook maar een greintje respect voor op te brengen.

Daarom zou je kunnen zeggen dat ik simpelweg niet het doelpubliek ben, maar mijn probleem is dieper geworteld dan dat. Ik neem aanstoot aan de attitude waarmee De Rycke al deze programma’s bespreekt. Hij kijkt niet met ogen vol verwondering naar alle waanzinnige programma’s die in ons land geproduceerd worden. Zijn blik is eerder die van de verzuurde boomer die alles onnozel vindt, en de meeste van zijn grappen komen neer op: ‘Kijk, dit programma, hoe stom!’ Vervolgens kunnen de toeschouwers zich op de borst kloppen omdat zij met hun verheven smaak niet naar al die onzin op televisie kijken, terwijl ze wel urenlang in de Lotto Arena kostelijk smullen van alle fragmenten die getoond worden.

En zo komen we tot de essentie. Om zijn succes op te bouwen, surft De Rycke mee op alle rommel die het Vlaamse televisielandschap te bieden heeft, zonder er ook maar een greintje respect voor op te brengen. Een echte liefhebber van trashtelevisie voelt zich niet beter dan die programma’s, maar haalt genoegen uit het amateurisme en de absurditeit ervan. Iemand die voor deze levensstijl kiest, zweert snobisme af en vindt in De Buurtpolitie meer waarde dan in het werk van Martin Scorsese. Om dan voor een volle Lotto Arena te gaan verkondigen hoe stom al die programma’s zijn, is niet alleen heel gemakkelijk, het is ook een slag in het gezicht van iedereen die een oprechte liefde voelt voor rommel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content